haarlcm
cimsterdcim
film
Robuuste oorlogsfilm
met voorzichtige twijfels
MEUBELEN
11
DeSiGNO
-INTERNATIONAL
WÉ in
JilmhuizgnJ Aantal bioscoopbezoekers gestegen
r
Meesterlijke film Het brandt mijn Liefje van Milos Forman opnieuw uitgebracht
H. COEBERGH
al uw schoolboeken
interbouw b.v
Jaarverslag Bioscoopbond telt 200 miljoen gulden in bruto-recettes
Uiteenlopende clichéfiguren in Go tell the Spartans
Zwakheden
Misleidende titel
Fins-Zweedse film
FILM
19 7 9
VRIJDAG 22
JUNI
I
c
Boekhandel
voor
Charles Boost
vul 't bestelformulier in
Het kan haast niet makkelijker.
I
n
a
Alleen verkrijgbaar bij:
I Nét even iets anders^
Dat proeft u. In alles!
Verder geen zorgen. Op ’t einde van de
vakantie krijgt u bericht over 't afhajen.
zend het aan antwoordnummer 62
(geen postzegel nodig)
of breng het even bij ons langs
BOEKHANDEL H.COEBERGH
Gedempte Oude Gracht 74
Haarlem, tel. 023 - 31 91 98
Santpoorterslraal 41
K leverpark
Haarlem
023>2S3463
die hwn tijd vooruit xijr»
Amsterdam heeft weinig opwindende nieuwe films te bieden deze
week. Het aardigste aanbod is een „re-issue” van de Tsjechische film
,,’t Brandt mijn liefje”. De film werd in 1968, dus tijdens de Praagse
lente, gemaakt door Milos Forman, toen vooral bekend door „Liefde
van een Blondje”.
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□DC)
s. Ontdek het andere
sieraad voor de man
m bij Rob Sipkes...
Eis maatwerk voor het
moderne manlijke
gF sieraad. Eigentijds vorm
gegeven naar uw
kreatieve wensen.
Bij Rob Sipkes!
I Warmoesstraat 2 - Haarlem
L *n-(023) 32 43 09
I (achter de Hallen bij de Grote Markt)
Godenius bezig met haar wraakoefeningen in „Mannen worden niet verkracht van
ür Een scène uit de film „Het brandt mijn Lief je "van cineast Milos Forman.
Menselijke tekorten blootgelegd
John Travolta en Karin Gorney in de grootste geldmaker van vorig jaar, „Saturday Night Fever
(ADVERTENTIE)
RESTAURANT
"■m-
Aanzienlijk minder subtiel, hoewel het
ook hier om menselijke zwakheden gaat,
is „Va voir Maman, Papa travaille’,, een
van de vele vrouwenfilms van de laatste
tijd die huiselijke moeilijkheden creëren
en daarvan steeds de vrouw de dupe laten
zijn. Hét bekende thema van het geschei
den echtpaar dat om beurten hun kind
onder zijn hoede neemt en daardoor in
moeilijkheden komt omdat beiden wer
ken en geen vrije tijd overhebben.
Mariene Jobert speelt de geplaagde
moeder, Daniel Duval is de altijd bezige
vader, maar hoe dramatisch en slachtof-
ferig ze ook doen de enige die te beklagen
is, is het kind dat het slecht getroffen heeft
met dit stelletje egoïstische ouders. En dat
aspect laat regisseur Francois Leterrier
een beetje liggen, zoals men in City kan
zien.
1
Zo’n all-round komiek hoort natuurlijk
thuis in de „slapstick”-reeks waaraan het
IJmondcircuit thans bezig is. Wie kennis
wil maken met dit originele en veelzijdige
talent kan vrijdag de 22ste terecht in Film
huis Heemskerk en de 24ste in Heiloo
Het gaat vreemd met roem en populari
teit. Terwijl Lupino Lane in Engeland tot
in de dertiger jaren tot de populairste
music-hall- en revue-artiesten behoorde,
is zijn naam nu öf onbekend öf tot een
vage legende verbleekt-, hoewel hij nog de
televisieperiode heeft meegemaakt.
De voorstellingen beginnen om 14.00
uur, zo ook het progranlma van woensdag
dat Russische propaganda van kort na de
Revolutie laat zien als „Kino-Pravda”,
Kino-Auge, „De Man met de Camera” van
Dziga Vertov en een interview met de
grote filmer uit die tijd Lev Kuleshov.
Het Filmmuseum zet komende dinsdag
zijn serie „Beeld-Beweging-Bios” voort
met een druk bezet programma waarin
onder andere Buster Keaton (zeventig
jaar en kort voor zijn dood) druk bezig is
met het maken van de „Railroader” voor
de Canadeze televisie, terwijl ook aan
dacht besteed wordt aan „3.10 to Yuma”,
een spannende western uit ’57 van Delmer
Daves met onder meer Glenn Ford en Van
Heflin een film die door een deskundige
geanalyseerd wordt.
Andrej Wajda’s film „De Mens uit
Marmer” wordt vandaag en morgen ge
draaid door de Film Inn Zandvoort in de
Openbare Bibliotheek aan de Prinsesse-
weg 34 in Zandvoort. Aanvang 21 uur.
Anna
cineast Jörn Donner.
Het door de Nederlandse Bioscoop
bond uitgebrachte Jaarverslag over
1978 begint met de hoopvolle mede
deling dat de bruto-recettes van de
Nederlandse bioscopen het vorig jaar
over de 200 miljoen bedroeg en dat
het aantal bezoekers in die periode
met 16% was gestegen. Met enige
trots constateert Bondsdirecteur J.
Th. van Taalingen in de inleiding van
het verslag dat 1978 wat het aantal
bioscoopbezoekers betrof het hoog
ste niveau behaalde sedert 1967.
Voor wie dit gevarieerde aanbod lang
zamerhand oude kost is geworden, heeft
nog een uitwijkmogelijkheid en die wordt
hem door Frans Hals geboden die een film
van Ted Post vertoond met de heroïeke
titel „Go tell the Spartans”, in het Neder
lands wat populairder vertaald met „Aan
val op Muc Wa”. Een oorlogsfilm dus en
gezien de exotische naam van het aanvals
doel een film over Vietnam. Er mag nu, na
zoveel jaren over die oorlog eerlijk ge
praat worden en zelfs Ted Post toont
voorzichtig zijn twijfels of het Ameri
kaanse optreden in Zui^-Oost-Azië wel
helemaal verantwoord was. Dat brengt
hem overigens niet van zijn oorspronke
lijk plan af dat bestaat in het maken van
een robuuste oorlogsfilm, zoals die zich in
ieder deel van de aarde had kunnen afspe
len, hoogstens met inachtneming van lich
te veranderingen in de gelaatskleuren.
Ted Post is geen hoogvlieger en zijn
naam kwam voornamelijk voor op het
televisiescherm als er weer een vervolg
van „Gunsmoke”, „Rawhide” of „Peyton
Place” werd afgeleverd. Zijn bekendste
bioscoopfilms waren „Hang ’em High”-uit
’67, „Beneath the Planet of the Apes” uit
’69 en een gewelddadige Clint Eastwood
film „Magnum Force”. Ook in „Aanval op
Muc Wa” is het geweld uiteraard niet van
de lucht. We ontmoeten er de uiteenlopen
de clichéfiguren van militairen, van held,
sadist tot neuroticus en alsof er nog niet
voldoende doden vallen, pleegt Burt Lan
caster ook nog zelfmoord uit schuldgevoe
lens.
Ook in de nachtvoorstellingen zit (op
een uitzondering na) weinig beweging,
waardoor bijvoorbeeld „Easy Rider” in
Luxor en „Pourquoi Pas?” in Studio nog
te achterhalen zijn. Die uitzondering is te
Haarlem blijkt tevreden geweest te zijn met het bioscoopprogramma van de vorige
week, het is tenminste in zijn geheel op een uitzondering na geprolongeerd. Zodat
nog steeds de mogelijkheid bestaat „The Deer Hunter” in Lido te gaan zien cf
„Gejaagd door de Wind” in Cinema Palace, „The Brink’s Job” in Roxy, „De Prijsvech
ter” in Luxor of „Lady en de Vagebond en „Twee Vrouwen” in Studio.
de bokkedoorns
in net Vvetnouaer van (jeiukpaik
ZEEWEG 53 OVERVEEN
Reserveren 023-263600
s Maanoags gestoten
Verder een geestige satire op de drukte
die een Amerikaanse filmploeg veroor
zaakt in een klein Joegoslavisch plaatsje,
Deblatschka Pescara, waar ze een mam-
moet-produktie onder handen hebben.
Zo te zien was 1977 een goed jaar voor
het bedrijf maar minder gunstig voor de
bezoekers. Het lijstje van de top-20 wijst
tenminste uit dat de beste zaken gedaan
zijn met films als „The spy who loved me”
(James Bond), „Star Wars”, „Smokey and
the Bandits” en „Death on the Nile”. Goe
de amusementsfilms die echter niet wij
zen op een verbeterde smaak bij het
publiek.
Ondanks de van durf getuigende keuze
van films voor de Cinemanifestatie in
Utrecht en de erfenis van de in oktober
gehouden Filmweek Arnhem 1977 ontbre
ken bij de top-20 films van het kaliber als
„La dentellière” of Resnais „Providence”
om er nu maar willekeurig een paar te
noemen. Het blijft jammer dat over die
films recettecijfers ontbreken die mis
schien minder ongunstig zijn dan men nu
vreest. De buitenlandse films waarmee nu
volgens de opgave in het jaarverslag goe
de zaken zijn gedaan zouden dan eventu
eel een meer relatieve waarde krijgen.
Film Instituut hem terug naar zijn tweede
vaderland. Na zes jaar inspireerde hem de
Finse roman van Marta Tikkanen „Man
kan inte Valdtas” weer plaats te nemen in
de regiestoel.
Kort samengevat gaat „Mannen worden
niet verkracht” over een gescheiden
bibliothecaresse die wordt verkracht in de
flat van een pröleterige autodealer en zich
zo vernederd voelt dat ze nog maar één
doel in haar leven kent, zich te wreken.
Eerst achtervolgt ze de man om alles over
hem te-weten te komen. Daar hij haar bij
hun korte ontmoeting niet goed in zich
heeft opgenomen kan ze dit spelletje een
Het laatste woord in dit filmgenre
spreekt echter de Finse filmer Jörn Don
ner in de Fins-Zweedse co-productie
„Mannen worden niet verkracht”. Donner
die tot de na-Éergmaniaanse generatie
behoort heeft in de zestiger jaren verschil
lende films in Zweden gemaakt waarmee
hij wilde bewijzen dat hij bevrijd was van
de invloed van de grote meester. Het uit
blijven van duidelijk succes deed hem
naar Finland terugkeren waar hij films
maakte maar ook studies over Bergman
schreef.
Tenslotte bracht de post van directeur
van de Cinémathèque van hët Zweedse
zien in Roxy waar onder de misleidende
titel „Loflied op de Zonde” een bijzonder
mooi uitziende sterk erotische film van de
onnavolgbare Hongaarse filmer Miklos
Jancso te zien is.' De film speelt in de
periode dat keizer Frans Josef zich zorgen
i maakt over de verhouding tussen zijn
zoon, kroonprins Rudolf van Habsburg en
de niet adelijke Marie Vestera, een ver
houding die later zou eindigen in het dra
ma van Mayerling.
Maar zover is het nog niet als de film
begint en Rudolf, zijn geliefde, vrienden
en vriendinnen om zich heen verzamelt
heeft in een kasteel midden in een bos
waar ze de dagen doorbrengen met Franz
Josef door hun immoreel gedrag te kwet
sen en in een pijnlijke situatie te manoeu
vreren. Jn eerste instantie weet de keizer
geen tegenmaatregelen te nemen en Ru
dolf moet steeds verder gaan in zijn lie
derlijke en anti-godsdienstige gedragin
gen en demonstraties om eindelijk een
gewapend optreden van de overheid af te
dwingen. De gewapende macht schiet in
enige salvo’s de feestgangers die naakt
door het bos zwerven, neer waardoor ook
Rudolf en zijn Marie Vestera gedood wor
den. Een eigen visie van de onberekenba
re Jancso die in deze film wel wat al te
bizar en provocerend te werk gaat.
Voor dé jeugd speelt „Het Raadsel van
de Spookplaneet”, in Palace en voor de
elfde week Disney’s „De Lady en de Vage
bond” in Studio.
tijdlang spelen zonder dir.ect herkend te
worden maar wel een stijgende onrust bij
de man te veroorzaken. Tenslotte dringt
ze zijn flat binnen met een revolver,
dwingt hem zich te ontkleden, bindt hem
naakt vast op zijn bed en verkracht hem
(hoe, dat wordt aan de verbeelding van de
toeschouwers overgelaten) op het ogen
blik dat vrienden en vriendinnen de trap
opkomen voor een feestje in zijn flat.
Donner filmt de intrige dreigend-lang-
zaam, weet daardoor wel spanning op te
roepen maar haalt er nog allerlei andere
vrouwenproblemen bij (borstamputatie)
om de geringe handeling te compenseren.
De film draait in Tuschinski 2 en zal
alleen al op zijn titel de nodige aandacht
krijgen. Waarbij direct moet'wonden aan
getekend dat Donner zijn verhaal sober
en zonder enige sensatie vertelt daarbij
gesteund door het bijna ongeëmotioneer
de spel van Anna Godenius die in haar rol
tegelijk iets aan stille humor verbergt.
Zijn uitgangspunt is ditmaal éen feest
met bal plus schoonheidswedstrijd dat de
brandweermannen van een Tsjechisch
dorp hun scheidende commandant willen
aanbieden. Het is een sympathiek plan
maar het leidt ongewild op allerlei ni
veaus tot kleine onenigheden, mislukkin
gen, vergissingen en pijnlijke complica
ties. Het is Forman daarbij geen enkel
ogenblik te doen op een geforceerd lach
succes maar alleen om bij goedwillende
mensen hun kleine tékorten bloot te leg
gen die onherroepelijk leiden tot een vol
slagen mislukking van het goedbedoelde
feest.
Milos Forman die naar Amerika geëmi
greerd is, en daar onder meer „One flew
over the Cockoo’s Nest” maakte en bin
nenkort met „Hair” zal laten zien wat hij
als musical-regisseur weet te presteren,
toont zich al in zijn bescheiden opgezette
„Het brandt mijn Liefj^” een meesterlijke
beschouwer yan menselijke zwakheden,
een eigenschap die bij hem is voortgeko
men uit een diepe genegenheid voor de
goedwillende maar steeds weer struike
lende mensheid. Een film die men niet
mag missen nu hij teruggekeerd is in
Kriterion.
De stijging van het aantal bioscopen
(onder andere door het systeem van „bios
coopcomplexen”) geeft een sensationeel
beeld. In ’77 alleen werd het bioscooppark
uitgebreid met meer dan dertig theaters
en in verlijking met het na-oorlogse diep
tepunt van 377 bioscopen in 1973 valt er
een toename van 175 te constateren.
Maar verder is het optimistische beeld
van 1977 te danken aan het bijzonder
grote aanbod van commercieel uiterst
succesvolle films. Dat op het lijstje vah de
top 20 „Saturday Night Fever” en „Grea
se”, beide met John Travolta de eerste en
tweede plaats innemen, was te voorspel
len. Verrassende is dat „Doctor Vlimmen”
van Guido Pieters als vierde prijkt op de
ranglijst die uiteraard gebaseerd is op de
grootte van de recettes. Van de andere
Nederlandse films bereikte „Pinkeltje” de
negende „Verstappen’s Pastorale 1943” de
dertiende, „Soldaat van Oranje” de zes
tiende en „De Mantel der Liefde” van
Adriaan Ditvoorst de negentiende plaats.
De omzet van deze top-20 bedroeg 42,2
percent van het totaal aan recettes in de
Nederlandse bioscopen, terwijl de uitge
brachte hoofdfilms van eigen bodem voor
8,3% van het totale bezoekerscijfer en bij
elkaar voor bijna 18 miljoen aan recettes,
zorgden.
En hoe staat het met het buitenland.
Zoals gebruikelijk leverde Amerika ook
in ’78 de meeste speelfilms, bijna de helft
van de totale import. Engeland en Frank
rijk volgden behoedzaam met respectieve
lijk 9,73 en 9,49 percent, Italië bleek terug
gelopen op 1977 en de Duitse Bondsrepu
bliek bleef nagenoeg op hetzelfde peil,
6,42. Een kleine correctie is hier wel op z’n
plaats. De percentages slaan niet op het
aantal geïmporteerde films maar op de
„doekbezetting” wat dus gerelateerd is
aan het succes en de duur waarop de
betrokken film eën bioscoop „bezet”
houdt. Maar in verhouding maakt dat vrij
geringe verschillen op.
Z
(ADVERTENTIES)
-j juaivvidiag Diudtvvpuunu ivn iiinjuvii guiuvii in uiuiu ivwiivc,
Hoewel zijn naam weinigen meer iets
zal zeggen, behoorde Lupino Lane in het
begin van de twintiger jaren tot de top-
filmkomieken die in één adem met Chap
lin, Harold Lloyd en Buster Keaton ge
noemd werd. Als zingende komiek en
pantpmimist heeft hij triomfen gevierd
zowel op het Londense en Amerikaanse
toneel als in de film waarin men hem al
sinds 1913 had kunnen zien.
s