•a IDS 'V sau ER 4 1 Ontwerpen Voor hele wereld Verkeersbril I F ■i V' 3 Ml y\to k M W I f I V 5' f I Energie besparende uitvindingen: serieus? Kracht uit weg de rivier n s -V 7 Een paradij s op af val Gerrit de Groot jrn-C. 'ennep i.3O tot keld is dan de „erkende” produkten. Hij heeft - Kennis bij de stoomketel, die op afval gestookt wordt :44k Z4* auto- n het geen dure filters nodig, omdat het water zijn filter is. Hij heeft ook geen electriciteit nodig om de stofdeeltjes te laden en zo neer te laten slaan, omdat het stof in water oplost. Een pomp met een motor van 13 PK is voldoende. De zuivere lucht is niet het enige voordeel van zijn vinding. Energie noch water wordt verspild. De energie die vrijkomt bij het verbranden van het asfalt wordt gebruikt om de fabriek te verwar men. Met hetzelfde water kan zeker een maand worden gefilterd. En zelfs het vuil dat uit de verbrandingsgassen wordt gehaald, carbonzwart, wordt gebruikt voor het maken van inkt of auto banden. „Met mijn boerenverstand maak ik gebruik van een natuurwet, die zegt dat elk gas in water oplost. Zo logisch en eenvoudig, dat ik in wetenschaps- en overheidskringen voor gek wordt versleten. Al is het wel zo dat uit het bedrijfsleven steeds meer vraag naar mijn vinding komt. Deze week moet ik zo’n installatie bij een varkensslachterij aanleg gen. Tweehonderd procent zeker ben ik dat het ook daar werkt.” Met vermoedelijk dezelfde druk die achter zijn vinding steekt, stort hij de stroom bittere woorden over de toehoorders uit. Woorden die terug te vinden zijn in zijn boek „Lauw water doet braken.” ministerie het verwijt te horen gekregen dat ik te individualistisch ben. Dat beschouw ik als een compliment. Het is het tegenovergestelde van de vervlakking, de vergrijzing, de bureaucratie. Ge zoudt in Holland spreken van de vertrossing.” liter olie. Er gaat zoveel hout verlo ren, dat dit jaarlijks neerkomt op zo’n twee miljard liter olie. „En dan ben ik nog aan de voorzichtige kant geweest”, zegt Kennis. Hij berekende dat alleen al op de stortplaatsen Naarden en Wilnis driehonderdduizend kilo hout per dag wordt gestort. Je zou kunnen zeggen dat per dag daar ter waarde van 150.000 liter olie wordt wegge gooid. Dat is per jaar 45 miljoen liter. „Er kan ruimschoots meer ener gie worden bespaard dan vijf per cent. Als het afvalhout wordt ge bruikt is de besparing tenminste twintig percent en vermoedelijk meer”, aldus Kennis in een rapport dat het volgens hem bij diverse mi nisteries al ver heeft gebracht. Hij vindt dat er in Nederland net als in Denemarken voorschriften moeten komen, waardoor het ver spillen van hout dwingend wordt voorkomen. Er zouden stookplaatsen moeten komen waar bijvoorbeeld de con- tainerbedrijven terecht kunnen. De stortkosten zijn nu nog hoog en de rijafstanden lang, wat het klandes- tiene storten in de hand werk. Het hout dat de gemeentelijke reini gingsdienst gescheiden ophaalt en eventueel oud papier, alsmede hout van de plantsoenendienst, zou ook naar die centrale stookplaats moe ten worden vervoerd. Volgens Kennis is er in Nederland zoveel overtollig hout voorhanden, dat het verzameld een huizenhoge berg ter grootte van de provincie Utrecht zou opleveren. We wandelen tot slot langs zijn kustlijn. „Kijk”, zegt hij, „dat is mijn buurman”. Hij wijst ergens aan de einder. Ondanks de afstand is te zien dat het ook om een com fortabel optrekje gaat. Zwolsman woont daar. Kennis constateert te vreden dat Zwolsman slechts met de golven meekijkt. Hij zelf kijkt er tegen in. Eén uitvinding was meer gewor den als hij geld had gehad: de uit 1938. stammende verkeersbril voor wielrijders en bestuurders van mo torfietsen. In die bril zit een achte- vooral voor de arme landen, voor de kindertjes daar”. „Toen de oliekraan dicht ging sloeg bij mij de vlam in de pan. Die oergevaarlijke kernenergie moet worden voorkomen, dacht ik. Zo’n vermogen als dat van Borssele, dat kan zo’n centrale van mij toch ook leveren’. Benzine op de bon? Televisieloze avonden? Extra belasting voor energieverslinders? Het dreigt. Want de crisis naakt. De ministeries worden overstroomd met vindingen ter bestrij ding van het Grote Tekort. Zijn die vindingen serieus? Worden ze serieus bekeken? Pieter van de Vliet sprak met drie uitvinders. st de 1 dat gen. staat reek lijk. nden F. A. 5 de kende n uit xeken dit de insdag jpstett L Zulke dingen tellen in die con treien. Vooral voor Kennis. Niet alleen vanwege de status. Ook niet alleen uit oogpunt van natuurschoon. Maar vooral ook doordat zo heel wat afvalhout aanspoelt. Het is het ontwerp voor een wa terkrachtcentrale. Eén voor diep en een voor ondiep water, geschikt voor onze rivieren. Het is toch te gek, vindt hij, dat Nederlanders al les met en in water kunnen behalve er energie uithalen. Het nieuwe van zijn plan is dat het met grote kracht en snelheid naar beneden stortende water hulp- turbines aan energie helpt om het water later weer weg te kunnen pompen. Windmolens kunnen de pompen wat dat betreft een beetje helpen. Ir. Potman van de SVEN gelooft daar niet zo in, hetgeen blijkt uit een briefje van zijn hand dat De Groot in zijn bezit heeft. „De ener gie die het water opwekt bij de val naar beneden is altijd kleiner dan de energie nodig om het weer naar boven te pompen”, schrijft de inge nieur. Zelfs het onderstreepte woord „kleiner” is niet in staat om de uitvinder te demoraliseren. „Een uitvinder is gevaarlijk. Omdat hij denkt, zoekt,kijkt. Omdat de meeste mensen weten zon der onderzocht te hebben, kijken zonder gezien te hebben. Een uitvinder is een bedreiging van pres tige, relaties, functies. Een bedreiging van met boekenwijsheid volgestampte knappe bollen, in wier computergeheugens geen plaats meer is voor twijfel, gevoel, creativiteit. Ik heb eens op een ook het Amsterdamse Rokin-pon- tje, dat in Loenen werd gebruikt toen de brug daar kapot was. Ken nis kocht dat stukje antiek verval voor vijfentwintig gulden. Hij heeft meer van die ogenschijnlijk waar deloze dingen: aftands ogende stof zuigers die het nog wonderwel doen, een tiental bestofte koffers uit grootmoeders tijd, houten lokeen den, muurijzers van het stadhuis in Bussum waar hij trouwde. Een gigantische wc-vlotter in de Oosterschelde Bij springvloed komt de vlotter omhoog en duwt de schuiven dicht. Het had zo mooi kunnen zijn en bovenal drie miljard gulden goedkoper dan het plan dat nu wordt uitgevoerd. Uitvinder Gerrit de Groot (70 jaar) uit Haamstede treurt nooit lang. Want dan is hij al weer bezig met zijn volgende plan. Eén daarvan bevindt zich in het energiestudiecentrum in Petten. Al zo’n maand of twee. Uit die tijdsduur put de Zeeuw hoop „Iedereen leert dat op school”, zegt De Groot, „maar is dat dan ook zo”. Enthousiast: „Als mijn plan werkt is het voor de hele wereld. Voor meneer Carter ook. Maar upgeiusi Ongelovige Thomassen laat hij de schoorsteen beklimmen, opdat ze het met eigen ogen zien en 1 ruiken. Niemand is tot nu toe als een beroete meeuw omlaag gestort. Jegers zegt dat zijn installatie niet alleen effec- J tiever maar vooral ook heel wat minder ingewik- „Het enige perpetuum mobile is het ministerie”, zegt hij spottend. „Mijn kruistocht langs al die overheidsgebouwen heeft me geen frank opgele verd”. Het heeft hem alleen maar geld gekost. Honderdduizenden frankskes. „Als uitvinder moet ge kunnen afzien”, zegt hij. wil. Kennis bezorgde een kennis even eens een waterdichte beschoeiing: een partij oude schoenen, die hij voor een prik kocht. De Amster damse Westertoren is tenslotte ook op koeienhuiden gebouwd, wist hij. Er is nog steeds gouden zand op het eiland. Konijnen hebben er on telbare holen in. De fabriek in Hil versum, waar het vulmiddel nog steeds wordt gemaakt, is inmiddels in Duitse handen overgegaan. Op de tegels voor de werkplaats op het eigenhandig gemaakte ei land zitten vlekkerige plakken ge morst vulmiddel. Gedenkstenen. Zijn beeldhouwende, boetserende, tuinierende vrouw heeft een monu ment voor de vinding van haar man opgericht. Enorme slakken en gan zen, grotendeels vervaardigd van vulmiddel. In de tuin groeit een zeldzame uit Californië afkomstige boom. Een Meto Sequoia. Die bomen kunnen zo groot worden dat je in de stam een poort kunt uithouwen waar door een auto kan rijden. „Het is geen kunst om maar te bestellen”, zegt Kennis. De staalgla- zen deur, die naar de veranda van zijn landhuis De Turfschuur leidt, is van Hunkemöller Lexis. Die deur kost nieuw zeker duizend gulden en zou op de vuilnishoop zijn gekomen als Kennis niet zijn oog erop had laten vallen. Hetzelfde geldt voor tl- buizen van het vernieuwde Nieuw Engeland in Amsterdam. Hij bezit -,V .-. Met een aan de sloop ontsnapte, nog perfect rijdende auto, rijdt hij op het eiland rond, versleept hij de zelfgemaakte tent naar de eigen handig vervaardigde barbercue met de volgens het kruiwagenprin cipe verrijdbare tafels en stoelen, of voert hij het huisvuil af naar een oude stoomketel. Met die energie zou hij gemakkelijk het huis kun nen verwarmen. Met het drijfhout dat aanspoelt op zijn meer dan tweehonderd meter lange kust kan dat nog beter. Het hout ligt voor het oprapen. Twee kilo geeft evenveel energie als een kubieke meter aardgas of een ruitkijkspiegel zo ingebouwd, dat hij niet kan beslaan. Het voordeel van de bril is dat je niet hoeft om te kijken als je de hoek om gaat. „Ik kwam op het idee toen ik me reali seerde hoe schutterig wielrijders deden. Sommigen durfden hun hand niet uit te steken, omdat ze niet met een hand aan het stuur konden fietsen”. Een lederwarenfabriek in Waal wijk zag wat in de vinding. Ze wil den het apparaat wel in produktie nemen als De Groot zich maar ga rant wilde stellen voor de eerste vijfduizend exemplaren. Dat wilde hij best. Maar geld had hij niet. En in die tijd bestond het zogenaamd „gemakkelijk krediet” nog niet. De hoop van De Groot is op het ogenblik mede gevestigd op een treinennet voor containertransport. Hij wil ze boven de bestaande spoorlijnen bouwen. En intussen werkt hij, geïnspireerd door de re cente verkeersramp op de Haring- vlietbrug, een ander idee uit. Om rampzalige kettingbotsingen te voorkomen zou je auto’s van zend en ontvangapparatuur moeten voorzien, die je bij dichte mist moet inschakelen. Als je te dicht bij je voorganger komt, zendt de appara tuur een geluid uit dat onaangena mer wordt naarmate de afstand tus sen beide voertuigen kleiner wordt „Als je nadenkt vindt je van alles”, zegt De Groot. Ook vindt hij dat je moet naden ken als het om bestaande zaken gaat. Hij wijst naar de aangrenzen de, vriendelijk ogende, bejaarden huizen. „Als ze er nou nog een vloer tje in hadden gezet en een trap, dan hadden de mensen meer ruimte ge had, hoefden ze geen stookkosten te verspillen en konden ze alles proper houden. Want wat heeft het voor zin dat ze tot in de nok naar de spinrag gen kijken die ze moeten laten zit ten omdat ze er niet bij kunnen”. De vette walm, die het leven in het vlak bij de Nederlandse grens gelegen Belgische dorpje Hoogstraten soms ondraaglijk maakte, is verdwenen. Slechts een witte rookpluim is nog te zien boven de schoorsteen van de voormalige boosdoener. Toch wordt in het Nederlandse bedrijf Spanplank net als voor- heen isolatiemateriaal vervaardigd. En net als vroeger wordt de dagelijkse tweehonderd kilo afval voornamelijk piepschuim en asfalt, ver- brand. „Met lauw water karakteriseer ik de mensen die niet zichzelf durven te zijn. Die dood zijn voor ze geleefd hebben. Die geëindigd zijn omdat ze nooit aan beginnen dachten. Aan ?ulke mensen hebben wij ons einde te danken als er niet snel iets verandert. Want die mensen zijn bereid ter wille van hun prestige, relaties, functies, het leven te vernietigen. Ze overschrijden de natuurwetten. Ze doen de oerprincipes geweld aan. Dat zijn de mensen die de atomen afbreken. Die ons slachtof feren ter wille van de macht”. Jegers is zaakvoerder geweest in een super markt. Hij heeft een transportbedrijf met vijf vrachtwagens gehad. „Die camions zou ik gemak kelijk kunnen vullen met de correspondentie die ik met de verschillende ministeries heb gevoerd”. Hoe vaak heb ik daar niet gehoord dat ik ongelijk had omdat ik geen formules ken en zij wel. Hoe lang zal het nog duren voor theorie en praktijk hand in hand gaan in plaats van met elkaar te botsen?”. „Want oordeel zelf. In de praktijk werkt mijn vinding toch. En al zal ik straatarm sterven, mijn voldoening ligt niet in geld maar in wat ik met mijn eigen hoofd en handen heb gemaakt. De voldoening van die mensen in Hoogstraten is mij meer waard dan een miljoen franks”. Een paradijsje. Dank zij afval. Een fiks eiland in de Loosdrechtse Plassen. Goud waard. Eigenaar en bewoner is C. M. F. Kennis. Rijk geworden door alles te doen wat de wegwerpmaatschappij niet leert. Ongeveer met zijn eigen handen en in ieder geval met zijn eigen handigheid heeft hij kort voor de komst van het regelende I Piassenschap het met betrekkelijk weinig geld verkregen eiland vertienvoudigd. Duur was dat niet. In zijn water gestorte .beren" kon hij ruilen voor flinke hoeveelheden puin. Die beren waren nog een t Opgelucht adem halen: schone stoom Zijn werkkamertje in de domme lende nieuwbouwwijk is bezaaid met ontwerpen. Eén wand blijft echter op verzoek van de bij voor keur in die kamer logerende klein zoon gereserveerd voor vergeelde foto’s uit de tijd dat vliegen nog avontuurlijk was. De ouwe reuzen van de KLM, de Plesmanjongens. Vliegeniers nog. Stoer met vlieg- kappen en -brillen uitgemonsterde mannen als Smirnoff en Geisen- dorffer. Tussen al die mannelijke glamour steekt kleintjes een pasfo to van De Groot. Mecanicien toen. Maar ook wel constructeur. Een bouwer. In die voor de KLM wat glorieuzere periode dan de eigen tijdse was voor een man met gou den handen veel mogelijk. Het was bijvoorbeeld gewoon dat je als vakman experimenteerde, im proviseerde. Zo werd een am bachtsman vanzelf een beetje een uitvinder. „Doordat je bezig was zag je wat je moest verbeteren. In 1923 vond ik een kleppenschuurme- chanisme uit. Daar kreeg je geen geld voor. Wel waardering. Het hoorde gewoon bij je vak". hoop waard doordat de Duitsers zó n haast hadden een verloren oorlog te winnen, dat ze ze eerst onvoldoende lieten uitlekken. Er zat J dus nog heel wat ijzer in die grillige klompen. IJ Je moet het maar weten, je moet Ihet maar zien. Kennis zag hoe de man die het zand opspoot van dat zand proefde. Het bleek bijna hon- 1 derd percent kwarts te zijn. Een kwartsader in de Loosdrechtse Plassen. Uniek voor Nederland. De NV Fijnzand Exploitatie 5 Maatschappij was snel opgericht. 1 Kennis bedacht dat je met die s kwarts een heel leuk produkt kon maken, een vulmiddel. Met dat Po- rion haalde hij als eerste Nederlan- der de Engelse blauwe wimpel (Blue Ribbon). Het droogstoken van het gouden zand gebeurde aanvankelijk op het eiland. Eerst met olie. Later met afvalhput. Dat kon hij volop krij- gen. Want de chauffeurs waren de I inhoud van hun containers liever I kwijt dan rijk. In plaats van geld voor het storten te moeten betalen kregen ze geld toe. Al was dat niet veel. Vijf gulden. Toch waren ze blij met dat fooitje. Er ontstond een i lawine van hout. Het acht hectaren metende eiland ligt onaantastbaar in de landvreten- de plassen. Een paar duizend enor- me vrachtautobanden, die de j Utrechtse fabriek UBO maar al te J graag voor een paar kwartjes per stuk afstond, omdat ze er geen raad mee wist, zorgen voor een perfecte waterkering. De banden zitten na al I die jaren nog onwrikbaar op hun plaats met klauwachtige strippen staal. In elke band steekt een tak I wilgenhout dat daar wel groeien Dat de mensen in Hoogstraten opgelucht kun- nen ademhalen is te danken aan een vinding van de in het naburige Ekeren wonende 42-jarige Raf Jegers. Hij laat een piepklein stukje pijp met een minuscuul sproeiertje zien. Onder zeer hoge druk wordt er ruim twintig liter water per minuut doorgeperst. Met dodelijke kracht. Wie het zou wagen zijn hand voor het sproeistuk te houden kan wel dag met het handje zeggen. „Ge wordt in enkele seconden uitgebeend”, zegt Raf. Het door het sproeiertje geperste water explo- deert als het ware. Het spat uiteen in ontelbare, onzichtbare druppeltjes. „Door het grote aantal t druppeltjes is het contactoppervlakte van het water enorm. Doordat de druppels zo klein zijn is de oppervlaktespanning uiterst gering, de ver- brandingsgassen worden zo gemakkelijk in het water opgelost”. Ongelovige Thomassen laat hij de schoorsteen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 21