Ingenieur als architect nog onderschat
Stortvloed van nieuws
voor stripliefhebber
komende
exposities
W
Harold Pinters Bedrog
bij Publiekstheater
Sociale betekenis gebouwde omgeving ontbreekt in Mooi Vernuft
VOORUITGANG BIJ JERRY SPRING
Breuker schrijft concert
voor violiste Vera Beths
Droge rekenaar
Mare Steen
Kuifje Special
Maquettes
Verbazing
,1
11
KUNST
19 7 9
ZATERDAG 30 JUNI
y
Wegens vakantie gesloten
t/m ZATERDAG 7 JULI
RESTAURANT
Grote Houtstraat 21, Haarlem
De stripliefhebber komt nog steeds ruimschoots aan zijn trekken.
De stortvloed van nieuwe uitgaven schijnt nog lang niet aan een
eind te zijn gekomen. Alles wat oud is wordt herdrukt en bestaande
series worden in rap tempo uitgebreid. Het wordt steeds moeilijker
om de hoeveelheid nieuwe verschijningen te overzien. Daarom hier
een greep uit de talloze, onlangs verschenen stripalbums.
ROTTERDAM. In het Bouw
centrum in Rotterdam is nog tot
en met 14 juli de tentoonstelling
„Mooi Vernuft” te zien. Zij is sa
mengesteld door het Parijse Cen
tre de Création Industrielle en is
na een tournee door Frankrijk nu
voor het eerst daarbuiten te zien.
Wat de Nederlandse titel niet dui
delijk maakt, komt in het Frans
wel tot uiting: het gaat om „Ar
chitectures d’ingénieurs, XlXe-
XXe siècles” architectonische
projecten, in de vormgeving
waarvan de constructie en daar
mee de constructeur een domine
rende rol vervulden.
llllllllllll
Jan de
\KER
lllllllllll
MAARTEN KLOOS
doven
?n
en
nboel,
icours
'roene
op de
tv-se-
m.
doven
ver-
;y, tv-
betere
speelt
lerpro-
een
(ADVERTENTIE)
bibliotheek
Brabantia
■baar-
Pro-
leling.
De tentoonstelling bestaat uit twee ge
deelten. In het eerste wordt de persoon
van de ingenieur/constructeur belicht, in
het tweede worden systematisch en in
chronologische volgorde een groot aantal
ontwerpen, respectievelijk gerealiseerde
plannen getoond.
Het woord ingenieur heeft een com
plexe betekenis. Het verwijst naar een
functie, maar ook naar een heel vakge
bied en als titel zegt het op die manier
weinig. Aandacht voor de mens, die ach
ter die titel schuilt is niet overbodig. Tech
nisch, architectonisch, maar ook sociaal-
politiek heeft de ingenieur een grotere
invloed dan het publiek waarvoor hij
bouwt zich realiseert.
Zijn achtergrond moet gezocht worden
in het militaire apparaat. Zoals tegen
woordig veel technische verworvenheden
voortkomen uit de semi-militaire ruimte
vaart, zo werkten de vroegste ingenieurs
als „ingénieurs militaires” of zelfs als
"maitres artilleurs”. De noodzaak troepen
te kunnen verplaatsen leidde tot nieuwe
transporttechnieken, veel oude havens
zijn aangelegd als verdedigingswerken.
De ingenieur is van oorsprong een stra
teeg. En nu nog wordt hij hoewel zijn
werkterrein bijna onbegrensd is vooral
geassocieerd met bruggen, tunnels, wegen
en klaverbladen, kortom met openbare
voorzieningen.
Eén van de doelstellingen van de samen
stellers van de tentoonstelling is geweest
te wijzen op de architectonische waarde
van de uiteenlopende utilitaire bouwwer
ken en de bij het grote publiek onbekende
bouwers eens voor het voetlicht uit het
beeld dat men over het algemeen heeft
van de ingenieur.
Een brug kan dagelijks gepasseerd wor
den, hij kan zeer bepalend voor een tijds
beeld zijn en kan duizendmaal zoals dat
in het vaksjargon gebruikelijk is een
„kunstwerk” genoemd worden: hij en zijn
schepper blijven anoniem. Eiffel is be
roemd geworden door zijn toren in Parijs
(1889), maar hoeveel mensen kennen an
der werk van hem? Weet iemand, dat de
constructie van het Vrijheidsbeeld in New
York (1883) ook van zijn hand is? Weet
iemand, dat het Brusselse Atomium (1958)
een schepping van Q. Waterkeyn is?
Tragisch wordt dat wanneer na een
hechte samenwerking tussen architect en
ingenieur slechts de naam van de eerste
verbonden blijft met het project. Voor
velen was het Grand Palais des Expositi
ons in Parijs (1935) een creatie van archi
tect Marcel Lods, maar de bijdrage van
ing. M. Douniaux en anderen was min
stens zo belangrijk.
Het heeft er alle schijn van, dat de
ingenieur nog steeds overkomt als de dro
ge rekenaar, waar de architect zijn ro
mantisch getinte kunstenaarschap inzet.
De schoonheid van het kale, functionele
bouwen wordt te weinig herkend. En zo
heeft het jaren geduurd voordat 19-eeuw-
se constructies dezelfde waardering kre
gen als de ietwat naïeve en vaak neo-
classicistisché decoraties waarachter zij
schuilgaan.
In de filmindustrie is vaak gebruik ge
maakt van het hier gesignaleerde voor
oordeel. Er bestaan ettelijke films, waarin
de hoofdrol is weggelegd voor een interes
sante, aantrekkelijke en niet onbemiddel
de architect. De ingenieur is over het
algemeen saai en plichtmatig. Vanzelf
sprekend wordt de architect dan de min-
AMSTERDAM (ANP). Jazzsaxofo
nist en orkestleider Willem Breuker gaat
een vioolconcert schrijven voor violiste
Vera Beths.
het
een
carrière van piloot Buck Danny in janu
ari 1947.
De langzamerhand onafscheidelijk ge
worden hoofdpersonen zijn Buck Dan
ny, Sonny Tuckson en Tumbler. Sonny
Tuckson zorgt voor de vrolijke noot in de
verhalen, hij is een geboren pechvogel
met een hart van goud. Tumbler is de
onzekere factor, de meest stille figuur
van het trio maar daarom niet minder
efficiënt. Danny is het voorbeeld van de
volmaakte held. Hij is de kalmte zelf,
maar met de stalen vuist van de leidersfi
guur. Het verhaal speelt zich af op Bor
neo waar een gigantische lading opium
onderschept moet worden.
In dit verhaal zien we een oude beken
de terug; de aardsvijand van Buck Dan
ny, de mysterieuze Lady X. Zoals gezegd
een prima album dit 40e Buck Danny
verhaal. Een nieuwe serie is die van „de
partners”. Tekenaar Garry Brugman en
tekstschrijver Dick Richards maakten
een keiharde strip met als eerste afleve
ring „de dodelijke erfenis”.
Nog een nieuwe serie betreft een rea
listische western met als hoofdpersoon
Alexis MacCoy, luitenant bij de Zuide
lijken tijdens de Amerikaanse Burge
roorlog. De serie kent reeds twee delen:
„de legendarische Alexis MacCoy” en
„de dollars van Holy Joe". Deze niet
geheel foutloze, maar mooie strip is een
creatie van A. H. Palacois.
Het vierde avontuur van Roel Dijkstra
is getigeld „gevaarlijk spel”. Hierin
krijgt de grote libero van FC Leidrecht
het aan de stok met een griezelige sekte
die een enorme octopus vereert. Wede
rom zal moeten blijken of Roel zijn man
netje ook buiten het voetbalveld weet te
staan.
„Dossier Zevenslaper” heet het vijfde
verhaal uit de serie Dossiers van Agent
327. Martin Lodewijk, de tekenaar, zag
zijn eerste werk gepubliceerd in 1957.
Enkele jaren later nam hij voor het Pa
rool de strip „Frank de vliegende Hollan
der” over van Piet Wijn (Douwe Dab-
bert). Zes jaar lang echter deed hij niets
meer op stripgebied tot hij in 1966 terug
kwam met een nieuw bedenksel, Agent
327, een persiflage op het toen populaire
ü- Tekenaar Victor Hubinon.
geheimagenten thema. Agent Hendrik
IJzerbroot werd een succes.
Uitgeverij Bravantia Nostra laat ons
kennismaken met een van de bekendste
Vlaamse striptekenaars, Mare Sleen.
Stripgids no. 19 bevat praktisch alle ge
gevens van deze tekenaar en politiek
cartoonist terwijl een soortgelijke gids,
Ciso geheten, een compleet verhaal van
zijn hand bevat. Nero (Mare Sleens be
roemde figuur) „en de man met het ou
den hoofd” is de titel.
De Walt Disney-series blijven maar
uitbreiden. Donald Duck zien we dit
maal als Poolreiziger en als klusjesman
terwijl zijn Oom Dagobert verwikkelt
raakt in een hevige strijd met de Zware
Jongens in. „een meer vol misère". Kleine
Hiawatha zit nooit stil en Wofje en zijn
boze vader komen in actie in „Lomperds,
leperds en lastposten”. Pluto wint ten
slotte de poedelprijs.
De Generaal van Peter de Smet blijft
proberen de macht te krijgen in „De
Generaal zoekt het hogerop”. Het vreem
de kaboutertje Douwe Dabbert ontmoet
het „Monster van het Mistmeer” en Sjors
en Sjimmie van Robert van der Kroft
hangen weer „De plaaggeesten" uit.
In de science-fictionhoek zijn ook weer
enkele aanwinsten te bespeuren. Aller
eerst twee nieuwe afleveringen van Tri-
gië, „op leven en dood” en „planeet van
de angst”. Keizer Trigo moet het hoofd
bieden aan vele geheime vijanden, die
vaak op zeer sluwe wijze het keizerrijk
Trisië in gevaar brengen. Hij laat echter
de moed niet zakken want raadsels zijn
er om opgelost en gevaren om getrot
seerd te worden ook al voeren zij naar
een duivelse burcht, een mysterieuze
Van uitgeverij Oberon kwam een nieu-
amma.
■ill, tv-
he Fa-
teiten-
itspro-
Theo-
Repor-
amma.
'esseln
rizon),
?rnot.«
a vee-
20.55
21.15
■matief
iserie
■rstips.
i. 19.45
20.15
■oorbij
■-serie,
maal.
fate -
I. 22.45
Kmuse-
arepor-
„Mooi vernuft”, Bouwcentrum, Weena
700, Rotterdam. Ma. 13-17 u.:; di. t/m za. 9-
17 u.; zo. gesloten. Toegang f2,50. Tot en
met 14 juli. De Franstalige catalogus kost
f5,50.
riend,
gram-
n een
„aatst
t. „De
nk en
letter
ongen
lacht:
rdient
en net
ereni-
;n dat
„Niet iedereen heeft een' tuin” heet een
expositie over daktuinen die tot en met 5
augustus is te zien in de Gemeentelijke
Van Reekumgalerij in Apeldoorn (Chur-
chillplein 2). Foto’s, dia’s en voorbeelden
geven een suggestie van hoe een kamerbe
woner die niet over een tuin beschikt „in
het zonnetje” kan zitten. Geopend op dins
dag tot en met zaterdag van 10-17 uur, op
zondag van 13-17 uur.
Willem de Kooning werd in april 75
jaar oud. Slechts weinigen hebben aan
dacht willen geven aan dat feit, reden
waarom het Dordrechts Museum nu een
expositie wijdt aan het (abstract-expressi-
onistische) werk van een van Nederlands
ander-
eimnis
20.55
15 Do
's um
speel-
we „Kuifje Special” waarin ditmaal „Re
cords” centraal staan (het vorige album
had als thema avonturen). Uit het week
blad Tina werd wederom een verhaal in
boekvorm gepresenteerd, en wel het
trieste relaas van „Marcella, het circus-
kind”. Tom Poes en Ollie B. Bommel
maken ditmaal een reis per luchtballon
naar „de Schemerbergen” en Lowietje
krijgt een „Monsteropdracht”. Het char
mante vrouwtje Franka raakt verwik
keld in een zeer vreemd avontuur „De
terugkeer van de Noorderzon” en de
familie Achterop heeft het moeilijk met
hun dagelijkse beslommeringen.
„Ballade van de Daltons” is de titel van
een nieuw Lucky Luke album, al wijkt
het enigszins af van de normale boeken,
uit deze serie. Het betreft ditmaal name
lijk een album met afbeeldingen uit de
filom die van dit verhaal gemaakt werd.
Het is ook voorzien van normale tekst,
zonder de vertrouwde „balloons”. Even
wennen dus.
Tenslotte nog twee snelheidsmaniak
ken: Julie Wood en haar motor ontmoe
ten „De motorduivel” en Michel Vaillant
krijgt het aan de stok met een onwillige
stalgenoot in „De razende schim”. Als
welkome toegift op de voorafgaande op
somming is er nog een nieuwe serie te
melden. „Stip-strips” heten de nieuwe, in
formaat afwijkende, ruim tachtig blad
zijden tellende albums. Elk deel bevat
verhalen van een andere tekenaar en
tekstschrijver. Bovendien wordt er op de
achterkant nog de nodige informatie
over de makers gepresenteerd. Oud-le-
zers van het weekblad Pep zullen in deze
reeks heel wat bekende namen tegenko
men: Bretécher, Gotlib (met Waanzin
Waanzuit voor het eerst in boekvorm)
Greg, Fred enz. Tot nu toe verschenen er
zes deeltjes.
nieuwste werk van Harold Pinter, dat
als Bedrog van 18 februari af op de
speellijst staat. In de vertaling van Ger
rit Kouwenaar wordt het gespeeld
door: Sigrid Koetse, Eric Schneider en
Siem Vroom. Adrian Brine regisseert
en John Otto ontwerpt het toneelbeeld.
Annet Nieuwenhuyzen speelt vanaf
28 februari de titelrol in Moeder Cou
rage en haar kinderen van Bertolt
Brecht, geregisseerd door Peter Oos
thoek. De andere uitvoerenden zijn:
Petra Laseur, Celia Nufaar, Marijke
Veugelers, Hans van den Berg, Filip
Bolluyt, Hans Boswinkel, Jan van Roy-
en, Laurens Spoor, Bert Stegeman en
Frans Vorstman. Herman van Elteren
zorgt voor het toneelbeeld. Gebruikt
wordt de vertaling die Gerrit Kouwe
naar van het stuk maakte.
Publiekstheater brengt eind april
Rotter uit, een stuk van Thomas
Brasch, dat in ’77 in Stuttgart in pre
mière ging en werd uitgeroepen tot
stuk van het jaar. Het gaat over de
opkomst van het nationaal-socialisme
in Duitsland. Gerrit Kouwenaar ver
taalde het, Hans Croiset regisseert het,
Tom Schenk ontwerpt er het toneel
beeld voor. De andere medewerkenden
zijn: Ann Hasekamp, Celia Nufaar, Jo-
see Ruiter, Marjolein Verwijnen, Ma
rijke Veugelers, Albert Abspoel, Hans
van den Berg, Filip Bolluyt, Hans Bos
winkel, Alexander van Heteren, Hugo
Koolschijn, Gees Linnebank, Johan
Ooms, Henk Reijn, Jan van Royen en
Laurens Spoor.
meter hoog (Lampy, Frankrijk), terwijl op
dit moment in Rogunsky (Sowjet-Unie)
een 325 meter hoge stuwdam in aanbouw
is. Deze prestaties zijn meestal functioneel
verantwoord, in enkele gevallen dienen zij
louter het (nationale) prestige (men denke
aan de diverse wereldtentoonstellingen).
Maar in alle gevallen is daar de niet te
öntkennen symboliek in de overwinning
van de techniek op de natuur.
Wonderen van menselijk vernuft zijn
vooral te zien in hele vroege projecten. De
twaalf kilometers lange spoorwegtunnel
onder de Mont Cenis dateert uit 1870! Al
in 1802 ontwierp de Fransman Mathieu de
eerste kanaaltunnel. Een prachtige prent
toont een doorsnede van de tunnel,
waarboven een zeilschip vaart en waarin
een koets rijdt. Een vergelijkbare para
dox is zichtbaar een aantal havenpro-
jekten.
Breuker heeft een opdracht hiervoor
van het Amsterdams Fonds voor de Kunst
aanvaard.
Het fonds heeft Ruud Bos opdracht
gegeven een compositie voor het orkest
De Volharding te schrijven, terwijl Peter
Jan Wagemans voor het Gaudeamus-
kwartet mag schrijven.
naar (bijvoorbeeld in „Hiroshima mon
amour” van Resnais) en de ingenieur de
echtgenoot, die het tegenover de minnaar
aflegt (zie „II deserto rosso” van Anto
nioni).
De discussie over de rolverdeling tussen
architect en ingenieur kende vooral aan
het einde van de vorige eeuw een felheid,
die men anno 1979 alleen kan begrijpen,
wanneer men beseft dat de architect zich
werkelijk bedreigd moet hebben gevoeld.
Opgevoed in diverse neo-stijlen werd hij
geconfronteerd met nieuwe materialen en
nieuwe technieken. Het machinetijdperk
bracht nieuwe werkmethodes. Industriali
satie en de daaruit voortvloeiende behoef
te aan grote infrastructuren raakten in
een productiespiraal, die het rationele
denken van de ingenieur rechtvaardigde.
Een en ander leidde tot een aantal
schommelingen in de historie van het bou
wen. Sommige architecten gingen een
tijdje mee om vervolgens geschrokken
terug te keren naar hun oude standpunt.
De wereldtentoonstelling van 1889 in Pa
rijs kan beschouwd worden als een hoog
tepunt van het onverhulde konstruktivis-
me, maar elf jaar later vierde de camou
flage weer hoogtij (wereldtentoonstelling
Parijs, 1900). Hoewel de architect Viollet-
le-Duc al in 1863 gepleit had voor helder
heid, zou het in feite tot de tijd van de
Nieuwe Zakelijkheid duren voordat die
opvatting werkelijk de kans kreeg. En
eerst daarna kon het tot de zo logische
samenwerking komen.
Bollie en Billie is een populaire gag-
strip waarin een jongetje, Bollie en zijn
hond Billie alledaagse avonturen bele
ven. Een eenvoudige, maar perfect gete
kende strip met het accent op de kleine
dingen van het leven. Tekstschrijver/te-
kenaar ROBA had voor deze strip ook
nog enige grappige bijfiguren in petto:
schildpad Carolien, de ouders van Bol
lie, de niet bepaald charmante buur
vrouw, de wijkagent, de directeur van
Bollie’s vader, de postbode en Bollie’s
vriendjes en vriendinnetjes.
Eveneens verscheen een nieuwe afle
vering van Jerry Spring, die al in 1954
het levenslicht zag. Eerst werden een
aantal oude verhalen opnieuw uitge
bracht waarna schrijver Philip en teke
naar Jijé zich aan een nieuw verhaal
waagden. Het teruggrijpen naar oude
bronnen heeft het duo blijkbaar goed
gedaan. Jerry Spring komt als stripper
sonage beter uit de verf, de strip is
realistischer geworden, bevat
plots, en ook de kleuren zijn vooruit
gegaan. Het enige minpunt is dat dit
nieuwe verhaal, „de grote vredespijp”, te
snel naar een einde wordt gevoerd. Kor
te inhoud van het verhaal: ex-US-mars-
hall Spring en zijn vriend Pancho ont
moeten een Zwitserse emigrant die een
fortuin erft, en daarmee de hoofdfiguren
in een vreemd avontuur meesleept.
Het 7e deel uit de serie „Geschiedenis
in beeldverhaal” bevat een herdruk van
het uit 1945 daterende levensverhaal Van
„Godfried van Bouillon”. Tekenaar Siri
us paste het verhaal aan aan de normen
van de hedendaagse stripalbums. De
tekst werd opnieuw geletterd, het ver
haal ingekort tot 45 blz. en enkele passa
ges hertekend om het geheel vlotter en
boeiender te maken. De vernieuwde
„Godfried van Bouillon” leest als
spannende avonturenroman.
Een opvallende verschijning is
nieuwe verhaal van Buck Danny,
strip die geruisloos van het toneel dreigt
te verdwijnen. Het zou niet verwonder
lijk zijn als de hoofdfiguur in een van
zijn volgende avonturen niet meer terug
keert van een opdracht of verongelukt.
Desondanks is het nieuwe album
„Ghost Queen” weer een erg sterke crea
tie van het duo tekenaar Hubinon/schrij-
ver Charlier. De oorspronkelijke schep
per van Buck Danny is Georges Trois-
fontaines, die echter al zeer snel vastliep
met zijn pasgeboren stripheld. De figuur
werd toen overgenomen door Jean Mi
chel Charlier en Victor Hubinon (tevens
tekenaar van Roodbaard). Zo begon de
graftombe of een lugubere gevangenis.
Don Lawrence, de schepper van Trigië,
is vooral bekend om de schitterende stijl
die hij hanteert. Hij tekent geen strips,
hij schildert ze. Speciaal voor ons land
maakte hij nog een strip in deze stijl,
„Storm” geheten. Deze strip, van tekst
voorzien door o.a. Martin Lodewijk, is
eveneens een SF-strip, die echter wat
meer de richting „Sword en Sorcery”
inslaat. Desalniettemin een prima werk
stuk.
Iets geheel anders is een nieuwe serie
zgn. foto-romans van de succesvolle SF-
TV-serie „Star Trek”. Een flinke hoe
veelheid kleurenfoto’s uit de serie voor
zien van tekstballonnen doet „Star
Trek” herleven. Het is jammer dat deze
boekjes nogal gauw uit elkaar vallen.
Nog een SF-aanwinst is het nieuwe avon
tuur» van Yoko Tsuno, „Dochter van de
wind” van tekenaar. Roger Leloup.
Veel zorg werd er besteed aan het met
harde kaft uitgevoerde stripalbum „Het
dorpje dat ging vliegen”, een eigentijds
sprookje. Dit van het Franse stripblad
Pilote afkomstige pëtisch SF-verhaal be
vat de belevenissen van een klein platte-
landsdorpje en zijn bewoners, dat zich
op zekere dag in zijn geheel losmaakt
van de aarde en op de vlucht slaat voor
de opdringende luchtvervuiling.
Een aantal Dupuis-series werd weder
om uitgebreid. Steven Sterk toont zijn
kracht in „De Fetish”, de Katanaarom
beleeft nog meer avonturen met zijn
groene vrienden „De melkwegers” en de
Minimensjes krijgen te maken met het
„Droompoeder”. Samm raakt verzeild in
een (hoe kan het anders) wild avontuur
met als inzet „Het jeugdelixer” en Baard
en Kale komen in aktie in „De laatste
stunt”. Twee nieuwe avonturen van Jess
Long, die het moet opnemen tegen „het
doodskopmasker” en vervolgens rare
dingen ziet gebeuren in „De krabben
grot". „De melkmuil" staat centraal in
een dwaas avontuur van korporaal
Blutch en sergeant Chesterfield ofwel
„De Blauwbloezen".
slecht-
kinder-
.40 Me-
20.00
ite (Se-
alkpro-
port.
De tentoonstelling bevatte in eerste in
stantie vooral voorbeelden uit Frankrijk,
c.q. voorbeelden naar Frans model. In
Rotterdam is zij aangevuld met maquettes
van recente Nederlandse projekten. Een
bezwaar is, dat de vele teksten niet in het
Nederlands vertaald zijn.
Een regelrechte fout in de opzet 4s het
ontbreken van verwijzingen naar de soci
ale betekenis van met name industriële
complexen. De waardering voor een
prachtige, glimmende bolvorm wordt du
bieus, wanneer men leest, dat het hier om
een Franse kerncentrale gaat (Chinon,
1956). En van iemand, die onder de rook
van Pernis woont, moet men geen begrip
vragen voor de architectonische schoon
heid van de raffinaderij.
Maar voor wie dat beseft, kan de ten
toonstelling een aanzet zijn om de ge
bouwde omgeving eens met andere ogen
te bezien. Een tip voor reizigers: wie per
auto naar het zuiden reist moet eens lette
op de verlichting van de Waalbrug bij
Gorkum. De vondst van iemand van
Rijkswaterstaat om gewone lantaarnpa
len ondersteboven aan de overspanning te
hangen is een prachtig voorbeeld van een
geniale oplossing, die in haar simpele
doeltreffendheid niet gezien wordt.
Het tweede deel van de tentoonstelling
geeft alle gelegenheid zich te verbazen.
Die verbazing geldt dan vooral de snelle
ontwikkelingen op het gebied van syste
men en materialen, maar ook het feit, dat
ontwikkelingen op verschillende gebieden
vaak wonderlijk goed in elkaar schuiven.
Op het moment, dat de industrialisatie en
het ontstaan van de spoorwegen bruggen
zo belangrijk maakten, was daar opeens
de kennis om met stalen bruggen grote
overspanningen te realiseren. Kleine
stuwdammen, die oorspronkelijk vooral
vooral voor irrigatiedoeleinden werden
gebouwd, werden meestal gemetseld.
Toen de eerste DC-8 kwam aanvliegen
was inmiddels het ruimtevakwerk uitge
vonden, waarmee de groote hangar te
overkappen is. Deze ruimtevakwerken
vormen, samen met de tentdaken van Frei
Otto (zie het Olympisch Stadion in Mün
chen, 1972) een voorlopige apotheose.
Duidelijk zal zijn, dat de tentoonstelling
in Rotterdam in hoge mate een overzicht
van afmetingen en records is. Zij is te
bekijken op de manier waarop men een
sportverslag leest. Was de maximale
overspanning in staal in 1869 73 meter (St.
Pancras-station, Londen), in ^921 maakte
Freyssinet voor Orly betonnen hangars
met een vrije breedte van 90 meter, wat
tegenwoordig weer gemakkelijk overtrof
fen wordt.
In 1780 was de hoogste stuwdam 15.65
■-serie
19.20
20 00
itspro-
22.00
Vost,
i. 0.40
AMSTERDAM (ANP). Het Pu
bliekstheater heeft voor het komende
seizoen vijf nieuwe produkties op zijn
repertoire. Het handhaaft Mensch,
durf te leven, van Gerben Heilinga
over Pissuise alsmede de voorstelling
Drie zusters van Tsjechov.
De eerste première is 20 september
met twee stukken: Ubu van Alfred
Jarry en De Kale Zangeres van Eugene
Ionesco. Ton Lutz te.kent voor de regie,
Paul Gallis voor het toneelbeeld. Uit-
vdërenden zijn: Marielle Fiolet, Ann
Hasekamp, Celia’ Nufaar, Hans van
den Berg, Herman van Elteren, Wim
van der Grijn, Chiem van Houwenin-
gen, Hugo Koolschijn, Johan Ooms,
Henk Reijn en Frans Vorstman.
Na deze inmiddels klassiek, gewor
den avant-garde-stukken wordt vanaf
7 december Verleidingsspel gespeeld
van de arts-schrijver Arthur Schnitz
ler. Dit werk werd nog niet eerder in
ons land opgevoerd. Medewerkenden
zijn: Marielle Fiolet, Sigrid Koetse, Pe
tra Laseur, Josee Ruiter, Marjolein
Verwijnen, Marijke Veugelers, Albert
Abspoel, Filip Bolluyt, Hans Croiset,
Wim van der Grijn, Carol Linssen, Ton
Lutz, Johan Ooms, Jan Retel, Frans
Vorstman en Siern Vroom. Regisseurs
zijn Hans Croiset en Laurens Spoor.
Frank Raven en Herman van Elteren
ontwerpen respectievelijk decor en
kostuums. Gerrit Komrij levert de ver
taling.
De overige nieuwe produkties wor
den in ’80 uitgebracht. Daarbij is het
grootste, in leven zijnde schilders. De
Kooning, die sinds tientallen jaren in de
Verenigde Staten woont, is op deze ten
toonstelling vertegenwoordigd met schil
derijen, maar ook met grafiek en sculp
tuur uit de periode 1970-1976. Van 7 juli tot
en me* 26 augustus, dagelijks van 10-17
uur, op zondag van 13-17 uur.
Vier Haagse kunstenaars, te weten Bob
Bonies, Marius Quee, Thomas Rajlich en
Gerard Verdijk, exposeren van 7 juli tot
en met 26 augustus onder de titel Haagse
Ateliers in het Gemeentemuseum in Den
Haag.
Litho’s, etsen, houtdrukken, een wand-
e kleed en films van Salvador Dali zijn vati
5 juli tot 5 augustus te zien in het Fundatie
Kunsthuis aan de Lijnbaansgracht 54 in
Amsterdam. In het Kunsthuis zijn in die
periode tevens objecten (brons, staal eh
multiplex) te zien van Sergio Castillo. Ge
opend op dinsdag tot en met zondag van
12-17 uur. Opening op donderdag 5 juli om
19 uur.
WIM ARENDS
Verschenen bij uitgeverij Oberon en Dar-
gaud/Obem:
Donald Duck, Als Poolreiziger 5,50, Als
klusjesman 5.50; Kleine Hiawatha, zit nooit
stil, 5,50; De kleine boze wolf, Lomperds,
leperds en lastposten, 5.50; Oom Dagobert.
'N meer vol misère, 5,50; Pluto, wint de
poedelprijs, 5,50; Sjors en Sjimmie, De
plaaggeesten, 5,50; Roel Dijkstra, Gevaar
lijk spel, 5,50; TrigieS, Het boze oog, 5,50;
Planeet van de angst, 5,50; Storm, De diepe
wereld, 5,50; De generaal, zoekt het hogerop,
5,50; Een eigentijds sprookje. Het dorpje dat
ging vliegen (er was eens een voorbijganger!,
12,95; Star Trek, De stad aan de rand van
altijd. Waar geen mens eerder is gegaan. Pro
blemen met de dribbels, 4,-; Mac Coy, De
legendarische Alexis Mac Coy. De dollars van
Holy Joe, 5,50; Kuifje special, Records,
4,95; Agent 327, Dossier zevenslaper, 5,50;
Lucky Luke (het boek van de film) Ballade
voor de Daltons, 6,50; Tina Topstrip, Marcel
la, het circuskind, 5,50; Tom Poes, en de reis
naar de Schemerbergen, 5.50; Jullie Wood,
De motorduivel, 5,50; Familie Achterop,
deel 4, 5,50; Michel Vaillant, De razende
schim, 5,50: Franka, De terugkeer van de
Noorderzon, 5.50; Lowietje. De monsterop
dracht, 5,50; Douwe Dabbert, Het monster
van het Mistmeer, 5,50; De partners, De
dodelijke ergenis. 5,50; Stipstrips, deel I t/m
6, 6,50.
Verschen bij uitgeverij Dupuis:
Bollie en Billie. Billy, potdorie!, 5,50; Ge
schiedenis in beeldverhaal Godfried van
Bouillon, 5,50; Jerry Spring, De grote vre
despijp, 5,50; Steven Sterk, De fetish, 5.50;
Buck Danny. ..Ghost Queen”, 5,50; De mini
mensjes. Het droompoeder, 5,50; Baard en
Kale, De laatste stunt, 5,50; De katamarom.
De melkwegers, 5,50; Sammy, Het jeugde
lixer, 5,50; Yoko Tsuno, De dochter van de
wind, 5,50; Jess Long, Het doodskopmasker
De krabbengrot, 5,50; De blauwbloezen. De
melkmuil, 5,50.
Verschenen bij uitgeverij
Nostra:
Stripgids no. 19. Nero/Marc Sleen. ?,-; Ciso
no. 4. De man met het gouden hoofd, 4.95.
Een prent van de brug over de Elbe bi) Hamburg (1868-1872) te zien in de ..Mooi vernuft
tentoonstelling te Rotterdam.
■n en