Ingenieur als architect nog onderschat Stortvloed van nieuws voor stripliefhebber komende exposities W Harold Pinters Bedrog bij Publiekstheater Sociale betekenis gebouwde omgeving ontbreekt in Mooi Vernuft VOORUITGANG BIJ JERRY SPRING Breuker schrijft concert voor violiste Vera Beths Droge rekenaar Mare Steen Kuifje Special Maquettes Verbazing ,1 11 KUNST 19 7 9 ZATERDAG 30 JUNI y Wegens vakantie gesloten t/m ZATERDAG 7 JULI RESTAURANT Grote Houtstraat 21, Haarlem De stripliefhebber komt nog steeds ruimschoots aan zijn trekken. De stortvloed van nieuwe uitgaven schijnt nog lang niet aan een eind te zijn gekomen. Alles wat oud is wordt herdrukt en bestaande series worden in rap tempo uitgebreid. Het wordt steeds moeilijker om de hoeveelheid nieuwe verschijningen te overzien. Daarom hier een greep uit de talloze, onlangs verschenen stripalbums. ROTTERDAM. In het Bouw centrum in Rotterdam is nog tot en met 14 juli de tentoonstelling „Mooi Vernuft” te zien. Zij is sa mengesteld door het Parijse Cen tre de Création Industrielle en is na een tournee door Frankrijk nu voor het eerst daarbuiten te zien. Wat de Nederlandse titel niet dui delijk maakt, komt in het Frans wel tot uiting: het gaat om „Ar chitectures d’ingénieurs, XlXe- XXe siècles” architectonische projecten, in de vormgeving waarvan de constructie en daar mee de constructeur een domine rende rol vervulden. llllllllllll Jan de \KER lllllllllll MAARTEN KLOOS doven ?n en nboel, icours 'roene op de tv-se- m. doven ver- ;y, tv- betere speelt lerpro- een (ADVERTENTIE) bibliotheek Brabantia ■baar- Pro- leling. De tentoonstelling bestaat uit twee ge deelten. In het eerste wordt de persoon van de ingenieur/constructeur belicht, in het tweede worden systematisch en in chronologische volgorde een groot aantal ontwerpen, respectievelijk gerealiseerde plannen getoond. Het woord ingenieur heeft een com plexe betekenis. Het verwijst naar een functie, maar ook naar een heel vakge bied en als titel zegt het op die manier weinig. Aandacht voor de mens, die ach ter die titel schuilt is niet overbodig. Tech nisch, architectonisch, maar ook sociaal- politiek heeft de ingenieur een grotere invloed dan het publiek waarvoor hij bouwt zich realiseert. Zijn achtergrond moet gezocht worden in het militaire apparaat. Zoals tegen woordig veel technische verworvenheden voortkomen uit de semi-militaire ruimte vaart, zo werkten de vroegste ingenieurs als „ingénieurs militaires” of zelfs als "maitres artilleurs”. De noodzaak troepen te kunnen verplaatsen leidde tot nieuwe transporttechnieken, veel oude havens zijn aangelegd als verdedigingswerken. De ingenieur is van oorsprong een stra teeg. En nu nog wordt hij hoewel zijn werkterrein bijna onbegrensd is vooral geassocieerd met bruggen, tunnels, wegen en klaverbladen, kortom met openbare voorzieningen. Eén van de doelstellingen van de samen stellers van de tentoonstelling is geweest te wijzen op de architectonische waarde van de uiteenlopende utilitaire bouwwer ken en de bij het grote publiek onbekende bouwers eens voor het voetlicht uit het beeld dat men over het algemeen heeft van de ingenieur. Een brug kan dagelijks gepasseerd wor den, hij kan zeer bepalend voor een tijds beeld zijn en kan duizendmaal zoals dat in het vaksjargon gebruikelijk is een „kunstwerk” genoemd worden: hij en zijn schepper blijven anoniem. Eiffel is be roemd geworden door zijn toren in Parijs (1889), maar hoeveel mensen kennen an der werk van hem? Weet iemand, dat de constructie van het Vrijheidsbeeld in New York (1883) ook van zijn hand is? Weet iemand, dat het Brusselse Atomium (1958) een schepping van Q. Waterkeyn is? Tragisch wordt dat wanneer na een hechte samenwerking tussen architect en ingenieur slechts de naam van de eerste verbonden blijft met het project. Voor velen was het Grand Palais des Expositi ons in Parijs (1935) een creatie van archi tect Marcel Lods, maar de bijdrage van ing. M. Douniaux en anderen was min stens zo belangrijk. Het heeft er alle schijn van, dat de ingenieur nog steeds overkomt als de dro ge rekenaar, waar de architect zijn ro mantisch getinte kunstenaarschap inzet. De schoonheid van het kale, functionele bouwen wordt te weinig herkend. En zo heeft het jaren geduurd voordat 19-eeuw- se constructies dezelfde waardering kre gen als de ietwat naïeve en vaak neo- classicistisché decoraties waarachter zij schuilgaan. In de filmindustrie is vaak gebruik ge maakt van het hier gesignaleerde voor oordeel. Er bestaan ettelijke films, waarin de hoofdrol is weggelegd voor een interes sante, aantrekkelijke en niet onbemiddel de architect. De ingenieur is over het algemeen saai en plichtmatig. Vanzelf sprekend wordt de architect dan de min- AMSTERDAM (ANP). Jazzsaxofo nist en orkestleider Willem Breuker gaat een vioolconcert schrijven voor violiste Vera Beths. het een carrière van piloot Buck Danny in janu ari 1947. De langzamerhand onafscheidelijk ge worden hoofdpersonen zijn Buck Dan ny, Sonny Tuckson en Tumbler. Sonny Tuckson zorgt voor de vrolijke noot in de verhalen, hij is een geboren pechvogel met een hart van goud. Tumbler is de onzekere factor, de meest stille figuur van het trio maar daarom niet minder efficiënt. Danny is het voorbeeld van de volmaakte held. Hij is de kalmte zelf, maar met de stalen vuist van de leidersfi guur. Het verhaal speelt zich af op Bor neo waar een gigantische lading opium onderschept moet worden. In dit verhaal zien we een oude beken de terug; de aardsvijand van Buck Dan ny, de mysterieuze Lady X. Zoals gezegd een prima album dit 40e Buck Danny verhaal. Een nieuwe serie is die van „de partners”. Tekenaar Garry Brugman en tekstschrijver Dick Richards maakten een keiharde strip met als eerste afleve ring „de dodelijke erfenis”. Nog een nieuwe serie betreft een rea listische western met als hoofdpersoon Alexis MacCoy, luitenant bij de Zuide lijken tijdens de Amerikaanse Burge roorlog. De serie kent reeds twee delen: „de legendarische Alexis MacCoy” en „de dollars van Holy Joe". Deze niet geheel foutloze, maar mooie strip is een creatie van A. H. Palacois. Het vierde avontuur van Roel Dijkstra is getigeld „gevaarlijk spel”. Hierin krijgt de grote libero van FC Leidrecht het aan de stok met een griezelige sekte die een enorme octopus vereert. Wede rom zal moeten blijken of Roel zijn man netje ook buiten het voetbalveld weet te staan. „Dossier Zevenslaper” heet het vijfde verhaal uit de serie Dossiers van Agent 327. Martin Lodewijk, de tekenaar, zag zijn eerste werk gepubliceerd in 1957. Enkele jaren later nam hij voor het Pa rool de strip „Frank de vliegende Hollan der” over van Piet Wijn (Douwe Dab- bert). Zes jaar lang echter deed hij niets meer op stripgebied tot hij in 1966 terug kwam met een nieuw bedenksel, Agent 327, een persiflage op het toen populaire ü- Tekenaar Victor Hubinon. geheimagenten thema. Agent Hendrik IJzerbroot werd een succes. Uitgeverij Bravantia Nostra laat ons kennismaken met een van de bekendste Vlaamse striptekenaars, Mare Sleen. Stripgids no. 19 bevat praktisch alle ge gevens van deze tekenaar en politiek cartoonist terwijl een soortgelijke gids, Ciso geheten, een compleet verhaal van zijn hand bevat. Nero (Mare Sleens be roemde figuur) „en de man met het ou den hoofd” is de titel. De Walt Disney-series blijven maar uitbreiden. Donald Duck zien we dit maal als Poolreiziger en als klusjesman terwijl zijn Oom Dagobert verwikkelt raakt in een hevige strijd met de Zware Jongens in. „een meer vol misère". Kleine Hiawatha zit nooit stil en Wofje en zijn boze vader komen in actie in „Lomperds, leperds en lastposten”. Pluto wint ten slotte de poedelprijs. De Generaal van Peter de Smet blijft proberen de macht te krijgen in „De Generaal zoekt het hogerop”. Het vreem de kaboutertje Douwe Dabbert ontmoet het „Monster van het Mistmeer” en Sjors en Sjimmie van Robert van der Kroft hangen weer „De plaaggeesten" uit. In de science-fictionhoek zijn ook weer enkele aanwinsten te bespeuren. Aller eerst twee nieuwe afleveringen van Tri- gië, „op leven en dood” en „planeet van de angst”. Keizer Trigo moet het hoofd bieden aan vele geheime vijanden, die vaak op zeer sluwe wijze het keizerrijk Trisië in gevaar brengen. Hij laat echter de moed niet zakken want raadsels zijn er om opgelost en gevaren om getrot seerd te worden ook al voeren zij naar een duivelse burcht, een mysterieuze Van uitgeverij Oberon kwam een nieu- amma. ■ill, tv- he Fa- teiten- itspro- Theo- Repor- amma. 'esseln rizon), ?rnot.« a vee- 20.55 21.15 ■matief iserie ■rstips. i. 19.45 20.15 ■oorbij ■-serie, maal. fate - I. 22.45 Kmuse- arepor- „Mooi vernuft”, Bouwcentrum, Weena 700, Rotterdam. Ma. 13-17 u.:; di. t/m za. 9- 17 u.; zo. gesloten. Toegang f2,50. Tot en met 14 juli. De Franstalige catalogus kost f5,50. riend, gram- n een „aatst t. „De nk en letter ongen lacht: rdient en net ereni- ;n dat „Niet iedereen heeft een' tuin” heet een expositie over daktuinen die tot en met 5 augustus is te zien in de Gemeentelijke Van Reekumgalerij in Apeldoorn (Chur- chillplein 2). Foto’s, dia’s en voorbeelden geven een suggestie van hoe een kamerbe woner die niet over een tuin beschikt „in het zonnetje” kan zitten. Geopend op dins dag tot en met zaterdag van 10-17 uur, op zondag van 13-17 uur. Willem de Kooning werd in april 75 jaar oud. Slechts weinigen hebben aan dacht willen geven aan dat feit, reden waarom het Dordrechts Museum nu een expositie wijdt aan het (abstract-expressi- onistische) werk van een van Nederlands ander- eimnis 20.55 15 Do 's um speel- we „Kuifje Special” waarin ditmaal „Re cords” centraal staan (het vorige album had als thema avonturen). Uit het week blad Tina werd wederom een verhaal in boekvorm gepresenteerd, en wel het trieste relaas van „Marcella, het circus- kind”. Tom Poes en Ollie B. Bommel maken ditmaal een reis per luchtballon naar „de Schemerbergen” en Lowietje krijgt een „Monsteropdracht”. Het char mante vrouwtje Franka raakt verwik keld in een zeer vreemd avontuur „De terugkeer van de Noorderzon” en de familie Achterop heeft het moeilijk met hun dagelijkse beslommeringen. „Ballade van de Daltons” is de titel van een nieuw Lucky Luke album, al wijkt het enigszins af van de normale boeken, uit deze serie. Het betreft ditmaal name lijk een album met afbeeldingen uit de filom die van dit verhaal gemaakt werd. Het is ook voorzien van normale tekst, zonder de vertrouwde „balloons”. Even wennen dus. Tenslotte nog twee snelheidsmaniak ken: Julie Wood en haar motor ontmoe ten „De motorduivel” en Michel Vaillant krijgt het aan de stok met een onwillige stalgenoot in „De razende schim”. Als welkome toegift op de voorafgaande op somming is er nog een nieuwe serie te melden. „Stip-strips” heten de nieuwe, in formaat afwijkende, ruim tachtig blad zijden tellende albums. Elk deel bevat verhalen van een andere tekenaar en tekstschrijver. Bovendien wordt er op de achterkant nog de nodige informatie over de makers gepresenteerd. Oud-le- zers van het weekblad Pep zullen in deze reeks heel wat bekende namen tegenko men: Bretécher, Gotlib (met Waanzin Waanzuit voor het eerst in boekvorm) Greg, Fred enz. Tot nu toe verschenen er zes deeltjes. nieuwste werk van Harold Pinter, dat als Bedrog van 18 februari af op de speellijst staat. In de vertaling van Ger rit Kouwenaar wordt het gespeeld door: Sigrid Koetse, Eric Schneider en Siem Vroom. Adrian Brine regisseert en John Otto ontwerpt het toneelbeeld. Annet Nieuwenhuyzen speelt vanaf 28 februari de titelrol in Moeder Cou rage en haar kinderen van Bertolt Brecht, geregisseerd door Peter Oos thoek. De andere uitvoerenden zijn: Petra Laseur, Celia Nufaar, Marijke Veugelers, Hans van den Berg, Filip Bolluyt, Hans Boswinkel, Jan van Roy- en, Laurens Spoor, Bert Stegeman en Frans Vorstman. Herman van Elteren zorgt voor het toneelbeeld. Gebruikt wordt de vertaling die Gerrit Kouwe naar van het stuk maakte. Publiekstheater brengt eind april Rotter uit, een stuk van Thomas Brasch, dat in ’77 in Stuttgart in pre mière ging en werd uitgeroepen tot stuk van het jaar. Het gaat over de opkomst van het nationaal-socialisme in Duitsland. Gerrit Kouwenaar ver taalde het, Hans Croiset regisseert het, Tom Schenk ontwerpt er het toneel beeld voor. De andere medewerkenden zijn: Ann Hasekamp, Celia Nufaar, Jo- see Ruiter, Marjolein Verwijnen, Ma rijke Veugelers, Albert Abspoel, Hans van den Berg, Filip Bolluyt, Hans Bos winkel, Alexander van Heteren, Hugo Koolschijn, Gees Linnebank, Johan Ooms, Henk Reijn, Jan van Royen en Laurens Spoor. meter hoog (Lampy, Frankrijk), terwijl op dit moment in Rogunsky (Sowjet-Unie) een 325 meter hoge stuwdam in aanbouw is. Deze prestaties zijn meestal functioneel verantwoord, in enkele gevallen dienen zij louter het (nationale) prestige (men denke aan de diverse wereldtentoonstellingen). Maar in alle gevallen is daar de niet te öntkennen symboliek in de overwinning van de techniek op de natuur. Wonderen van menselijk vernuft zijn vooral te zien in hele vroege projecten. De twaalf kilometers lange spoorwegtunnel onder de Mont Cenis dateert uit 1870! Al in 1802 ontwierp de Fransman Mathieu de eerste kanaaltunnel. Een prachtige prent toont een doorsnede van de tunnel, waarboven een zeilschip vaart en waarin een koets rijdt. Een vergelijkbare para dox is zichtbaar een aantal havenpro- jekten. Breuker heeft een opdracht hiervoor van het Amsterdams Fonds voor de Kunst aanvaard. Het fonds heeft Ruud Bos opdracht gegeven een compositie voor het orkest De Volharding te schrijven, terwijl Peter Jan Wagemans voor het Gaudeamus- kwartet mag schrijven. naar (bijvoorbeeld in „Hiroshima mon amour” van Resnais) en de ingenieur de echtgenoot, die het tegenover de minnaar aflegt (zie „II deserto rosso” van Anto nioni). De discussie over de rolverdeling tussen architect en ingenieur kende vooral aan het einde van de vorige eeuw een felheid, die men anno 1979 alleen kan begrijpen, wanneer men beseft dat de architect zich werkelijk bedreigd moet hebben gevoeld. Opgevoed in diverse neo-stijlen werd hij geconfronteerd met nieuwe materialen en nieuwe technieken. Het machinetijdperk bracht nieuwe werkmethodes. Industriali satie en de daaruit voortvloeiende behoef te aan grote infrastructuren raakten in een productiespiraal, die het rationele denken van de ingenieur rechtvaardigde. Een en ander leidde tot een aantal schommelingen in de historie van het bou wen. Sommige architecten gingen een tijdje mee om vervolgens geschrokken terug te keren naar hun oude standpunt. De wereldtentoonstelling van 1889 in Pa rijs kan beschouwd worden als een hoog tepunt van het onverhulde konstruktivis- me, maar elf jaar later vierde de camou flage weer hoogtij (wereldtentoonstelling Parijs, 1900). Hoewel de architect Viollet- le-Duc al in 1863 gepleit had voor helder heid, zou het in feite tot de tijd van de Nieuwe Zakelijkheid duren voordat die opvatting werkelijk de kans kreeg. En eerst daarna kon het tot de zo logische samenwerking komen. Bollie en Billie is een populaire gag- strip waarin een jongetje, Bollie en zijn hond Billie alledaagse avonturen bele ven. Een eenvoudige, maar perfect gete kende strip met het accent op de kleine dingen van het leven. Tekstschrijver/te- kenaar ROBA had voor deze strip ook nog enige grappige bijfiguren in petto: schildpad Carolien, de ouders van Bol lie, de niet bepaald charmante buur vrouw, de wijkagent, de directeur van Bollie’s vader, de postbode en Bollie’s vriendjes en vriendinnetjes. Eveneens verscheen een nieuwe afle vering van Jerry Spring, die al in 1954 het levenslicht zag. Eerst werden een aantal oude verhalen opnieuw uitge bracht waarna schrijver Philip en teke naar Jijé zich aan een nieuw verhaal waagden. Het teruggrijpen naar oude bronnen heeft het duo blijkbaar goed gedaan. Jerry Spring komt als stripper sonage beter uit de verf, de strip is realistischer geworden, bevat plots, en ook de kleuren zijn vooruit gegaan. Het enige minpunt is dat dit nieuwe verhaal, „de grote vredespijp”, te snel naar een einde wordt gevoerd. Kor te inhoud van het verhaal: ex-US-mars- hall Spring en zijn vriend Pancho ont moeten een Zwitserse emigrant die een fortuin erft, en daarmee de hoofdfiguren in een vreemd avontuur meesleept. Het 7e deel uit de serie „Geschiedenis in beeldverhaal” bevat een herdruk van het uit 1945 daterende levensverhaal Van „Godfried van Bouillon”. Tekenaar Siri us paste het verhaal aan aan de normen van de hedendaagse stripalbums. De tekst werd opnieuw geletterd, het ver haal ingekort tot 45 blz. en enkele passa ges hertekend om het geheel vlotter en boeiender te maken. De vernieuwde „Godfried van Bouillon” leest als spannende avonturenroman. Een opvallende verschijning is nieuwe verhaal van Buck Danny, strip die geruisloos van het toneel dreigt te verdwijnen. Het zou niet verwonder lijk zijn als de hoofdfiguur in een van zijn volgende avonturen niet meer terug keert van een opdracht of verongelukt. Desondanks is het nieuwe album „Ghost Queen” weer een erg sterke crea tie van het duo tekenaar Hubinon/schrij- ver Charlier. De oorspronkelijke schep per van Buck Danny is Georges Trois- fontaines, die echter al zeer snel vastliep met zijn pasgeboren stripheld. De figuur werd toen overgenomen door Jean Mi chel Charlier en Victor Hubinon (tevens tekenaar van Roodbaard). Zo begon de graftombe of een lugubere gevangenis. Don Lawrence, de schepper van Trigië, is vooral bekend om de schitterende stijl die hij hanteert. Hij tekent geen strips, hij schildert ze. Speciaal voor ons land maakte hij nog een strip in deze stijl, „Storm” geheten. Deze strip, van tekst voorzien door o.a. Martin Lodewijk, is eveneens een SF-strip, die echter wat meer de richting „Sword en Sorcery” inslaat. Desalniettemin een prima werk stuk. Iets geheel anders is een nieuwe serie zgn. foto-romans van de succesvolle SF- TV-serie „Star Trek”. Een flinke hoe veelheid kleurenfoto’s uit de serie voor zien van tekstballonnen doet „Star Trek” herleven. Het is jammer dat deze boekjes nogal gauw uit elkaar vallen. Nog een SF-aanwinst is het nieuwe avon tuur» van Yoko Tsuno, „Dochter van de wind” van tekenaar. Roger Leloup. Veel zorg werd er besteed aan het met harde kaft uitgevoerde stripalbum „Het dorpje dat ging vliegen”, een eigentijds sprookje. Dit van het Franse stripblad Pilote afkomstige pëtisch SF-verhaal be vat de belevenissen van een klein platte- landsdorpje en zijn bewoners, dat zich op zekere dag in zijn geheel losmaakt van de aarde en op de vlucht slaat voor de opdringende luchtvervuiling. Een aantal Dupuis-series werd weder om uitgebreid. Steven Sterk toont zijn kracht in „De Fetish”, de Katanaarom beleeft nog meer avonturen met zijn groene vrienden „De melkwegers” en de Minimensjes krijgen te maken met het „Droompoeder”. Samm raakt verzeild in een (hoe kan het anders) wild avontuur met als inzet „Het jeugdelixer” en Baard en Kale komen in aktie in „De laatste stunt”. Twee nieuwe avonturen van Jess Long, die het moet opnemen tegen „het doodskopmasker” en vervolgens rare dingen ziet gebeuren in „De krabben grot". „De melkmuil" staat centraal in een dwaas avontuur van korporaal Blutch en sergeant Chesterfield ofwel „De Blauwbloezen". slecht- kinder- .40 Me- 20.00 ite (Se- alkpro- port. De tentoonstelling bevatte in eerste in stantie vooral voorbeelden uit Frankrijk, c.q. voorbeelden naar Frans model. In Rotterdam is zij aangevuld met maquettes van recente Nederlandse projekten. Een bezwaar is, dat de vele teksten niet in het Nederlands vertaald zijn. Een regelrechte fout in de opzet 4s het ontbreken van verwijzingen naar de soci ale betekenis van met name industriële complexen. De waardering voor een prachtige, glimmende bolvorm wordt du bieus, wanneer men leest, dat het hier om een Franse kerncentrale gaat (Chinon, 1956). En van iemand, die onder de rook van Pernis woont, moet men geen begrip vragen voor de architectonische schoon heid van de raffinaderij. Maar voor wie dat beseft, kan de ten toonstelling een aanzet zijn om de ge bouwde omgeving eens met andere ogen te bezien. Een tip voor reizigers: wie per auto naar het zuiden reist moet eens lette op de verlichting van de Waalbrug bij Gorkum. De vondst van iemand van Rijkswaterstaat om gewone lantaarnpa len ondersteboven aan de overspanning te hangen is een prachtig voorbeeld van een geniale oplossing, die in haar simpele doeltreffendheid niet gezien wordt. Het tweede deel van de tentoonstelling geeft alle gelegenheid zich te verbazen. Die verbazing geldt dan vooral de snelle ontwikkelingen op het gebied van syste men en materialen, maar ook het feit, dat ontwikkelingen op verschillende gebieden vaak wonderlijk goed in elkaar schuiven. Op het moment, dat de industrialisatie en het ontstaan van de spoorwegen bruggen zo belangrijk maakten, was daar opeens de kennis om met stalen bruggen grote overspanningen te realiseren. Kleine stuwdammen, die oorspronkelijk vooral vooral voor irrigatiedoeleinden werden gebouwd, werden meestal gemetseld. Toen de eerste DC-8 kwam aanvliegen was inmiddels het ruimtevakwerk uitge vonden, waarmee de groote hangar te overkappen is. Deze ruimtevakwerken vormen, samen met de tentdaken van Frei Otto (zie het Olympisch Stadion in Mün chen, 1972) een voorlopige apotheose. Duidelijk zal zijn, dat de tentoonstelling in Rotterdam in hoge mate een overzicht van afmetingen en records is. Zij is te bekijken op de manier waarop men een sportverslag leest. Was de maximale overspanning in staal in 1869 73 meter (St. Pancras-station, Londen), in ^921 maakte Freyssinet voor Orly betonnen hangars met een vrije breedte van 90 meter, wat tegenwoordig weer gemakkelijk overtrof fen wordt. In 1780 was de hoogste stuwdam 15.65 ■-serie 19.20 20 00 itspro- 22.00 Vost, i. 0.40 AMSTERDAM (ANP). Het Pu bliekstheater heeft voor het komende seizoen vijf nieuwe produkties op zijn repertoire. Het handhaaft Mensch, durf te leven, van Gerben Heilinga over Pissuise alsmede de voorstelling Drie zusters van Tsjechov. De eerste première is 20 september met twee stukken: Ubu van Alfred Jarry en De Kale Zangeres van Eugene Ionesco. Ton Lutz te.kent voor de regie, Paul Gallis voor het toneelbeeld. Uit- vdërenden zijn: Marielle Fiolet, Ann Hasekamp, Celia’ Nufaar, Hans van den Berg, Herman van Elteren, Wim van der Grijn, Chiem van Houwenin- gen, Hugo Koolschijn, Johan Ooms, Henk Reijn en Frans Vorstman. Na deze inmiddels klassiek, gewor den avant-garde-stukken wordt vanaf 7 december Verleidingsspel gespeeld van de arts-schrijver Arthur Schnitz ler. Dit werk werd nog niet eerder in ons land opgevoerd. Medewerkenden zijn: Marielle Fiolet, Sigrid Koetse, Pe tra Laseur, Josee Ruiter, Marjolein Verwijnen, Marijke Veugelers, Albert Abspoel, Filip Bolluyt, Hans Croiset, Wim van der Grijn, Carol Linssen, Ton Lutz, Johan Ooms, Jan Retel, Frans Vorstman en Siern Vroom. Regisseurs zijn Hans Croiset en Laurens Spoor. Frank Raven en Herman van Elteren ontwerpen respectievelijk decor en kostuums. Gerrit Komrij levert de ver taling. De overige nieuwe produkties wor den in ’80 uitgebracht. Daarbij is het grootste, in leven zijnde schilders. De Kooning, die sinds tientallen jaren in de Verenigde Staten woont, is op deze ten toonstelling vertegenwoordigd met schil derijen, maar ook met grafiek en sculp tuur uit de periode 1970-1976. Van 7 juli tot en me* 26 augustus, dagelijks van 10-17 uur, op zondag van 13-17 uur. Vier Haagse kunstenaars, te weten Bob Bonies, Marius Quee, Thomas Rajlich en Gerard Verdijk, exposeren van 7 juli tot en met 26 augustus onder de titel Haagse Ateliers in het Gemeentemuseum in Den Haag. Litho’s, etsen, houtdrukken, een wand- e kleed en films van Salvador Dali zijn vati 5 juli tot 5 augustus te zien in het Fundatie Kunsthuis aan de Lijnbaansgracht 54 in Amsterdam. In het Kunsthuis zijn in die periode tevens objecten (brons, staal eh multiplex) te zien van Sergio Castillo. Ge opend op dinsdag tot en met zondag van 12-17 uur. Opening op donderdag 5 juli om 19 uur. WIM ARENDS Verschenen bij uitgeverij Oberon en Dar- gaud/Obem: Donald Duck, Als Poolreiziger 5,50, Als klusjesman 5.50; Kleine Hiawatha, zit nooit stil, 5,50; De kleine boze wolf, Lomperds, leperds en lastposten, 5.50; Oom Dagobert. 'N meer vol misère, 5,50; Pluto, wint de poedelprijs, 5,50; Sjors en Sjimmie, De plaaggeesten, 5,50; Roel Dijkstra, Gevaar lijk spel, 5,50; TrigieS, Het boze oog, 5,50; Planeet van de angst, 5,50; Storm, De diepe wereld, 5,50; De generaal, zoekt het hogerop, 5,50; Een eigentijds sprookje. Het dorpje dat ging vliegen (er was eens een voorbijganger!, 12,95; Star Trek, De stad aan de rand van altijd. Waar geen mens eerder is gegaan. Pro blemen met de dribbels, 4,-; Mac Coy, De legendarische Alexis Mac Coy. De dollars van Holy Joe, 5,50; Kuifje special, Records, 4,95; Agent 327, Dossier zevenslaper, 5,50; Lucky Luke (het boek van de film) Ballade voor de Daltons, 6,50; Tina Topstrip, Marcel la, het circuskind, 5,50; Tom Poes, en de reis naar de Schemerbergen, 5.50; Jullie Wood, De motorduivel, 5,50; Familie Achterop, deel 4, 5,50; Michel Vaillant, De razende schim, 5,50: Franka, De terugkeer van de Noorderzon, 5.50; Lowietje. De monsterop dracht, 5,50; Douwe Dabbert, Het monster van het Mistmeer, 5,50; De partners, De dodelijke ergenis. 5,50; Stipstrips, deel I t/m 6, 6,50. Verschen bij uitgeverij Dupuis: Bollie en Billie. Billy, potdorie!, 5,50; Ge schiedenis in beeldverhaal Godfried van Bouillon, 5,50; Jerry Spring, De grote vre despijp, 5,50; Steven Sterk, De fetish, 5.50; Buck Danny. ..Ghost Queen”, 5,50; De mini mensjes. Het droompoeder, 5,50; Baard en Kale, De laatste stunt, 5,50; De katamarom. De melkwegers, 5,50; Sammy, Het jeugde lixer, 5,50; Yoko Tsuno, De dochter van de wind, 5,50; Jess Long, Het doodskopmasker De krabbengrot, 5,50; De blauwbloezen. De melkmuil, 5,50. Verschenen bij uitgeverij Nostra: Stripgids no. 19. Nero/Marc Sleen. ?,-; Ciso no. 4. De man met het gouden hoofd, 4.95. Een prent van de brug over de Elbe bi) Hamburg (1868-1872) te zien in de ..Mooi vernuft tentoonstelling te Rotterdam. ■n en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 11