Verborgen smidse bewijst: niet alleen boeren en vissers in 1250 K Windjammers, botters en barken uit alle windrichtingen weer naar Amsterdam t! i a Archeologische grabbelton aan de Nieuwendijk I 7i9 *1 *1 1 r Beerputten Dieper Niet Gijsbrecht Pi K Zeilvrachtvaart Scheepvaartmuseum AMSTERDAM 10 sa y I I 1 - (14 I onder redactie van Theo van der Kaaij Eigenlijk begint pas dan het werk voor de archeologische dienst met schoonmaken, conser veren, sorteren, puzzelen en regi streren van alles wat opgegraven is. Jan Baart: „Een week graven betekent voor ons een jaar huis werk”. Windjammers, klippers, schoeners, barken, botters, tjal ken en jollen zullen volgend jaar om deze tijd uit alle windrichtin gen koers zetten naar Amster dam voor de tweede groot scheepse zeilmanifestatie. Sail 1980 gaat volgens de organisato ren Sail 1975 overtreffen, want er wordt gewerkt aan een „dui zend schepenplan” met tiendui zend zeelieden. Dan is er ook nog de nachtelij ke „strontrace” van zeilende be drijf svaartuigen vanuit het Frie se Workum naar de Oranjeslui zen in Amsterdam. De naam van de race is ontleend aan het ver voer in vroeger tijden van mest uit Friesland naar de bollen velden. Vanuit de drassige kleimassa van een bouwput, zes meter onder het straatniveau van hartje Amsterdam, zjjn de laatste dagen de opvattin gen over het ontstaan van de hoofdstad en misschien van veel meer steden in Europa, volledig op losse schroeven komen te staan. Unieke vondsten van wroetende archeologen, diep onder de plaats waar niet zo lang geleden bioscoop Royal aan de Nieuwendijk afbrandde, tonen aan dat Amsterdam zevenhonderd jaar geleden al gespecialiseerde nijverheid en industrie binnen de stadspoorten had en dus veel ouder is dan altijd werd aangenomen. Ft I ïJ- Links: Stadsarcheoloog drs. Jan Baart: ..Niet Gijsbrecht van Aemstel, maar Piet de Smid". ü- Rechts: Zes meter onder het straatoppervlak: de resten van ijzerovens uit het jaar 1250. 4.' W Onder: De fundamenten van het middeleeuwse gasthuis. Amsterdam is MB toch ouder dan 700 jaar 1 Duizend schepenplan” moet WW Wanneer gingen de mensen borden ge bruiken om van te eten? De vondsten zijn van een opvallende gaafheid dankzij de drassige Amster damse bodem. Het grondwater, dat een bepaalde zuurgraad heeft, is eeuwen lang afdoende conserveringsmiddel ge- De directe omgeving van de stookplaat sen lag bezaaid met ijzerafval, stukken van grendels, zwaarden en messen. Ook gave voorwerpen zoals scharen, speer- en lanspunten, spijkers en gereedschap. Aan de hand van al deze voorwerpen konden de archeologen het bestaan van de smidse met zekerheid vaststellen op het jaar 1250, 25 jaar voor Amsterdam stadsrechten kreeg. Systematisch graven de archeologen en de studenten het reusachtige terrein af. gave eierdoppen, visgraten en allerlei pitten.” Het terrein rond de fundamenten van het gasthuis lijkt wel een grabbelton. Als schatdelvers vinden de archeologen zon der moeite nu eens een gave troffel, dan weer een unieke zaag, iets verder een met stenen ingelegde ring, alle mogelijke Sail 1975 werd gehouden ter ere van het 700-jarig bestaan van de l.oofdstad. Toen zeilden er 450 schepen de Amster damse haven binnen. Het spektakel was zo’n enorm succes, dat besloten werd om de vijf jaar een internationaal opgezette Sail Amsterdam te houden. Van 6 t/m 12 augustus 1980 zullen de zeilschepen bezit nemen van de IJhaven en het Oosterdok, beide niet ver van het Centraal Station. De organisatoren van Sail, gerecruteerd uit het stadsbestuur, gemeentelijke dien sten en het bedrijfsleven, beogen met de manifestatie meer belangstelling te wek ken voor de mogelijkheden die de zee biedt, zowel op het vlak van recreatie als beroepsvaart. Dat tevens de betekenis van Amsterdam kan worden belicht als haven- en toeristenstad van belang is meegenomen. door de archeologen wordt afgegraven is eeuwen terug door de bewoners aange bracht om de verzakkingen van de veen bodem tegen te gaan. Jan Baart: „Dat moet indertijd een gigantisch karwei ge weest zijn, want de hele Nieuwendijk is op Training America die wijze opgehoogd. Men heeft als het ware terpen opgeworpen”. Wanneer het terrein dat nu bloot ligt gefotografeerd en in kaart gebracht is, gaan de archeologen dieper graven. Het is de bedoeling dat ook de smidse, op dit moment het diepste punt, verder wordt uitgegraven om te onderzoeken of er mo gelijk een nog oudere stadskern bestaat. Ook de voormalige stadsherberg aan de rand van het terrein wordt dieper uitge graven. Dit „Huis Spanje” is uit allerlei geschriften bekend als belangrijk tref punt voor onderhandelingen en oord van vermaak in de 16e en 17e eeuw. Jammer genoeg zullen de archeologen tijd tekort komen. Van de twee maanden die ze vrij mogen wroeten is er al één verstreken en begin augustus wordt dit stukje oer- Am sterdam onherroepelijk onder een nieuwe laag beton bedolven. daarmee het bewijs leveren dat Amster dam ouder is dan altijd is aangenomen. -'.lAP Ie te V t’- Elke emmer zand of klei wordt nauwgezet onderzocht op de aanwezigheid van voor werpen. Ze kunnen niet eens alles afvoe ren naar de werkplaatsen van de archeo logische dienst. Er wordt gericht verza meld om informatie te krijgen over de leefgewoonten van de mensen in vroeger tijden. Bij de ijzerovens gaat het om de 13e eeuw, bij de resten van het gasthuis om de 15e eeuw. Het interessantst zijn de afvalplaatsen, beerputten en stookvloer- tjes. Daar ligt het bezaaid met voorwer pen. De stookplaatsen van de ijzerovens bestaan uit kloostermoppen, de oudste gebakken stenen in Amsterdam, gebruikt tot het begin van de 14e eeuw. Onthullend is dat het opraken van grondstoffen niet uitsluitend typerend is voor de 20e eeuw. Ook in de middeleeu wen zagen de mensen hun belangrijkste grondstoffen slinken. In de 16e eeuw raakte bijvoorbeeld het binnenlandse ei- kehout op. Men ging zoeken naar vervan gende stoffen en plotseling werden de voorwerpen van Noors grenenhout ge maakt, later zelfs van Afrikaans ebbe- hout. Overigens kenden de mensen in 1250 al het probleem van verzakkingen aan de huizen. De smid moest voortdurend nieu we ovens bouwen, omdat hij wegzakte in het veen. Bij het gasthuis zijn de sporen zichtbaar van enkele haarden die boven elkaar zijn gebouwd. De kleilaag die nu Jan Baart: „Het was dus niet Gijsbrecht van Aemstel, maar Piet de Smid. Een buitengewoon kundig man, gezien de voorwerpen die hij vervaardigde, maar ook zijn tijd technisch ver vooruit omdat hij zelf in eigen ovens van ijzererts metaal wist te maken. De erts moest natuurlijk gehaald worden. Uit de sintels konden wij opmaken dat die waarschijnlijk uit Duits land kwam. De kolen voor zijn oven moe ten uit Oost-Engeland afkomstig zijn. We over Amsterdam, maar ook over het ont staan van andere steden in Europa. Tot nu toe zijn de geleerden hierover in hypothe sen blijven hangen. Wij dragen nu al ar cheologen de eerste bouwstenen aan om zekerheid te krijgen”. „We zijn hier niet zomaar gaan graven”, zegt stadsarcheoloog drs. Jan Baart, „we wisten dat dit een belangrijke plek is in de historie van Amsterdam. Maar wat we hebben aangetroffen is een complete ver rassing”. Nog nooit eerder heeft de in 1972 opgerichte archeologische dienst van de gemeente dergelijk uitgebreid onderzoek kunnen doen in de oudste kern van de hoofdstad. De bioscoop brandde enkele maanden geleden af en geheel in de stijl van de Nieuwendijk maakte de eigenaar van het terrein plannen voor een winkel centrum op deze plaats. Dat was het mo ment voor Baart en de zijnen om te vragen de bodem te mogen onderzoeken. Twee maanden heeft hij gekregen om samen met studenten van het Instituut voor Prae- en Protohistorie van de Universiteit van Amsterdam en enkele stageaires uit Engeland het terrein van 80 bij 60 meter bij stukjes en beetjes te doorvorsen. De eigenaar van het terrein heeft be reidwillig de betonnen funderingsplaat, waar de bioscoop op steunde, weggebro ken en schep voor schep kwamen de oud ste wortels van Amsterdam bloot te lig gen. Tot op zekere hoogte wisten de arche ologen wat er aan het daglicht zou komen: resten van huizen van kooplui en kameren (ambachtslieden), de overblijfselen van een stadsherberg en de fundamenten van een middeleeuws gasthuis, een pesthuis en een bayert, het nachtverblijf voor zwervers. Vermoed werd dat de rand van het terrein, grenzend aan de Nieuwendijk, resten te zien zou geven van een oud dijklichaam, maar groot was de verbazing van de archeologen toen zij bij dieper graven stuitten op fundamenten van hui zen. Even werd gedacht dat dit de plek moest zijn van het nog altijd onvindbare Kasteel van Aemstel, maar wat werd aan getroffen liet aan duidelijkheid niets te wensen over: de resten van ijzerovens, een smidse en woningen. zijn ook veel te weten gekomen over de vrouw van Piet. Op een plek in het huis waar zij waarschijnlijk veel zat vonden we weefhoutjes, spinwol en schaartjes”. men. Voor dit internationale congres met als thema „Energie in transport” worden duizend deelnemers verwacht, onder meer uit de VS. Enkele scheeps bouwers daar lopen met plannen rond om de dure en schaarser wordende olie te vervangen door goedkope en schone windkracht. De zeilvrachtvaart zou in een gemoderniseerde gedaante kunnen herleven, maar andere scheepsbouwers resten van aardewerk, textiel, leren schoenen, houten en tinnen lepels. Het zijn allemaal stukken van een legpuzzel die vragen beantwoorden als: Hoe leef den de mensen in vroeger eeuwen? Had den ze een tafel in huis of een kast? Hoe werd er geweven en met wat voor wol? De stadsarcheoloog vermoedt dat alle huizen van de Nieuwendijk overblijfselen verbergen van kleine industrietjes en In de middeleeuwen aten de mensen roggebrood. Tarwebrood was pure luxe. Aardappelen waren er niet, wel appels, peren, kersen, aardbeien, rozijnen, ha zelnoten en erwten. Ook eieren aten de tnensen veel en niet te vergeten vis. ^ooral aal en kabeljauw. „Hoe we dat weten?” vraagt stadsarcheoloog van Amsterdam Jan Baart. „In de afvalput van het 15e-eeuwse Onze Lieve Vrouwe Gasthuis aan de Nieuwendijk vinden we treding van het havengebied, maar dat iedee is snel verworpen. Wanneer Sail 1980 van start gaat zal het Scheepvaartmuseum op het Katten- burgerplein weer open gaan voor pu bliek. De jarenlange restauratie is dan ten einde. Ook de bemanningen van de schepen worden in de watten gelegd. Zij kunnen de wal op voor onderlinge voet- balmatches of op het water blijven voor roeiwedstrijden. Op hun beurt onthalen zij het publiek op sea-shanties, matro zenliedjes. Het havengebied krijgt ver der attracties als taptoe, vuurwerk, bra derieën, instant-cafés, demonstraties van oude ambachten en een kermis. Sail 1980 krijgt ook een landelijke uit straling. IJmuiden en Velsen waren er in 1975 al bij betrokken, volgend jaar ko men daar Hoorn en Workum bij. Op 8 augustus zijn er wedstrijden van Muiden naar Hoorn voor ronde en platbodem- schepen. Deze Nederlandse vaartuigen wil men proberen te bemannen met de deelnemers van de buitenlandse schepen. Wie bij de huidige schaarste aan brandstoffen een mogelijke vervulling ziet van het nostalgisch verlangen naar het tijdperk van de zeilvaart kan in de feestweek met anderen van gedachten wisselen in het RAI-Congrescentrum. De voorzitter van Sail, mr. C. H. Goe- koop, heeft hiervoor het initiatief geno- Volgens de stadsarcheoloog moeten de huidige opvattingen over het ontstaan van Amsterdam gewijzigd worden. Altijd is aangenomen dat de stad in het jaar 1275 bij het ontvangen van het tolprivilege, de stadsrechten, bestond uit boeren en vis sers. Vanuit kleine familiehuishoudens zou Amsterdam zijn uitgegroeid tot een stad van aanzien. „Het is nu bewezen dat het helemaal niet allemaal boeren en vis sers waren”, zegt Jan Baart, „er waren gespecialiseerde ambachtslieden die al in 1250 werkten in een centrum van nijver heid en industrie. Er moet toen al sprake van handel zijn geweest met het buiten land vanwege de aanwezigheid van de kolen en ijzererts. Die smidse is een ont zettend belangrijke bron van informatie voorwerpen worden in de werkplaatsen van de archeologische dienst voorzichtig gedroogd en tegelijkertijd voorzien van een impregnerende stof die de conserve ringstaak van het water overneemt. Zo is bijvoorbeeld een keurige vilten werk- manshoed uit 1400 voor het nageslacht bewaard gebleven. Een leren tas uit die zelfde periode werd opnieuw gelooid, gerestaureerd en met impregnerende baden behandeld. Sail 1975 overtreffen 1 augustus valt de startvlag in het Deen se Skagen en de finish is vier dagen later in IJmuiden. De Amerikanen organise ren een zeilrace van Boston via de Azo- ren naar Europa en doen en passant mee aan de race naar Amsterdam. Bij de indrukwekkende „tall ships" zullen net als vijf jaar geleden weer de Russische viermaster Kruzenstern (5725 ton) en de Poolse Dar Pomorza (1700 ton) van de partij zijn. Nieuw is de Sea Cloud (2500 ton) van de Bahama’s. Beroemde schoeners die naar Amsterdam komen zijn de Sir Winston Churchill en de Mal colm Miller uit Engeland en de Neder landse Eendracht. Opvallend is nu al de grote Poolse belangstelling. In de week tussen aankomst en vertrek van de ar mada zijn de schepen in de IJhaven en het Oosterdok voor publiek te bezichti gen. Het zeilfestijn wordt opgeluisterd met parades, spiegelgevechten, admi- raalzeilen en demonstraties. Het haven gebied wordt weer afgesloten voor alle autoverkeer. Gemeente Amsterdam en bedrijfsle ven maken de organisatie van Sail 1980 financieel mogelijk. Een programma boek met foto's en wetenswaardigheden komt drie maanden voor het gebeuren in de verkoop. Even heeft de organisatie overwogen entreegeld te heffen voor be- weest. De opgegraven voorwerpen gaan ogenblikkelijk in plastic zakken waarin ook wat grondwater wordt gegoten. Zou een ogenschijnlijk nog solide houten or nament of een leren schoen een dag op het droge blijven, dan was het onherroe pelijk verpulverd tot een hoopje stof. De van de De matrozen in het want en de landrotten op de kant. Een tafereel van Sail 1975 in de IJhaven. betwijfelen de haalbaarheid plannen van hun collega’s. De medewei King van Sail Association in Engeland en staat garant voor een flinke deelneming uit het buitenland aan Sail 1980. In hun programma is Amsterdam opgenomen als eindpunt van een van de belang rijkste races van windjammers, die ooit in Europese wateren gehouden zijn. Op Kr -■

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 11