NA VEERTIG JAAR TERREUR VAN SOMOZA’S 7 door Froukje Santing Stroman VS Moordenaar Waardering Eenheidsregering Aardbeving I- 'Z b Nicaragua is nu bijna bevrijd van de wurgende dictatuur van de Somoza- familie. Puim veertig jaar lang hebben de dictators zich op een gigantische manier weten te verrijken ten koste van het merendeel van het Nicaraguaanse volk, dat kampte met werkloosheid, armoede en onderontwikkeling. De verwachte val van Somoza is het gevolg van het verzet van het Nicaraguaanse volk tegen zijn bewind onder aanvoering van het Sandinistische Bevrijdingsfront, en de ommezwaai van de Verenigde Staten in hun houding ten aanzien van de Middenamerikaanse staat. Jarenlang hebben de Amerikanen Somoza door dik en dun gesteund. De Nicaraguaanse president bood de garantie dat de economische en politieke belangen van de VS in Midden-Amerika werden gewaarborgd, en hij vervulde tevens de functie van waakhond van de VS tegen het „communistische gevaar” in dit gebied. Toen vorig jaar bleek dat de kans groot was dat in Nicaragua een machtsom- wenteling zou plaats vinden ten gunste van het Sandinistische Bevrijdingsfront, lieten de VS Somoza vallen en pleitten zij voor algemene verkiezingen om een regering in het zadel te krijgen die zich niet anti-Amerikaans zou opstellen. HONDURAS B COSTA RICA PANAMA NICARAGUA Familiedictatuur staat op wankelen 4 1 1 een goed getraind leger achter: de Natio nale Garde, bewapend en geadviseerd door Amerikaanse militairen en geleid door een volstrekt aan de VS loyale Nica raguaan, Anastasio (Tacho) Somoza Gar cia, de vader van de nu bijna verslagen president. Ook vrouwen vechten mee in het Sandinistische leger. Hier luistert een vrouwelijke guerilla naar instructies voor het offensief tegen Managua. Deze stroman van de Verenigde Staten werd in 1895 in het dorp San Marcos geboren. Zijn vader, eigenaar van een koffieplantage, stuurde Anastasio naar de VS om handel te studeren. Op het Pierce Commercial College in Philadelphia kon de jonge Somoza het niet bijbenen. Wel maakte hij zich de Engelse taal meester, wat hem later in staat stelde contacten op te bouwen met invloedrijke Amerikanen. Na zijn terugkomst in Nicaragua wist Tacho zich hogerop te werken door te trouwen met een vrouw uit een van de invloedrijkste families van het land. Op zakelijk gebied liet Somoza het be hoorlijk afweten, maar door zijn rol als tolk was hij in staat zeer vriendschappelij ke relaties aan te gaan met Hanna, de ambassadeur van de VS in Nicaragua. Deze Amerikaan was dan ook de man die het voor elkaar wist te krijgen, dat Somo za werd benoemd tot hoofd van de Natio nale Garde. De ^terugtrekking in 1933 van de Ameri kaanse mariniers en de schijn dat het tijdperk van de Amerikaanse overheer sing over Nicaragua voorgoed voorbij was, verleidden generaal Sandino tot een wapenstilstand en een geleidelijke ontwa pening. Zijn troepen waren in getal en in materieel opzicht niet sterk genoeg voor een oorlog van de lange adem. Het streven van Somoza was er niet op gericht het leger van Sandino geleidelijk van wapens te ontdoen, maar om het volledig uit de weg te ruimen. En toen De Sandinisten kregen voor het eerst in '74 spectaculaire publiciteit dooreen com- mandoaanval op een kerst-party en de gijzeling van verscheidene belangrijke re geringsfunctionarissen. Somoza sloeg te rug. In twee jaar tijd werden tienduizen den boeren vermoord, liepen de concen tratiekampen vol en waren mysterieuze verdwijningen aan de orde van de dag. De repressie bereikte echter het tegen overgestelde doel. Het verzet onder de bevolking werd steeds sterker. En op 12 Een vader en moeder bij het graf van hun twee zonen van veertien en vijftien jaar, gedolven voor hun krotwoning. De jongens kwamen om het leven, toen leden van de Nationale Garde op zoek waren naar Sandinisten. generaal Sandino op 21 februari 1934 werd uitgenodigd aan de vredesbespre kingen deel te nemen, werd hij samen met enkele getrouwen in opdracht van de Amerikaanse ambassade en Somoza ver moord. Dit blijkt uit de woorden van Somoza enkele uren voor de aanslag: „Ik kwam zojuist van de Amerikaanse am bassade, waar ik een gesprek had met ambassadeur Arthur Bliss Lane. Hij heeft me verzekerd dat Washington de elimina tie van Sandino aanbeveelt, omdat ze vindt dat hij de vrede in het land ver stoort”. Niets stond Tacho Somoza toen meer in de weg om de macht in Nicaragua in handen te nemen. Met goedkeuring van de VS werd president Sacasa, een aange trouwde oom van Somoza, ten val ge bracht door middel van een opstand van de Nationale Garde. Somoza behaalde bij de daaropvolgende verkiezingen een „ver bazingwekkende” triomf: de Nationale Garde was belast met het tellen van de stemmen en het overtuigen van zijn poli tieke tegenstanders. De waardering van de VS voor de ma nier waarop hun belangen in Nicaragua werden behartigd, bleek uit de manier waarop Somoza in 1939 in de VS werd ontvangen. President Roosevelt wachtte hem op met een militair muziekkorps, kanonschoten en een applaus van duizen den staatsambtenaren, die drie uur vrij hadden gekregen om aan „een trouw en bevriend staatshoofd” een „oprecht en spontaan welkom” te bieden. De Nicara guaanse president kreeg bovendien een lening mee naar huis van 2,5 miljoen dollar. Somoza stelde zich echter niet tevreden met zijn politieke macht. Het grootste gedeelte van zijn tijd besteedde hij aan het vergroten van zijn kapitaal, gebruikma kend van het leger en zijn controle over het staatsapparaat. Toen hij president werd, bezat hij een failliete koffieplanta ge, en toen hij in 1956 door de dichter Rigoberto López werd doodgeschoten, werd zijn fortuin geschat op 60 a 150 miljoen dollar. De bezittingen het gaat in totaal om 117 ondernemingen, die 40 procent van het bruto nationaal produkt produceren lopen uiteen van landerij en, veefokkerijen, een luchtvaartmaat schappij, een haven, kranten, een televi siestation, hotels, banken, textiel- en ce- Anastasio Somoza. de internationale financiële hulp en de zendingen voedsel en kleding. Het optreden van Somoza had een ge weldige irritatie onder het Nicaraguaanse volk tot gevolg en leidde in 1974 tot de oprichting van de UDEL, een samenwer kingsverband van zeven politieke partijen en vakbondsfederaties. De UDEL was er op gericht Somoza ten val te brengen en had geen radicale verandering van de Nicaraguaanse samenleving in het vaan del staan. De leider van deze groep, de hoofdredacteur van de oppositiekrant La Prensa, Pedro Joachim Chamorro-Carde- nal, werd januari vorig jaar doodge schoten. Juni ’78 sloot de oppositie zich nog hech ter aaneen. Het Brede Oppositie Front werd opgericht, waarin de UDEL, de De mocratische Beweging van Nicaragua (MDN), de verschillende conservatieve partijen, de christen-democraten en de „Groep van Twaalf samengingen. Naast deze oppositieorganisaties be stond sinds 1961 in Nicaragua het Sandi nistische Bevrijdingsfront (FSLN), ge noemd naar generaal Sandino. In de jaren ’60 bouwden de Sandinisten een belang rijk net van sympathisanten en leden op. Toch was de bevrijdingsbeweging bij het Nicaraguaanse volk in de beginjaren ’70 een nog vrij onbekende organisatie, die ver weg in de bergen streed. De Sandinisten bestaan uit drie groepe ringen. Onlangs kwam daar een vierde bij, waarvan nog onduidelijk is welke politieke ideologie men aanhangt. Twee groepen binnen het bevrijdingsfront zijn voor een klassenstrijd tussen het proleta riaat en de bourgeoisie. De derde groep staat een meer pluriforme opstelling voor. Men zoekt samenwerking met alle bevol kingsgroepen, inclusief de zakenmensen. oktober ’77 lanceerde het Sandinistische Bevrijdingsfront een offensief omdat men dacht dat de tijd rijp was om Somoza ten val te brengen. Die oktoberactie bracht het verzet in een stroomversnelling. Er volgden talloze studentendemonstraties, stakingen en bezettingen, waarna in janu ari ’78 opnieuw een spectaculaire actie van de Sandinisten plaats vond. Na de moord op de hoofdredacteur van La Prensa barstte de bom. Er ontstond een massaal volksverzet met als hoogte punt de gijzeling van duizenden mensen in het parlementsgebouw. Direct daarna riep het Brede Oppositie Front op tot een algemene staking. En op 9 september ’78 zetten de Sandinisten hun eerste stap in wat werd gezien als het „slotoffensief”. Aanvallen werden uitgevoerd op de ste den Leon, Chinandega, Masaya en Esteli. De bevolking van de vier steden sloot zich onmiddellijk aan bij de Sandinisten en bezette de steden. Dit bracht de guerrilla strijders in een wanhopige situatie, omdat niet was gerekend op een zo grote vorm van samenwerking: er waren onvoldoen de wapens voorhanden. De steden vielen na vijf tot twaalf dagen weer in handen van de Nationale Garde met als trieste balans honderden doden. Na deze burgeroorlog trokken de Ver enigde Staten hun handen van Somoza af. De Amerikaanse hulp aan Nicaragua werd stopgezet en de ambassadeur van de VS werd uit Managua teruggeroepen. De Nicaraguaanse president werd dringend verzocht af te treden en de weg vrij te maken voor een regering van nationale verzoening. De VS vreesden dat er anders eén anti-Amerikaans bewind zou komen. Dictator Somoza weigerde echter in te stemmen met het Amerikaanse plan, om dat de verkiezingen voor een nieuwe rege ring onder toezicht van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) zouden moeten worden gehouden. Ook het Sandi nistische Bevrijdingsfront wees de Ameri kaanse voorstellen van de hand zolang Somoza aan het hoofd van de Nationale Garde bleef staan. De koppigheid waarmee de Nicaragu aanse dictator vast hield aan zijn voorne men om zijn ambtsperiode uit te dienen, leidde ertoe dat de Sandinisten eind mei „het laatste offensief” tegen het bewind van Somoza lanceerden. Die situatie plaatste de VS opnieuw voor grote moeilijkheden. De Amerika nen waren er vast van overtuigd dat als de Sandinisten de overwinning zouden beha len, Nicaragua een tweede Cuba zou wor den. En dat was voor de VS een weinig aanlokkelijk vooruitzicht omdat zich dan machtsverschuivingen in Midden-Ameri ka zouden voordoen ten nadele van Was hington. Bovendien was de regering-Carter ge bonden door Panama-verdragen, die het afstaan van het Panamakanaal aan Pana ma moeten regelen, en die nog door het Amerikaanse Congres moesten worden aangenomen. Met krappe meerderheid stemde de Senaat onlangs in met de ver dragen en elke sympathiebetuiging van de VS aan de guerrillastrijders in Nicaragua zou tot gevolg hebben dat de tegenstan ders in het Amerikaanse Huis van Afge vaardigden van de Panama-verdragen hun oppositie tegen de Panama-wetge- ving zouden versterken. Het Panamaka naal was destijds een symbool van de opkomst van de Verenigde Staten tot we reldmacht, en een afstaan van dat kanaal betekent voor vele Amerikanen het af brokkelen van die wereldstatus. De Sandinisten hebben er nooit een geheim van gemaakt, na de val van Somo za een eenheidsregering te zullen aan vaarden, waarin alle groepen uit de Nica raguaanse samenleving zouden zijn verte genwoordigd. Die regering moet echter wel aan twee voorwaarden voldoen: ten eerste moeten alle bezittingen van de So- moza-familie worden onteigend, en ten tweede moet er een nationaal leger komen waarin het militaire apparaat van de San dinisten deelneemt, plus die groepen van de Nationale Garde, die hebben bijgedra gen aan de omverwerping van het bewind van de Nicaraguaanse dictator, zo staat in het basisprogramma voor de wederop bouw van Nicaragua van het Sandinisti sche Bevrijdingsfront. „Na deze heldhaftige strijd mag het volk een andere oplossing kiezen dan het San dinistische Bevrijdingsfront, en die zal worden geaccepteerd”, zei Miguel Casta neda vorig jaar tijdens een propaganda- reis van het Front door Europa. Het ge vaar voor een nieuwe strijd na Somoza sloot hij volledig uit. De patroonhouder wordt gevuld door een gardist, die zich in de volkswijken van alle kanten bedreigd weet. De Amerikaanse bemoeienis met Nica ragua stamt al uit het begin van deze eeuw. De mogelijkheden die het land door zijn natuurlijke ligging bood voor de aan leg van een kanaal tussen de Stille en de Atlantische Oceaan, waren voor de Ame rikanen aanleiding om de ontwikkelingen in Nicaragua met meer dan gewone be langstelling te volgen. Deze „ongezonde interesse” manifesteerde zich in vele in terventies van Amerikaanse mariniers. Van 1912 tot 1933 waren de VS onafgebro ken de handhavers van orde en gezag in Nicaragua. In die periode staken veelvuldig conflic ten tussen rivaliserende liberalen en con servatieven uit de heersende klasse in Nicaragua de kop op. Maar het was ook de tijd waarin zich het verzet van de gewone bevolking tegen de Amerikaanse overheersing manifesteerde. Arbeiders op de plantages begonnen zich te organi seren en hielden stakingen. Het uitbreken van een opstand van libe ralen tegen het conservatieve bewind in 1926 was voor de VS aanleiding om dui zenden militairen extra naar Nicaragua te zenden. De strijdende partijen accepteer den in 1927 door tussenkomst van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken een vredesakkoord. De onderhandelaars hadden echter geen rekening gehouden met generaal Sandino. Hij had weliswaar meegevoch ten aan de kant van de liberalen, maar dat betekende niet dat Sandino zich tevreden stelde met de overeenkomst. Hij weigerde de Amerikaanse oplossing te aanvaarden omdat de generaal de Amerikaanse be moeienis beschouwde als een collaboratie met de rijken in Nicaragua tegen de ar men. Hij besloot tot voortzetting van de gewapende strijd. Augusto César Sandino was een af stammeling van een bescheiden groot grondbezitter en was goed bekend met de ellendige toestanden van de landarbei ders en de mijnwerkers. Hij mobiliseerde vele ontevredenen en confronteerde de VS met een guerrilla-oorlog, die van 1927 tot 1932 duurde en onder de naam „pacifi- catie-oorlog” de geschiedenis van Nicara gua is ingegaan. Als gevolg van de economische crisis in de wereld, het stijgende aantal gesneuvel de en deserterende mariniers en de pu blieke opinie die zich tegen deze imperialistische oorlog keerde wijzig den de VS hun strategie ten aanzien van Nicaragua. Het Amerikaanse Congres blokkeerde alle fondsen voor de oorlog, zodat de militairen zich in 1933 terug moesten trekken. De vermindering van de militaire aan wezigheid in Nicaragua hield niet in dat de VS ook hun macht over het economi sche, politieke en militaire gebeuren wa ren kwijtgeraakt. De Amerikanen lieten mentfabrieken tot „industrieën” als gok ken, drugs, prostitutie en een bloedbank. De handelwijze van de dictator tijdens de Tweede Wereldoorlog geeft een aardig beeld van de manier waarop Somoza er voor zorgde zijn schaapjes rijkelijk op het droge te krijgen. Ook Nicaragua had Duitsland de oorlog verklaard, maar So- moza’s enige bijdrage aan het bestijden van het nazisme was het nationaliseren, dat wil zeggen het zich toeëigenen, van alle Duitse eigendommen in Nicaragua. Met als resultaat dat de president de grootste grootgrondbezitter van het land werd. De opvolging van de vermoorde presi dent in 1956 leverde geen enkel probleem op. Zijn drie zonen Luis, Anastasio en José waren goed getraind uit de Ver enigde Staten teruggekomen en stonden borg voor het in stand houden van de dynastie. Luis volgde zijn vadör op en droeg in 1963 de macht over aan René Schick, een aanhanger van de Somoza- familie, terwijl hijzelf de leiding van de Liberale Partij behield. Deze schijnverto ning was in scène gezet om Nicaragua een democratisch aanzien te geven. Zijn broer Anastasio nam in ’56 de lei ding over van de Nationale Garde, en na de dood van Luis in ’67 werd hij president. Hij hield dit vol tot 1972, waarna een driemanschap, met hetzelfde oogmerk als in 1963, de macht overnam. In 1974 werd Anastasio Somoza echter opnieuw tot pre sident gekozen, maar nu, tot 1 januari 1981. Een van de belangrijkste pijlers waarop de Somoza-dynastie steunde, was de Nati onale Garde. Dit privé-leger van de Somo- za’s stond borg voor het instandhouden van een onbeperkte alleenheerschappij en werd gebruikt als wapen in de strijd tegen zich verzettende groepen Nicaraguanen. De Somoza’s hielden de Nationale Gar de in hun greep door niet geheel loyale officieren om te kopen of te verwijderen, beloningen in de vorm van promoties, geld en andere begerenswaardige dingen zoals banen bij de overheid of in een van Somoza’s bedrijven. Ook het tegen elkaar uitspelen en het regelmatig overplaatsen van hoge militaire functionarissen hiel pen de dictators hun machtspositie veilig te stellen. Bovendien was de gespletenheid van de oppositiepartijen in Nicaragua er een be langrijke oorzaak van dat de Somoza’s zich als onbetwiste staatsleiders van de Middenamerikaanse staat veertig jaar lang konden handhaven. Aan de ene kant heerste er in de oppositie de compromis gedachte van degenen die economisch met het systeem verbonden waren en aan de andere kant die van de totale socialisti sche omwenteling. Die verdeeldheid had tot gevolg dat er nooit één grote vuist, maar verschillende kleine werden gebald. Pas na 1972 vielen de schellen de Nica raguanen goed van de ogen. De aardbe ving in dat jaar, die het centrum van de hoofdstad Managua volledig verwoestte, betekende een goudmijntje voor de presi dentiële familie. Somoza liet zich onmid dellijk benoemen tot minister van weder opbouw en hoofd van het nationale nood- comité. Zijn zoon Anastasio III werd be last met de organisatie van de noodhulp. Vader en zoon verkregen op die manier de volledige controle over de binnenstromen- Sin lose Een vrouw smeekt een gardist haar huls te mogen binnen gaan om haar man en zoon op te halen. J Puerto Cabeus, late .Nirarafaa Zoels steeds In oorlogen zijn veel burgers de dupe. \Hler krulpen drie zusjes dicht tegen elkaar aan In een vluchtelingencentrum In de hootdstad Managua. ZZZXXZZZZZZ Bives ~~~~Pews Manus j Tegucigalpa ki Chundeta Chichiealoa 0 100 Biles

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 15