Verstandige mensen durven
soms ongehoorzaam te zijn
STEVEN DERKSEN OVER LEREN OVERLEVEN
r
J
door Pieter van de Vliet
I
Niets is zeker
Afrekening
Links geweld
Kritisch denken
w
Verdringing
Staatssecretaris De Jong heeft tijdens de
I
In de tijd dat voetbal nog geen vechtsport
was, speelde Steven Derksen in het eerste
van Alcides. Die roemruchte club uit Meppel
liet mooi stoer voetbal zien, onbetaald. Nie
mand riep „dood” aan de tegenstander.
Iemand neerleggen was nog geen gemeen
goed, alleen maar gemeen. En er vlogen
zeker geen messen het veld op. Voetbal was
nog geen oorlog. En echt oorlog was welis
waar verschrikkelijk, maar de uitwerking
ervan was niet onvoorspelbaar. Niet zo on
voorstelbaar ook. Want de atoombom was
nog niet uitgevonden. Er waren nog kansen
om te overleven.
Voetbal was in die dagen een feest. En
feesten van de voetbalclub waren gezellig,
hoewel er geen druppel sterkedrank werd
gedronken. Want dat behoorde de sportman
niet te doen. Kampioenen werden keurig op
de schouders genomen. Opgewonden me
nigten walsten niet het voetbalveld op. Dat
dit ooit zou gebeuren leek onmogelijk.
Maar het gebeurde. Aan het eind van dit
seizoen. Mensen werden ernstig gewond
toen supporters van de Duitse Bundesliga-
club HSV in Hamburg bij het behalen van het
kampioenschap elkaar in een agressieve
vreugderoes onder de voet liepen.
Derksen: „Het lijkt betrekkelijk onschul
dig: mensen die elkaar onder de voet lopen.
Ogenschijnlijk een ongeluk. Maar de krach
ten die daar vrij komen, zijn minder onschul
dig. Een demagoog kan daar gemakkelijk
misbruik van maken”.
De mens staat voor de keus. Zelfvernieti
ging of voortbestaan op een hoger niveau,
van volwassenheid. In zijn boek „Leren om
te overleven” geeft Steven C. Derksen aan
hoe we de onbegaanbaar geworden weg
van het geweld moeten verlaten. Vredes-
opvoeding op de scholen is daarvoor een
vereiste;
In het boek dat als proefschrift aan de
Vrije Universiteit van Brussel is verschenen
staat dat een fundamentele verandering in
opening van de Atlantische onderwijscon-
ferentie op het belang van dergelijk onder
wijs gewezen en tegelijk de ideeën gepre
zen van de voormalige onderwijzer en
vervolgens leraar maatschappijleer aan de
Pedagogische Academie in Meppel.
ons politieke denken niet alleen noodzake
lijk maar ook mogelijk is.
Het proefschrift heeft toenemende be
langstelling in onderwijskringen. Ook de
Koninklijke Militaire Academie, waar be
roepsofficieren worden opgeleid heeft het
welwillend ontvangen en overweegt het in
het lesprogramma op te nemen.
Pieter van de Vliet las het boek en sprak
met de schrijver.
■4
leed wordt verkocht
weg
me
Alle
3 er
Een groeiend aantal landen (dertig?) beschikt
over atoomwapens. Ook kleine, politiek instabiele,
landen waar de nood hoog is.
Derksen: „De atoombom was het snijpunt in de
geschiedenis. Het moment waarop we ons meer dan
ooit hadden moeten realiseren dat vrede meer is
dan geen oorlog. Dat er naast een aantal wijzigin
gen in de maatschappelijke en politieke structuren
ook een aantal veranderingen in het denken en het
gedrag van de mens, speciaal wat betreft de inter
nationale politiek, noodzakelijk zijn geworden”.
De enorme groei van de technologische ontwikke
ling is niet gepaard gegaan met een groei van het
menselijk inzicht en verantwoordelijkheidsgevoel.
Het tegenovergestelde is eerder het geval.
„De mens heeft de weg naar de sterren gevonden,
maar is in zijn eigen wereld steeds meer ver
dwaald”.
Politici, ook in Nederland, doen er weinig aan
daar verandering in te brengen, vindt Derksen. „Ze
staren zich blind op sociaal-economische kwesties,
terwijl cultureel-pedagogische zaken bitter weinig
aandacht krijgen. Een gezonde economie lijkt be-
langrijker dan een gezond mens. Als je sommige
politici beluistert, lijkt het grootste probleem op de
wereld het wel of niet aftoppen. Maar als ik het
tijdens een van mijn lezingen over identiteitscrisis
heb hangen ze aan je lippen.”
Het onderwijs is nog nauwelijks gericht op het
ontwikkelen van een psychochisch volwassen, ge
zond mens. Volgens Derksen is dat „iemand die
geestelijk (emotioneel) zo stevig in zijn schoenen
staat (wiens zelfgevoel zo sterk is ontwikkeld), dat
hij met veranderingen, teleurstellingen en conflic
ten in de wereld zodanig kan omgaan dat zijn
gevoel van eigenwaarde niet in die mate in het
gedrang komt dat agressieve gedragspatronen (die
iedereen heeft) gaan overheersen en een juiste kijk
op zichzelf en anderen (en op de wereld) verloren
gaat”
„Mensen die bijvoorbeeld de wereld kunnen zien
zoals ze is, niet zoals ze wensen. Die in staat zijn
verschillen in opvattingen te verdragen, zich zelf te
blijven en anderen tot hun recht te laten komen.
Zij zien wetten en maatschappelijke formules als
een bron van vernieuwing in plaats van als een door
het verleden geheiligd en op instandhouding van de
gevestigde orde gericht mechanisme. Omdat ver
standige mensen ongehoorzaam durven zijn, omdat
ze weten dat er een heleboel tussen ja en nee is. Dat
niets helemaal zeker is.
Mensen die niet bang zijn voor het onbekende maar
het vreemde ervaren als een verrijking van hun
eigen bestaan. Die kunnen leven met een minimum
aan zekerheid. Die hun spanningen en angsten
onderkennen”.
ken
kte-
een
ens
een
ien.
zie
ook
j te
wee
het
een
ben
Derksen rekent af met de zogenaamde kritische
polemologen en dito leraren die beweren dat als de
maatschappij maar wordt veranderd, ook de mens
wel verandert.
„Neo-marxistische schrijvers die alles verwach
ten van een politieke aanpak en zich weinig af niets
aan een op het individu afgestemde politieke vor
ming gelegen laten liggen, maken zich dus even zeer
„Hoe algemeen het denken in termen van geweld
is blijkt ook uit het feit dat links zich in dit opzicht
nauwelijks (meer) onderscheid van rechts. Hitlers
bekende uitspraak dat al het grote uit het geweld
voortkomt blijkt ook daar steeds meer opgeld te
doen. Termen als „nieuw” of „bevrijdend” geweld
(onder anderen gebruikt door Fanon, Malcolm,
Satre, Carmichael, Dencik, bij ons Reckman) en
„creatieve haat” spreken in dit opzicht duidelijke
taal. Zo kern men stellen dat de „helden van het
geweld” (straks weer de moordenaars?) nog altijd
„onder ons” zijn, ook al zijn het dan voor een deel
„andere” helden.
heb
nse
sfd-
isje
me
aid.
als
lan-
;aat
dat
en
aar
>rdt
uit.
vrij
zit-
ijd-
lan.
lus-
laal
Hen
'ha-
?ra-
/en.
gen
akt.
luik
ent.
s je
’t is
niet
ven
sijn
lan
lijk
ein.
isst
icht
een
:act
e ik
jan
!ing
om
it je
een
>en,
die
op-
Zo
ben
van
nin
aar
te-
i uit
van
die
jen-
het
het
I is?
isen
me
■Jk
heb
zeer
3cht
icht
a ik
nog
tro-
iur-
•en,
te
mt,
ien
er
en”
an-
aar
Derksen: „In een tot mislukken gedoemde poging
probeert de mens het groeiende gat in zijn bestaan
op te vuUen met materieel welzijn en met sensaties.
Maar het gevoel van onbehagen en machteloosheid
kan je er niet mee verdrijven. Niet met Ajax-
Feyenoord. En niet met duur comfort. Steeds méér
van aUes werkt verslavend en doet de onvrede niet
verdwijnen”.
„Mijn schoonmoeder zei altijd: Het meer is nooit
vol”.
De mens die de zin van het leven niet meer
ervaart is geneigd tot zelfvernietiging. Als hij dan
ook nog beschikt over wapens waarvan hij de
gevolgen niet overziet, omdat hij denkt in de sfeer
van conventionele oorlogvoering, een verouderd
veiligheidsdenken, kan zonder overdrijving wor
den gesproken van een levensgevaarlijke situatie.
„Kritisch denken is moeilijk. Dat geldt voor Rus
sen over Amerikanen. En voor Amerikanen over
Russen.
De Russische vrije-tijdscultuur (film, lectuur) be
vat minder uitingen van agressiviteit dan die van
het kapitalistische westen. Niemand in het westen
die aan dit aspect van de Russische samenleving
aandacht besteedt”.
Derksen: „Er bestaat in het westen te veel de
neiging de Russen vast te pinnen op de dissidenten.
Men wil alleen het slechte in de Sovjet-Unie zien. Ik
heb persoonlijk een voorkeur voor het democrati
sche systeem, dus niet voor het Russische. Maar in
mijn denken is ook plaats voor het oosten. In
schablonen denken is gevaarlijk. Niet eerlijk voor
al. Psychisch onvolwassen”.
Als voorbeeld van psychisch onvolwassen men
sen noemt Derksen de groep VS-senatoren, die
destijds ernstige morele en politieke bezwaren had
den tegen het bombarderen van steden in Noord-
Vietnam, maar bleven zwijgen uit angst voor het
predikaat „soft on communism”. Ze waren bang,
dat ze voor handlangers van het communisme
zouden worden versleten. Een houding die van
weinig persoonlijke moed getuigde.
Derksen is de man uit de tijd van het vroege
socialisme (SDAP). De in die tijd nagestreefde
zelfontplooiing en zelfverheffing van de arbeider
ervaart hij nog steeds als zinvol. Hij heeft zich dan
ook geërgerd aan leerlingen van het voortgezet
onderwijs, die klaagden over moeilijke woorden in
Vrij Nederland. Hij nam het niet de leerlingen
kwalijk, wel de opvoeders.
Dat kennis niet meer belangrijk zou zijn vindt hij
niet alleen modieuze onzin maar ook een gevaarlij
ke redenering. „Het verstand is de enige dunne
draad die ons met de toekomst verbindt. Het is
onverantwoord niet alle mogelijkheden die het ver
stand ons biedt te benutten”.
Hij vindt het daarom volstrekt onjuist dat kinde
ren op basisscholen rekenmachientjes tot hun be
schikking krijgen. Een technische ontwikkeling die
lui maakt en bijdraagt tot de mayonaise-cultuur.
Een broertje dood heeft Derksen ook aan onzin
delijke politici, zeker als ze van links zijn.
Derksen: „Ik ben ook niet zo’n heilig boontje,
maar je moet toch althans proberen naar je princi
pes te leven. Als we de wereld willen saneren en
humaniseren, moeten we toch onze uiterste best
doen wat betreft onze eigen handel en wandel”.
In plaats van de oude oorlogsheld is niet zelden de
held van de revolutie gekomen. In deze lijn ligt ook
een deel van de politieke wetenschappen. Terwijl
vroeger oorlogen gerechtvaardigd waren en revolu
ties werden veroordeeld is men nu in veel kringen
eerder geneigd de oorlog als een „verdommingspro-
ces” te beschouwen en de revolutie als een beslis
sende ingreep in de maatschappelijke venieuwings-
processen toe te juichen.
De radicale polemoloog L. Denick gaat hierbij
nog "het verst als hij de oorlog en de revolutie als
vredesmiddelen bij uitstek aanprijst. Niet zo ver
wonderlijk mag het daarom heten dat M. Ros zowel
in Duitsland als Italië een duidelijke nostalgie
(heimwee) naar het fascisme constateert, schrijft
Derksen.
Hij zegt: De RAF bijvoorbeeld is kapot gegaan
aan het absolute geloof in de mens. Ze heeft de
slechte mens niet willen zien, heeft zich blind ge
staard op een totaal nieuw mens. Ze is zo teleurge
steld, zo gefrustreerd dat ze diezelfde hemelhoog
verheven mens is gaan vernietigen. De RAF heeft
de duivel ontkend en toen dit ten onrechte bleek is
ze des duivels geworden”.
„Een realist mag zijn verwachtingen nooit te hoog
stellen. De mens kan van deze aarde geen hemel
maken, maar hij mag ook niet toezien dat het een
hel wordt. Het opnemen voor de in onze tijd veel te
weinig gestimuleerde „zachte krachten” is het min
ste wat we kunnen doen, vindt Derksen. We moeten
dat doen tegen alle mogelijke verwijten van half
zachtheid en hoongelach in. „Zelfs de oude, waar
schijnlijk wijs geworden vechtjas MacArthur, die
nota bene nog de atoombom tegen China had willen
gebruiken, deed dat”.
„Leren om te overleven”, tweede druk, 25,90, te bestel
len bij de boekhandel, ook bij de auteur door overmaking
van 27,90 op giro 80.70.74 ten name van S. C. Derksen,
Meppel.
zo blijkt uit een zeer representatief onderzoek van
de Amerikaan Kohlberg onder duizenden mensen
uit heel uiteenlopende milieus. Slechts tien procent
van de onderzochten blijkt te kunnen samenwer
ken op basis van geven en nemen en het eigen
stadpunt met dat van de ander in evenwicht te
kunnen brengen.
De meesten leren niet de normen te toetsen, de
normen te objectiveren. Dat komt doordat ze in het
gezin en in het onderwijs niet de kans hebben
gekregen zich te trainen in het vermogen kritisch
kennis te verwerven, te verwerken en toe te passen.
Toch biedt vooral het voortgezet onderwijs goede
kansen voor een dergelijke op conflictbeheersing
gerichte opvoeding”.
Derksen vindt het een schandaal dat aan het
ontwikkelen van het zelfstandig denken nog zo
bitter weinig aandacht wordt gesteed. Alleen op
voeden tot een innerlijke flexibiliteit kan het ge
vaarlijke axioma-denken doorbreken, oftewel het
klakkeloos aanvaarden van wat klakkeloos is aan
gepraat.
„Naarmate mensen minder van zichzelf en van
anderen weten, omdat ze niet hebben geleerd dat te
weten te komen, zullen ze zich meer vasthouden
aan eenmaal ingenomen standpunten. Ze zullen
neigen tot het kritiekloos gehoorzamen van de
autoriteit, zich door de groep laten dwingen”.
Deze modale, conventionele, law and order-geo-
riënteerde mens klampt zich vast aan idolen. Pop
sterren, koningshuizen enz. Deze mens wordt snel
beïnvloed door verleiders als mode- en vermaakin-
dustrie. Gemakkelijke slachtoffers van de STER-
reclame.
Volgens Derksen heeft dit angstige type niet
geleerd nee te durven zeggen. Niet geleerd om te
gaan met de eigen duisterheden. Hij durft zijn eigen
slechtigheid niet onder ogen te zien.
Als een van de dilemma’s stelt de Amerikaan
Kohlberg bij zijn eerder genoemde onderzoek het
volgende. Een vrouw, die aan kanker lijdt, is ster
vende. Ze heeft een verdovend middel nodig. Haar
man probeert dit langs wettige weg te verkrijgen,
maar slaagt daar niet in. Ten slotte steelt hij het.
Het merendeel van de onderzochten vond dat ont
oelaatbaar. Voor hen telde het gebod „gij zult niet
stelen” te zwaar. De meer kritische mensen vonden
dat in genoemd geval het gebod genegeerd moest
worden.
„Het gebruik van woorden als „overkill”, schone
bommen, nucleaire paraplu, evenals dat van „me-
gadoden”, „doomsdaymachine” (respectievelijk
een miljoen doden, een hypothetische machine
waarmee we door een druk op de knop de hele
wereld zouden kunnen vernietigen enz.) wijst erop
hoe zeer ons technisch kunnen onze ethische nor
men heeft verdrongen en hoe zeer we ernaar stre
ven de minder plezierige dingen uit ons bewustzijn
te verdringen. De hele militair-politieke strategie
loop over van dit soort taalgebruik, dat in veel
gevallen tot doel heeft tegenover de publieke opinie
de ernst van de huidige situatie te verbloemen en/of
het eigen geweten te sussen”, aldus Derksen in zijn
boek.
„De ontwikkeling van de nucleaire wapens
plaatst de mens voor de keuze de vrede te winnen of
te verdwijnen”.
„De mogelijkheid dat een klein (arm) land in een
toestand van uitzichtloosheid zijn heil in een ge
welddadige oplossing gaat zoeken, is volop aan
wezig”.
aan eenzijdigheid schuldig als de aanhangers van
de humanistische psychologie. Zij komen trouwens
ook in conflict met de desbetreffende opvattingen
van Marx zelf, die ervan uitging dat emancipatie
zowel het vormen van mensen tot onafhankelijke
individuen inhield als de vorming tot staatsburger”.
Zij allen onderschatten de rol van de mens in de
maatschappelijke veranderingsprocessen. „De
mens kan zich bij onderdrukking vrij voelen door
zich te verzetten en in een volmaakte democratie
onvrij zijn door zich bij de bestaande feiten neer te
leggen”.
Derksen: „De ware goddelozen zijn de mensen
die zich bij de feiten neerleggen. Zij zijn even
schuldig als de vernietigers. Want allen zijn aan
alles schuldig. Echte actievoerders, waar vind je ze
nog”.
„Voetbal is tegenwoordig een spiegel van de
maatschappij. In die spiegel zie je dat we steeds
meer gewend raken aan geweld. Iemand neerleg
gen is normaal geworden, iemand niet neerleggen is
abnormaal. Een mes op het veld is voor een scheids
rechter onvoldoende om een wedstrijd te staken.
De scheidsrechter verontschuldigt zich zelfs dat hij
eventjes moet onderbreken. Hij excuseert zich als
het ware voor het feit dat hij het geweld niet
gewoon vrij baan laat”.
„Vroeger werden auto- en motorraces afgelast als
er een dode viel. Dat is ook al lang niet meer het
|geval. Het is een gewenningsproces. We zijn gewend
geraakt aan zoveel geweld, dat de weerstand om
geweld te gebruiken wordt uitgeslepen”.
„Het is verontrustend, dat het messenincident
zich voordeed bij een zo’n keurige club met een zo
ingetogen publiek als dat van Groningen”.
„We zetten bordjes verboden toegang neer. Maar
niet voor de bioscopen waar in toenemende mate
films worden vertoond die behalve door een law
and order mentaliteit worden gekenmerkt door een
volslagen gebrek aan menselijkheid. In een toene
mend aantal films wordt geweld als volstrekt legi
tiem verkocht. Geweld wordt in toenemende mate
verheerlijkt. In films van James Bond bijvoorbeeld,
die door en door fascistisch zijn. Het zelfde geldt
voor een niet gering aantal kranten en tijdschriften.
Geweld en leed worden verkocht, ook aan kleine
kinderen. Terwijl medelijden wordt afgeleerd, be
lachelijk gemaakt”.
Geweld is gewoon;
4
Z