Leuk om terug te zien Meta houdt van pontjes lll Gekkengetal, ongeluksgetal, heilige getal door dr. P. H. Schröder Milieu-vriendelijk fietsen door Nederland door Henk Dam s De sprookjes Elf en dertien Zinnebeeldig iMi I I Er zijn zeven hoofdzonden en zeven werken van barmhartigheid. Verder de zeven wereld wonderen, de zeven wijzen van Griekenland en de zeven slapers van Ephese. Dan de zeven kampioenen van het christendom, de zeven wijzen van Rome en de zeven tegen Thebe., De rij kan worden voortgezet met de zeven heme len, de zeven vette en de zeven magere jaren, en de zeven koningen die over Rome hebben geregeerd. Zeven steden beroemen er zich op de geboorteplaats van Homerus te zijn. In de Openbaring van Johannes wordt gesproken over een boek met zeven zegels verzegeld, maar ook over een lam met zeven horens en zeven ogen dat de zegels verbreekt., En dan zijn er ook de sprookjes over de wolf en de zeven geitjes en over Klein Duimpje met de zevenmijlslaarzen. En we lopen niet in zeven sloten tegelijk, maar dansen de zevensprong. Deze reeks, die zeker nog kan worden aange vuld, laat wel duidelijk zien hoe belangrijk het getal zeven op allerlei gebieden van het leven was en is. „leder veer dat verdwijnt be tekent een verarming /van het landschap en bovendien een gemis voor de niet-autobezitter. Laten we daarom op al onze tochten gebruik maken van de veren en ponten die zich drij vende hebben kunnen houden, ook al zouden wij er een eindje voor om moeten”. Aldus een oproep aan de fietsers onder ons in het zojuist verschenen boek „Fietsen in Nederland” van Meta de Visser uit het onder de veelkleurige rook van Rotterdam gelegen slaapstadje Ridderkerk. Zij heeft er zelf in ieder geval alles aan gedaan om elk pontje, al is het ook niet meer dan een groot uitgevallen roeiboot, voor ons waterrijke deltagebied te be houden. Want in de 37 „milieuvrien delijke” fietstochten die het boek beschrijft, zijn zoveel mo gelijk ponten, veren en andere heen-en-weer-bootjes opgeno men. Die tochten gaan door Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Utrecht. 'ij t kSS^. 7■/7 I'llTbT 7..'/.'.77'J/!.| 1 Getallensymboliek niet voor een gat te vangen Ook de oud-Perzische wijsgeer Zaratnoestra^-^^ aan- „Wat doen ze nu met dse stam Hoe de aardnoten groeien. st id weereen heruitgegeven brokje nostalgie. Deprijs is J'28.50. Dat is twee jaar en ruim 1200 kilometer fietsen geweest voor de Ridderkerkse, die inmiddels al weer is begonnen deel 2 bij,elkaar te peddelen. Dat deel gaat over de provincies die nog niet aan bod zijn gekomen. Weer een stukje fijn-Nederland dat dreigde te verdwijnen. Meta greep haar potlood en begon te schrijven aan ..Rivieren, dijken, polders en overzetveren", waarin dertien is een merkwaardig getal. In de eerste plaats is het, evenals elf, ondeelbaar, maar belang- rijker is het argument dat het christendom heeft aangevoerd om dertien tot het typische ongeluksge tal te stempelen. Bij het Laatste Avondrriaal was Jezus omringd door de twaalf discipelen. Het gezel schap bestond dus uit dertien personen en er is weinig verbeeldingskracht nodig om in Judas de verrader de dertiende te zien. Maar al eeuwen eerder gold bij allerlei volkeren dertien als een ongeluks- maar ook weer als een geluksgetal, als som immers van tien en drie. Men ziet het: de getallensymboliek is vindingrijk en niet voor één gat te vangen. zestal vormden, evenals de geitjes en de dochtertjes van de reus. Want het jaar telt vanouds twaalf maanden. Men heeft sprookjes wel eens dromen der mens- Voor oudere Nederlanders leuk om terug te zien en voor jongeren leuk om eens te zien: ..De wereld in”, het leesboek voor school geschreven door Jan Lichthart en H. Scheepstra met tekeningen van Jetses. Uit lang vervlogen jaren. Dit boekje, dat in de oorspronkelijke stijl is heruitgegeven, beleefde zijn achtendertigste druk. Uitgeverij Sijthoff plaatste het in zijn reeks Ot en Sien-uitgaven: ,,Nog bij moeder", „Buurkinderen". „Dicht bij huis", nu dus „De wereld in". Deze uitgave (naar de oorspronkelijke editie van 1902) is bewerkt doorG. van Hees. Ook dit boek maakte deel uit van het leersysteenivan de bekende vaderlandse pedagoog Jan Ligthart. Aan de hand van verhaaltjes en gedichtjes en liedjes kregen de kinderen onder richt in wat er zich in „de wereld" - dat bleek toen een heel klein wereldje te zijn - afspeelt. Alzo Meta houdt van pontjes. Daar heeft ze eerder al eens een boek over geschreven, dat vlot werd verkocht. En dat hebben we dan allemaal te danken aan die ene keer in 1973, toen ze op het veer naar Kinderdijk stond te wachten. Ze kon wachten tot ze evenveel als haar fiets woog, want het veer kwam niet. Het was opgeheven. Voor Meta niet alleen een bittere teleurstelling, maar ook aanlei ding om ingezonden brieven in de plaatselijke pers te schrijven. Van het ene veer kwam het an dere pontje. Meta de Visser ging actief Onderzoeken wat er met al die bootjes was gebeurd, of stond te gebeuren. Tot haar schrik bleek dat veel heen-en-weer-bootjes ge ruisloos van het wateroppervlak waren verdwenen. Wij moeten ervan uitgaan dat beide hiervoor genoemde sprookjes, zowel Klein Duimpje als De Wolf en de zeven geitjes oorspronkelijk natuurmy- then zijn geweest. Daarin stelden Klein Duimpje en zijn broertjes de zomermaanden voor die ’in de winter hongerig door het bos dwalen. Eindelijk ontwaren zij een lichtje en moeder aarde die van al haar kinderen evenveel houdt, neemt ze op. Maar de winterreus zou ze zeker gedood hebben als Klein Duimpje geen list verzonnen had. Hij neemt de dochtertjes van de reus die in dezelfde kamer slapen hun kroontjes af de wintermaanden rege ren dus niet langer en zet ze op zijn eigen hoop en dat van de broertjes. In het donker rondtastend doodt.nu de reus zijn eigen kinderen. In alle vroegte vluchten Klein Duimpje en zijn broertjes, de reus achtervolgt hen, maar,als hij ze bijna heeft inge haald overvalt hem een plotselinge vermoeidheid - de winter is verzwakt en hij valt in slaap. Dan neemt Klein Duimpje'zijn kans waar: hij onthoofdt de reus, trekt hem zijn laarzen uit en met zeven mijlslaarzen snelt de lente door het land. Ook de geitjes zijn de zommermaanden. De winter, ditmaal in de gedaante van de boze wolf, weet ze te misleiden en ondanks moedert; waarschuwingen dringt hij binnen en verslindt ze. Alleen de kleinste, de jongste, de slimste, weet hij niet te vinden, die heeft zich in de klok verscholen. Hij wacht zijn tijd af. Ook hier gaat de winter slapend te gronde: moeder snijdt de buik van de wolf open, de geitjes springen er vrolijk uit en de wolf verdrinkt in de put. Het is de wisseling der seizoenen die in beide mythen wordt uitgebeeld. Pas: later, toen de eigen lijke betekenis was verloren gegaan, werden de mythen tot sprookjes en daarin kon het magische getal zeven binnenstuipen. Want het is duidelijk dat Klein Duimpje en zijn broertjes oorspronkelijk een heid genoemd. Eén van die dromen is zeker geweest dat koude, duisternis en winter toch altijd weer door de lente, het licht en de warmte zullen worden overwonnen. Aan Napoleon wordt de uitspraak toegeschreven: Du sublime au ridicule il n'ya qu'un pas, van het verhevene is het belachelijke slechts één schrede verwijderd. Nu vonden wij al dat het getal tien als het symbool der christelijke volmaaktheid werd beschouwd. Het is namelijk de som van vier opeen volgende getallen: 1+2+3+4=10 of anders gezegd: 3+7=10. En hoe „heilig” drie en zeven waren is al gebleken. Gaan wij nu, uitgaande van tien, één schrede verder, dan komen wij bij elf ofwel wij zetten de stap die van het verheve naar het belache lijke .leidt. Daarom is elf het gekkengetal. Ook i Merkwaardig is dat het getal drie daartegenover wat mager uit de bus komt. Natuurlijk is er de Heilige Drieeëeriheid, er zijn de drie koningen. de drie oervaders Sem, Cham en Japhet en de drie aartsvaders. Verder is driemaal scheepsrecht en alle goede 'dingen bestaan uit drie. Men zegt: wis en 1 drie; eenmaal, andermaal voor de derde maal en zet J een gezicht als drie dagen slecht weer. Guido Gezel- le rijmde: met drie dingen is men in een huis j verlegen: de rook, een boos wijf en de regen. Verder k is drie in de oude rechtspraak van grote betekenis, I: maar tegenover zeven is de oogst toch schraal. g En dat is helemaal het geVal bij het getal tien. Daar moeten wij volstaan met de tien geboden, de tien plagen van Egypte en de tien stammen van Israel. En ook rekenen we in het tientallig stelsel. Toch noemt Dante in zijn grote gedicht, de Divina j Commedia, tien het getal der christelijke volmaakt heid en wonderlijk genoeg wordt de hele structuur van zijn werk beheerst door de getallen drie en tien. Het gedicht is in drie delen verdeeld en geschreven in strofen van drie regels. Elk deel telt 33 zangen en er is één voorzang ter inleiding. In totaal düs 100 zangen, het kwadraat van het volmaakte getal tien. Elk der drie rijken die beschreven worden: bestaat breiding van een industrieterrein. Een karakteristiek citaat uit het boek: „De weg naar Eemnesser- vaart eindigt bij een boederij op een terp. De enorme boom voor de boerderij gaf dit hooggelegen punt in de vlakke^polder een niet- verwachte beslotenheid. Ik voelde me er thuis alsof ik er jaren had gewoond. En ondanks de regen Uit een voorhof plus negen kringen, samen dus weer tien. Er zijn tien afdalingen in de hel, tien treden die bestegen moeten worden op de Loute ringsberg en tien Hemelsferen. Maar er is meer. Beatrice, de vereerde aangebe dene van Dante, verschijnt hem in het gedicht er spreekt hem toe. Dat gebeurt in het middelste ven van de dertigste (driemaal tien!). Zang van de Louteringsberg en die dertigste zang wordt vooraf gegaan door 63 zangen (de voorzang. 33 zangen ovei de hel en 29 Louteringsberg) en gevolgd door 3( zangen (3 .Louteringsberg en 33 Hemel). Die beide cijfers, 03 en 36 bestaan beide uit twee cijfers die samen negen vormen, het kwadraat van drie. Hiermee zifter) we midden in de getallensymbo liek, de zinnebeeldige duiding van getallen. De oude Aziatische cultuurvolkeren brachten de getallen in verband metTiemellichamen en góden. Bij de Baby- loniërs bezaten vooral de getallen drie en zeven bijzofidere symbolische waarde, misschien ook om dat ze ondeelbaar zijn en ondeelbaarheid gold als een motief voor „heiligheid". Het schijnt dat de Babyloniërs in heel oude tijd een week kenden die vijf dagen telde, mabr dat ze daarvan omstreeks 1600 voor Christus een zevendaagse week hebben gemaakt, de week die wij nu nog hebben. De klassieke oudheid kende de zeven hemelsfe ren, vandaar dat wij af en toe in de zevende hemel zijn, maar ook de zeven planeten, de zeven metalen en de zeven kleuren. In de middeleeuwen kreeg zeven weer een aparte „geur van heiligheid" door dat men dit getal beschouwde als de optelling van drie en vier, dat wil zeggen: van de H. Drievuldig heid en de vier elementen: aarde, water, vuur en lucht. Door de vereniging van deze beide werd zeven dus de verbinding tussen het goddelijke en het aardse, het getal dat als het ware hemel en aarde omvatte. bonden actiegroeperingen schouwelijk maakt. Dat gaat dan zo van: en deze molen is dankzij actiegroep zus- en-zo niet opgeofferd aan de snel weg. Of: hier lag vroeger een stuk je uniek bos. Ondanks veel verzet van werkgroep die-en-die is het hout weggekapt terwille van uit- flMfl 20 fietsroutes met veel veren daar in opgenomen. Er kwamen massa’s reacties op dit nostalgische werkje. Vandaar het ambitieuze plan om in twee delen een boek te schrijven over een langzaam stervend Ne derland. Het Nederland namelijk van de kleine weggetjes, van de kleine fabriekjes, van de kleine boertjes, het Holland van de fiets en het veer. Dat stuk land aan de mon ding van de Rijn dus, waar Ko- ning Welvaart nog niet zijn groot schalige plannen ten uitvoer heeft gebracht. Een boek over mooi-Holland dus? Meta vindt dat maar ten dele waar. „Ik heb er niet in de eerste plaats naar gestreefd een toeris tisch boek te maken. Het is niet dut toeristen er geen plezier van kunnen beleven, maar het is in de eerste plaats een actieboek, een miheuboek". „Ik heb aandacht willen vragen voor het kleinschalige, voor die streken waar het verband tussen wonen en werken nog duidelijk ligt. Nog duidelijk want iedereen die die tochten maakt, moet wel het idee krijgen dut er het een en ander op het spel staat." Een actieboek dus. Met actie groepen. Want een van de bijzon dere kantjes van „Fietsen in Ne derland" is. dat het het werk van allerlei doorgaans zeer plaatsge- die niet begon te vallen bleef ik een hele poos op de sluismuur zitten. Wat een geluk, dat de na tuur- en milieu-organisaties dit ga ve landschap voor aantasting heb ben behoed door in beroep te gaan tegen een verleende boorvergun- ning!” Of: ,;We fietsen dus naar Mars- sum en zien alweer helaas dat ook in het boerenbedrijf de consumptiemaatschappij zich doet gelden. Op veel grotè schuren zijn enorme witte en grijze silo’s te zien: veelal bio-industrie.' Geluk kig zien we ook nog scharrelkip- pen en loslopend vee en kleinscha lige bedrijfjes (hoelang nog?)" In haar alternatief ingerichte flat zegt Meta de Visser: „Nc ik doe dat dus zo bij het bepalen n een route. Eerst kijk ik de militu- tijdschriften en m’n knipsels door. Dan lees ik over actiegroepen ter plaatse en daar neem ik dan kon- takt mee op”. „Verder kijk ik op een toeristen- kaart van de ANWB naar de klei ne weggetjes, en naar de pontjes natuurlijk. Aan de hand daarvan en de plaatsen waar actiegroepe ringen werken of hebben gewerkt zet ik dan een route uit”. „Die route fiets ik. Onderweg maak ik aantekeningen en foto’s. Ik probeer ook met mensen van actiegroepen te praten, en met bij voorbeeld ambtenaren en VVV’s. Zo krijg je dan een beeld van wat bewaard is gebleven en wat dreigt te verdwijnen”. Als je het boek doorkijkt, krijg je de indruk dat Meta de Visser een echte milieufreak is, zoals men dat noemt. Dat beaamt ze. „Ik ben een jaar of acht geleden met het milieu begonnen. De kin deren begonnen wat groter te wor den, en je hebt dan wat meer tijd om te lezen. Toen kwam ik een advertentie tegen in de Haagse Post met als kop: Hebben onze kinderen nog een toekomst?” Het was een advertentie van de groep Milieudefensie. „Daar ben ik toen gelijk op afgestapt. Je komt op bijeenkomsten, en voeral zie je dat ontwakende milieubesef. Je maakt elkaarenthousiast”. Meta’s engagement met Alles Wat Nog Schoon En Mooi Is blijkt wel, als we haar vragen van welke actiegroepen ze nu zelf lid is. Ze begint een opsomming, aarzelt halverwege en zegt uiteindelijk: „Ik heb het wel ergens opgeschre ven. Het zijn er geloof ik een stuk of twintig". „Fietsen in Nederland - deel 1” met 37 tochten door de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Utrecht, telt 336 van kringlooppapier ge maakt pagina's. Het boek kost I 24,50, maar leden van de Eerste Nederlandse Fietsers Bond (ENFB) betalen een gereduceerde prijs. „Fietsen in Nederland” is uitgegeven door Van Gennep in Amsterdam. werkte met symbo'lsctie getallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 21