Vorm in voorseizoen beslissend
tour de France
Duo Levitan/Goddet creëerde boeiende en sensationele Tour
Succes maar ook tegenvallers
voor Post
Él
iK3H
„Tour
Joop Zoetemelk:
niet meer zo zeker”
t
I
H
R i
Massasprints
Tegenvallers
Volgend jaar
Loopbaan
I
I
9
MAANDAG
2 3
JULI
19 7 9
SPORT
I
J
5
I
I
I
I
I I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
f-
e
'4
fo-
elk
aat
i-
>n
r
SS
i
4'
>.»W
SPORTIEF
Bernard Hinault: steeds sterker
Isen
DOOR PETER HEERKENS
»rd
el
I-
WK
1
(Van onze speciale verslaggever)
PARIJS. Naast de zekerheid dat hij
op dit moment een klasse apart is, heeft
Bernard Hinault de beroepswielrennerij
een spannende vraag bezorgd: zal hij een
coureur zijn van de lange carrière, of van
de korte? Centraal daarbij staat zijn ge
bruik van het zware verzet, ofwel „de
groté plaat”. Het wielerwereldje heeft
het druk met dat onderwerp. Bernard
Hinault immers zit anatomisch verkeerd
in elkaar om volgens de wet van de
fietstechniek ongestraft te kunnen blij
ven doen waar hij mee bezig is.
In plaats van de voor het grote verzet
vereiste lange benen die het mogelijk
maken om via een langere pedaalstang
een optimaal hefboomeffect te bereiken,
heeft Bernard Hinault korte benen. Jac
ques Anquetil (als gelegenheidsjourna-
list in deze Tour) die de wielergeschiede-
nisboeken haalde als het prototype grote-
plaat-renner: „Ik sta verwonderd over
wat Hinault met dat zware verzet pres
teert. Dat een renner, die zo gebouwd is
dat kan, vind ik een openbaring”.
Voor Joop Zoetemelk is met het ein
de van de Tour het jaarlijks drukke
criteriumprogramma begonnen. Daar
bij valt het op, dat hij dit keer meer in
Frankrijk rijdt dan de laatste jaren het
geval was. Zoetemelk: „Ze willen alle
maal een duel Hinault-Zoetemelk op
Dat de Tourdirectie volgend jaar
niet of nauwelijks afwijkt van de
structuur die hun evenement dit keer
tot een groot succes maakte, is geen
De kampioen van de lange carrière,
Raymond Poulidor (als televisiecommen
tator dn de volgerskaravaan) voorspelt dat
Bernard Hinault nog wel even meegaat.
„Langer”, aldus- Poulidor, „dan de mees
ten denken. Het punt is namelijk dat hij
wielersport jammer”, zegt hij, „dat deze
Tour zich .toespitste op slechts,twee, cou
reurs. Er zouden eigenlijk wat goede jon
geren bij moeten zijn. Maar helaas, er is
wat dat, jj.etreft weinig in zicht”.
Daar komt dan bovendien bij, dat de
Bernard Hinault zelf: „De tijd zal uitma
ken of en hoe die grote plaat invloed’ heeft
op de duur van mijn loopbaan. Het enige
wat ik ervan kan zeggen is, dat het me
geen moeite kost om zo zwaar te duwen.
T
jn-
9,00
6,62
te
d
is
10,00a
8,52
1,80
-
(Van onze speciale verslaggever)
PARIJS. Geen twijfel mogelijk.
Bernard Hinault won de mooiste Tour
die er de laatste jaren werd verreden.
Boeiend vanaf de start in Fleurance.
Sensationeel in vele etappes. Pas toen
Zoetemelks machtsgreep op de flan
ken van Alpe d'Huez niet meer dan de
ritzege en 47 seconden winst oplever
de, gevolgd door een explosie van Hi
nault in de tijdrit rond Dijon, stond
vast dat de Fransen evenals vorig jaar
konden juichen.
Dat er de laatste etappes alleen
maar prestigegevechten werden gele
verd, nam iedereen in de volgerskara
vaan voor lief. Er was te veel schok
kends gebeurd, om ook nog een zinde
rende spanning op de Champs Elysees
te mogen verwachten. Het was trou-
demonstratie van Hinaults overmacht nog
geen climax heeft bereikt. Hij groeit van
jaar tot jaar. „En”, zegt hij, „ik leer elk
seizoen nog een hoop”. In deze Tour de
France werd dat bewezen op het onder
deel „massasprint”. Tot nu toe maakte
Hinault daar geen bijzonder werk van. Hij
schaafde eerst aan andere punten.
16,80-
'0,0(L
>9,00-
>5.007
'9,00
9,00;
>6,50
3,70
>9,60
'3,50
16,001
0,00
1,50
9,40
7,80
4,00
3,00
3,30d
7,00
3,50
6,90
6,50
5,20
6,00e
6,50
7,80
>1,801
5,50
8,60d
8.00d
7,00
7,00
9,50
7,90d
1,70
0,00
1.50
9,80
7,00
9,00
4,60
6,90
3.50
3.30
4,10
8,56
8,20e
5,00
0,00
6,00
6,00
9,00
0,00b
En wat mijn carrière betreft: ik heb me
voorgenomen om zeker niet langer dan tot
mijn 32ste jaar te koersen. Dan is mijn
zoon 12 en wordt het hoog tijd dat ik me
met hem kan bezighouden zoals een vader
dat behoort te doen”.
5,00
3,00
8,90a
9,30
7,80
6,80
1.00
1,70
8,00
7,50
5,00
8,00
0,70e
>5,20
>2,50
1,50;
7,501
>8,50-
>1.2K
1,50-
hun programma".
Financieel lijkt dat een goede zaak,
„maar”, houdt Zoetemelk-voor, „ik
word er niet veel beter van. Ik zit
namelijk met mijn startgeld al aan de
top. Wil je hoger, dan moet je daar een
klinkend resultaat voor halen. Dat zou
Wanneer zijn concurrenten hun ketting
op de kroon met 13 tanden gooien en met
een tandblad van 53 per volledige pedaal-
omwenteling 8 meter 68 afleggen, grijpt
Hinault naar het moordende wapen van
12 tandjes: 9 meter 44. „En als het hele
maal moet”, zegt hij, „trek ik ’m op de 54-
12”. Met die grote plaat haalt Bernard
Hinault dan 9 meter 59 per volledige pe-
daalomwenteling.
Eddy Merckx (als toerist in de laatste
Tour-week): „Natuurlijk is het verbazing
wekkend wat Hinault laat zien, maar men
moet niet vergeten dat hij opgroeide met
dat zware verzet. Vroeger bestond dat
doodgewoon niet. Tegenwoordig mogen
junioren met een derailleur rijden, wat in
mijn beginnerstijd verboden was. Ik heb
mijn eerste belangrijke profkoersen gere
den met 14 tandjes (8.06 meter - red.) en
langzaamaan kwam de 13 erin en toen de
12".
|j Johan van de Velde: vertrouwen niet
beschaamd.
12,00
0,12
5,53
Vorig jaar had Hinault op Zoete
melk 3 minuten en 56 seconden voor
sprong en op Agostinho bijna zeven
minuten. Dit keer was de achterstand
van Zoetemelk ruim een halve minuut
minder. Agostinho’s achterstand
daarentegen bedroeg bijna het vier
voudige van 1978. Het accentueerde
alleen maar de superioriteit van Hi
nault. Een superioriteit die de tweede
plaats van Zoetemelk nog meer glans
gaf. Want de strijd over bijna 3800
kilometer was dan weliswaar een ge
vecht dat schitterend voor het Franse
fietswonder eindigde, maar het was
evenzeer het gevecht dat vooral door
Zoetemelk zo’n heroisch karakter
droeg. Kuipers kamikaze-achtige aan
val tussen Rochefort en Metz kon
daaraan niets veranderen.
Misschien lag het niet alleen aan de
structuur van de wedstrijd waardoor
de koers zo’n hard karakter droeg.
Want hard was het zonder meer. Vanaf
de start. Er werden illusies gekraakt
toen de karavaan amper drie dagen
onderweg was. Lucien van Impe hoor
de al niet meer tot de favorieten nadat
pas de helft van de Pyreneën-cols
overwonnen was. Johan de Muynck
verdween roemloos. Johaiisson was
een naamloze. Zijn kopman Gibi Ba-
ronchelli werd (evenals Jan Raas) ge
nadeloos getroffen door de afschuwen
lijke kasseiwegen in het noorden van
Frankrijk, die van de rit naar Roubaix
inderdaad een tocht dobr de hel
maakten.
Pollentier was al lang geen kansheb
ber meer voordat hij, alsgevolg van.
een tuimeling tijdens een etappe over
Zwitsers grondgebied, de strijd staak
te.. De Spanjaarden waren nergens.
Slechts een handjevol bereikte Parijs.
Didi Thurau was al lang blij dat hij. het
zoet van de etappewinst proefde én
zich nog net bij de eerste tien van de
rangschikking kon nestelen. Nilsson
slaagde,er-niet in zijn goede klassering
tot het einde vast te houden. Gery
Vertinden, de Belgische kampioen,
evenmin. Hij en zijn enige eveneens-
redelijk geplaatste ploegmakker An
dré Dierckx gingen zelfs; vroegtijdig*
geen echt grote en stevige concurrentie
heeft. Die tegenstanders voor hem moeten
nog gevormd worden. Dat kost tijd”.
En daar is Bernard Hinault het hart-
grohdig mee eens. „Ik vind het vdqr de
Van de Velde mocht men nog het
excuus van gebrek aan Tourervaring
meegeven. Zijn twee ploegmakkers
niet. Lubberding kon zich in het ver
dere verloop van de wedstrijd niet
meer herstellen van de klappen die op
dé flanken van Peyresourde, Aspin en
Soulor werden uitgedeeld. Peter Post
had meer tegenvallers. Bert Pronk bij
voorbeeld viel door de mand toen op
hem gerekend werd, nadat eerst Wil
fried Wesemael (val in ravijn), vervol
gens Leo van Vliet niet meer tot het
deelnemersveld behoorden. En Stefan
Mutter was evenmin een succes. Te
genover dit alles stond natuurlijk wel
de sportieve en publicitair belangrijke
wifist die de Raleighs veroverden in
dagsuccessen. Grote winst zejfs. Alleen
de jJloeg van Bernard Hinault slaagde
erin om meer etappes buit te maken
dan de formatie van Peter Post. Het
waren er acht voor de equipe van de
eindwinnaar (die er hoogstpersoonlijk
liefst zeven buitmaakte) en zes voor de
Raleighs. Het zouden er zeven geweest
zijn als „de Kneet” in Dijon niet was
gediskwalificeerd wegens vasthouden
aan een auto.
of ik de Ronde van Frankrijk rijd. Ik
ben namelijk niet van plan om een
Tour te doen als ik weet dat die te
I zwaar is voor mijn conditie. Ik wil
waardig afscheid nemen van de wieler-
I sport”.
(Van onze speciale verslaggever)
PARIJS. Joop Zoetemelk heeft
I zich voorgenomen om met ingang van
J volgend jaar niet meer automatisch de
I Tour de France te rijden. „Ik ben met
I mijn 32 jaar op een leeftijd gekomen”,
I zegt hij, „dat ik van keer tot keer zal
bekijken of ik in de Tour start. Tot op
heden was mijn deelname een vanzelf-
j sprekendheid, maar daar stap ik van
af”.
„Ik wil voortaan, afhankelijk van
mijn vorm in het voorseizoen, beslissen
verrassing. Waarom zou men het an
ders doen als de gehanteerde formule
goed gekozen blijkt te zijn? Weinig
verplaatsingen die de renners prikkel
baar en vermoeid maken. Geen halve
etappes. Wel tijdritten per ploeg.. Indi
viduele tijdritten en een handvol etap
pes die op de top van een col eindigen.
een Touroverwinning zijn geweest.
Maar niet een tweede plaats. Daar
krijg ik geen franc meer vöor
Zoetemelks eerste criteriumoptre-
den in Nederland is woensdag in de
beroemde Acht van Chaam. Aanvan
kelijk wees Zoetemelk die aanbieding
af vanwege een contract in Bretagrie.
De Chaamse organisatoren stuurden
manager Jan Derksen naar Parijs niet
dé volmacht om desnoods een privé-
vliegtuig in te zetten voor Zoetemelk.
En dat gebeurt.
’s Morgens landt Zoetemelk op het
vliegveld Seppe bij Roosendaal en me
teen na de koers wordt hij teruggere
den voor een vlucht naar Bretagne
waar hij op die manier het avondcrite-
rium kan halen.
naar huis. Uitgeput verdween voorts
Ulli Sutter uit de voorste gelederen en
vervolgens uit de karavaan. Het was
een slachting.
Kuiper, good-old Agostinho, de reve
laties Bernaudeau en Maasjie Italiaan
Battaglin, zij konden lang voor het
einde alleen nog maar knokken om de
derde of volgende plaatsen. Zoetemelk
en vooral Hinault waren te sterk. Ster
ker dan wie ook. Dus ook sterker dan
Paul Wellens, Henk Lubberding en Jo
han van de Velde, drie renners in wie
hun ploegleider Peter Post zoveel ver-
tfpuwen had gesteld.
Vertrouwen dat voor een deel (Johan
van de Velde) niet beschaamd werd,
rqaar dat daarnaast zowel door Lub
berding en (ondanks zijn klassering bij
de eerste tien) ook door Wellens niét
Werd gehonoreerd. De ploegwan- Peter
Post verloor de slag in de ’Pyreneeën.
Tijdens de historische etappe naar Pa'U
wérden Wellens, Lubberding en Van
de Velde voor eventuele aanspraken
op de gele trui of een klassering in de
ónmiddellijke nabijheid daarvan uit
geschakeld.
Verrassingen waren niet van de
lucht. Fred de Bruyne, van wie men
tevpren had gezegd dat hij met zijn
jppge ploeg, beter nog een jaar kon
wegbjijven, kwam ook met vijf man in
Parijs. Hij had in de persoon van Jo
Maas zelfs een van de grootste revela
ties onder zijn hoede. De prestatie van
Maas was groot. Limburg werd weer
knettergek van de Tour zoals het velé
jaren niet meer was geweest.
De Flandria’s, die een samenraapsel
werden genoemd, sleepten onder lei
ding van Jos Huysmans en Brick
Schotte toch drie etappes in de wacht.
Zij brachten „veteraan” Agostinho bo
vendien op de derde plaats van het
ereplatform. Het eindklassement had
overigens dezelfde volgorde als vorig
jaar. Ook toen gingen Hinault en Zoe
temelk de Portugees vooraf. Alleen
was het v,erschil tussen de twee heer
sers en Agostinho in 1978 beduidend
minder.
HS
wens dankzij de vlucht van Hinault en
Zoetemelk toch al sensationeel
genoeg.
Joop Zoetemelk en Bernard Hinault. Zij maakten de Tour de France 1979. Op de laatste dag onderstreepten ze nogmaals hun
enorme klasse.
Raymond Poulidor, de „eeuwige
tweede” uit een vorige rennersgenefa-
tie, zei het heel duidelijk: „Het was
inderdaad de mooiste Ronde van
Frankrijk sinds lange tijd. Werkelijk
schitterend, alhoewel ik niet durf te
beweren dat het ook de zwaarste was”.
Een succesvolle Tour voor Neder
land, ook al moest Zoetmelk dan weer
(en dus voor de vijfde keer) met de
tweede plaats tevreden zijn en ook al
werd Hennie Kuiper verder naar ach
teren geslagen dan hij had durven ver
moeden. De winst voor Nederland be
stónd immers niet alleen uit de tweede
plaats van Zoetemelk en de vierde
(want dat is toch ook een prestatie) van
Kuiper. Dankzij het sterke rijden van
Jo Maas was er zelfs een derde landge
noot bij de eerste tien van het eindklas
sement te vinden.
Bovendien werd een derde deel van
de etappes Nederlandse winst. De Ra
leighs van Peter Post wonnen namelijk
beide ploegentijdritten en grepen
voorts met wereldkampioen Knete-
mann (twee keer), Jan Raas en Leo van
Vliet naar etappesuccessen. Voor hun
respectievelijk Belgische en Franse
sponsor deden Jo Maas en Joop Zoete
melk dit eveneens. Beiden een keer.
„Het begon met klimmen”, zegt hij. „Dat
leerde ik in de kleinere Franse ronden.
Daarna ben ik kennis gaan maken met de
wijze waarop ze in België koersen. Toen
heb ik de Tour leren kennen. En nu verbe
terde ik de massasprints”. Hoe snel en
hoe goed Bernard Hinault leert, bewees
hij na een voorproefje in Pau (spurtwin-
naar van een groep van 12) met zijn triomf
op de vpprtaatste dag van deze ronde in
Nogent-sur-Marne.
Hinault: „Ik weet nu dat ik geen schrik
meer hoef te hebben wanneer ik met een
groep naar de meet ga. Vorig jaar kostte
me dat gebrek aan ervaring een kans in
het wereldkampioenschap. Ik zétte daar
niet door omdat ik niet de overtuiging had
dat ik een zware koers in de sprint kon
winnen”.
Kortom; de profwielrennerij staat met
Bernard Hinault nog wat te wachten wan
neer het zo doorgaat, vooral wanneer men
weet dat de kordate Breton aan het eind
van deze Tour vaststelde: „Ik heb gemerkt
dat ik versterk in het klimmen. En: in
zelfvertrouwen. Ik was zekerder dan vo
rig jaar”.
Met die laatstgenoemde kwaliteit blijkt
Bernard Hinault het deze ronde één keer
moeilijk gehad te hebben. „In de etappe
naar Roubaix”, zegt hij. „Dat is het enige
moment geweest waarop ik me echt be
dreigd voelde. Als ik toen niét tot het
uiterste was gegaan om de voorsprong
van Zoetemelk zo klein mogelijk te hou
den, had het er voor mij slecht üitgëzién.
Die ontwikkeling werkte uitstekend op
mijn moraal, want als ik verlies win ik
altijd aan kracht bij het terugkomen. Mét
Joop is het net andersom. Dat merkte ik
op dé Ballon dAlsace waar’hij~fysiek tot
het uiterste moest. Het feit <ïat ik heni nog
net op wat seconden kon zetten raakte
hem moreel hard. Dat zag ik. Maar: die rit
naar Roubaix had voor mij een hoop
kunnen verpesten. Ik geloof zelfs dat ik
daar deze Tour verloren zou hebben wan
neer mijn achterstand meer geworden
was dan nu”.
En wat dan? Bernard Hinault: „Wat
dan.Wanneer ik deze Tour verloren
zou hebben.Dan zou ik meteen aan de
volgende ronde gedacht hebben, om die
te winnen”.
bléi
-■
F
'-•T'