Hengelo bisschopsstad voor de christen-turken w/ If fe JÉ I w ,W ••1 i HM TEKEN VAN TEGENSPRAAK DOOR KAROL WOJTYLA BOEKMOZAÏEK Fl ft RABBAN ISA CICEK WERD METROPOLIET 1 H 'Ll I Ob Teken van tegenspraak Verhaal van Jezus door Koen Kappenburg I Monnik Vervolgd Her Problemen De levende God SS Teken van bevrijding 11 if t J. Koec r 5 O „Vernieuwd geloven” is een boek dat eerlijke antwoorden wil geven op kritische vragen. De schrijver is ds. A. C. D. van den Bosch die in zijn boek de teksten heeft uitgewerkt van de tien televisie-uitzendin- gen welke hij in 1978 voor de NCRV heeft verzorgd. Vernieuwd geloven wil zeggen hoe als gelovige in deze tijd te leven met en vanuit het geloof en met de door tientallen eeuwen heen overgeleverde waarheden van het geloof. Ds. Van den Bosch hoopt met andere woorden de boodschap van Jezus beter verstaanbaar en beleefbaar te maken voor de mensen van vandaag. Hij doet dit in eenvoudige en inzichtelijke taal. Ongetwijfeld zullen de zeer rechtzinnigen in de oude leer bezwaren hebben tegen de hier toegepaste duiding van leerstel lingen en belijdenissen. Zij kunnen er echter van verzekerd zijn dat deze televisiepredikant een eerlijke en strikt bijbelse poging heeft gedaan voor velen een nieuwe opening te geven naar het geloof in Jezus Christus de Heer, opdat zij daardoor een nieuwe zingeving voor hun leven zullen ontdekken. Zo geeft hij het zelf aan in zijn woord vooraf. Onl Vrouw in de kindei ingem dood Arabis «r F i>- z Ir 1 1 kW h r 4 F ■ÖRHHKSEfl jry 4 ■A S Paus Johannes Paulus II i Gelovige kan niet leven met formules van vroeger Ds. Van den Bosch gaat er met reden van uit dat de betekenis van het verhaal van Jezus zo ingrijpend is, dat dit verhaal ook nu nog het richtsnoer van ons leven kan zijn en vader me naar een bekend historicus in Madini, bisschop Dolabani, waar ik een verdere opleiding kreeg. Hij wijdde me tot diaken. Dat gebeurde met een speciale bedoeling.” Toen het hoofd van het klooster waar hij woon de plotseling stierf nam de jonge Cicek de leiding ervan op zich. Hij stichtte een theologische school kwamen ook enkele priesters mee. Er groeide een nieuwe afdeling van een historische kerk. Ook nu hij bisschop is wil Cicek in Hengelo blijven wonen. In Nederland zijn de christen- Turken in het algemeen gastvrijer ontvangen dan in andere landen. De nieuwe bisschop hoopt hier meer mogelijkheden te hebben dan in Duitsland, hoewel daar de meeste leden van zijn diocees wonen. Door de goede betrekkingen tussen de Syrisch-Orthodoxe Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk' (paus Paulus VI en patriarch Ignatius Jaco bus III gaven al eens een gezamenlijke verklaring uit om hun eenheid in geloof tot uitdrukking te brengen) en door de beslissing van de Syrische Kerk om met andere kerken in het Midden-Oosten te streven naar hereniging met Rome, rekent metropoliet Julios erop goede betrekkingen met de (Nederlandse) kerken tot stand te brengen. kerk in het Westen in te passen in het kerkelijke leven hier. „Wij hebben wat te bieden, herhaalt hij. Onze mensen zijn zeer sterk bij de kerk betrokken. We houden dagelijks een gebedsdienst waar veel mensen komen. Op zondag zit de kerk vol. Het is heel gewoon dat een man ’s avonds tegen z’n vrouw zegt: ik ga even naar de kerk. Dit gebouw is een ontmoetingspunt. Zonder de kerk ben je niet volledig, zeggen wij altijd. Wij hebben erg veel voor de kerk over. Naar mijn indruk veel meer dan men hier bijvoorbeeld in Nederland gewend is. Maar we hebben ook Veel problemen.” Eeuwenlang vormden ze in het Midden-Oosten en in India een gesloten gemeenschap voor wie de kerk in het dagelijkse leven van grote betekenis was. Nu zijn ze uitgezworven over grote delen van het voor hen vreemde Westen met andere talen, andere gewoonten, andere denkpatronen. Terug in het klooster, dat was in 1960, werd de jonge Rabban Isa Cicek monnik. Van dat moment af zou hij nimmer mogen trouwen. Hij studeerde veel, maar wel illegaal. De Turkse grondwet ga randeert de godsdienstvrijheid van de minderhe den. Maar in die wet, gebaseerd op het Verdrag van Lausanne dat na de Eerste Wereldoorlog werd opgesteld, heeft men „vergeten" de Syrisch- orthodoxen op te nemen. Officieel bestaan ze niet. En iemand die niet bestaat kan dus ook niet gediscrimineerd worden, hoewel dat dagelijks gebeurt. ui ir rl „In vele dorpen in het zuidoosten van Turkije woonden christenen die al vele jaren geen priester hadden gezien, ’t Waren in het algemeen Arme niërs. Ik moest daar enige tijd als een soort missionaris werken, dopen, trouwen. Ik was er betrekkelijk veilig als niet-priester, als burger, maar wel moest alles in het geheim ’s nachts gebeuren. Hier in het Westen heeft men er eigen lijk geen idee van hoe daar in het Turkse achter land, waar de dorpshoofden (de agha’s) de absolu te heersers zijn, wordt geleefd. Toen ik er was waren er geen wegen. De dorpen leefden vaak in onmin met elkaar. Je moest stiekem van het ene naar het andere dorp gaan. Door het gerucht te verspreiden dat je naar dorp A ging maar in werkelijkheid naar dorp B, probeerde ik me veilig te stellen. Toch werd ik door de moslims vervolgd en ben drie maal op het nippertje aan de dood ontsnapt.” „Het is voor de mensen in die dorpen heel, heel moeilijk om christen te blijven. Het leven is er bovendien erg primitief. Men moet helemaal zelf in de levensbehoeften voorzien, zelf kleren ma ken, olie voor de lampen. De christenen zijn er vaak als het ware de slaven van de agha’s.” Pi M m - Ac schil gat i Tege aang De 40-jar: vonds kerk i loco-b te gra vendu hij mi een A ren b< ba” si moski De midd< knisp uit di gebet waars op et waari dodei de ve Links van e met 1 mijn Cip mind' hebb< mee!’ plaat lijker overs facul celon proei te st< burgi het ii Als arme opge gedu lijk i erom I nai we rez w V ir Deze moet wel worden verdedigd, maar mag niet bestaan in het onge breidelde gebruik van de eigen vrij heid. Met instemming citeer ik nog een uitspraak. „De mens is meer waard om wat hij is dan om wat hij heeft”. De schrijver signaleert een steeds grotere afstand tussen de buitensporige toename van wat de mens bezit en zijn moreel tekort, het tekort aan dat wat hij is. Heel duide lijk is Karol Wojtyla waar hij stel ling neemt tegen mensen die Chris tus wel aanvaarden, maar zich tege lijkertijd tegen hem verzetten inzo- ver het gaat om de volle waarheid omtrent zijn persoon, zijn zending, zijn evangelie. „Men zou hem willen modeleren, hem op maat willen snijden van de afmetingen van de mens uit het tijdperk van de voor uitgang, hem op de leest willen schoeien van het programma van de hedendaagse beschaving dat een consumptieprogramma is en niet van transcendente doeleinden.” Al leen al om zulke uitspraken moet ik dit boek warm aanbevelen, in het bijzonder aan gelovigen die de hoge plaats van Maria bevestigd willen zien. zijn liefde onze norm is. In hem is de liefde van God volledig bij ons ge komen. De radicaliteit van de liefde wordt nergens zuiverder verkon digd dan in zijn Bergrede. Hier kun nen zijn leerlingen (de christenen, de kerk) leren wat het is God lief te hebben boven alles en daadwerke lijk medeverantwoordelijk te zijn voor de medemens. Volkomen terecht merkt ds. Van den Bosch op dat geloven geen pri- vé-zaak is. Geloven doe je samen. Het geloof is gericht op God en op de medemens. Dat zal ook in de houding van de kerken tot uitdruk king moeten komen. Dan somt de schrijver nogal wat euvels op die de kerken aankleven. Toch moeten de kerken spreken. Want het werk van God moet doorgaan, ook al hebben nu net de kerken hem voortdurend voor de voeten gelopen”. De kerken moeten er oog voor krijgen dat niet koste wat kost oude waarheden en vormen bewaard moeten blijven, maar dat het aankomt op het volgen van Jezus, de Gekruisigde, de leven de. Als leerling van Jezus heeft ie dere christen tot taak de boodschap van Gods solidariteit met de lijden de mens in het kruis van Jezus te doen doorklinken, zegt ds. Van den Bosch. „Wij zijn de boodschappers, door onze eigen solidariteit met de lijdende mens. Wij moeten het door geven.” Dit in de overtuiging dat ons leven zinvol blijft doordat God ons niet loslaat. Dit is de boodschap van dit zinrijke boek. (Zomer Keuning 17,50) en opende er een bibliotheek. De patriarch van zijn kerk echter zag wat in hem. Hij riep hem naar Libanon voor een wetenschappelijke theologische studie en stuurde hem vervolgens naar Duitsland voor verdere studie en zielzorg onder de christen- Turken, die daar met moslim-Turken waren gaan werken. Hij bleef er twee jaren en werd toen naar Amerika gestuurd, weer voor studie en zielzorg. In 1977 stuurde de patriarch hem naar Hengelo met de opdracht hier een centrum te stichten voor de steeds groeiende groep christen-Turken in ver schillende Europese landen^ omdat er inmiddels wel wat veranderd was. Veel christen-Turken hadden zich door hard werken, met name in Duitsland, een zekere positie verworven en waren vaak chefs van hun moslim-landgenoten. Ze lieten hun familieleden komen. Die ontwikkeling zette in het thuisland kwaad bloed en andere christen- Turken moesten er dikwijls onder lijden. Zo be gon een stroom emigranten te komen. Met hen de zingeving van ons bestaan. Maar dan moeten we dit verhaal wel van uit de omstandigheden van toen, zo’n kleine twintig eeuwen geleden, vertalen naar onze eigen omstan digheden van nu. We zullen dan ontdekken dat wel de omstandighe den, maar niet God, Jezus en de mensen zijn veranderd. De grond waarheden van het geloof blijven onaangetast. Het gebod van de lief de is eeuwig. Het gaat de auteur gelukkig niet om allerlei leerstellige uitspraken over godheid en mens heid van Jezus, omdat zij ervan overtuigd zijn dat Hij alleen het in ons leven voor het zeggen heeft, dat hij de laatste norm, het laatste ge zag, de diepste betekenis van ons leven is. „Wanneer we een ver nieuwd christelijk geloof willen, dan mag het om niets anders gaan dan om Christus, om Jezus van Na zareth”. In alle verhalen van Jezus, ook in de meest ongelooflijke, gaat het over de mens, omdat hij zo verbonden is met de Vader dat hij precies zichtbaar wil maken wat er in God leeft. Want ook God wil alleen het geluk van de mens. Hij wil de verloren, mislukte, gebroken mens terechtbrengen. In ernst omziende naar het verle- In juni werd hij in de Syrisch-Orthodoxe Kerk „metropoliet”. Wij zouden in onze taal zeggen: aartsbisschop. Met zijn 37 jaren is Zijne Eminentie metropoliet Julios, zoals hij nu heet, wonende aan de Helmersstraat in Hengelo, een van de jongste bisschoppen, zo niet de jongste, in Europa. Een man met een enorm groot diocees: de Beneluxlan- den, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en de Bondsrepubliek. Daar wonen verspreid zo’n 15.000 leden van de zich de oudste christelijke kerk noemende „Syrisch-Orthodoxe Kerk van An- tiochië”. den bekijkt Van den Bosch de vroe gere Jezus- en Christusbeelden. Hij ontdekt hoe sterk de eigen tijd van leven een stempel heeft geapt op de voorstelling die men zich van Jezus maakt. Denk maar aan het Godde lijk Woord, het Heilig Hart en de keizerlijke Christus van de ikonen. Als we vragen wie hij nu werkelijk is, moeten we zoeken in de geschie denis van Jezus’ eigen tijd, in de samenleving waarin hij leefde, tus sen gewone mensen, Sadduceeërs, Zeloten, Essenen en Farizeeën. Maar Jezus behoort bij geen enkele groep of stroming. Hij doorbreekt alle grenzen. Hij staat ervoor dat God de heer van ons bestaan zal zijn. Dat kan alleen wanneer de mens zich aan God overgeeft en met hem meewerkt. Daarmee staat Je zus ook voor de zaak van de mens, die tevens de zaak van God is. Daar om verwerpt Jezus ook alles wat God heet te dienen, maar wat ten koste gaat van de mens. De vragen van vandaag kunnen niet worden beantwoord met de op lossingen van vroeger, althans niet op dezelfde manier en in dezelfde taal en beelden. Ds. Van den Bosch meent dat iedere generatie opnieuw het antwoord moet vinden op wat geloven is in de eigen tijd. „Wij kunnen het niet stellen met geprefa briceerde formules van vroeger eeuwen, hoe graag wij straks ook de antwoorden van weleer zullen ver gelijken met onze uitkomsten om te zien of wij niet eenzijdig zijn ge weest”. Dit geeft in ieder geval aan dat de schrijver de oude formules wel degelijk bestudeert en ze vol strekt ernstig neemt. Als pastor vindt hij terecht dat de traditionele waarheden steeds opnieuw zo oor spronkelijk mogelijk moeten wor den benaderd. Hij kiest daarom be wust voor de moeilijke weg van het stap voor stap weer zelf in de bijbel ontdekken wat geloven is. Dan die nen wij er rekening mee te houden dat de bijbel niet uitsluitend echt gebeurde situaties en voorvallen be schrijft, maar wel de waarheid geeft over wat God met en van ons wil. Met Schillebeeckx misgunt Van den Bosch niemand het recht om zijn geloof volgens oude ervarings-, cultuur- en denkmodellen ter spra ke te brengen en te beleven. „Maar deze houding sluit het kerkelijke geloof wel af van toekomst; zij ont neemt het dus elke missionaire overtuigingskracht tegenover tijd genoten, voor wie nu het evan gelie toch is bedoeld”. bekrompenheid de wet en het groot ste gebod, namelijk de wet van de liefde, vertekende. Ook bij deze schrijver vinden we het bekende geluid dat Jezus op de dag van zijn dood de volledige verbondenheid en solidariteit met heel het mensen geslacht verwezenlijkte en vooral met al degenen wier lot in de loop van de geschiedenis onrecht en smaad is geweest. Hij deed dit als het vleesgeworden Woord van God bij uitstek, de zoon van de levende God. De kwestie van de toelating bijvoorbeeld. Me tropoliet Julios laat vragen over zijn activiteiten voor de leden van zijn kerk in de St. Jan in Den Bosch en de gesprekken met staatssecretaris Haars onbeantwoord: De Syrisch-Orthodoxe Kerk is geen Turkse kerk maar een die vele landen omvat. Dat vraagt uiteraard een heel voor zichtige aanpak als het om kwesties gaat die mensen uit een bepaald land betreffen. Maar er zijn oök heel andere problemen. Finan ciële bijvoorbeeld. De christen-Turken die de laat ste jaren hier zijn gekomen hebben doorgaans al hun bezittingen moeten achterlaten of voor een appel en een' ei moeten verkopen. „Kerkelijk gezien is het voor ons ook erg, dat we onze eeuwenoude bibliotheken niet meer kunnen gebruiken. Wij schrijven nu onze gebedenboeken en andere geschriften met de hand over”, vertelt de metropoliet. Met trots laat hij zo’n eigenhandig geschreven boek zien. Hebben wij niet het gezegde: monnikenwerk? Wij in Nederland zullen met deze oude, traditie rijke kerk moeten leren leven. Maar zij met ons. En dat roept de vraag op: hoe zullen Nederlandse christenen deze geloofsgenoten tegemoet treden? en aan de overgeleverde geloofs schat, zelfs in de oude formulerin gen. Vanuit dit geloof leeft hij met een instelling, nu eens naar binnen gekeerd, dan omhoog gewend en heel vaak gericht op de situatie van kerk en gelovigen vandaag en mor gen. Het spreekt als vanzelf dat zo’n man voortdurend het optimistisch perspectief van de verzoening door Jezus Christus voor ogen houdt. De term Teken van tegenspraak is afkomstig uit de lofprijzing van Simeon in de tempel bij diens ont moeting met het kind Jezus. Karol Wojtyla vraagt zich af of Jezus werkelijk iemand is geweest die te genspraak opriep. Het heeft vol gens hem in het verleden niet ont broken aan opinies, en die zijn er ook nu nog, die vooral een revoluti onair in hem zien en die de verschil lende opvattingen en filosofieën van de revolutie trachten aan te passen aan de fundamentele bete kenis en de zending van het chris tendom. Maar, aldus de schrijver, een objectief onderzoek van het evangelie laat ons Jezus Christus echter in de allereerste plaats zien als meester van de waarheid en dienaar van de liefde. En deze twee karakteristieken verklaren de zin van heel zijn werkzaamheid en heel zijn zending. Hij heeft zich verzet tegen alles waarmee de menselijke „Ik vertrouw dat mijn mensen hier zeker in kerkelijk opzicht zichzelf kunnen blijven. Onze kerk heeft een zeer rijke traditie. Wij noemen ons de oudste christelijke kerk die door de apostelen uit Jeruzalem is gegrondvest. Wij spreken de taal die onze Heer en Verlosser heeft gesproken: het Aramees. Ik vermoed dat wij, als we onszelf maar weten te blijven, van betekenis kunnen zijn voor het kerkelijke leven in Europa. We hebben wat te bieden.” Het is buitengemeen boeiend na Vernieuwd geloven kennis te ne men van Teken van tegenspraak. Auteur is Karol Wojtyla, die in 1976 als aartsbisschop van Krakow een retraite heeft gehouden voor paus Paulus VI en diens naaste mede werkers. Nu hij paus Johannes Paulus II is geworden, is de tekst in boekvorm verschenen bij J. W. Richt te Hoeven. Het boek is ver krijgbaar bij de erkende boekhan del voor 22,90. De uitgave getuigt van een diep geloofsleven en van een mystiek ingestelde persoonlijk heid. Mogen Wojtyla’s formulerin gen klassiek zijn en nu en dan wat onwerelds of bovenaards aandoen, ze zijn niet wereldvreemd. Uit bijna elke bladzijde blijkt dat deze stoere vroomheid zich heel wel verdraagt met een indringende kennis van het hedendaagse politieke en maat schappelijk wereldgebeuren. De schrijver is een voorbeeld van iemand die trouw is aan God, kerk Het boek bewaart een eerbiedig stilzwijgen over God. De auteur be roept zich op Jezus’ woorden: „Wie mij ziet, ziet de Vader”. Zijn God is geen nieuwe God. Het is de God van Israël, van het Verbond, maar dan ontdaan van de overwoekerende aanslibsels der eeuwen. Zo moet ook het beeld van Jezus worden gezuiverd. Dit boek is hiertoe een eerlijke poging. Ds. Van den Bosch zoekt het authentieke beeld van Je zus als het levende Woord van de levende God, een God met een men selijk gezicht. Mensen en groeperin gen die liever de bestaande toe stand en hun eigen belang handha ven, hebben hem daarom gezien als een bedreiging en hem uit de weg geruimd. Tenminste dat dachten ze, want Jezus leeft en zijn verhaal gaat door. Zijn leerlingen zijn ver der gegaan met zijn erfenis waaruit het christendom is gegroeid. In Vernieuwd geloven ontmoeten we een zuivere getuigenis van Gods heilshandelen met de mensen en in deze heilsgeschiedenis is Jezus de centrale figuur, gisteren, vandaag en morgen. Maar zijn verhaal zou den we niet kennen, als de kerken dit niet van geslacht op geslacht hadden doorverteld, hoe gebrekkig,, hoe verdeeld, hoe onchristelijk soms ook. De kerk moet het ver haal, de blijde boodschap van be- vrijding van alle mensen doorver tellen. Zij moet het werk van Jezus voortzetten door zich het lot aan te trekken van alle armen en onder drukten. De kerk moet verkondigen dat de weg van de opgestane Heer de enige weg tot nieuw leven is, dat Rabban Isa Cicek, zoals z’n naam luidt, komt uit een boerengezin dat op het platteland van Turkije leefde. Toen hij acht jaar oud was bracht z’n vader hem naar het klooster Deyr-ul-Zafaran, destijds de zetel van de patriarch van de Syrisch- Orthodoxe Kerk die inmiddels als een soort bal ling in Damascus leeft. „Dat was een van de beroemdste kloosters van onze kerk”, vertelt hij. „Je leerde er van alles. Syriac bijvoorbeeld, de taal van onze kerk. De naam „Syriac”, die ook in de naam van onze Kerk is verwerkt, heeft bij ons dezelfde betekenis als „christen” in Europa. De bekeerde joden uit de periode dat de Heer was gekruisigd, noemden zich Syriërs naar koning Cyrus, die in het jaar 539 voor Christus de joden uit de ballingschap bevrijdde. Ook Jezus was immers een bevrijder. Wij hebben de naam „Syriërs” behouden, terwijl in Europa de naam „christen” geleidelijk gebruikt werd.” Maar terug naar de jeugdjaren van de nieuwe metropoliet in het eeuwenoude klooster. Hij leer de er dus Syriac spreken en schrijven, maar ook de theologie beoefenen en verschillende talen. „Het was eigenlijk een soort theologische school. De meesten die er woonden wilden later monnik worden, maar dat was geen voorwaarde. Ik ben er acht jaar gebleven. Toen bracht m'n Metropoliet Julios is een geheel ander type dan de meeste van zijn westerse collega-bisschoppen. Ongetwijfeld een wijs man, dat wel. Geen statige, voorname figuur, al probeert hij oprecht om een waardige indruk te maken. Klein van stuk, een typisch voorbeeld van een man uit het Midden- Oosten. Erg beleefd, erg vriendelijk, op het minza me af, maar ook weer erg beweeglijk en erg fel als hij in z’n eigen taal rap antyvoorden geeft op de vragen die tolk Kazan (uitstekend Nederlands sprekend) hem doorgeeft tijdens een lang gesprek in een van de zaaltjes van het vroeger gerefor meerde jeugdgebouw aan de Helmersstraat in Hengelo, thans de eerste en tot dusver enige Syrische-orthodoxe kerk in Midden-Europa (ook Zweden heeft een bisdom). Voortdurend komen volwassenen en kinderen de kamer binnen om wat te vragen of te overleggen. ■x-JkïwI Karol Wojtyla noemt Jezus het symbool van de bevrijding uit de onrechtvaardige sociaal-economi- sche structuren, maar hij is ook teken van bevrijding voor de men sen aan wie deze op wezenlijke pun ten wordt beperkt. Hij is in ieder geval een verwijt voor de welvaarts- en consumptiemaatschappij. Hij is ook het fundament om de eigen identiteit vast te stellen voor de na ties die voortgang maken op de weg van het onafhankelijke bestaan op het Afrikaanse continent. Hij is een woord van de goddelijke wijsheid voor de oude tradities van de geest en van de oosterse culturen. Patriarch Julius Cicek (midden) met naast zich mgr. Bluyssen, r.k. bisschop van Den Bosch en de tolk Hanna Hydin (links) tijdens een persconferentie over de Turkse kathedraalbezetters in de Brabantse hoofdstad. Het boek vormt met uitspraken als deze een waarachtig geloofsge tuigenis. Het is tevens een pleidooi voor de waardigheid van de mens. Hij voerde al gesprekken met paus Johannes Paulus I. Binnenkort gaat zijn patriarch naar de nieuwe paus. Er zijn al bezoeken gebracht aan de Raad van Kerken in Amersfoort en de bisschop is lid geworden van de Raad van Kerken in Hengelo. Allerlei initiatieven dus om de oudste christelijke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 16