Een museum om honger te krijgen JZ 0 T w I 11' OS ssCÜ Zelfde deuntje „HET PAND VAN HET WARME LAND” A. 1 I Ra! door Hans Rombouts I Ziel en zaligheid Halve baan 1.50 >1 1 Ci ■W S? I J® 1 9 M ia 7 I- Een bolletje uit de takkenbossenoven KHOMEINY 5 kunnen ontvangen. Steen is daarbij beter dan staal. HANS ROMBOUTS Reuzen van koek Maar dan moeten ze niet naar West-Duitsland uitwijken. De ayatollah heeft een lange arm, een monsterachtige draaiarm op de wereldschijf. Hij speelt daarmee dezelfde bloederige tophits als de Savak, de geheime politie van de sjah der sjahs (die van de pauwetroon; waar is die troon trouwens?). In West-Duitsland zijn geheime revolutionaire raden ontdekt, die Iraanse studenten op hun Perzische matje roepen. Het is altijd hetzelfde deuntje. Of je nu door de pauw of door de hond gebeten wordt, het maakt allemaal niet uit. En alles gaat dan weer onder het mom van de religie. In Noord-lerland smeren dominee Paisley en wat roomsgezinde tegenstanders hun christelijke vijanden in met pek en kippeveren en vuren ze af en toe een leuk schot door de knieën af, in Iran en als het kan ook in West-Duitsland (wellicht is er ook al zo’n revolutionaire raad bijeen geweest in ons Groenlo) berecht de aanhang van de ayatollah landgenoten in naam van Allah en de revolutie (dat wordt op één hoop gegooid). De pluggers in de studio’s van Teheran mogen wel als een haas maken dat ze wegkomen met hun platenkoffertjes, anders zwaait er wat. Misschien wel een valbijltje. Eigenlijk zouden die christelijke vuurvreters en die islamitische doordrammers maar eens nieuwe kruistochten op de agenda moeten zetten. Er is vast nog wel ergens een prima woestijn, waar ze elkaar in het hete zand kunnen laten bijten. Paisley hoeft maar even een Iers volksliedje via een geluidswagen te laten horen of de ayatollah komt al met vliegende vanen (maar natuurlijk niet met slaande trom) aangerend naar die verlaten woestijn. In die woestijn heeft de weleerwaarde heer Khomeiny ook geen last van water, waarin jongelui gemengd rondzwemmen, want dat is ook iets waar hij zo’n hekel aan heeft. Hij heeft laten weten, dat „jonge mensen die gemengd zwemmen zo in de war raken, dat ze niet meer weten wat ze moeten doen als iemand onze olie probeert te stelen Heilige Olie dus, ook voor de ayatollah. Het zijn slechte dagen voor de fabrikanten en wederverkopers van muziekinstrumenten, portables (welke jonge Pers heeft er nu nog belang bij om een draagbaar radiootje te kopen om de blits te maken bij de meisjes in het zwembad of langs de oever van de Karaj), maar ook voor de verkopers van zwembroeken en bikini's. Weg met het westen (van waaruit en via welke media voerde de ayatollah ook al weer zijn acties tegen de sjah?). Weg met de muziek, muziek, m u z i e k, mu ziek, ziek, ziek. PS. Misschien mag alleen Wagner nog wel, zoals indertijd bij die Perzische tapijtenvreter. De graankorrel valt niet ver van de aar. Zo is het met G. W. Barendsen, in het Noordveluwse Hattem beter bekend als bakker Willem. Hij is een man, die een serie interesses heeft ingebracht in zijn kwaliteit van particulier museumeigenaar. Hij heeft in Hattem een uit de veertiende eeuw stammende boerderij omgebouwd tot ,,Het Pand van het Warme Land", een vorming. Bakker Willem: „Brood moet iets te ver tellen hebben; het moet je iets doen als je het ziet De toverheks met kat, een van de vele gebakken sprook jesfiguren. Het bakkerijmuseum in Hattem (Ridderstraat 30) is zomers ge opend van woensdag tot en met vrijdag van 10-12 en 14-17 uur, zaterdags van 9.30 tot 16 uur. Zaterdagsmorgens wordt de ou de oven gestookt met takkenbos sen en wordt er gebakken. Anneke Barendsen in het bakkers winkeltje En Ongetwijfeld is dit pas twee jaar oude museum een forse aanwinst voor de aantrekkelijkheid van Hattem. En niet alleen van Hattem trouwens. In de entourage van het eeuwenoude vestingplaatsje, waar ooit de Hertog van Gelre domineerde, heeft Wim Barendsen een complete oude bakkerij-instal- latie uit Renesse overgebracht, compleet met tak- kenbos-oven en alles wat er vroeger maar te vinden was in een uiteraard warme bakkerij. Die inventa ris uit Renesse was liefdevol en accuraat bewaard gebleven totdat daar de laatste telg uit het bakkersgeslacht Van der Velde was overleden. Ba- rendsen kon toen het geheel compleet overnemen. Hij brak eigenhandig steen voor steen de oven af en bouwde hem ook weer eigenhandig in de Hattemse boerderij op (hij volgde daarvoor een metselcursus van de Vereniging De Baksteenindustrie). Elke zaterdagochtend wordt de oven met takkenbossen gestookt en worden er de eerlijkste en lekkerste broden gebakken door bakker Willem, die in zijn museale bezigheden wordt bijgestaan door zijn vrouw Anneke, die ook al bruisend van enthousias me is voor dit kostelijke particuliere museum. Zij beheert o.a. het ouderwetse winkeltje, schenkt kof fie voor de bezoekers (waarbij uiteraard verse krakelingen en dergelijke lekkernijen worden ge presenteerd) en vindt vooral de rondleidingen voor kinderen erg leuk. Bakker Willem geeft de bezoekers van zijn mu seum behalve zijn kennis van het bakkersvak ook zijn filosofie door: de cyclus, de groei van de graankorrel, die een overmaat aan voedsel ver schaft en ook werk, met name dus aan de bakker. De filosofie van het waken over de natuur en de natuurlijke voeding, zonder weer in overdrijving te vallen. Met woorden als kwaststreken schildert Willem Barendsen het beroep van de vakman- bakker, die driftig en onbeheerst vaak is maar ook Barendsen ging met zijn bazen praten. Met enige lichte ironie hoorden zij hem praten over zijn plannen. Ze vonden het maar „luchtfietserig”. Maar ze kwamen tot een akkoord. Hij kon een halve baan houden. Eén helft van zijn werktijd besteedt hij dus nog aan Unilever; de rest van die tijd plus zijn vrije tijd gaat helemaal zitten in het museum en alles wat daar bij hoort. Behalve de bakkerij is er nog een ouderwetse kokerij te zien en dan alles wat maar met bakken en koken te maken heeft: van roggebroodtroggen, waar het deeg met de voet getreden werd, tot mortieren voor het wrijven van amandelspijs, spe- culaasprenten, schieters om het deeg in de oven te schuiven, tot petten en hoeden ook, die door bak kers gedragen werden. Er zijn mini-machinerieën voor het maken van speculaas of andere koekjes, van beschuit. Er komt een molen: de stenen en aandrijfmotor liggen al klaar. Er liggen allerlei soorten baksels zoals een Groninger stoetkerel, een yulpaard, wikkelkinde- ren; de meeste zijn vervangingsoffers bij begrafe nissen - bronzen armbanden die meegingen in het graf werden bijv, vervangen door gebakken siera den. Uit de haarvlecht werd het vlechtbrood „gebo ren”. Kortom, er is van alles te zien. In een sfeervol le omgeving, waar vrijwilligers zoals een historicus voor hun plezier uitleg geven aan de bezoekers. Een museum om honger te krijgen. liggen, als je het ruikt; als je het beetpakt”. Wim Barendsen, zoon van een man, dié rond 1920 bakkersvakscholen stichtte in Groningen (de huidi ge koksschool), Zwolle en Almelo, kreeg al jong de leiding van die scholen, toen zijn vader stierf. Hij had zijn vakdiploma’s al gehaald en was bij zo’n twintig bazen in binnen- en buitenland geweest om het vak terdege te leren. Hij deed de scholen over aan het nijverheidsonderwijs, kwam bij Unilever in dienst bij het Bakkerij Voorlichtingsinstituut en werd er marketing-manager. Hij woonde in Hattem en wilde deel hebben aan de gemeenschap daar. De idee van een bakkerijmuseum groeide. fijngevoelig. Een man, die iets maakt van levende materie; die zijn ziel en zaligheid legt in het bewer ken van het deeg; die daar fysisch mee verbonden is; die scheppend bezig is; die ook niet gestoord wil worden als hij met zijn werk bezig is. Barendsen praat over het deeg, over de juiste gasvorming daarin, over het rijp maken voor de ovenmond. Het deeg moet geoptimaliseerd worden. De warmte van de oven ook. De as wordt met rakelijzers uit de oven in de doofpot gedaan. De Stenen ovens geven een mooiere en rustiger korst- slootdweil dient om de ovenvloer schoon te maken. De oven moet dan even betijden om het deeg te Museum-eigenaar en parttime-bakker Willem Barendsen bij oude koek- en beschuitmachines. bakkerijmuseum. Van zijn vader erfde Barendsen jr. de kennis van en de liefde voor het echte bakkersvak. Hij heeft duidelijk artistieke begaafdheden: hij schildert, beeldhouwt (boetseert dus ook deeg tot warm gebakken sprookjesfiguren). Hij is een amateur-oudheidkundige. Hij heeft jarenlange ervaring als reclameman en marketing-manager. Bovendien is hij een vurig De ontwikkeling van de krakeling: van bronzen armband in een graf, tot de symbolische lekkernij, die bij een begrafenis werd geserveerd. n heeft jarenlange ervaring als reclameman en marketing-manager. Bovendien is hij een vurig verkondiger van de kringlooptheorie: de graankorrel groeit in de grond, wordt voedsel, verdwijnt weer in de grond en geeft weer leven aan een nieuwe aar. Waar bij dit alles nog een groot enthousiasme bestaat voor zijn bakkerijmuseum is hij een ideale man voor dit ,,Kreatief Centrum voor de Bakkerij". De weleerwaarde heer Khomeiny (of is het Zijne Eminentie of wellicht Zijne Hoogwaardige Excellentie; de Nederlandse agenda's voorzien niet in titulatuur voor Islamitische geestelijke hoogwaardigheidsbekleders) vindt dat er maar eens een eind moet komen aan het beluisteren van muziek via radio of televisie. Nu weten we niet of Iran ook een Teheran III heeft in navolging van onze Hilversum III. Zo ja, dan zouden we het enigszins kunnen begrijpen. Hier te lande zijn er ook wel wat oudere, bedaagde dames en heren, die liever het derde net uit de lucht zouden willen jagen. Maar nee, de ayatollah wil niet alleen de Perzische Theo Stokkings en Ad Vissers uit de zinderende Iraanse geluidsgolven halen, ook de klassieke- muziekpresentatoren moeten verdwijnen. Geen reggaes, geen discostampers, geen Loves, geen Smurven (vader Abraham zou met een tulband om trouwens een mooie ayatollah kunnen zijn), maar ook geen Brandenburgse concerten, geen Weense walsen, geen aria's. Khomeiny heeft er genoeg van, van al dat wereldse westerse gedoe. Donderdag was het afgelopen, uit. De laatste tonen van de Rolling Stones zijn verstorven over de oude treinwegen waar Darius vroeger zijn manschappen langs leidde. De negenenzeventigjarige baas is de mening toegedaan, dat „muziek even verslavend is als opium” en dat het uitzenden van vrolijke dan wel statige muziek een minachting is jegens het land en jegens de revolutie. Hij heeft dat ook nog even verder toegelicht: de sjah heeft de muziek gebruikt om de bevolking van Iran in het verderf te storten. v Een symbolische vlecht Een stekelvarken van deeg

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 23