DE TWEEDE
GENERATIE
LEEFT DUBBEL
GEÏSOLEERD
familie-eer gaat voor
r
Het kind wordt verstoten;
Migranten
kinderen in
dlü!L
9
door Henk Dam
ANIMALLITEITEN
Twee culturen
Imitatie
Familie-eer
Isolatie
Angst
Schoolverzuim
j
-
Ze hebben het gevoel er niet bij te
horen
belet-
1 oor-
bewe-
iat de
maar
:hniek
omge-
Averroés is een hulpverleningsbureau
voor mediterrane buitenlanders. Daar
naast doet de stichting wetenschappelijk
onderzoek. Vorig jaar werd een onder
zoek afgesloten naar migrantenkinderen
van 14 tot en met 18 jaar. Dit onderzoek
wordt binnenkort door CRM gepubli
ceerd.
Eppink vertelt ons het verhaal over de
Surinamer - hij zat zelf als passagier in de
tram waar het om gaat - om duidelijk te
maken wat er kan gebeuren als mensen
die in een verschillende cultuur zijn opge
groeid en zich dus anders uiten, met el-
hij één uitzondering: voor de etnische
minderheidsgroepen kan meer geld vrijkomen.
Dat het minderhedenbeleid gecoördineerd gaat
worden bij Binnenlandse Zaken - waarmee aan
de geweldige versnippering een eind moet
komen - is ook zo’n symptoom. En er zijn er
meer. Vlce-premler Wiegel onlangs.' „De
Inpassing van de minderheden gaat een van de
grootste problemen van de komende jaren
worden”.
Algemeen wordt erkend, dat met name de
moeilijkheden voor de kinderen van die
minderheidsgroepen wel erg groot geworden
zijn. Het niet-consistente of soms zelfs afwezige
overheidsbeleid is er mede oorzaak van
Het is niet het eerste symptoom dat erop wijst dat
van overheidswege de problematiek rond de
minderheden serieus wordt genomen.
kaar te maken krijgen. Volgens hem is dat
een zowel belangrijk als onderschat pro
bleem. Het ontbreekt de tweede generatie
- kinderen dus van Surinamers, gastarbei
ders en andere minderheidsgroepen - aan
kennis over hele eenvoudige dingen.
Hoe stel ik me aan iemand voor? Op wat
voor manier kom ik ergens binnen? Hoe
moet ik een brood kopen? Hoe moet ik
opbellen? Hoe moet ik ervoor zorgen dat
de buschauffeur me vertelt waar ik eruit
moet? Dat zijn vragen waarop de meeste
Nederlandse kinderen geleidelijk aan het
antwoord leren geven. Voor buitenlandse
kinderen - en dan vooral degenen die pas
op latere leeftijd naar ons land zijn geko
men - ligt dat geheel anders. Om het in de
woorden van Eppink te zeggen: „Die jon
geren zitten op dit gebied in een enorme
achterstandsituatie. Je moet hen een scala
aan verbale en niet-verbale communica
tiemogelijkheden aanleren”.
men er brieven met: je stuurt niet
genoeg”.
weer vertalen in discriminatie, met alle
gevolgen van dien”.
Volgens Eppink moet hierin het begin
worden gezocht van een oplossing voor de
problemen van de tweede generatie, als
men de economische problemen tenmin
ste buiten beschouwing laat. Want alleen
als deze jongeren weten hoe ze zich moe
ten gedragen, allerlei voor ons vanzelf
sprekende sociale vaardigheden leren,
kan hun isolement worden doorbroken.
Het lijkt Eppink waarschijnlijk dat er
op den duur grote groepen apathische
jonge mensen gaan ontstaan. „Je gaat een
grote groep krijgen die het allemaal niets
meer kan schelen, mensen die aan de rand
toekijken”. Het aangezicht van onze toe-
geworden dat het nu al met grote groepen
jongeren van buitenlandse herkomst ernstig
gesteld Is.
Er is bijvoorbeeld een toeneming te zien
van psychosomatische klachten - lichame
lijke klachten die een psychische oorzaak
hebben. Eppink: „En het is ook wel lo
gisch, dat die klachten komen, want waar
moet je vluchten? In de Nederlandse sa
menleving kan het niet, in de eigen kring
niet - dan kun je alleen nog vluchten in
jezelf”.
Sommigen vluchten ook in min of meer
misdadige activiteiten. Eppink: „Maar dat
is geen doelbewuste keuze voor de mis
daad. Als het gebeurt, is het vaak een
kwestie van ergens in rollen. Het is dit
soort stuurloosheid die kenmerkend is
voor deze jongeren”.
komstige maatschappij zal er zo niet vro-
lijker op worden. Ook uitbarstingen van
agressie zullen niet uitblijven. Eppink:
„Die explosies kunnen inderdaad komen,
alhoewel ik niet denk dat zoiets op grote
schaal gaat voorkomen”.
Nu al zijn tekenen waar te nemen die
wijzen op de geestelijk vervallen staat
waarin veel jongeren komen te verkeren.
In verband met vakantie van teke
naar Janwillem van Vugt is er deze
week geen aflevering in de serie die
renverhalen Animaliteiten.
Een In juni uitgebracht rapport van de
Adviescommissie Onderzoek Culturele
Minderheden (ACOM) vraagt aandacht voor en
studie naar de jongeren, en spreekt van het
dreigende ontstaan van een „etnisch sub-
proletariaat”. En het rapport „Etnische
minderheden” van de Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid stelt „Al met al moet
dan ook verwacht worden dat de grote
achterstand die vele thans In Nederland
verblijvende leden van minderheidsgroepen
bezitten, ook In volgende generaties doorwerkt”.
Over de steeds beter zichtbaar wordende
problemen van de tweede generatie sprak Henk
Dam met twee mensen, die als specialist mogen
worden gezien op dit gebied. Hun conclusie: het
is veel erger met de migrantenkinderen gesteld
dan wij wel denken, er Is te weinig voor hen
gedaan, en als dat niet gauw verandert, groeit de
problematiek ons helemaal boven het hoofd.
Dat dat isolement er is, en dat het tot
steeds groter wordende narigheden leidt,
is wel duidelijk. De kinderen van de hon
derdduizenden migranten in ons land zijn
klem geraakt. Klem tussen twee culturen;
die van hun vaderland, en de onze. In het
gezin komt dat vaak tot een uitbarsting.
De ouders worden woedend als ze merken
dat hun kind westerse gewoonten gaat
overnemen. Maar het kind neemt zijn ei
gen culturele gewoonten mee de straat op
en veroorzaakt daar op z’n minst onbe
grip, en anders agressie of discriminatie.
Dr. Eppink gaat wat verder in op de rol
van het gezin. „De gezinnen waaruit deze
jongeren komen, geven vaak geen ade
quate reactie op het probleem. Ze kunnen
geen ondersteunende functie vervullen.
Als zich binnen een gezin problemen voor
doen, kan daar nauwelijks over gepraat
worden, zo blijkt. Wij zijn een praatcul-
„Een voorbeeld. Een Turkse jongen
komt met veel bravour, roepend, beetje
brutaal, binnen. Dan moet je tegen zo’n
jongen zeggen: joh, zo moet je niet binnen
komen. Want die jongen roept door z’n
manier van doen agressie op, en dat leidt
dan weer tot discriminatie”.
Maar waarom komt die Turkse jongen
dan zo opvallend binnen? Dat komt om
dat hij denkt dat dat zo moet. Turkse en
Marokkaanse kinderen gaan normaliter
aanzienlijk formeler met elkaar, hun ou
ders, hun familie, anderen, om dan Neder
landse jongeren. Zo’n Turkse jongen
komt in ons land wonen, en ziet dan dat
Nederlandse kinderen veel vrijer optre
den. Dat gaat hij imiteren, omdat hij zich
zo geaccepteerd wil maken. Maar wat de
Nederlandse kinderen wèl weten - in wel
ke situatie je je beleefd moet gedragen -
weet die Turkse jongen niet. Met het ge
volg dat hij doorlopend de plank misslaat.
Eppink: „Zie je, zo krijg je dan allerlei
misverstanden. Als iemand zich niet ge
draagt zoals wij verwachten, dan gaat
daar dreiging van uit. Mensen hebben
angst voor het afwijkende. Dat zal zich
;np ge-
dloos-
ftocht
bij De
i wor-
strijd
verzuimen. Ferial: „Worden dan
zijn ouders weer geconfronteerd
met het feit dat het niet goed gaat
op school, dan is dat reden tot
slaan. Vaak uit woede om de ver
meende luiheid, en ook omdat de
ouders vinden dat het kind schan
de brengt over zijn familie”.
Voor de wat oudere kinderen
gaan situaties als deze op den
duur tot hevige innerlijke conflic
ten leiden. Door het onvoldoende
hebben van een goed identificatie-
beeld, het verwerpen van de ou
derlijke gezinsstructuur, onvol
doende beheersing van het Neder
lands, gebrekkige scholing, rol
conflicten thuis, grote kans op
werkloosheid, vluchten deze jon
geren in weglopen, maar ook in
alcoholisme, druggebruik, jeugd
benden.
draai-
is een
■weld-
lingen
ergra-
h, een
erzoe-
Zuid-
ening,
n. Dat
anbo-
1 voor
eppen
e ma-
arisa-
trein- j
i niet
s zou-
1 hun
t ze in
ang-
ensen
n. We
s ook
thuis,
gin in
bezet-
lame-
s het
in er-
voor
Haars
ituren
n aan
it ge-
Gees-
solda- I
Viet-
waarom ben je weggelopen, dan
hoor je: ik weet het niet Stel je
zelf een diagnose, en zeg je pats-
boem tegen de ouders: dat-en-dat
is er aan de hand, dan zeggen die
ook: ik weet het niet”.
„Maar wat er dan vervolgens
gebeurt, is dat het kind, als je weg
bent, geweldig op z’n kop krijgt en
in het ergste geval mishandeld. De
ouders denken namelijk dat het
de vuile was buiten heeft gehan
gen. De familie-eer is daarmee in
het geding gekomen”.
Dat er in de gezinnen van in ons
land wonende Marokkanen of
Turken zoveel narigheden voor
komen, heeft tal van oorzaken.
Een van de belangrijkste daarvan
is van financiële aard. Veel vaders
hebben een dubbele baan om rond
te kunnen komen. Dat levert voor
het gezin een ontzettende stress
situatie op. „Stil! Vader slaapt!”
Die dubbele baan hebben deze
Marokkanen en Turken niet uit
luxe. Ferial: „Ik heb pas cijfers
gelezen, waaruit blijkt dat in deze
gezinnen éénderde van het salaris
van pa voor het gezin zelf wordt
gebruikt, éénderde wordt ge
spaard voor onverwachte toestan
den en voor vakanties in het va
derland, en éénderde naar de fa
milie in het geboorteland gaat”.
W „Op dat geld dat naar Marokko
of Turkije gaat, wordt ter plaatse
erg gerekend. Men leeft daar in
een groter groepsverband dan bij
ons gebruikelijk is, en ieder heeft
de plicht voor de overige leden
van de groep te zorgen. De man
die hier zit, wordt dan ook gewel
dig op z’n huid gezeten. Dan ko-
Hoe komt het dan dat die ouders
„ja” hebben gezegd? Het komt
door voor ons onbekende opvat
tingen over familie-eer en eigen
waarde, die voor de buitenwereld
moeten worden hooggehouden.
Bijdragen hiertoe zijn onder
meer: goede relaties met iedereen
onderhouden, het uit de weg gaan
van conflicten, proberen conflic
ten binnen de familie zelf op te
lossen.
Je loopt dan ook op eieren als je
als hulpverlener Marokkaanse of
Turkse kinderen-in-moeilijkhe-
den wilt helpen. Neem het voor
beeld van een kind dat is weggelo
pen iets dat onder migranten
kinderen veel voorkomt. Ferial:
„Als je aan zo’n kind vraagt:
Kan er nu nog iets worden ge
daan aan deze processen, die lei
den tot de vorming van een grote
groep mensen die tweezijdig is ge
ïsoleerd, zowel van hun eigen cul
tuur als die van ons? Van mensen
die of apathisch, of agressief wor
den, en in ieder geval niet tot hun
recht komen?
Ferial vindt dat in ieder geval de
begeleiding van de migrantenkin
deren beter moet worden. „Wat er
nu gebeurt, gaat te vaak uit van
particulier initiatief’. Speciale
voorzieningen voor de tweede ca
tegorie op het gebied van onder
wijs vindt ze ook broodnodig.
„Volgens mij zijn we daar veel te
laat mee begonnen. Alleen al in
het onderwijs hadden allang ver
strekkende maatregelen moeten
worden genomen”.
tuur geworden: je praat over wat je denkt,
voelt en doet. Dat is bij die gezinnen niet
zo, althans een stuk minder. Samen
spraak is dan ook nauwelijks mogelijk”.
„Die ouders kennen, generaliserend ge
sproken, maar een beperkt aantal oplos
singen als zich problemen met hun kinde
ren voordoen: slaan, niet luisteren of uit
huwelijken. Dat die oplossingen hier niet
voldoen, kan men hen ook niet aanreke
nen”, zo zegt psycholoog Eppink.
Het gebeurde in een Amsterdamse tram. Een Surinaamse jongen werd
verdacht van zakkenrollerij. Consternatie, tram stilgezet, politie erbij. Buiten de
tram maakte de opgewonden Surinamer enige wilde gebaren om zijn betoog -Ik
heb het niet gedaan” - te onderstrepen. Dat werd verkeerd begrepen door de
agent naast hem. „Wat, wil jij soms vechten?”
De agent riep er enige collega’s bij, en de onfortuinlijke Surinamer werd in
elkaar geslagen. Dat werd gezien door een groepje Surinaamse jongeren die
zich ermee ging bemoeien. Binnen de kortste keren was een massale vechtpartij
ontstaan.
„Kijk, en dat is nou een voorbeeld. De agent begreep de gebaren van die
Surinaamse jongen niet, de jongen wist omgekeerd niet goed hoe hij zich moest
uitdrukken en dat was het begin van een onnodige vechtpartij”. Het voorbeeld is
afkomstig van de psycholoog dr. A. Eppink, coördinator van de Stichting
Averroés in Amsterdam.
De gevolgen van deze niet te doorbre
ken isolatie voor de kinderen zijn „vrese
lijk”, aldus Eppink. „Deze kinderen krij
gen voortdurend het gevoel er niet bij te
horen. Ze horen er thuis niet bij, en ze
horen er ook niet bij op straat. Overal
worden ze afgewezen”. Dit leidt volgens
Eppink tot een „enorm negatief zelf
beeld”. „Ze krijgen een levensvisie die zo
somber is dat ze ook niet meer voor iets te
motiveren zijn. Ze vervallen zo in een
volledige apathie. Het kan hen niet meer
schelen wat er gebeurt. Ze doen nergens
moeite meer voor”.
Als de ouders, die nu zo hard
werken, zelf oud worden, rekenen
ze erop dat hun kinderen voor hen
weer de kost verdienen. Vandaar
de grote angst die deze ouders
hebben voor de verwestelijking
van hun hier wonende kinderen.
Vandaar het krampachtige vast
houden aan de normen van de
eigen groep. Dat levert voor het
kind dat in ons land invloed van
een heel andere cultuur ondergaat
uiteraard grote spanningen op.
Ferial: „Zo’n kind leert zich vrij te
gedragen, zelfstandig te denken,
en dat wordt thuis weer niet geto
lereerd”.
Kinderen die pas op wat latere
leeftijd in het kader van de gezins
hereniging naar ons land komen,
om zich met moeder, broertjes en
zusjes bij de al jaren hier wer
kende vader te voegen, krijgen
hun eigen zorgen. Veel van hen, en
dan met name de jongens, hadden
in het eigen land de taak van de
vader min of meer overgenomen.
Ze droegen zo een zware verant
woordelijkheid, terwijl de school
opleiding er bij inschoot.
Eenmaal in ons land krijgt het
kind zonder twijfel moeilijkheden
op school. Omdat het zo weinig
onderwijs heeft genoten, moet het
in een klas met veel jongere kinde
ren zitten. Bovendien speelt de
taalbarrière een sterk negatieve
rol. En in het gezin zelf zit het kind
ook niet meer lekker. In het vader-
We moeten even wachten voor we bij de arts Ferial Aalders
terecht kunnen. Er is een Marokkaans jongetje bij haar, dat ze
moet bekijken. Later zegt ze: „Bij het ventje dat net hier was, heb
ik drie, vier afwijkingen vastgesteld”.
Ze zegt het om aan te geven dat de gezondheidszorg in de
landen waar het grootste deel van haar patiëntjes vandaan komt,
niet zo best is. „Dat is de reden waarom ze hier zoveel
afdokteren”. Ferial Aalders is als arts gespecialiseerd in de
behandeling van migrantenkinderen.
ders gemerkt. „Ik stuur zwakke
kinderen wel eens een tijdje naar
een tehuis, zodat ze daar kunnen
aansterken. Maar ik bedenk me
wel drie keer voor ik dat met een
Marokkaans kind doe. Want wat
gebeurt er? Als ik het aan de ou
ders voorstel, zeggen ze „ja, dat is
goed”. Maar het kind wordt ver
volgens wel verstoten”.
land was de vader, als hij met
vakantie kwam, iemand van ge
wicht. Hij was goed gekleed, had
veel geld en veel mooie verhalen.
In ons land ziet het kind dat zijn
vader erg hard moet werken, en
dat hij laag gewaardeerd wordt.
Het kind dat leert schrijven en
lezen, gaat een schakel vormen
van de familie naar buiten toe. Zo
wordt het de woordvoerder, de
tolk van het gezin. Dat gaat hem
weer in problemen brengen met
zijn vader, die traditioneel hoofd
en dus woordvoerder van het ge
zin is. Die vader gaat zich be
dreigd voelen.
Bovendien, juist omdat het kind
zoveel taken in het gezin gaat krij
gen, moet het geregeld van school
Eens
men-
dloos-
r. De
i kerk
r Ma
agden
ïdden
Als weinig anderen is ze betrok
ken bij de vele, vele problemen
waar deze kinderen voor staan. Ze
is sinds 1975 schoolarts bij twee
internationale zogenaamde scha-
kelscholen in Amsterdam, waar
buitenlandse kinderen, en dan
met name veel Marokkaanse,
schoolgaan. Die schoolartsen
dienst wordt verzorgd, door de GG
en GD in de hoofdstad.
De omvang van de problema
tiek, zoals ze die de afgelopen vier
jaar heeft leren kennen, heeft
haar verbaasd. „Ik had er wel veel
over gelezen, maar het is pas in de
praktijk gebleken dat ik nauwe
lijks uit de voeten kon als zich
grote problemen voordoen”.
Een voorbeeld daarvan. „Je
hebt een kind dat psychiatrische
hulp nodig heeft. Op een gegeven
moment gaat het huis aan digge
len. Dan word je ’s nachts erbij
geroepen. Je belt een psychiater,
maar die moet dan op jouw ver
haal afgaan. Je wilt de familie of
de patiënt vragen stellen maar
waar haal je midden in de nacht
een tolk vandaan?”
In de veronderstelling goed te
doen, kun je als arts flink de plank
misslaan, zo heeft mevrouw Aal-
Premier Ven Agt zei niet voor niets onlangs dat er
het komende Jaar „geen ruimte voor nieuw
'a
1
-.4