ANIMALLITEITEN BfeL - M i n door Klaas Pieter Rieksen Spanning Roest •Spitsgat Hartendwaas door -V .^1 Live” - Nadat in 1974 ook ons land het verdrag van Straatsburg ondertekende en daarmee de zeezenders van Nederlands territorium werden geveegd, zag het er naar uit dat de aanhangers van de piratenschepen hun verdriet zouden verdrinken, nog éénmaal een goed gesprek zouden voeren over die goeie ouwe tijd, om daarna het avontuur en de romantiek, die zo sterk hadden bijgedragen aan de populariteit van de piraten aan het eind van de zestiger jaren, voorgoed te vergeten. 9 "3 HO J Een heel weekeinde varen Schipper André Schapendonk l L wat geld over om naar zo’n schuit te kunnen voor twee uurtjes romantiek 1 1 t t hoef- Save, t een >nder sffer- Het timu- ir de n sa- con- even. zijn ?rder hoef- onze Het verdwijnen van Radio Veronica als piraat op 31 augustus 1974 (aan het eind van deze maand dus al weer 5 jaar geleden), met een bijna snikkende Rob Out en een angstig tikkende wekker, deed die gedachte althans rechtvaardigen. Radio Veronica werd de legale Veronica Omroep Organisatie en met een grote mond zouden Rob Out c.s. de geves tigde Hilversumse orde wel eens even laten zien wat radio-maken was en er zou voor de radioluisteraars een nieuw, op het piratenidee gebaseerd tijdperk aanbreken. Maar niets van dat al. Veronica liep binnen de kortste keren aan de strakke Hilversumse leiband en de echte liefhebbers van vrije radio bleven hopen op de nog steeds vechtende Radio Mi Amigo en Radio Caroline, die de Nederlandse wetten aan hun laars lapten en stug doorgingen met het zenden vanaf zee. Een illegale bezigheid, die juist daardoor aan romantiek en avontuur won. En het waren alweer die echte fans die dagelijks de schaal van hun radio afzochten naar de door hen zo geliefde zender, die dan weer wel, dan weer niet in de ether was, vaak geplaagd door organisatorische of tech nische problemen. Radio Mi Amigo van de Belg Sylvain Tack ver dween, dook enige tijd geleden weer op, maar was kort daarop weer uit de lucht. Ook de Hagenees Gerard van Dam probeerde zijn Radio Delmare weer zij het tot nu toe zonder enig succes in de lucht te krijgen. Alleen Radio Caroline (met als eigenaar vermoedelijk de Brit Ronan O’Rahilly en gesponsord door een Amerikaanse muziek-uitgeve- rij) wist zich tot nu toe redelijk in de ether te handhaven. Met als gevolg een gat in de markt, want de fans willen het door hen beluisterde pira tenstation wel eens van dichtbij bekijken. Een tocht .naar de voor de Thames-monding afgemeerde 'schuit bleek financieel haalbaar te zijn, zodat de in .Amsterdam gevestigde Stichting Communicatie nu 'sinds kort wekelijkse uitstapjes vanuit Vlissingen .naar het zendschip regelt. Voor degenen die zo’n 'tocht boeken een sprong in het duister, aangezien een heleboel elementen waaronder natuurlijk de weersomstandigheden de tocht kunnen beder ven. Maar dat zo’n trip voor de ware fans nauwe lijks kapot kan, is te lezen in dit verslag. verwisseld voor de genua (we hebben het nu even in vaktermen over de zeilen). De plotselinge stilte doet een aantal mensen ontwaken. Aan dek wordt het weer wat levendiger. De zieken aan boord zijn er niet best aan toe, de anderen genieten van de nachtelijke zeiltocht. Schipper André verdwijnt af en toe naar de navigatieruimte, een medepassagier staat aan het roer en tuurt ongeduldig naar het kompas om de juiste koers te houden. We hebben nog zo’n 8 a 9 uur voor de boeg. De immense stilte op zee wordt regelmatig onderbroken door wat onfrisse geluiden. Het gangboord aan de lage kant is veranderd in een glijbaan. De zaterdagochtend wordt rustig doorgebracht. Het is opvallend hoe weinig er door de jongens over de vrije radio wordt gepraat. Het is waarschijnlijk de spanning die de lippen op elkaar houdt. Edwin waarom hij aan boord is: „Ik las een adver- Nu is het slechts stille bewondering die de gemoe- »ren bezighoudt. Opgelucht wordt er adem ge lald als over het water wordt geschreeuwd dat de ch nog live de groetjes aan het thuisfront doen. De schuit ziet er niet al te best uit. „Dat schip jstaat nog slechts uit roest, menie en algen”, ïrtelt een snel overgestapte pessimist. Handen orden geschud, handtekeningen gevraagd en .sc-jockey Ad Roberts geeft een rondleiding aan de lucht is. Er wordt druk gegist. Eindelijk iselen de piraatfanaten een woordje met elkaar, fototoestellen worden in de aanslag gehouden. dré: „Vorige week had ik er één aan boord, die jon te janken toen hij het zendschip zag. Die was rangers van vrije radio - red.) en ik ben een ;nde van Mark Jacobs (één van de disc-jockeys boord van het zendschip - red.) ik luister elke naar Radio Caroline. Ik ben enorm geïnteres- Ik was zo ontzettend beroerd. Allemachtig, b de hele nacht lopen kotsen en donderde van ie overal tegenaan. Het was verschrikkelijk, ik heb het er wel voor over”. t de jongens ertoe drijft om per zeilschip een naar de door hun zo geliefde piraat te onder en blijft onduidelijk. De een heeft het over zijn y, een ander rept over „de enige manier van i radio”. Het blijft allemaal wat vaag, maar het arschijnlijk een heimelijk verlangen naar het dschip Mi Amigo (niet te verwarren met de Mi Aigo), vanwaar Radio Caroline de uitzen- verzorgt. De spanning aan boord stijgt. De n kruipen naar de voorplecht van de „Ger- Een radio wordt in de aanslag gehouden. de welkome gasten en laat niet zonder enige trots zien tot hoe hoog het water aan boord van het schip wel niet heeft gestaan. Foto’s van de disc-jockeys mogen wel worden genomen, maar niet worden geplaatst „Het is tenslotte nog steeds illegaal wat we doen”, verduidelijkt Roberts ten overvloede. Na ruim twee uur rondstappen wordt het illustere gezelschap verzocht om weer van boord te gaan. Het gaat niet van harte, maar allez, het is fraai geweest en de piratenfans verlaten, bedwelmd door avontuur en onbereikbare romantiek, de schuit. Ze hebben het allemaal met eigen ogen gezien. Hier wordt radio gemaakt. Dit is weer die goeie ouwe tijd, gebrekkige apparatuur, spanning en sensatie en natuurlijk een toffe sfeer onderling. Auke heeft het naar zijn zin gehad. Als hem wordt gevraagd of hij het die tweehonderd gulden wel waard vond, antwoordt hij: „Nou en of. Ik vond het fantastisch. Al was het nog veel duurder ge weest, dan had ik het nog gedaan. Ik leef helemaal mee met de jongens aan boord. Ik heb die zender altijd aanstaan. Je voelt gewoon wat er gaande is. Vorige week donderdag had ik door dat er iets aan de hand was. Er werd alleen maar langzame mu ziek gedraaid en dan weet je dat er iets niet klopt. Dat voel je gewoon. En nu heb ik gevraagd of er toen iets was. En dat klopte. In verband met vakantie van tekenaar Jan- willem van Vugt is er deze week geen afleve ring in de serie dierenverhalen Animalli- teiten. nel- eke -’las nne l de ilus (ga den :o’s. irie Eén van de andere jongens laat een paar stukken roest zien die hij van het schip heeft meegenomen. Roest. Als aandenken. Dat wordt zelfs een van de zieken te machtig en die merkt dan ook op: „Dan ben ik nog liever zeeziek.” Het mag de pret niet drukken. Er wordt gediscus sieerd over de staat waarin het schip zich bevindt, de kwaliteiten van de disc-jockeys, de apparatuur. Namen, data, zendvermogens, diepgang, golfleng tes, leeftijden, merken van draaitafels. De fotorol letjes zijn volgeschoten, een laatste hand wordt gedrukt voordat de „Germaine” aan de terugreis begint. Het woord verdwazing valt. De één relativeert wat, een ander valt fel uit. De terugreis verloopt minder voorspoedig dan verwacht. De wind laat het afweten en de stroming zit niet mee. Vierenentwintig uur dobberen we richting Vlissingen. De meesten zoeken een slaap plaats en laten zich in uren niet meer zien. De zieken klaren wat op. De dromen zijn zoet. De motor dendert in de vroege zondagochtend. c i t Mg gen zeeziekte. Aangedaan door de grauwe en ver krampte gezichten stelt de eigenaar het flesje ter beschikking. In zijn wanhoop en om terstond van het uiterst ongaangename gevoel in de maagstreek af te komen, slaat de patiënt in één klap het hele flesje achterover. Met een averechts effect. De meegebrachte fles whisky blijft nauwelijks aangeroerd liggen. Wat als een soort laatste redmid del werd meegebracht, voldoet niet aan de hoogge- stelde verwachtingen. Aan eten denkt niemand. Pas aan het einde van de reis wordt er gerept over zuurkool met vette jus en een sappige rookworst. Maar dan liggen we ook al weer bijna afgemeerd in de thuishaven. Pas diep in de nacht als bijna iedereen ver spreid over het dek en de kooien wat nachtrust probeert te vinden besluit André de motor uit te gooien en de zeilen bij te zetten. De kluiver wordt blijkt formidabel gezelschap en papegaai Coco, die zijn vaste plaats in de kajuit heeft, vermaakt menig een met ellenlange teksten die meestal onver staanbaar zijn, maar hoogstwaarschijnlijk een du bieuze inhoud hebben. Want papegaaien mompelen van oudsher dubieuze teksten, geleerd van onge schoren mannen met een grote zwarte hoed, een houten poot en een ooglap voor. De eerste zeezieke dient zich al bij West-Kapelle aan. Het slachtoffer zit wat stilletjes tegen de ba- zaanmast aangedrukt en wat voor wielrenners geldt is ook bij hem van toepassing: de blik op oneindig en het verstand op nul. Langzaam maar zeker wordt zijn gezicht grauwer. De frisse zeelucht houdt hem vooralsnog op de been, maar als hij naar het toilet in het vooronder wil en hij laat zich in de kajuit zakken, slaat de ziekte genadeloos toe. Wag gelend van ellende strompelt hij naar voren, waar na het geruime tijd duurt voordat we hem even grauw weer op het dek terug zien. De wind staat ongunstig en de motor dendert voort. Het geluid van de machine overheerst de stemming aan boord. Plots loopt iemand naar de railing en braakt alle ellende van binnen naar buiten. Een weinig prettig en, voor de overige passagiers weinig hoopgevend gezicht. Temeer om dat de ongelukkige aan de hoge kant (loefzijde) is gaan staan en dat terwijl het tegen-de-wind-in- braken ten sterkste was afgeraden. Met alle trieste gevolgen van dien. We citeren hierbij dan ook met enige tegenzin een kleine variatie op een bekend gezegd: „Aan loef loden en gissen, Aan lij braken en pissen”. Slechts één van onze medepassagiers is zo handig geweest om het middeltje Cocculus mee te nemen. Drie maal daags tien druppels van dit naar jenever smakende goedje zouden bescherming bieden te- In totaal zitten er in de stationsrestauratie in •Vlissingen 11 jongens klaar om samen met schipper André Schapendonk en zijn vrouw Gerda aan •boord van het door hen zelf gebouwde zeilschip .„Germaine” te stappen. (Voor de kenners: de „Ger maine” is een spitsgat moderne Collin Archer met een totale zeiloppervlakte van zo’n 140 m en 'uitgerust met een Volvo Penta motor 120 pk diesel .en 10 slaapplaatsen). Het is wat onwennig aan boord van het 15,50 ;meter lange schip en voor velen betekent deze trip naar Radio Caroline de eerste tocht op de Noord zee, zeker in een schuit van dergelijke afmetingen. ’In de sluis van Vlissingen dagen de eerste proble men al op. We blijken een „verstekeling” aan boord te hebben, althans iemand die niet op de passagiers lijst voorkomt en wel aan boord is gestapt. Het is de Belg Christ, die wel keurig zijn geld heeft overge maakt en boekte voor een inmiddels afgelaste tocht, maar nu toch zijn kans schoon ziet om naar het zendschip mee te varen. Want voor die in frankskes betaalde tweehonderd gulden wil je na tuurlijk wel wat zien ook. André: „Het is niet leuk als je iemand teveel aan boord hebt, maar je kan iemand toch moeilijk terugsturen. Vorige week stonden er negen mensen op de lijst en er kwamen er dertien opdagen. Ja, wat moet je daar dan mee? Ik heb ze allemaal maar aan boord gelaten. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, denk ik dan maar”. Het is vrijdagavond. Zo rond half negen verlaten we Vlissingen. De stemming aan boord is hoopvol. Herdershond Kazan, die er als alle andere her dershonden overigens angstwekkend uitziet. Na bijna 48 uur in touw te zijn geweest bereikt de „Germaine” weer vaste wal. Achtenveertig uur voor een bezoekje van ruim twee uur en dan nog tweehonderd gulden betalen ook. En de belangstel ling voor deze trips wordt er niet minder om. „Dat heeft niemand over voor een bezoekje aan de studio’s van Hilversum 3”, merkt iemand terecht op, „daar is iedereen ingeslapen, is het een duffe truttezooi. Wordt geen radio gemaakt”. En zo gaat het door. Het ziet er naar uit dat er nog een gouden toe komst is weggelegd voor de zendschepen. Want er is toch geen radiostation dat zich op dergelijke fans kan beroepen. En of het nou Radio Caroline, Mi Amigo of Radio Delmare is, het zal de fans een zorg zijn. Als het maar vrije radio is. Daar gaat het om. zijn i ka- een 1933 n in ende men. leeft gela- ;n zo i een t de ma’s licht zou gaat over laar- stus, Of logie sort, nsen den, leid, f en voor ndel i: A. i, G. i, J. nga. ffer erk- I >eid, den. van niet gra- rde- üng 1ste - 4 te De Germaine" nadert het zendschip. Met de radio in de aanslag probeert een tan wat geluiden op te vangen: Afgemeerd langszij wordt er gegeten. Eén van de zeezieken toont weinig interesse: Na afloop toont één van de liefhebbers van vrije radio een aandenken: stukken roest van het zendschip. (Foto 's: Jan-Willem de Jong) Foto boven: de „Germalne" In volle zeilen, gefotografeerd vanuit de 17,50 meter hoge mast. Foto onder: dlsc-jockey Mark Jacobs In een studio van Radio Caroline aan boord van het zendschip. til-tte n 4 1 uii'i ".y

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 19