Sproeikop Vraag naar kamers bijzonder Doodstop” voor trams Verheij hoog, aanbod belabberd laag Cinétol is dood, leve Cinecenter Zieke iepen Cor Coppies, exploitant van een unieke bioscoop: „Alle kansen zijn verkeken” iJ- ■FMFWI 0 I-ÏÈ1 i 13 AMSTERDAM DONDERDAG 23 AUGUSTUS 1979 Boze droom onder redactie van Theo van der Kaaij MINISTER PAIS VINDT HOTELS HUREN BEST, MAAR STUDENT MOET ZELF BETALEN KW Met de opening van een gloednieuwe bioscoop aan de Lijnbaansgracht op 20 september stijgt de keuze voor de filmliefhebber in Amsterdam uit boven de vijftig rolprenten, verspreid over dertig theaters. De echte filmfanaat weet dat hij helaas zware tol moet betalen voor de uitbreiding van het filmaanbod. Die tol bestaat uit Cinétol, een buitenis sig gevormde bioscoop aan de Tolstraat in Amster dam Oud-Zuid. Cinécenter zal na het vuurwerk van de opening elke week kunnen adverteren met „nog nooit ver toond in Nederland”. Bij het wis selen van de films zullen steeds twee premières tegelijk van start gaan: een in de avondvoorstelling en een in de nachtvoorstelling. „Bij wijze van experiment”, zegt Cor Coppies, die gewoon door gaat. De urgente studenten mogen nog blij zijn dat zij een beroep kunnen doen op de huisvestings bureaus van de universiteiten. Et telijke honderden eerstejaars van middelbare en hogere beroepsop leidingen krijgen deze hulp niet en moeten zichzelf maar zien te redden. Kopzorgen Theosofen In de kou Oplossing vanzelf De eerstejaars student, die niet langer dan een uur per trein hoeft te reizen om de hoofdstad te bereiken, moet zelf maar zien hoe hij bij aanVang van het studiejaar onderdak vindt in Amsterdam. Hij krijgt geen medewerking van de studentenhuisvestingsbureaus van beide universiteiten bij het zoeken naar woonruimte. Fl den Het Cinétol-theater in Amsterdam Oud-Zuid is nog zeven dagen bioscoop. (Foto Lex van Rossen) Cor Coppies is razend druk in de weer W. 4- Het gebouw blijft staan om filiaal te worden van de Openbare Bibliotheek, maar de twee filmtheaters moeten eruit. Directeur Cor Coppies en de bewoners van de Pijp hebben de strijd van drie jaar voor behoud van het theater verloren. Cinétol is dood en de naam zal voortleven in het nieuwe Cinécenter aan de Lijn- baansgracht, waar Coppies voortaan de skepter zwaait over de filmkopieën. Maar of het ooit weer zal worden als toen? De sproeikoppen worden verwijderd en vervangen door een afdekplaatje met sproeigaten. In geval van brand kan dan wel van de brandblusinstallatie gebruik worden gemaakt. pesterig vragend of het publiek dat nou zo’n mooie film vond. met zijn nieuwe theater aan de Lijnbaans gracht. Toch kan hij de gedachte aan het goede oude Cinétol niet uit zijn hoofd zetten. In zijn hart hoopt hij dat het alle maal een boze droom geweest is en dat hij straks rustig verder kan gaan in de Tol straat waar hij al 25 jaar een filmtheater exploiteert. Cor Coppies: „Ik neem met weemoed afscheid, want ik geloof dat alle kansen nu verkeken zijn. Er is nog een allerlaatste brief naar de gemeente ge gaan met het verzoek of we Cinétol als bioscoop kunnen blijven huren. Er is nog geen antwoord en ik moet de zaak op 31 augustus leeg opleveren. Het doet me wel wat. Vlak na de oorlog, 33 jaar geleden, kwam ik bij Cinétol, als operateur. Eigen lijk ben ik het vak ingerold, want nog geen tien jaar later werd ik zelf de exploitant.” Het voortbestaan van Cinétol hangt al zes jaar aan een zijden draadje. Het ge bouw is nooit eigendom geweest van Cop pies, hij huurde het van zijn naaste buren, De universiteit legt er nog eens 160 gulden per maand bij om de totale hotel kosten te voldoen. De studenten zijn dan gehuisvest in de toeristenhotels Paap aan de Keizersgracht en Cok aan de Konings- laan. De universiteiten hebben met elkaar 99 hotelkamers besproken tot 1 januari van het volgend jaar. De bedoeling is dat deze studenten daarna in aanmerking ko men voor vrijgekomen kamers in de stu dentenhuizen. Deze huizen bieden in Am sterdam plaats aan totaal 7000 studenten. Coppies: „De kosten worden zonder meer hoger, dus moet ik meer bezoekers trekken. De programmering wordt daar door moeilijker. De films moeten genoeg bezoekers trekken, wat mij beperkt in de mogelijkheden. Misschien dat het alle maal nog meevalt. De echte Cinétolklan- ten zullen zeker blijven komen. Wie een bepaalde film wilde zien, kwam van hein de en ver, zo is de laatste jaren gebleken.” De opening vafi de nieuwe bioscoop zal het filmminnend publiek niet onopge merkt voorbijgaan. Op donderdag 20 sep- tember laat Cor Coppies acht premières tegelijk van het witte doek knallen in zijn Cinécenter. En met premières bedoelt de ze exploitant ook premières. Voila: „Pré- parez vos mouchoirs”, een recente Oscar winnaar uit Frankrijk, „A different story” uit Amerika, „Och en Och” uit Zweden en nieuwe films uit Denemarken en Duits land. Het programma van het filmhuis Jean Vigo blijft voorlopig geheim. voor de woningnood onder studenten nog niets opgeleverd. Wel kon minister Pais op grond van deze maatregel voor de Raad van State argumenteren, dat het de uni versiteiten niet past om de student finan cieel bij te springen als de hotelrekening te hoog wordt. scoop van de theosofen te kopen. Niet lang daarna veranderde het gebouw van eigenaar. De gemeente kocht Cinétol voor een onbekend bedrag van de vereniging. Coppies kan het nog steeds niet uitstaan, want dat bedrag kan nauwelijks veel ge scheeld hebben met zijn eigen bod. Hij zorgde ervoor dat het gebouw beschermd monument werd en de gemeente Amster dam plukt daarvan de vruchten. Ook de nieuwe eigenaar is Coppies niet welge zind: hij moet verdwijnen. Het gebouw blijft, maar wordt omgevormd tot biblio theek. uums, s,- lU Cinétol was een huiskamer: knus en behaaglijk, met een fantastisch filmpro gramma. De stoelkussens waren ongelijk en bonkig van ouderdom, maar er waren tenminste plaatsen zat waar de benen in hun volle lengte gestrekt konden worden. En. Cinétol was een van de uiterst dun gezaaide theaters in de stad waar krakke mikkige asbakjes in de rugleuningen aan gaven dat er volop gerookt mocht worden. Cinétol was geestelijk eigendom van de filmliefhebber in Amsterdam en wijde omgeving, èn van de buurtbewoners. Af en toe gebeurde het nog wel eens dat opgeschoten knaapjes de zaal binnen drongen tijdens de voorstelling, het licht- aandraaiden en het doek dichttrokken, Ruimtelijk staat Cor Coppies niets in de weg om zijn Cinétolbeleid voort te zetten in het nieuwe Cinécenter. Het pand bevat drie filmzalen en een vierde zaal, bedoeld voor de bijzondere rolprenten van het filmhuis Jean Vigo. De exploitatie zal de directeur meer kopzorgen geven dan het oude theater, omdat hij een bonk geld aan het gebouw kwijt is. Natuurlijk waren de films geweldig. Door de unieke programmering bracht Cinétol de films die nergens anders te zien waren: premières die puur commercieel draaiende theaters niet durfden uit te brengen, bestsellers uit het grijze verle den, grote en kleine festivals rond regis seurs, acteurs en filmlanden. En dan wa ren er de „horrorweekends”, SF-specials” en eindeloze western-sessies bij nacht. Want Cinétol was ook het theater van de nachtfilm. Alleen Cinétol brengt al vanaf 1966 steevast elke nacht om een uur dertig een voorstelling uit. De andere theaters in Amsterdam beperken zich tot de vrijdag en zaterdagnacht. Wie de sfeer nog wil proeven van het oude Cinétol moet vlug zijn, want over precies een week valt het doek voor de laatste keer. Nog zeven dagen „The bad sleep well”, première van een thriller uit Japan, en „Aan een onbekende god”, pure poëzie uit Spanje. Voor de 21e week draait deze laatste succesfihn. Een experiment van Cor Coppies. Hij gaf hem trouwens niet langer dan drie weken. Na midder nacht brengt Cinétol de eerste helft van de week de western „Catlow” en de tweede helft de thriller „Black Sunday”. Coppies had een heerlijke tijd in „zijn” Cinétol, dat hij ontwikkelde van typische buurtbioscoop tot filmhuis voor een breed publiek. In 1973 trokken de theosofen aan de bel. Zij vonden dat hun vergaderzaal als bioscoop te weinig opbracht en Cinétol moest maar verdwijnen. Het antwoord van Cor Coppies werd gegeven in de vorm van een reeks verbouwplannen om het theater rendabeler te maken. Cinétol kon drie theaters in één worden en het riante voorplein kon plaats bieden aan een serie winkeltjes. Drie jaar later kwam het ant woord van de theosofen: „Nog een jaar respijt en dan wegwezen. De theosofen vereniging wilde het theater slopen om ruim baan te maken voor financieel aan trekkelijker appartementen. Coppies deed wat hij kon om zijn ver huurder op andere gedachten te brengen. De geniale inval om naar Monumenten zorg te stappen had succes: Cinétol mag door niemand gesloopt worden. De theo sofen moeten toen wel gevloekt hebben, want hun plan voor aantrekkelijk te ver huren appartementen kon de prullebak Zijn collega Kerkeling van de VU: „D’r moet af en toe maar wat gerommeld wor den”. De studenten moeten voor het ver blijf in de hotels per maand 160 gulden op tafel leggen. Dat is ongeveer het bedrag dat zij zouden betalen in de studenten huizen. Het dagelijks bestuur van Stad-radio Amsterdam heeft oud-CPN-wethouder Verheij voorgedragen als nieuwe voor zitter van deze regionale omroep. De huidige voorzitter, drs. G. J. Kemme, legt in verband met zijn benoeming tot directeur van de stichting Moderne Me dia deze functie begin september neer. Verheij is lid van het dagelijks bestuur. De stichtingsraad zal op 7 september een nieuwe voorzitter kiezen. Kemme is sinds de oprichting van STAD in diverse functies bij de Amsterdamse omroep werkzaam geweest. De universiteiten in de hoofdstad ont vangen in september 2500 eerstejaars stu denten. Studenten-huisvesting beschouwt 950 van hen als urgent woningzoekend, omdat zij onmogelijk dagelijks tussen Amsterdam en hun woonplaats heen en weer kunnen pendelen. De studentenhui zen bieden dit jaar nauwelijks soelaas. Zijn er normaal zo’n honderd kamers te verdelen, vrijgemaakt door afgestudeer den, dit jaar zijn er dan nauwelijks dertig. Alle kleine beetjes moeten helpen, om de eerstejaars straks niet in de kou te laten staan, hoewel Amsterdam de inrichting van een tentenkamp nog niet direkt nood zakelijk vindt. Een voormalig scheikunde- gebouw van de VU aan de De Lairesse- straat moet plaats bieden aan dertig stu denten. Er zijn besprekingen gaande met het Amsterdamse gemeentebestuur over de huur van houten noodwoningen, die worden gebruikt bij het renoveren van oude huizen. Tenslotte is de woonboot Moby Dick in het Haarlemse Spaarne een goed onderdak voor zestien studenten. De piek in de kamernood is niet onge woon voor deze tijd van het jaar, maar de universiteiten spreken nu wel van een bijzonder hoge vraag naar kamers en een belabberd laag aanbod. De huisvestings- deskundigen noemen als een van de be langrijkste oorzaken hiervan de stelsel matige onttrekking van goedkope huur woningen aan de kamermarkt. Alle uni versiteitssteden pleiten al een paar jaar bij het ministerie van Onderwijs voor een aparte regeling van de huisvesting. Het enige dat minister Pais heeft gedaan is het probleem doorschuiven naar een ander ministerie. Vanaf begin 1978 valt de ver antwoordelijkheid voor de huisvesting van studenten bij het ministerie van Volkshuisvesting. In de praktijk heeft dit De universiteiten hebben het conflict over de begrotingspost vorige week voor de Raad van State gebracht. Namens het college van bestuur betoogde de heer Harmsen dat de situatie van vandaag niet meer te vergelijken is met die van vorige jaren waarbij de kamernood onder de studenten zich in de loop van het studie jaar vanzelf oploste. Dit was een van de argumenten van het ministerie om de be grotingspost „hotelkosten” af te keuren. Harmsen schetste de kamernood in alle universiteitssteden en de verschillende oplossingen die worden gevonden. Am sterdam mag zich verheugen in de aanwe zigheid van toeristenhotels, die in het na jaar toch niet meer volledig bezet zijn, dus waarom niet van die mogelijkheid ge bruik gemaakt? De Raad van State heeft nog geen uitspraak gedaan. „Het is wel erg gemakkelijk om te zeg gen dat het probleem zich in de loop van het studiejaar vanzelf oplost”, zegt de heer Kerkeling van de Gemeentelijke Uni- Normaal gesproken komen de studen ten uit de wijde omgeving van Amster dam later in het studiejaar aan bod voor een studentenkamer, maar voor de jaren 1979/1980 hoeft daar nauwelijks op gere kend te worden. De door de universiteiten beheerde studentenhuizen zitten stamp vol en de tendens is sterk, dat de dames en heren studenten hun kamer veel langer dan gebruikelijk bezet houden. De creativiteit van de universitaire huis vestingsbureaus kent geen grenzen, alleen zijn de mogelijkheden beperkt. Utrecht is dit jaar het origineelste met de inrichting van een kampement vol legertenten om de dakloze eerstejaars tegemoet te komen. Groningen gaat over tot de inrichting van een sleep-inn op het terrein van de univer siteit, Leiden wil sta-caravans en Eindho ven probeert een leegstaande kazerne te bemachtigen. Voor het derde achtereenvolgende jaar reserveren de Vrije Universiteit en de Gemeentelijke universiteit in Amsterdam kamers in betrekkelijk goedkope toeris tenhotels. Daar heeft niemand bezwaar tegen, alleen wil minister Pais van Onder wijs er een stokje voor steken dat de universiteit, en dus het ministerie, de helft van de totale hotelkosten gaat betalen. Op deze «aanier komt de student in een uit zonderingspositie, zo vindt de minister, want dan lijkt het alsof uitsluitend studen ten te lijden hebben onder de woning nood. Het is niet zo dat de minister het betalen van hotelkosten de voorgaande jaren door de vingers heeft gezien, want zijn veto slaat op de universitaire begro ting van het jaar 1977. De jaren die volgen zal hij ook niet nalaten op dit punt af te keuren. In universitaire kringen is men niet ka pot van Pais’ onwillige houding. De heer Cornelisse van het huisvestingsbureau van de GU: „Pais kan wel tegen zijn, maar wij gaan gewoon door op deze manier”. de P. C. Meuleman Stichting, of Theosofi sche Vereniging Nederland. Deze vereni- ging zette in 1926 het amfitheaterachtige tol”, gingen verder en probeerden de bio- bouwsel neer op een lommerrijke plek aan de westelijke oever van de Amstel. Het gebouw was bedoeld als vergaderzaal voor de verzamelde theosofen. De Monu- mentenraad, die het pand pas sinds twee jaar als „beschermd” beschouwt, geeft de volgende beschrijving: „Het is een ge bouw met de trekken van de zogenaamde harde periode der Nieuwe Zakelijkheid, dat als zodanig tot de vroegste uitingen van deze stijl behoort.” Toenstenhotel Paap de Keizers gracht, waar de eerstejaars student straks 160 gulden per maand voor een kamer mag betalen, als de universiteit tenminste dat bedrag met nog eens 160 gulden per maand aanzuivert. De soezende trampassagier spert zijn ogen wagenwijd open bij het zien van een waarschuwingsbord op het kruispunt Prins Hendrikkade-Martelaarsgracht: „DOODSTOP indien verkeerslichten niet branden”. Navraag bij het Gemeente Vervoerbedrijf leert dat de term „doodstop” voorkomt in de instructies aan trambestuurders. Het betekent dat de tram ogenblikkelijk en volledig tot stilstand moet komen. Komen er meer van deze borden in de stad? „Nee”, zegt een GVB- woordvoerder, „het blijft bij deze levensgevaarlijke kruising. De verkeerslichten vertonen hier de onhebbelijkheid niet altijd te werken”. In de Bijlmerbajes worden in alle cel len de sproeikoppen van de automati sche brandblusinstallatie verwijderd. Deze maatregel is genomen nadat zich in februari een gedetineerde aan zo’n als haak uit de muur stekende sproeikop had opgehangên. Volgens het reclasse- ringsblad KRI, dat dit meldt, was reeds tijdens de bouw tegen dat zelfmoordrisi- co gewaarschuwd. Inmiddels blijken nu de brandweervoorschriften minder stringent te kunnen worden toegepast. versiteit, „natuurlijk, veel studenten ko men ergens in de stad terecht, maar waar ze precies blijven weten wij niet. Eigenlijk weten we het wel, want de meesten nemen genoegen met een klein hok voor een heleboel geld. Dat kunnen wij geen oplos sing van de huisvestingsproblemen noemen”. in. Coppies en buurtbewoners, samen het comité vormend „Geen gesol met Ciné- Als gevolg van de zeer strenge vorst in de afgelopen winter is ernstige schade ontstaan aan een groot aantal iepen in Amsterdam. Het gaat om circa 3000 bo men. Veel van deze bomen moeten deze zomer worden gerooid mede om ver spreiding van de gevreesde iepziekte te beperken, andere exemplaren zullen eerst volgend jaar het loodje leggen. Aangenomen wordt dat in 1979 225 iepen en in 1980 75 iepen verloren zullen gaan. Door het koude weer is de bloei van de iepen sterk verlaat waardoor vruchtzet- ting kon plaatsvinden onder maximale omstandigheden (geen strenge koude in de bloeiperiode) met overdadige vrucht- zetting als resultaat. Door de vruchtvor- ming is zoveel vocht en voedsel ver bruikt, dat er voor- bladontwikkeling geen energie meer aanwezig is en circa 300 bomen „zich dood zullen gaan bloeien”. n n it d n 9

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 13