Peter Lohr, Schouwburg- en Concertgebouwdirecteur:
Series in het
Verwacht in de
Toneelschuur
is een eerste vereiste”
Premières in
Concertgebouw
van Haarlem
Stadsschouwburg
van Haarlem
3100
u
erk
door Ko van Leeuwen en John Oomkes
Niet onderschatten
Middentheater
Volwaardig
Investeren
Lichtreclames
a
*1
Ingevuld
Rubriek van oh, jongens
Blokkering
Onvoldaanheid in de kunst
Peter Cohr „Twijfels over middentheater".
loopt, ook een goed beleid een feit gewor-
1
iemd
I
i het
Zaken
I
I
I
I
I
9400
)34.
:oeken
ars die
wij met
3d loon
foeken
>nteurs
i Haar-
vkunde
:n heb
aar in
racatu
lledige
In het rijtje dat de directeur vervolgens
oplepelt, moet de naam van Haarlem wel
tussen metropolen als Londen, Wenen,
Leipzig, Praag, Parijs, Petersburg (Lenin
grad) en Warschau.
„Ja, haha. Je bedoelt alsof we daar met
lichtreclames en grote pijlen nog even de
aandacht op zouden willen vestigen, hè?
Maar er is natuurlijk wel alle aanleiding
toe. In de Nederlandse verhoudingen is
Haarlem op muziekgebied uiteraard een
interessante stad, waar hele bijzondere
dingen gebeurd zijn en nog gebeuren. In
In september komt Hauser Orkater
vijf avonden met het nieuwe program
ma Zie de mannen vallen.
In oktober de première van De Idi
oot van Dostojevski, onder regie van
Johanna Bilsky, gespeeld door Cor
van de Brink en Paul Beudel.
Het Pro-Theater (niet te verwarren
met het Ro Theater) komt met een
officiële première van De Stoelen van
Kassandra (nadat het vorig seizoen
ook al in de Schuur te zien was) en met
The Visitor, eveneens een eigen pro
duktie van deze nog jonge groep, die
bestaat uit spijtoptanten van de Thea
terschool.
Toneelgroep Centrum brengt weer
verscheidene premières uit. Onder
meer Sundance onder regie van Eddy
Habbema, De Kamer en Een beetje
pijn, twee eenakters van Pinter en
met Het Verjaardagsfeest.
ren, enkele pianisten en strijkkwartetten
zijn daarbij aangesloten; fenomenaal. Je
merkt dan dat zo’n verzoek met grote
interesse wordt ontvangen".
linator.
.S - of
ngelse
t gaan
„Nu Betrayal van Pinter hier komt, nu
is het interessant om inderdaad de andere
Pinters weer op te pakken (Centrum gaat
oudere stukken van P. herhalen, red.).
Veel van wat vroeger zwart was, kan nu
worden ingevuld. Daar heeft Pinter in
Bedrog de sleutel voor gegeven en daar
om hoort dat stuk tot wezenlijke vernieu
wing.
„Maar het Ro Theater, dat is voor mij
een groot vraagteken. En vaak werken ze
op zulke grote tonelen, dat ’t in Haarlem
niet kan staan. De Haagse Comedie kan ik
niet representatief laten zien, het Ro The
ater ook niet. Maar bij zo’n Rb Theater, bij
De Appel en ook bij het Publiekstheater,
daarbij voel ik altijd bij voorbaat dat ik
positief of negatief zal reageren. Maar dat
ik in elk geval zal reageren. Dat betekent
dat er iets aan de hand is. Er gebeurt daar
gewoon wat tussen kwart over acht en elf
uur ’s avonds. Als ik zo’n voorstelling van
De Feeks van De Appel zie, dat was su
bliem, wat een vernieuwing”.
Op de voorlopige programmeringslijst
ontbreekt het Ro Theater. Globe, een nu
praktisch geheel verjongd gezelschap,
komt er minimaal op voor. Het Ro Thea
ter gaat Koning Lear spelen met in de
titelrol Johnny Kraaykamp.
Lohr: „Er is heel wat vernieuwing waar
bij ik in een handomdraai kan zien wat er
gaat gebeuren. Ik heb geen oordeel op dit
moment over Jöhnny Kraaykamp als Le
ar, maar het lijkt me thuis te horen in de
rubriek van oh, jongens, nou krijgen we
wat. Maar hou me ten beste, het kan heel
goed zijn dat het Ro Theater precies die
van veel vrije produkties, maar ook datge
ne wat de meeste grote repertoiregezel
schappen te bieden hebben.
Lohr: „Ik speel niet alleen maar op het
avondje uit. Ik begin met een opzet voor
de gesubsidieerde gezelschappen, die toch
voor een deel op vernieuwing gericht zijn.
En wat reprises van oudere stukken be
treft, ik zie telkens weer nieuwe genera
ties met de bek open zitten kijken. Jonge
ren zullen toch ook kennis moeten nemen
van kwaliteit die er al was”.
kabonnement kan bogen op het Medici
String Quartet, het Mondriaan Strijk
kwartet, het Orlando Strijkkwartet, het
Beaux Arts Trio, het Daniël Strijkkwar
tet en het Amsterdams Strijkkwartet. In
dè vokale serie duiken de namen van
Jorine Samson, Jard van Es, The King’s
Singers, Elaine Woods (winnares „Den
Bosch”), Cora Canne Meijer, Jaap Diele-
man, Margreet van Gunsteren en een
Madrigaalkoor uit Roemenië op.
In het folkloreabonnement wachten
ons dit jaar: Los Rupay (Andes), Abrase-
vic (Joegoslavië), Fiesta Gitana, Brasil
Tropical, het Internationaal Folkloris
tisch Danstheater, Ballet National du
Senegal, Lucnica (Slowakije) en het Na
tionaal Ballet van Peru.
Lohr: „De wens van iedere theaterdirec
teur is het opblaasbare theater. Er zijn
hele discussies over het middentheater.
Maar dan moet je me eerst precies vertel
len waar het om gaat. Ik heb daar m’n
twijfels over, ik zie dat niet klaar en
helder voor me. Een programma van ei
sen daarvoor, nee, dat zie ik niet zo duide
lijk. Maar we moeten terdege oppassen
voor de inslaapsussende situatie dat to
neel en muziek nu op en top verzorgd zijn.
Onvoldaanheid op het gebied van de
kunst is een vereiste. We moeten niet de
indruk krijgen, dat als alles wel goed
Niet alleen van de thematiek gaat een
selectieve werking uit, maar ook van het
geleidelijk verbeterende peil van de uit
voeringen. In hoeverre is kwaliteit een
beperkend criterium, als het om zaken als
initiëren en het overdragen van cultuur
goederen gaat? Lohr, peinzend: „Hoge
kwaliteit is voor lage kwaliteit natuurlijk
een blokkering, maar het is niet de enig
bepalende factor bij de keuze. Laatst be
zocht ik bijvoorbeeld voor het eerst een
concert van Maurizio Pollini. Nou, dan zit
ik als een kip naar het onweer te kijken.
Elke noot staat dan op zijn plek, maar ik
krijg dan niet de indruk dat er iets ge
beurt. Vakmanschap, ja. Maar neem het
Mondriaan Kwartet. Als ik dan hoor hoe
bij hen een kwartet van Haydn opeens
lukt, dan doet me dat meer dan het omval
len van de eik die Amadeus Kwartet heet.
En waarvan je met zekerheid weet dat het
vorig jaar beter klonk. Je kunt dan niet
anders dan de nieuwe generatie de ruimte
bieden”.
„Op de drempel van de jaren tachtig”
luidt dan ook de kop waaronder hij in een
ten geleide in het blad Podium het nieuwe
seizoensprogramma van de onder zijn lei
ding staande instellingen bij de aspirant-
bezoekers introduceert. „Wij hebben niet
alleen gestreefd naar een „elk-wat-wils”-
programma, staat daarin zwart op wit,
„maar wij hebben ook reikhalzend uitge
keken naar tekenen van het nieuwe en dus
onbekende. Maar vernieuwingen laten
zich moeilijk dwingen en wij kunnen als
instelling niet vooruitstrevender zijn dan
de kunst zelf”.
Lohr is evenwel de eerste om nadruk te
leggen op het feit dat de doelstelling van
zijn werk nog andere elementen omvat.
„Daar is het cultuuroverdragende ele
ment. Je kunt wel van een stuk van Genet
zeggen dat het toch een beetje ouwe koek
is, maar daar moet je voorzichtig mee zijn.
Er is telkens een nieuwe generatie die
vertrouwd moet worden gemaakt met de
klassieken. Bij de muziek is dat wat van
zelfsprekender dan bij theater, maar iede
re generatie moet toch zijn eerste Hamlet
zien?”
„Ook en dat speelt Vooral bij theater
heb je te maken met een derde element:
die van het avondje uit. Het is een legale
wens om je zinnen te willen verzetten.
Soms kunnen die verschillende aspecten
wonderwel samengaan, zoals bij Betrayal
van Pinter, waar er sprake is van een
aantal verschillende invalshoeken”.
Lohr geeft daarbij te kennen dat hij
geen man is die het nieuwe om het nieuwe
waardeert. „De indruk dat iets totaal
nieuw is, bespringt je vrijwel dagelijks.
Alsof je elke keer dat je een tube tandpas
ta openknijpt zou moeten wénen: hier,
geheel nieuw! Terwijl het gewoon tand
pasta is! Dat zie je in de muziek, dat zie je
in het theater. Doordat ik van veel heb
kunnen kennisnemen, kan ik nu pas zien
hoe belangrijk en vernieuwend het werk
van Stravinsky en Pinter is geweest”.
„Als je me vraagt waar ik in mijn vak
naar op zoek ben, dan speur ik vooral
naar programma’s en concerten die
een initiërend karakter hebben. Kort
om, zaken waaraan je aspecten kunt
ontdekken die zich naar je beste weten
nog niet eerder hebben voorgedaan;
én waarvan je de indruk hebt dat ze
van blijvende waarde zullen zijn”. Pe
ter Lohr, directeur van de Haarlemse
Stadsschouwburg en het Haarlems
Concertgebouw, is één van de weinige
echte cultuurpausen in deze regio. Een
drukbezet man, aan wie een zekere
neiging tot pontificaal taalgebruik en
voorkomen niet vreemd is.
De jazzserie vorig seizoen goed op
streek gekomen heeft dit seizoen de
vorm aangenomen van een keuze-abon-
nement. Men kan zelf een serie van 6 uit
een aanbod van 9 concerten distilleren.
Namen? Internationaal Hot Jazz Festi
val (21 oktober) o.a. met Max Collie en
Papa Bue, dan Betty Carter, Pasadena
Roof Orchestra, Toots Thielemans,
Woody Shaw Quintet, Chris Barber,
Dexter Gordon, Art Blakey en een sur
priseconcert in de Luilaknacht (23 mei
’80).
Tot slot biedt het Haarlems Concertge
bouw nog een kleine serie met pianist
verteller Louis Grimm, die vanaf janua
ri op drie donderdagavonden program
ma’s presenteert waarbij een thema als
„De grap in het lied” voldoende is voor
een interessant en muzikaal avontuur.
de keus van Leipzig bijvoorbeeld liggen Z-
de namen van Brahms, Mendelssohn,"
Bach, Wagner, noem maar op, voor de .-
hand. Haarlem heeft natuurlijk naar we-"""
reldmaatstaven gemeten een veel beschei
dener rol gespeeld, maar het staat wel
dichter bij de mensen die er leven. En je
komt bij het invullen van een programma
waarbij ik bijvoorbeeld samenwerk
met mensen als Albert de Klerk voor
verrassingen te staan. Opeens blijkt ooit
ene mevrouw Kalff mooie liederen te heb
ben geschreven, of ene Von Brucken
Fock”.
Een woord als cultuuroverdracht valt in
het gesprek met Peter Lohr keer op keer.
Een prachtige zaak, maar er zijn grote_
bevolkingsgroepen, die het nauwelijks
raakt, niet? Lohr, beamend: „We vragen
de mensen zowel bij theater als muziek
natuurlijk of ze zich kunnen en willen
concentreren over een verloop van een c
aantal uren. Het zijn dergelijke zaken aan
de kunst eigen, die het probleem opleve
ren. We leven immers in een snelle tijd?”
„Ik geloof dat je de mensen moet leren
enige tijd met hetzelfde bezig te zijn, dat je
als instelling mensen moet kunnen condi
tioneren aan de maat en de lengte van een
sonate van Beethoven. Het opvoedende
element. Dan zullen er best lui zijn die
mompelen dat dat bevoogdend is. Dan
denk ik altijd maar aan de tijd dat ik als
kleine jongen het heerlijk vond dat ik een
dik boek uit had kunnen lezen. Dót ple
zier, die merkwaardige sensatie. Bevoog
dend? Iemand leren ergens de tijd voor te
nemen behoort tot de essentialia van ons
beroep”.
mensen op een wat andere manier tot
leven kan komen. Hij gold altijd als een
sullige, brave man, maar zijn laatste
strijkkwartetten steken die van Beetho
ven zowat naar de kroon”.
Toch kon De Feeks niet in Haarlem
terecht. De voorstelling hoorde qua mon
tage in de Toneelschuur, zou niet in de
Stadsschouwburg gekund hebben. Maar
het kon niet. De toch niet te hoge uitkoop
som van 2500,- bleek voor het Toneel-
schuurbudget te hoog.
Lohr: „Als dat zo is, dan is dat inder
daad heel treurig. De Appel had met die
voorstelling in Haarlem móéten zijn en
zoiets móét in de Toneelschuur. Wanneer
het, zoals hierbij, gaat om een evenwichtig
toneelbeeld, zal Haarlem meer in toneel
moeten investeren”.
De Toneelschuur heeft het qua pro-
grammeringsbudget moeilijker dan de
Stadsschouwburg, waar meer plaatsen te
verkopen zijn.
Lohr: „In de schouwburg lopen inkom
sten en uitgaven bij de programmering
zo’n beetje tegen elkaar weg. Ik kan hier
bij een goed bezochte produktie iets
Perspekt bijt het spits af, wat de
landelijke premières in Haarlem be
treft. Op 6 september komt deze groep
met Perspettacolo Pericoloso, het ver
haal over de rivaliteit tussen twee va
riété families. Idee, samenstelling en
eindregie zijn van Ide van Heiningen.
Op 15 september gaat Maskerade, de
nieuwe musicalproduktie van Jos
Brink en Frank Sanders in première.
Medewerkenden zijn verder Simone
Kleinsma, Lucie de Lange, Mary Mi-
chon en Henny Orry. Henk Bokkinga
verzorgde de muziek en Jo Dua regis
seerde. Een verhaal over liefde, dat
zich afspeelt in het Amsterdam van
1910.
Een stuk vol menselijke verhoudin
gen en humor is De Wisselwachters,
dat op 21 september ten doop gehou
den wordt in Haarlem, terwijl de offi-
In Haarlem zijn vooral het afgelopen
seizoen stemmen opgegaan die pleiten
voor een theateraccommodatie, die ligt
tussen Stadsschouwburg en Toneel
schuur, tussen de grote zaal van het Con
certgebouw en de Tuinzaal. Tal van pro
dukties op het gebied van toneel, muziek
en ook het zich steeds verder ontwikkelen
de muziektheater, zouden van een middel
groot theater gebruik kunnen maken.
De vroegere gemeentelijke concertzaal
heeft zich onder de zorgen van Lohr c.s.
kunnen opwerken van een zalenverhuur-
centrum tot een zo langzamerhand vol
waardig concertgebouw. Sinds 1978
wordt er gepoogd een centraal motto te
kiezen waardoor er duidelijker gegroe
peerd kan worden geprogrammeerd en de
bezoeker enige houvast geboden wordt.
Vorig jaar ging er van het Schubert-the-
ma een duidelijk wervende werking uit,
dit jaar spreekt het etiket 1914 minder
aan. Lohr, daarmee geconfronteerd: „Het
kari‘ zijn, dat zal wel. Het is ook wat
algemener dan Schubert, die toch dankzij
een dergelijke programmering voor veel
„In andere gevallen is het echter dik
wijls mogelijk om programma’s van musi
ci pianisten bijvoorbeeld aan te pas
sen aan het thema. Of in het geval van
Leipzig, waaraan ik een bezoek heb kun
nen brengen, zulke contacten te leggen
dat een groep musici uit die stad hier een
specifiek programma wil brengen. Ik ben
bij het Gewandhaus in Leipzig geweest.
Daar zijn zo’n 200 musici aangesloten. Een'--
symfonieorkest, een kamerorkest, er
wordt aan operabegeleiding gedaan, ko—
Kristina de Chatel komt met een
nieuw dansprogramma in de grote
zaal.
Henk ten Batenburg geeft in de
Schuur de première van een solopro-
gramma. Ten Batenburg komt bij Poë
zie Hardop vandaan.
Michael Helmerhorst en Mark
Kingsford, twee spelers van Perspekt,
komen met een programma vol humo
ristische vondsten onder de titel Spin
and Marties, chickensellers.
De Stichting Dans komt met een
produktie die Lopen heet.
Mickery komt met een deel van de
produkties die in het eigen theater in
Amsterdam in première gaan ook
weer naar Haarlem, zo mogelijk
steeds met twee voorstellingen ach
tereen.
De kleine zaalprodukties van grote
repertoiregezelschappen als Globe,
Theater en het Ro Theater zullen ook
weer in de Toneelschuur te zien zijn.
We staan er gekleurd op, het kri
tisch muzikaal cabareiprogramma
van Marius Monkau, Andries Mok en
Rob van den Meeberg, komt in okto
ber in De Schuur.
ciële premiere in veroanu niet iiel aan
wezig kunnen zijn van regisseur Geor
ge Wilson uit Parijs, in de Koninklijke
Schouwburg in Den Haag zal zijn. Dat
gebeurt op 24 september. Twee prach
tige acteurs, Paul Steenbergen en Ber
nard Droog spelen de hoöfdrollen. Het
stuk is van de Ierse schrijver Brian
Phelan.
Potasch en Perlemoer, twee oude ge
trouwen, komen terug en nu opge
voerd door het Amsterdams Volksto
neel. Na de dood van Beppie Nooy
heeft Jules Croiset de regie hiervan op
zich genomen. Première 17 oktober.
Wolken is de titel van het blijspel van
Michael Frayn, dat op 25 oktober aan
de beurt is. Vrolijke romantiek met
onder meer Linda van Dijk en Jeroen
Krabbé, onder regie van Nicholas
Renton.
Kitty Janssen en André van den Heu
vel geven ook weer hun première in de
Haarlemse stadsschouwburg en dat
gebeurt op 10 november met Viermaal
Uitverkocht, van het schrijversduo Ba
rdlet en Grédy. Een blijspel van de
schrijvers van De Cactusbloem en
Veertig Karaat. Jules Royaards doet
de regie.
„1914 heeft wel prikkelend gewerkt
voor allerlei musici. Je merkte dat arties
ten het prettig vonden om mee te denken,
best bereid waren om te proberen een
weinig gehoord werk uit dat jaar op het
programma te nemen. Het is beslist enke
le malen de moeite waard geweest en zo
zal het deze herfst nog enkele malen zo
zijn. Dit najaar zullen zo nog de zeven
populaire Dansen van De Falla te horen
zijn, alsmede een mooi stuk van Villa-
Lobos. Voor 1980 hebben we een thema
gekozen, dat enerzijds minder beperkend
zal zijn dan „Schubert”, maar aan de
andere kant een grotere houvast betekent
dan „1914”. Het wordt het jaar van de
grote muzieksteden; gedurende elke nieu
we maand zal een andere stad centraal
staan".
Onder auspiciën van het BUMAfonds
zal er in het Haarlems Concertgebouw
met ingang van 21 september een Serie
Nederlandse muziek van 1900 tot heden
plaatshebben waarin veelal weinig be
kend werk van hedendaagse componis
ten als Peter Schat, Jurriaan Andries-
sen, Hans Kox, Guus Jansen en anderen
zal worden uitgevoerd. Executanten zijn
daarbij jonge musici die vlak voor hun
Prix d’Excellence staan of deze zojuist
behaald hebben.
In de overige series zal in de repertoi
rekeus mogelijkerwijze tot januari ten
minste zo duidelijk te merken zijn dat
het jaar 1914 het centrale thema is. In de
orkestenserie zal worden opgetreden
ddor' het Arkios Ensemble, het Staatsor
kest Rheinland-Pfalz (met Emmy Ver-
hey, Harro Ruijssenaars en Frédéric
Meinders), het Nederlands Kameror
kest, het Radio Kamerorkest, het NPO
(met en onder Tamas Vasary) en het
Staatsorkest Pardubice uit Tsjecho-Slo-
wakije (met Meinders).
De pianoserie vermeldt de namen
van Rinus Groot, George van Renesse,
Jet Röling, Youri Egorov, Alwin BSr en
Peter Frankl, terwijl een kamermuzie-
aanvulling heeft bedacht, waarvan je la
ter zegt: god zij gedankt. En Globe, nou,
dat moet ik nog eens een keer zien”.
Buiten Perspekt heeft de Stadsschouw,
burg van Haarlem geen vast gezelschap
meer als bespeler. Daarom is Lohrs stre
ven er al enkele jaren op gericht zoveel
mogelijk premières van goede vrije pro
dukties naar Haarlem te krijgen. Het ko
mend seizoen telt Haarlem zes landelijke
premières en daarvoor is evenals vorig
jaar weer een speciaal première-abonne-
ment in leven geroepen.
overhouden voor iets wat minder publiek
trekt. Die mogelijkheden heeft de Toneel
schuur niet. De verhouding baten-lasten
ligt daar ongunstiger, er zijn nu eenmaal den is
niet meer dan tweehonderd, plaatsen. Dat De programmering van de Stads-
geld moet er dus via de politieke weg schouwburg, dat betekent de presentatie
komen. Maar dat móét dan ook gebeuren,
die noodzaak is er. Natuurlijk is de
schouwburg niet goedkoper als we de
personeelslasten etcetera in aanmerking
nemen. Maar het lijkt nu eenmaal alsof de
Schuur duurder is, dat wel. En inderdaad,
er zijn hier een aantal klappen die ik beter
kan opvangen, maar daar programmeer
ik niet op!”
Toch hecht Lohr eraan om duidelijk te
maken dat het werken met een thema de
mogelijkheden vergroot als het erom gaat J
muziek van cultuurhistorische waarde
door te kunnen geven. „Dat is zeker van
een niet te onderschatten belang in mijn
situatie waarin je voortdurend geconfron
teerd wordt met panklare aanbiedingen.
Als men je bijvoorbeeld benadert met de J
mogelijkheid om het Beaux Arts Trio te
boeken en ik laat vragen of er kans is dat
iets van Martinu op het programma kan
worden genomen, wordt er gezegd: wat
een énig idee! Vervolgens krijg ik te horen
dat het trio al overal geboekt is en niet J
voor Haarlem nog iets anders kan instu- 1
deren. Dat kan ook moeilijk als je een J
leven leidt van koffer-in-koffer-uit”.
Ruiterlijk geeft Lohr toe dat de keuze»,
van de steden vrij toevallig tot stand is
gekomen, „Het is wichelroedewerk. Er is
natuurlijk bij zoiets een gigantische lijst t
van mogelijkheden. Berlijn en Rome zijn 1
bijvoorbeeld belangrijke muzieksteden
die afgevallen zijn. Een omstandigheid
dat Tamas Vasary hier in februari bij het
NPO vanaf de vleugel Beethoven I zal
dirigeren, speelt dan plotseling mee bij de
overweging dat Wenen in februari een-
traal zal staan”.