Echte Cupido ■|l 11 r ANIMALLITEITEN door Klaas Pieter Rieksen n/v) Tussenpositie Invloed Rechtszitting Ironisch Onvoorspelbaar lOUt Geen sleutelgat I jll L n man nde Ms iï‘r Alle fases die het echtpaar en hun dochtertje hebben moeten meema ken totdat de scheiding erdoor was, werden door Verhoeff op film vastgelegd. Een karwei waar maanden mee gemoeid zijn geweest. Onder de titel ’’Modern leven” start de VPRO morgenavond een vijfdelige documentaire van samenstellers Pieter Verhoeff en Germaine Groenier met camerawerk van Jochgem van Dijk, Mare Felperlaan en Cees Samson. In de reeks staat het jonge echtpaar John en Gerda centraal, dat tijdens de opnamen tot de conclusie kwam dat het beter was uit elkaar te gaan. In de vijf wekelijkse afleveringen komen veel aspecten aan bod die uiteindelijk tot de scheiding hebben geleid, zoals de werkomstandigheden van de man, de vrijheidsdrang van de vrouw en de zo langzaam maar zeker onhoudbaar wordende situatie thuis. 'ZA die r Hoe Verhoeff dit alles kon filmen en met welke moeilijkheden dit ge paard ging, vertelt hij in bijgaand interview. Ons oorspronkelijke plan om naast Verhoeffs verhaal het relaas van het gefilmde echtpaar zélf af te drukken, bleek helaas niet uitvoerbaar. John daarover: „Wij hebben afgesproken om, na twee pogingen van omroepbladen, geen interviews meer te geven. De kwestie is zó delicaat, dat het risico daarvan te groot is. En trouwens: we hebben aan de film niets meer toe te voegen; we zouden hem alleen maar afzwakken en daarvoor is die film ons te dierbaar”. Een jong modern gezin: vrouw, man en dochter. Na bijna 127a jaar huwelijk loopt de zaak spaak. De man heeft het moeilijk op zijn werk, praat er constant over. Hij wil uit een voor hem onaan vaardbare situatie komen. Zijn vrouw is het „gezeik” beu en luistert allang niet meer naar de ellenlange monologen van haar man. Ook de financiën spelen een rol. Hij wil wel ander werk zoeken, maar aan de andere kant wordt er ook wel aardig verdiend en dat hebben ze nodig, want de hypotheek moet maan delijks worden afgelost. En je moet ook nog te eten hebben. Je dochtertje wil ook wel eens andere kleren, aange past aan de laatste mode. En de turn vereniging geeft het kind ook niet voor niets les. De 34-jarige havenarbeider John, zijn twee jaar jongere vrouw Gerda en hun 11-jarige dochter llona zitten in die situatie. Niets bijzonders natuurlijk, het bovengenoemde is van daag de dag een model voor heel wat jonge gezinnen. Toch liggen de zaken bij John, Gerda en llona wat anders. I .w Il ill. Toch zijn er enkele scènes overgedaan. iet de lein •fr Pieter Verhoef!: „Ik riep steeds maar: doe maar net alsof we er niet zijn". oners, d. Berg, e, St. Bavo Je blijft er nogal stoïcijns onder? ivoeren □ral wat ten wij rsoneels- optimale ie jm ng grote oep tg in ze van van „Ik was blij dat ik het had. Eindelijk een spontane ruzie, dacht ik. Gerda vertelde me later dat ze de grote ruzies al achter de rug hadden. Wat wij gefilmd hebben, wa ren zo’n beetje de laatste oprispingen”. Je hebt pijnlijke dingen geregistreerd. Ruzies en opmerkingen waarvan de be trokkenen later mogelijk spijt kregen. Door de realiteit van je film en de betrokkenheid die er ongetwijfeld bij de kijker zal ontstaan, heb je toch het idee dat je zit mee te gluren naar andermans problemen. verschoten, red.) en naderhand kon het echtpaar bij het bekijken van de beelden beslissen of er iets uit moest. Op het moment dat Verhoeff wilde gaan filmen, ontstond er toch onzekerheid over het project en vooral John had moeite met ue aanwezigheid van de camera. Ook toen de situatie tussen John en Gerda verslech terde ontstond een kritiek moment. Pieter Verhoeff wilde graag doorfilmen en na veel gesprekken met het echtpaar kreeg hij hun volledige medewerking. De basis was gelegd voor wat later de vijfdelige documentaire zou worden, een „documen taire zedenschildering”, zoals de VPRO het noemt, of een „familiedocumentaire” zoals Verhoeff het zelf omschrijft. Met als titel „Modern leven” en als gegeven de realiteit rond een scheiding. Tijdens het kijken naar die eerste afle vering heb ik óók momenten gehad dat ik dacht dat het niet echt was, dat er toneel- gespeeld werd. Is „Modem leven” niet een goed gespeelde weergave van de werkelijkheid? Met die vorm van televi- siemaken heb je je al eerder bezigge houden. tf „Om ’s ochtends vroeg te kunnen filmen hadden we de sleutel van het huis gekre gen. Als de wekker van John en Gerda afliep lagen wij al met de camera voor de slaapkamerdeur. Ik riep steeds maar: doe maar net alsof we er niet zijn. We hebben ons ook niet aan hen aangepast. Soms stelde iemand zich wat aan als de camera ging draaien, dat hebben we er dan uitge knipt. Over het algemeen viel het allemaal wel mee. Sommige mensen wilden niet op de film, die hebben we dan ook buiten beeld gelaten. Maar van de meeste men sen (zoals op het bedrijf waar John werkte en bij de controlerend geneesheer, red.) kregen we vlot hun medewerking”. „Dat klopt ook wel. Zelf kwamen John en Gerda met „De grote verwarring" en dat typeert de zaak ook heel goed. Maar later is dat „Modern leven” geworden. Er zitten zoveel elementen van deze tijd in. Emancipatie, scheidingen (John en Ger da, de zus van John, de vriendin van Gerda en de ouders van het vriendinnetje van Ilona, red.) en moeilijkheden op het werk. En de problemen die ontstaan door het kopen van het huis, dat speelt bij zo ontzettend veel mensen”. „Ik denk dat er wel veel belangstelling zal zijn en ik denk ook dat de mensen gaan kiezen voor de een of de ander. Maar het is natuurlijk allemaal erg onvoorspelbaar. Ik hoop dat er stof tot praten wordt gebo den. Als documentaire vervolgserie („Mo dern leven” heeft door de vooruitblikken aan het einde van de afleveringen en het „wat gebeurde er vooraf” aan het begin van de afleveringen sterk het karakter van een vervolgserie, red.) is dit in ons land wel uniek geloof ik. Maar wat is uniek? Ik merk het allemaal wel”. „Nou, nee. Dat eigenlijk ook weer niet. Ik ben wel erg benieuwd hoe de kijker zal reageren en kijk met spanning uit naar de uitzendingen, want ik denk dat het toch wel heel wat zal losmaken". g nmer „Nee, echt niet. Het is allemaal realiteit die je ziet. Met de manier van werken, die we nu hebben gebruikt, vang je erg veel momenten die je normaal niet ziet in een documentaire. Hoe echter het is, hoe meer de mensen denken dat het fake is, omdat ze dergelijke beelden alleen maar in speel films en gedramatiseerde series zien en nu geloven ze hun ogen niet”. Verhoeff zegt daarover: „In mijn ogen nam dat gezin een soort merkwaardige tussenpositie in. Qua inkomen behoorden John en Gerda tot de arbeidersklasse, maar qua culturele achtergrond tot een geheel andere groep. Een aantal jaren geleden stelde ik bij de VPRO al voor daar een film over te maken, maar toen was er geen belangstelling. Een jaar geleden kwam ik weer met het idee en toen zag men er wel iets in. Ik wist wel dat er iets aan de knikker was, maar dat het hierop zou uitdraaien heb ik nooit vermoed”. Je kende John en Gerda al geruime tijd. Maakte dat het werken met ze, het mee maken van die crisis en het uiteindelijke gevolg niet erg moeilijk? V’|K „Alleen de rechtszitting van de schei ding hebben we voor honderd percent gefaked, omdat we in de rechtszaal niet mochten filmen. Anderhalf uur voor de echte zitting hebben we in een ruimte die als rechtszaal was ingericht de hele proce dure gefilmd met wél de echte advocaat erbij. Later bleek dat de echte zitting ongeveer net zo was gelopen. De advocaat vertelde me alleen dat John en Gerda tijdens de opnamen eigenlijk zenuwachti ger waren geweest dan tijdens de echte zitting. Na de „repetitie” waren ze blijk baar wat rustiger geworden”. De titel „Modem leven” klinkt me wat ironisch in de oren. Wat denk je van de reactie van de kijkers? Er zitten natuurlijk erg veel her kenbare elementen in de documentaire. 41 „Kijk, voor mij telt het punt dat ze alle opnamen achteraf hebben gezien. Ik heb ze verteld waarom ik een bepaalde opna me wel of niet in de documentaire wilde opnemen en daar is over gepraat. Gerda en John reageerden af en toe wel wat geschrokken, maar ze hebben voor ieder beeld hun toestemming gegeven. Het gaat mij helemaal niet om de sensatie. Ik vond het interessant om iets van het leven van heel dichtbij te laten zien. Het nadeel van veel documentaires is dat die te veel aan de buitenkant van een onderwerp blijven. Daarom was die lange aanwezigheid ook gewenst, om helemaal van binnenuit te kunnen werken. En het beste wat je dan kunt bereiken is dat je emoties oproept bij de kijker”. Normaal speelt een dergelijke dramati sche gebeurtenis zich af in de besloten heid van het gezin en slechts een goed ingewijde volgt wellicht de ontwikkelin gen. Bij John en Gerda was die „ingewij de” een camera, die de momenten feilloos registreerde op het teken van Pieter Ver hoeff, filmer van beroep en sinds een jaar of twee in vaste dienst bij de VPRO. Ongewild, of beter gezegd onverwacht, raakte Pieter Verhoeff betrokken bij het scheidingsverhaal van John, Gerda en Ilo na. De lichten en de camera stonden klaar, het budget was rond, alleen de opzet zou zich drastisch wijzigen. Ver hoeff viel met zijn neus in de boter. Het is wat oneerbiedig gezegd, maar het is wel de werkelijkheid, getuige het volgende relaas. Pieter Verhoeff kende het gezin al ruim acht jaar. Ze woonden in dezelfde Am sterdamse straat, er was een regelmatig contact en toen John en Gerda een huis in Hoorn wilden kopen, heeft Verhoeff lange tijd met het tweetal zitten praten over de mogelijkheden die er bestonden. Al geruime tijd liep hij met het idee rond een programma te maken over John en Gerda. Het was hem opgevallen dat de familie, cultureel gezien althans, niet in het hoekje van een „typisch arbeidersge zin” te duwen was. Wat je dan ook onder een „typisch arbeidersgezin” mag ver staan. Er was in ieder geval een grote belangstelling voor de moderne litera tuur, de muziek van Willem Breuker, de Haagse Post, Vrij Nederland en de VPRO werd door John en Gerda tot favoriete omroep uitgeroepen. ji’ Tekeningen: Janwillem van Vugt enorme hekel aan. De koperen ploert is niets voor mij. Ik voel graag nattigheid. Waar ik ook een hekel aan heb zijn die kinde ren, die alsmaar roepen: slak, slak, slak, kom je huisje uit. Als je dat doet, heb je mooi meteen een tik op je tentakels te pakken. En het zou helemaal mis zijn als de ouwelui van die kinderen in de gaten zouden hebben dat ik van oorsprong nog een wijn- gaardslak ben. Voordat je het weet lig je in hun Franse-sausjes- uit-een-pakje te sudderen. Hou- doe dus. Ik ben weg. Vooraf hebben Gerda en John samen met Pieter Verhoeff de werkwijze doorge sproken. Pieter zou zoveel mogelijk fil men (in totaal is er voor de ongeveer vier uur durende serie 50 uur filmmateriaal „Modern leven” schetst de dramatische ontwikkelingen in het huis van John, Ger da en Ilona vrij nauwkeurig. Met humor, momenten van grote depressie, verstan delijk overleg, hartverwarmende momen ten (Ilona, die in haar kamertje ogen schijnlijk ongehinderd door de camera danst op de muziek van Olivia Newton John en in een latere aflevering een ge sprek voert met een vriendinnetje) en angst. De zeer intensieve manier waarop Verhoeff zijn film heeft gemaakt, werpt zijn vruchten af. Maar het was lang niet altijd even makkelijk. „Op de avond toen John en Gerda be zoek kregen van twee jonge collega’s van John was het erg moeilijk. Gerda begon tamelijk plotseling te praten over haar wens om alleen te gaan wonen en John was niet helemaal zichzelf. Voelde zich door zijn omgeving aangevallen. Hij trok plotseling een paar lampen eruit. Nader hand hebben we daar uitgebreid over zitten praten. Hij heeft er ook mee willen stoppen, Gerda niet, die vond het allemaal wel best”. „Een documentaire is altijd gedeeltelijk fictie. Je laat soms gewoon dingen overdoen omdat ze te belangrijk zijn om niet in je „verhaal” te hebben. In „Modern leven” wordt Gerda op een gegeven mo ment opgebeld door haar vriendin Saskia. Dat telefoongesprek vonden we zo essen tieel dat we het erin wilden hebben. Maar op het moment dat er gebeld werd, waren we er niet en we hebben Gerda gevraagd of ze het voor de camera nog even over wilde doen. Dat ging uitstekend. En je verdraait de werkelijkheid er niet mee”. Gerda en John met hun dochtertje llona. „De film is ons te dierbaar". „Ja, dat zit er natuurlijk toch in. Mis schien kom je daar niet onderuit. Maar je zit niet mee te kijken via het sleutelgat, je doet het niet stiekem. En dat vind ik het belangrijkste, dat de film samen met de betrokkenen is gemaakt. Toen ik de eerste aflevering zag, had ik toch een beetje het gevoel mee te gluren. Dingen zien, die niet voor de buitenwe reld bestemd zijn. Verhoeff: „Ik heb die maanden ge draaid met een mengeling van gevoelens. Ik heb geprobeerd zo afstandelijk moge lijk te blijven, maar ik voelde zo af en toe ook sterk mee. Het was natuurlijk alle maal sowieso gebeurd, ik denk alleen dat onze aanwezigheid de zaak wat versneld heeft”. Maar wat praat ik toch: nu moet ik me haasten om uit de zon te komen, want daar heb ik een hebben tweeërlei liefdesgerief tot onze beschikking. Wat dat betreft is emancipatie of feminis me ver van ons bed. Modern leven in vijf delen bewind te voeren. Hij lust wel een slakje, schat ik. Maar hij lust geen schepselen die anders zijn dan heterofiel. En wij, slakken, zijn hermafrodiet. We eten zoge zegd van twee walletjes. Als wij paren dan geven we en nemen we. Zou meneer Gijsen dat we ten? Als hij daar achter komt kan hij geen slak meer door zijn keel krijgen. Wij hebben trouwens - volgens - het vaste normenpatroon, maar we hebben toevallig wel dezelfde Schepper - nog andere vreemde dingen rond onze amoureuze be drijvigheid. Als wij elkaar tegen komen en wij voelen de drang in ons lijf, dan gaan we bij wijze van spreken op onze achterste benen staan. We drukken ons in nig tegen elkaar aan. Niets bij zonders, zal je zeggen, niets aan de hand. Maar dan begint het merk waardige gedonder in jullie ogen. Dan gaan we als volleerde Cupido’s, als trefzekere boog schutters elkaar met pijlen be schieten. Leuk is anders, maar dat hoort er bij ons nu eenmaal bij. Zo heeft de Schepper van die monniken, van Gijsen en van ons dat zo gewild. Óm in moderne termen te spreken: we zijn net levende lanceerbases met kalk achtige Hawk-raketjes. Als het zo uitkomt en het vizier van je liefdespartner op scherp staat, heb je mooi van die pijltjes in je weke bast zitten. Na die inleiden de beschieting (het is ook een soort veiligheidssysteem, want de raketjes van verschillende soorten slakken zijn ook ver schillend en als je een „ver keerd” pijltje binnen krijgt, gaat het seksfeestje niet door), na die inleidende beschieting dan, is het moment suprème aangebro ken. Met als aardig gegeven, dat we elkaar bevruchten, want we Het ergert me behoorlijk als ik weer eens te horen krijg, dat ik zo’n langzame slijmer ben. Ik vind dat ik er soms in gezwinde vaart vandoor kan gaan. Alles is toch betrekkelijk. Wat is snel? Als je met een noodgang tegen een raam vliegt, zoals die spreeuw laatst? Hij scharrelt nog rond met een buil op zijn kop. Of als je een auto probeert bij te houden zoals die hond gis teren? Hij klapte wel mooi tegen die wagen aan, toen de chauffeur plotseling stopte. Ik bedoel maar: een snelle weet nooit of hij wel veilig op zijn plaats van be stemming komt. En wannéér hij daar komt staat hij te hijgen als een nagorgelende trekharmonica waar een gaatje in zit. Nogmaals: ik bedoel maar. Ik hou mijn eigen tempo aan. Ik kom bij mijn doel zonder gehijg en gepiep. Als ik mijn baantjes en kringen trek krijg ik geen last van schroeien de poten. Ik zou eigenlijk alleen nog een truc moeten vinden om mijn spoor te verdoezelen. Dat glimt me te veel in de ochtendzon. Een beetje slimme rakker kan me door die slijmsporen opscharre len. En ik ben lekker. Het blijkt uit het feit, dat ik zoveel vijan den heb. Of eigenlijk zoveel men sen en dieren die van me houden en dan wel zoveel dat ze me wel kunnen opvreten. Wat ze dan ook met mijn Franse maten uitbun dig doen: tweehonderd miljoen wijngaardslakken per jaar. Als dat geen volkerenmoord is.... Maar daar hoor je niets over. Men doet maar. Men peuzelt maar raak. Vandaar dat ik die Fransen zeker niet mag. Ze mo gen allure hebben; prat gaan op hun cultuur: pronken met hun fijne keuken, dat kunnen praktisch alleen ten koste ons. En wat je ten koste anderen verwerft is eerder bar barisme dan cultuur. Voila. Me mento mori: gedenk de slakken, die op dit zelfde moment weer sterven gaan. Ik zelf ben een zogeheten ver wilderd exemplaar. Het schijnt dat mijn voorouders uit Frank rijk kwamen. Ze werden ge kweekt door monniken, die in de vastentijd het lijden des Heren herdachten, maar ons lijden ver gaten. Wij dienden als vervan gingsmiddel, als surrogaat voor vlees. Zo leidt het christendom tot alles, zelfs tot slakken in de pan. Waarom denk je dat die ou de monniken zo’n rond voorko men hadden? Omdat ze God lief hadden, maar ons niet minder... Gelukking hebben een paar verre voorzaten er een slakke- vaart in kunnen zetten en zijn ontsnapt aan de kookpotten van de abdij der witheren. En na die ontsnappende rush hebben ze niet stil gezeten. Ze hadden de monniken wel eens horen preve len: gaat heen en vermenigvul digt u. Welaan. Of wij dat in hun geest hebben gedaan is weer wat anders. Er schijnt in het bisdom waar ik nu in rondkruip ene Gij sen, ene holle bolle Gijsen, het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 33