Een nieuw begin voor Hans van den Burg (Gruppo Sportivo)
EMMA BRUNT OVER FEMINISME
Rationalisme als cultuurneurose
9
au
)0
Tandarts
I i
door John Oomkes
Partijcongres
Groepsterreur
k
Formule
Regiem
Commercialiteit
Verantwoordelijk
f i i
Van de „suffragettes”, de strijdbare
dames die aan het begin van deze
eeuw slag leverden om het vrouwen
kiesrecht, lees je wel eens dat hun
(pardon: haar) optreden zoveel tumult
veroorzaakte, dat de militantsten on
der... haar ervoor in het gevang wer
den gezet. Het heeft er veel van dat de
„mannenmaatschappij” van zo’n jaar
of tachtig later veel toegevender is ten
aanzien van zich roerende minderhe
den; er zijn in elk geval maar weinig
feministes van de tweede emancipa-
tiegolf die ooit werden opgebracht voor
opruiend gedrag.
Het ontwerpen van een
grammofoonplatenhoes is een fluitje
van een cent. Aangenomen dat je weet
hoe je te werk moet gaan. Max
Mollinger, die drumde bij Gruppo
Sportivo, klaart de lay-out en het
montagewerk voor ex-collega en
vriend Hans van den Burg, wiens
eerste soloplaat in oktober zal
verschijnen. Aan weerszijden van het
vierkante werkvlak dat de voorkant van
de hoes moet opleveren, komen twee
foto's die het profiel tonen van de
musicus en van een onbekende,
groteske dame. Links prijkt de toet van
Hans, die op een Woody Allen-achtige
manier de lippen tuit en zo avances
maakt naar de dame die daar getuige
een op haar neus geplaatste
knijper niets van moet hebben. Buddy
Odor is a Gas, staat ter verklaring van
dit merkwaardige téte-a-tête erboven
geplakt.
jrp
m.
ak-
I
?rs
Ik moet mij n
luiheid te
oor
slim af zijn’
ims
sen
in
zo
sch
aar-
t is
lan-
en
verstandverbijstering
i het
Emma Brunt: vernietigende analyses, ernstige spot.
een
eist
□Igd
Wel is het een stelling die je tegenwoordig
onbekommerd hoort uiten. Onze „permis
sive society” staat tenslotte ieder toe te
beweren wat hij wil, zelfs zo dat voor de
meest onzinnige bewering nog iets werdt
opgebracht dat we „begrip” noemen. Die
tolerantie, die je met evenveel recht on
verschilligheid zou kunnen noemen, ver
hinderde misschien dat tot nu toe iemand
de moeite nam om de veronderstellingen
waarop het feministisch wereldbeeld ge
bouwd is, op waarheid te onderzoeken.
Het is de verdienste van Renate Rubin
stein geweest, dat zij zich die moeite gaf.
werk een dubbele lading mee te geven, a
la Koot Bie zou je kunnen zeggen. Niet
de wil om een perfecte parodie af te
steken stond daarbij voorop, maar een
techniek waarbij de satire in lulligheid
blijft steken en daardoor absurdistischer
overkomt.
Toen Sportivo voor de tweede maal
Engeland aandeed, vielen de critici
daarover. Het heette dat Van den Burg
zijn gebrek aan talent maskeerde door zo
gewild te doen en een recensent van het
blad Melody Maker gaf lucht aan zijn
onbehagen door te vermelden dat hij met
eigenschap heeft ze gemeen met de even
zinledige uitspraak dat een vrouw veel
gevoeliger, spontaner, intuïtiever en emo
tioneler is dan een man, behalve zij die het
niet is of het ontkent, Die is dan gehersen
spoeld door de mannen, of ze begaat op
z’n minst de laagheid bij hen in het gevlei
te willen komen.
Afgezien van de zin van de onderne
ming is „Je zal je zuster bedoelen, eigen
tijds feminisme” een erg aardig boek.
„Een excursie naar vrouwenland”, heet
het eerste opstel. Achter het „nylon gor
dijn”, waarschuwt Brunt, ligt allerminst
het bevrijde en vredige vrouwenland dat
de inwoonsters ervan ons voorspiegelen.
Emma Brunt kan het weten, want ze is er,
zoals dat heet, geweest. Als ex-docente
„vrouwenstudies” bij de afdeling culture
le antropologie van de universiteit van
Leiden, en als medewerkster aan het femi
nistische maandblad Opzij geeft ze een
gedetailleerd reisverslag.
gekrulde tenen naar de groep had zitten
luisteren. In eigen land daarentegen kon
het verwijt worden beluisterd dat Hans
met zijn dubbele teksten over disco alleen
maar het tegendeel bereikte en
ondertussen zelf het duivelse middel zou
hanteren om van de rage beter te worden.
Glerum; een jongen van het
conservatorium met een lekkere soepele
stijl. Hard werkend en souplesse, hè? Ik
speelde voor het eerst vorig jaar op een
sessie op het Midzomernachtfestival in
Eindhoven met hem samen. Met hem
samenwerken is een totaal andere
ervaring als met Eric Wehrmeijer. Zo’n
contrabas is een waanzinnig moeilijk
instrument, dat je pas na verloop van
jaren goed leert bespelen. Grote
jazzjongens doen'daar 15 jaar of langer
over. Als je goed luistert kun je ook horen
hoe Ernst staat te zweten op zijn partij.
Om redenen van soortgelijke aard heb ik
ook voor blazers gekozen. Het maakt de
sound wat breder”.
afschuiven. Dit ben ik helemaal. Er werd
naar mij gekeken, op mijn aanwijzingen
gewacht. Robert-Jan Stips heeft in het
hele proces de rol van adviseur gespeeld,
iemand die als de eerste de beste
buitenstaander die je van straat oppikt, de
gang van zaken becommentarieert. Zij het
dan dat hij er kijk op heeft, natuurlijk”.
Robert-Jan was er gewoon. Op
beslissende momenten moest ik zelf de
knoop doorhakken. Dat gold bijvoorbeeld
ten aanzien van het uitkiezen van de
muzikanten. Ik moest verantwoorden of
ze wel of niet goed waren, of er op de
juiste manier mee samen te werken viel,
etcetera. Mijn aanwijzingen moesten dan
ook worden opgevolgd, zo ben ik wel”.
De boosdoener haalt zijn schouders op.
„Bart is bijvoorbeeld aangetrokken
omdat hij figuren kan slaan die Max
Mollinger niet beheerst en die hem ook
niet aanspreken. Nu kan Bart achteraf
wel kankeren, over een regiem en zo,
maar dat is betrekkelijk. Als ik een tape
terugdraai waar zijn geluid opstaat, wil ik
dezelfde snare-tik tien keer hetzelfde
horen. Perfectie, je mag het zo noemen.
Als je een secretaresse een brief laat
uittypen mag dat ook niet slordig
gebeuren. Dan wil je ook dat ze rechts
begint. Aan slordigheid heb ik een grote
hekel, dus Bart moest zijn werk een paar
maal overdoen”.
Hoever gaat je perfectionisme Bereid
je een produktie helemaal voor?
„Ik begin leeg, wacht het moment af”,
repliceert Van den Burg, „dat is voor mij
de beste manier gebleken. Natuurlijk heb
je allang van tevoren ideeën en thematjes
bijeengegaard, maar als ik alles thuis ga
zitten voorbereiden dan komt er een punt
dat je te veel in je muziek gaat stoppen, en
voor je het dan weet lijk je op Kayak
(trekt een vies gezicht). Het klinkt dan al
snel te bedacht, je verliest dan in een
ommezien het essentiële van de teksten en
de muziek in de verpakking. En dan is het
eind zoek”.
„Nee, gewoon de studio in nadat je je
daar geestelijk op voorbereid hebt. Je
laadt je dan op en probeert je arsenaal
aan opgeslagen ideetjes er binnen de tijds
periode uit te krijgen. Eén nummer heet I
want it now, da’s geschreven als een
persoonlijke neerslag van de ervaringen
die ik doormaak. I want it now, nu moet
het gebeuren”.
„Als ik ergens niet tegen kan is het dat
je om je heen hoort, dat is nou Hans van
den Burg van Gruppo Sportivo, psst, psst,
psst. Ik vind het fout als ergens zoveel
mensen achteraanlopen. Dat vind ik in de
politiek waarin ik overigens niet zo
geïnteresseerd ben ook zo. Als er
plotseling massa’s achter iemand
aanlopen denk ik: ’t is fout zeker, kan niet
goed zijn. Ik kan mezelf niet voorstellen
dat ik bijvoorbeeld Van Dyke Parks of
Frank Zappa, die ik echt waardeer, zo zou
benaderen. Ik zou zeggen: wil je een kopje
koffie of zo. Ik zou alleen een rooie kop
krijgen als Zappa tegen mij zou zeggen:
wat jij doet, vind ik hartstikke goed.
Beoordeel iemand op wat-ie kan dus”.
Gruppo werd wel geaccepteerd, maar
niet om de lading. Het was meer die frisse
groep met die lekkere meiden en die
halve gare, hè?
Van den Burg: „Ik ga naar New York
om ervaring op te doen, een gitaar te
kopen die ik allang wilde hebben en voor
de rest zie ik het wel. Ik doe geen
concessies aan de commercialiteit. Ik ben
bevoorrecht door een bepaalde situatie;
mijn muziek ligt min of meer toevallig
goed in de markt. Daarom hoef ik mezelf
nog niet als een produkt aan te prijzen.
Dat bezoek aan Amerika is een oud
ideaal. Ik koop daar een autootje, rij wat
rond. Ik loop daar wat met mijn gitaar
over straat, prik hier en daar in, vertel wie
ik ben en waarom ik graag speel. Ik ben
bereid te accepteren dat het niets
oplevert, maar misschien houd ik er wel
een band aan over. In ieder geval kom ik
na oktober terug om in Nederland, maar
ook in België, Frankrijk en Duitsland
optredens te doen. Of ik weer zoals bij
Gruppo het achterste van mijn tong laat
zien, weet ik gewoon nog niet”.
Of je „vrouwen” nu precies een minder
heid kunt noemen, lijkt me twijfelachtig.
Op haar grimmige aanval tegen het „he
dendaags feminisme” (de titel van haar
brochure), werd nogal geshockeerd gerea
geerd. Aan tegenspraak was de vrouwen
beweging niet gewend. Alleen Maarten ’t
Hart had tot dan toe geprobeerd het femi
nisme in diskrediet te brengen, zonder dat
er een feministe was die het nodig vond
zijn kritiek te weerleggen. Kritiek van een
man was immers al per definitie verdacht,
en vormde slechts de bevestiging van de
stelling dat mannen altijd de baas willen
spelen. Dat een vróuw zou kunnen twijfe
len aan wat binnen de beweging inmid
dels tot heilige overtuiging was gegroeid,
werd ondenkbaar geacht, maar kon in het
geval van het onweerlegbare tegendeel
gemakkelijk toegeschreven worden aan
die bekende veroorzaker van alle kwaad:
de conditionering van de mannenmaat
schappij. De redenering klopt altijd. Die
ng
er-
op-
>eg-
Begin dit jaar bleek Hans uit het juiste
hout te zijn gesneden. Op het toppunt van
de roem zette hij een streep onder
Sportivo, zich ergerend aan het gebrek
aan begrip. Het was niet de enige reden.
Gevraagd naar het waarom zei hij toen:
„De formule ligt zo langzamerhand vast;
er zijn geen nieuwe ontwikkelingen te
verwachten. Back to ’78 was een ander,
wat steviger en wat meer uitgebalanceerd
album dan Ten Mistakes, maar een derde
elpee zou alleen maar een kopie zijn van
de vorige. Zo kan ik slapend 65 en rijk
worden, maar dat is niet waar ik naar
streef”.
Van den Burg vroeg en kreeg enige
bedenktijd, boekte gedurende de maand
juli een studio en wilde eens wat andere
muziek op de band zetten. Het resultaat
laat hij met gepaste trots horen. Zijn stiel,
zo blijkt, is niet noemenswaardig
aangepast of veranderd. Nog steeds is zijn
muziek vervat in strakke schema’s,
plotselinge breaks en versnellingen en is
de lading hoofdzakelijk ironisch. Vrijwel
alle ex-Gruppo-leden werken er ook aan
mee. Maar zo nu en dan merk je toch dat
Hans zich wat breder wil laten gelden.
Cats hiss klinkt bijvoorbeeld swingend
zoals een goed stukkie mainstream jazz.
„Op bas, meestal op contrabas zit Ernst
Bart Terlaak van Carlsberg liet zich
nogal negatief uit over zijn ervaringen bij
het maken van je plaat. Een citaat: „Leuk
en alternatief doen was er niet bij. Als
drummer krijg je bij Van den Burg een
behoudende ritmische rol opgelegd. Ik
houd er niet van dat ik kort gehouden
word Wat vind je daar nu van
„Ik moet ook nooit om uitstel vragen.
Als dat zou kunnen zou ik het constant
doen. Net zoals ik het bezoek aan de
tandarts uitstel, liever zelf pruts. In
principe ben ik namelijk verschrikkelijk
lui. Als ik mezelf geen druk opleg, komt er
niets uit mijn handen. Thuis ben ik ook zo.
Ik heb een heel gezellig huis, vind ik. Maar
kennissen beweren altijd dat er niets in
staat. Prima. Als het te erg wordt zet ik
misschien hoogstens een stoel recht.
Dadelijk flikker ik er ook nog alle planten
uit; te bewerkelijk. Als ik mijn eigen
luiheid niet te slim af ben, komt er creatief
niets tot stand”.
aag
wa-
het
„Kijk eens even goed, ja?”, verzoekt
Hans van den Burg, die de slachtofferige
lasten van zijn zelfspot manmoedig
draagt. En warempel! Bij nadere
observatie blijkt pas welk een dubbele
bodem achter zijn satire steekt. De
gewichtige douarière is niemand minder
dan Van den Burg in travestie. Eigenlijk
haalt Hans dus de neus voor zichzelf op.
Je moet maar lef hebben om jezelf zo neer
te zetten op de hoes van je eigen produkt.
„Buddy Odor is een tja soort
geurvreter, hè? Maar het kan ook prima
als een naam fungeren. Het doet me ook
een beetje denken aan een musicalachtige
titel, zo eentje waarbij de hoofdpersoon
de schlemiel is om zoiets lulligs als een
paar zweetvoeten. Mensen worden
daardoor gefrustreerd, weet je? En dat „is
a Gas” is dubbelzinnig natuurlijk. „It’s a
Gas” betekent „het is te gek”,
uiteraard. Maar het slaat op een
merkwaardige manier ook nog eens op de
energieschaarste. Zoiets absurds doet het
wel leuk in Amerika, dacht ik”.
Van den Burg heeft de afgelopen vier
jaar eigenlijk nauwelijks iets nagelaten
om niet de verdenking op ?ich te laden dat
hij door wil gaan voor dè grootste
antiheld, die de Nederlandse rockscene
kent. Hij schreef al en zong het merendeel
van het materiaal dat van Gruppo
Sportivo een ongekende attractie maakte.
Deze Haagse formatie maakte intelligente
muziek, die zó leek te zijn ontleend aan de
jaren zestig en op een zelfde manier werd
gecomprimeerd tot korte, goed in het
gehoor liggende standaardwerkjes.
Vooral de ironische teksten van de
voormalige kunstacademiestudent Van
den Burg baarden het nodige opzien. Op
een haast journalistieke wijze, in een wat
cursief jesachtige stijl spuide hij in zijn
songs zijn ironie op allerlei actuele
affaires. Of het nu de plotseling
opkomende discorage (Disco really made
it; waarbij een niet gewilde spagaat de
rolschaatsende parodist bijna fataal werd
tijdens een tv-opname) of de hokjesgeest
van de Britse muziekpers (Blah Blah
Magazines) was, Van den Burg maakte
van de nood een deugd.
De manier waarop hij daarbij te werk
ging, werd hem overigens lang niet altijd
in dank afgenomen. Zijn persiflerende
stijl werd óf niet begrepen óf verdacht.
Hans presteerde het namelijk om zijn
Kortom, al die verschijnselen doen zich er
voor die zich altijd en overal aftekenen bij
alle wereldhervormende groeperingen die
zich opmaken voor het „alles moet an
ders”. Hóe anders, daarover begint het
gekrakeel dan meestal. Brunt trekt een
vergelijking met andere gesloten dogmati
sche organisaties en sekten: ook daar
wordt interne kritiek (waarmee Emma
Brunt het bij haar zusters verbruide) ver
boden, vaak met een beroep op de groeps-
solidariteit: de tegenpartij wordt er im
mers door in de kaart gespeeld. Men
waant zich op een communistisch partij
congres, spot Brunt. De ernst waarmee ze
spot, verraadt dat ze spijtoptante is, maar
haar wrok verhindert haar gelukkig niet
zich te blijven interesseren voor de mani
festaties van de tegenwoordige vrouwen
beweging.
De verbijsterende domheid van zulke in
zichzelf strijdige beweringen wordt ons
nu opnieuw voorgerekend door de publi
ciste en cutureel-antropologe Emma
Brunt, die haar essays over het feminis
me, eerder gepubliceerd in Opzij en de
Haagse Post, liet bundelen bij De Arbei
derspers. Of de tegenstanders nu plotse
ling wel overtuigd zullen worden? Brunt
is daarover in haar inleiding terecht erg
mismoedig. Toch zet ze zich er toe om ons
nog eens allemaal geduldig uit te leggen
wat ze, net als Renate Rubinstein, als
collectieve verstandverbijstering be
schouwt.
Het boek heeft drie afdelingen. In het
eerste deel staan haar vernietigende ana
lyses van de ideologie en de utopie van het
hedendaagse feminisme. Het essay „Te
rug naar AF” vond ik nog even overtui
gend als toen het in 1977, in Opzij, ver
scheen. Ze probeert erin de oorzaken van
de recente opwaardering van de „zachte”
vrouwelijke eigenschappen, op zichzelf
als een verwerpelijk „seksistisch stereo-
typ”, te achterhalen. Het opstel „Vrijheid,
gelijkheid, zusterschap” behandelt de
maatschappijvisie van de huidige feminis
tes. De anti-autoritaire droom van het
„zusterschap” leidt regelrecht tot het af-
Ze signaleert de intolerantie, de heilloze
groepssolidariteit, de zuiveringsacties en
verketteringen die in vrouwenland een
bedreiging vormen voor de, wel in het
vaandel geschreven, individuele vrijheid.
Je gaat nu eerst naar de Verenigde
Staten vooreen fcleine twee maanden.
Commercieel gezien natuurlijk een
blunder. Als je daar oog voor had ging je
in je eigen persoon hier investeren, niet
dwingen van gelijkvormigheid, betoogt
Brunt. Gelijkvormigheid heeft met „ge
lijkheid” niets van doen,'en de „vrijheid”
wordt er een onmogelijkheid door. Het
verschijnsel is zichtbaar bij alle anti-auto-
ritaire bewegingen in het verleden; Brunt
geeft er een leerrijk voorbeeld van: het
pedagogische experiment „Summerhill”
uit de twintiger jaren. „Summerhill” is
een van de vele pogingen om kinderen in
vrijheid te laten opgroeien. Het verslag
over de mislukking ervan moet gruwelijk
zijn; oud-leerlingen vertelden vele jaren
later nog met afgrijzen welke groepster
reur er kon ontstaan doordat volwasse
nen, uit ideologische overwegingen, niet
ingrepen. Brunts betoog lijkt me leerzaam
voor alle wereldverbeteraars, niet alleen
orthodoxe feministen, die elkaar vinden
in het geloof in de aangeboren goedheid
van de mens en het geloof dat „de structu-x
ren” of„de mannen” de wereld zo slecht
hebben gemaakt. Helpen zal het overigens J
niet, al maakt Emma Brunt, die dan wel
niet in de goedheid maar dan toch in de
redelijkheid van mensen zegt te geloven,
zich daar wel illusies over.
Hans geeft toe dat dit nieuwe begin voor
hem anders is verlopen dan destijds de
start met Sportivo, wat als een grap
uitgroeide tot een bitterzoete realiteit. Bij
een soloproduktie wordt er sowieso toch
meer naar de verantwoordelijke geest
gekeken. Hans: „Dat was letterlijk en
figuurlijk zo. Vroeger met Gruppo
overlegde je met de producer, kon je
verantwoordelijkheid gedeeltelijk
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimimiiiiiiimiiiiim
Leerzaam zijn ook de essays uit de twee
de afdeling van haar bundel, „Over zachte
en halfzachte wetenschap”. De afdeling
bevat een essay over zin en onzin van
vrouwenstudies, en een paar artikelen,
sociologisch van opzet, over de seksuele -
revolutie, over menstruatietaboes en over <S
abortus. De boekbesprekingen, die het -
laatste deel vullen, vond ik het minst inte
ressant. Uitgezonderd het artikel over het
feminisme van Annie-Romein-Verschoor
gaan ze over boeken die al weinig belang
wekkend zijn, en wordt er teveel in her
haald uit het eerste deel. Emma Brunts
artikelen zijn vol redelijkheid, helder ge
argumenteerd en goed geschreven (hoe-
wel ze naar mijn smaak al te vermoeiend
haar best doet om grappig te zijn) en
interessant en kritisch voor zover ze gaan.
Alleen: ze gaan niet erg ver, Brunt is
kritisch binnen de beperkte marge van
haar*onderwerp, de verwerpelijke mani- -
festaties van het hedendaagse feminisme.
Een vraag die ze onbeantwoord laat, is
wat het feminisme zo succesvol maakte.
Ze verzwijgt ook, waarom zijzelf ertoe
behoorde. Dat geeft het boek een te be
nauwd uitgangspunt.
DINY SCHOUTEN