fi
Ft
VROUWEN LATEN ZICH SLU
NIET VOORSCHRIJVEN
Bot
door Mare Geilleit
Bioscopen draaien
Alcohol
Vrouwenorganisaties
e
5
Kritiek
Westers gekleed
20
-
131
31
Iran blijft een haard van onrust
en verwarring. Wat kan en mag
wel of niet in een islamitische
republiek? Nadat het regime van
de sjah omver geworpen was,
vestigde iedereen zijn hoop op de
ayatollah Khomeini. Men hoopte
in en buiten Iran op het tot stand
komen van een vredige samenle
ving na de terreur door de SA-
VAK, de geheime politie. Maar
men kan nauwelijks van een ont
spannen situatie spreken. Alles
wat er in het land gebeurt en
dat is nogal wat staat onder
controle van de extreme islamie
ten onder leiding van hun voor
man Khomeini.
Premier Bazargan, door de aya
tollah zelf na de revolutie naar
voren- geschoven als de eerste
politieke man in het land (zij het
onder moreel gezag van Khomei
ni), is het al enige tijd te veel. Hij
is het met veel, wat de geestelijke
leider wil doordrukken niet eens.
Ook niet met de manier waarop
dat gebeurt. Verre van gelukkig is
hij met de duimschroeven, die
hem vanuit het religieuze hoofd
kwartier in Qom, steeds venijni
ger worden aangedraaid.
Deze week nog heeft Bazargan,
die al twee keer zijn ontslag heeft
ingediend (hetgeen niet werd
aanvaard), zich uitgesproken te
gen de afwijzing van alle wester
se ideeën. Khomeini had eerder
gezegd dat de Iraniërs door wes
terse invloeden van hun eigen
cultuur en geschiedenis zijn ver
vreemd. Interessant is het te we
ten hoe de toestand momenteel is
in Teheran, de hoofdstad van
Iran. Met name hoe de dagelijkse
gang van zaken is.
De Zaanse politicologie Mare
Geilleit bracht enkele weken door
in Teheran. Zijn bevindingen te
kende hij op voor onze krant.
Als je een paar weken in de Iraanse hoofdstad Teheran verblijft,
heeft dat op de geïnteresseerde buitenstaander een ontnuchterend
effekt. Je vertrekt uit Nederland met allerlei verhalen die hier de ronde
doen in je achterhoofd en ontdekt ter plaatse dat het anders is dan je
verwachtte. Zo zouden, om maar eens een paar voorbeelden te
noemen, alle vrouwen verborgen gaan achter de tchador (een soort
sluier die het hele lichaam bedekt en alleen de ogen zichtbaar laat),
een groot deel van Teheran in puin liggen, alle bioscopen in vlammen
zijn opgegaan en bioscoopbezoek verboden zijn.
I
j
*7
y
Het Teheran van Khomeini
i Oe*
ESj
De nasleep van de revolutie vindt men
nog gekerfd in het asfalt, dat in de
woelige dagen van februari met barrika-
debranden was bedekt. De gaten in de
weg zijn maar ten dele hersteld.
De universiteit van Teheran, die
onder het bewind van de sjah al één
van de belangrijkste politieke cen
tra was, doet haar reputatie eer aan.
Nu de politieke atmosfeer gezui
verd is van de angst voor de beruch
te geheime agenten van de sjah,
beleeft de universiteit een explosie
van politieke activiteit. Over het he
le universiteitsterrein verspreid zag
ik groepjes opgewonden diskussië-
rende studenten. Alle fakulteitsge-
bouwen zijn volgeplakt met afbeel
dingen, affiches en muurkranten en
het hangt vol spandoeken met de
meest uiteenlopende leuzen. Het
lijkt de Parijse Sorbonne in mei ’68
wel. In talrijke boekenstalletjes zijn
geschriften te koop van Khomeini
Shariati, Marx, Talegharü, Mao, Le
nin, Che Guevara en over de marte-
toegestaan is het produceren, ver
handelen en nuttigen van allerhan
de spiritualiën. Dit verbod op alco
hol stuit op enkele problemen. Ze
treffen vooral de werknemers in de
drankindustrie, die nu brodeloos op
straat staan, en de alcoholisten in
de arme wijken. Voor de meer wel
gestelde consument zijn de proble
men overkomelijk. Of men koopt
voor veel geld op de zwarte markt
de buitenlandse merken, zolang die
nog in voorraad zijn, of men brouwt
thuis zelf whisky of wodka. Link
blijft het natuurlijk wel. Als je pech
hebt en ze snappen je, dan heb je
een fikse gevangenisstraf voor de
boeg. Daarnaast is dat thuis brou
wen ook voor de gezondheid niet
van gevaren ontbloot, want er hoeft
maar iets mis te gaan en je drinkt
vergif.
De sokkels, waar vorig jaar nog de
beeltenis van de sjah trots op prijkte,
staan leeg.
Bioscopen die tijdens de revolu
tiedagen niet aan de vlammen ten
prooi zijn gevallen draaien films als
„Teenager Love”, „Night over Chi
le”, „The Legend of Bruce Lee”,
„Z” en dergelijke. Grote populari
teit geniet „Z”, die handelt over de
wrede praktijken van de Griekse
geheime dienst ten tijde van dicta
tor Papadopoulos. Dat het bio
scoopbezoek weer een opwaartse
lijn vertoont is niet zo verwonder
lijk. De t.v. zendt maar over één
kanaal uit en de meeste program
ma’s zijn slaapverwekkend. Naast
een uitgebreid journaal presenteert
men debatten over de Koran, uitleg
en zingend voorlezen uit het Heilige
Boek en pas laat op de avond, als
het tijd is om naar bed te gaan, een
belegen bioscoopsucces als „Bridge
over the river Kwai” of „Het leven
van Victor Hugo”. De kritiek op het
tv-beleid van Sadegh Ghotbzadeh is
dan ook niet van de lucht.
Een van de dingen die niet veran
derd zijn na het vertrek van sjah
Mohamed Reza Palawi is het krank
zinnige vërkeer in de hoofdstad.
Iran is een keiharde maatschappij
en het verkeer is daar een afspiege-
Eén van de geneugten die in het
Iran van Khomeini niet meer zijn
Tegen deze en nog dreigende aan
tastingen van de gelijke rechten
voor man en vrouw zijn de vrouwen
in opstand gekomen. Nieuwe vrou
wenorganisaties rezen als padde-
stoelen uit de grond. Eén daarvan is
de „Iraanse Vrouwenorganisatie”,
die begin maart werd opgericht en
zowel op sociaal als politiek terrein
aktief is. Naast een daadwerkelijke
campagne tegen het analfabetisme
onder de vrouwen (ongeveer 50% in
de steden en op het platteland zelfs
90%) mengen ze zich momenteel in
de diskussie over de ontwerp-
grondwet. Firouzeh, woordvoerder
van de „Iraanse Vrouwenorganisa
tie”, vertelt: „We verzetten ons voor
al tegen vage formuleringen over de
rol van de vrouw. Eén van die for
muleringen, die nogal wat ruimte
laat voor interpretaties ten nadele
van de vrouw, is dat iedereen een
baan kan kiezen, behalve wanneer
het indruist tegen de islam of wan
neer het niet in het algemeen belang
is. Dat kan niet anders dan discri
minerend uitpakken. Het gevaar
lijkste is echter Artikel 12. Dat ver
meldt dat in de Islamitische Repu
bliek Iran de rol van de vrouw als
huisvrouw en echtgenote'hoogge
houden en gerespecteerd zal wor
den. Dat artikel wijst de vrouwen
regelrecht terug naar de keuken.
Voor ons is dat volstrekt onaan
vaardbaar. We zullen alles doen om
te voorkomen dat we in cultureel,
sociaal, politiek, economisch en
maatschappelijk opzicht achterges
teld worden bij het mannelijk deel
van de bevolking”. Ze zullen zich
niet stilzwijgend aan de kant laten
zetten, dat is duidelijk.
man op de velden aan het werk
bent. De kleding van boerinnen en
nomadenvrouwen, zoals de Koerdi
sche vrouwen, is nog steeds hun
eigen traditionele kleding, zoals die
in de loop der eeuwen ontwikkeld
werd.
Het is natuurlijk verheugend dat
niet alle vrouwen gesluierd lopen,
maar tekenend is wel dat er eerst
drie dagen door tienduizenden
vrouwen tegen de verplichte tcha-
dor gedemonstreerd moest worden
alvorens de islamitische leiders het
sluier-gebod veranderden in een
„aanbeveling” om zich zo te kleden
dat er geen blote lichaamsdelen te
zien zijn. Sindsdien is er van rege
ringszijde niets meer vernomen
over de rechten van vrouwen of hun
status in de nieuwe islamitische re
publiek. De morele druk op de
vrouwen is echter zwaar. Er wordt
van hen verwacht dat ze zich gedra
gen volgens de traditie, de wetten
van de Koran. Feitelijk is er nu al
een proces gaande dat de maat
schappelijke positie van de vrouw
reduceert tot die van echtgenote en
huisvrouw. Een aantal regelingen
zoals die in de Koran staan worden
hier en daar weer toegepast: een
vrouw kan geen rechter worden,
want vrouwen zijn te weekhartig;
moeders hebben geen enkel ouder
lijk gezag etcetera.
Het nieuwe bewind krijgt ook van
anderen ongezouten kritiek. Zo ste
ken bijvoorbeeld intellectuelen, on
dernemers en buitenlandse specia
listen hun klachten niet onder stoe
len of banken. In zijn zeer westers
ingerichte woning in het centrum
van Teheran, vertelt een Iraanse
bouwondernemer, die ten tijde van
het sjah-regime gouden tijden be
leefde, me onder meer het volgen
de: „De mollah’s (een soort moslim
geestelijken, M.G.) maken alles ka
pot. Eerst haatte ik ze niet. Tot na
de revolutie niet. Ik heb voor de
islamitische republiek gestemd,
omdat ze zeiden dat alle partijen in
de regering vertegenwoordigd zou
den zijn. Ik bemoei me niet met
politiek. Ik ben geen lid van een
partij. Maar nu haat ik de mollah’s.
Ze hebben alle gestudeerde mensen
uitgerangeerd. Ze kijken alleen
naar wat er in de Koran staat”.
Geagiteerd vervolgt hij: „Alle grote
bouwwerken liggen nu stil. We kun
nen niet werken. Het enige wat ik
sinds februari doe is geld uitgeven.
Ik wacht nog af tot december. Als
er dan nog geen verbetering in zit
vertrekken we naar Berlijn”. Een
Japanse topmanager van Iran-Ja
pan Petrochemical, een olieraffina-
gecomplex van drie miljard dollar,
dat bij de haven Bandar Shapour in
aanbouw is, komt met een verhaal
van gelijke strekking: „Ongeveer de
helft van het complex is nu vol
tooid. Sinds februari ligt al het
werk stil. Het zit al vijf maanden in
de motteballen en we weten niet
wanneer we weer kunnen starten".
Ondanks de vele en terechte kri
tiek heb ik niemand gesproken die
wenste dat de sjah weer terug
kwam. Men is het erover eens dat
het vele bloed dat gevloeid heeft
niet voor niets kan zijn geweest.
Een terreurbewind wil men niet
meer. Ook niet al hult het zich in
een ander jasje.
Amper veranderd is ook, en dat is
in volkomen tegenspraak met de
berichten in de Nederlandse media,
de kleding van de vrouw. Zelfs op
de ministeries, die nu werken onder
leiding van overtuigde islamieten,
zien de secretaresses er net zo Wes
ters en modern gekleed en opge
maakt uit als in Amsterdam. Ze
dragen zelfs niet een, door de Koran
voorgeschreven, hoofddoek. De
tchador en hoofddoek zijn in de
straten van Teheran meer dan vroe
ger te zien, maar verre van
overheersend. Ze worden voorna
melijk gedragen door vrouwen van
c’e bazaar (middenstanders) en reli
gieuze studentes, die daaronder dan
een spijkerbroek en gympjes of
naaldhakken dragen. De tchador is
in Iran overigens altijd al tot een
stadsgebruik beperkt gebleven. Op
het platteland is die lange omslag
doek nooit in zwang geraakt. Het is
gewoon veel te onpraktisch om zo’n
ding te dragen als je samen met je
ling van. Voetgangers kunnen al
leen met een flinke portie doodsve
rachting de andere kant van de
straat bereiken. Geen-enkele ver
keersregel wordt gerespecteerd. De
brutaalste gaat voor. De enige wet
die geldt is de wet van de jungle.
zet); Enghelabi (Revolutie) Avenue;
dr. Ali Shariati Avenue (populaire
islam-theoloog die in 1975 overleed
en de voornaamste inspirator is van
de islamitische guerrilla-groepering
Modjahedin); Monotheïsme Ave
nue; Mirza Koetsjek Khan Avenue
(pan-islamitsiche guerrilla-leider
die in de jaren twintig de Gilan-
republiek in Noord-Iran stichtte
voordat die door de vader van de
sjah werd vernietigd) en Neauphle-
le-Chateau Avenue (het dorpje bij
Parijs waar Khomeini de laatste
maanden voor zijn terugkeer naar
Iran verbleef). Maar in de taxi’s en
bij het vragen van de weg blijkt dat
het nog zo verse verleden amper is
uitgewist en de nieuwe straatnamen
nauwelijks ingeburgerd zijn.
F
Er is veel veranderd in Teheran.
I Dat klopt. Maar de voorstelling die
we ons daarvan in Nederland ma
ken blijkt in veel gevallen een mis-
I vatting te zijn. Er is overigens ook
veel hetzelfde gebleven in de uit
haar voegen gegroeide wereldstad
van meer dan vijfeneenhalf miljoen
inwoners. Teheran zit nog steeds
vol littekens van de geslaagde fe-
bruari-revolutie. De grote hopen
brandende autobanden die dienen
als barricade en als middel om het
traangas te neutraliseren, hebben
diepe gaten in het asfalt achtergela
ten en vormen een gevaar voor het
toch al niet zachtzinnige verkeer.
Uitgebrande gebouwen kom je
vooral in het centrum tegen. Waar
de brandstichters hun woede het
meest bekoeld hebben zijn panden
van autodealers, sexbioscopen,
drankwinkels, sexclubs, gebouwen
van Israëlische eigenaren, zoals dat
van de luchtvaartmaatschappij El
Al, en bankgebouwen die toebe
hoorden aan familieleden van de
sjah. Her en der staan er langs de
kant van de weg nog uitgebrande
wrakken van wat eens protserige
Amerikaanse sleeën waren. Wat
ook de aandacht trekt zijn de lege
sokkels van voormalige sjah-stand-
beelden.
K
Er zijn nog uiterlijke verande
ringen in het straatbeeld die
in het oog lopen. Straatnamen
uit de tijd van het voormalige regi
me zijn veranderd in namen van
helden of symbolen van de Iraanse
revolutie. Pahlawi-Avenue, Reza
Sjah Avenue (de vader van de ex-
sjah), Khorosh Khabir Avenue en
drie grote straten die naar Kenne
dy, Churchill en Stalin waren ge
noemd omgedoopt in: Mossadegh
Avenue (premier van ’51-’53, die de
olie nationaliseerde, leider was van
het Nationaal Front en in 1953 door
een CIA-coup buiten spel werd ge-
1
laren van de Fedajien en Modja
hedin.
Uit de posters, opschriften en de
te verkrijgen literatuur maak ik op
dat de guerrilla-groeperingen van
de progressief islamitische Modja
hedin en de marxistisch-leninisti-
sche Fedajien de grootste populari
teit genieten onder de universiteits-
bevolking. Beide organisaties, die
voornamelijk bestaan uit jonge,
meestal hoog gekwalificeerde men
sen en die een belangrijke rol ge
speeld hebben bij de omverwerping
van de despotische monarchie,
staan op zeer gespannen voet met
de islamitische machthebbers en
kritiseren hen steeds vaker. Die
slechte relatie is niet in de laatste
plaats het gevolg van de steun van
de guerrilla’s voor de ontevreden
nationale minderheden zoals,
Toerkmenen, Arabieren en
Koerden.
na
1
Een cartoon uit Le Monde