ïfc Makelende bijen Zerboden af te stappen qVAN WEST-BERLIJN VIA DDB NAAB BONDSREPUBL1 i ANIMAT J JTK1TEN B9Ö T ytA*-.. -* K door Hans Amesz Twee rugtasjes Waarschuwingsborden 1 -te Verboden dutje TJ m z DUIT 5 101 TSJECHO- T"* WoqrJzee 1 M') „Nog twintig kilometer, dan is het gebeurd.” De Oostduitser die ons dat toeschreeuwt maakt nota bene met zijn vingers het V-teken. Hij heeft begrepen dat wij geen fietsende landgenoten zijn, op weg naar vrienden of familieleden. Ons doel is inderdaad de grensovergang tussen de Duitse Democratische Republiek (DDR) en de Bondsrepu bliek. In Boizenburg aan de Elbe, het laatste stadje voor „Check point”, zetten we onze racefietsen nog één keer aan de kant. Hoewel dat eigenlijk niet mag op deze „doorgangsweg” van West-Berlijn naar de Bondsrepubliek, gaan we een café binnen. De eigenaar is een al vriendelijkheid, vult de bidons met mineraalwater en veront schuldigt zich ervoor dat hij ons op zondag geen maaltijd kan aanbieden. Dat is verbazingwekkend, want ook hij heeft begrepen dat wij geen DDR-burgers zijn. En daarom is het hem verboden ons te bedienen. Doorgangsreizigers hebben immers alleen maar een zogenaamd transit-visum, kunnen per definitie niet over oostmarken beschikken, dus hoe zouden ze moeten betalen? De waard maakt er geen probleem van. Als we hem een handjevol Westduits muntgeld voorhouden, neemt hij daarvan slechts na enige aarzeling welgeteld één mark. Voor zes flesjes. Q^bonn ^DENEMARKEN GrenzkontroU stelle Lauenburg 126.72 e- itettin Q Essen De F-5 in de buurt van Ribbeek handgeklap vende lomen in dat ime in t land, urma- geheel Vilhelms?? fboven lOldenburg maar de vraag: wat doen we? Waar kiezen we voor? De huizen zoekers beginnen om het hardst len. Ze gaan tegen elkaar op bie den. Wie het vurigst, het enthousi ast de cha-cha-cha danst op de tie. Vooral voor die noem het dan toch maar makelende bij en. Ze weten door hun manier van ren je bij wijze van spreken weer om de oren. Zondag. Ik hoor van mijn werk- mbi- Dan 1. Ik rten eren dat dat tdu- erug dan geen van >ont- aan- igert aar- doe doe. j en •aan vol- hun >nen i in igen 'den ?pij- n in O _l W 00. ?n is mke die gen- itiek u ze hme gen. g en rom Ze opa- >r en het toe- n nu >den itiek DDR-bevolking precies weet waar aan alles te danken is, zijn overal propagandaspreuken geschilderd. „Wij kennen de weg”, „Het doel staat vast”, „Onze koers is juist”, „Wij danken alles aan de stichting van de socialistische republiek”, „Versterkt ons socialistisch vader land”, „Hoe krachtiger de gemeen schap van socialistische staten, hoe zekerder is de vrede”, „Hier werkt een buitengewoon goed arbeiders collectief”. Het meisje van de receptie in het Westberlijnse hotel „Seehof” kijkt wat merkwaardig als ze ons in fiets- kledij, omhangen met twee kleine rugtasjes, hoort zeggen dat we al om vier de volgende ochtend willen ontbijten en ook graag een lunch pakket willen meenemen. De voor zondag geplande fietstocht door de DDR blijkt toch niet zo bekend te zijn, al had ik er bijvoorbeeld in de plaatstelijke krant van Bonn wel over gelezen. Maar onze wensen worden met zorg vervuld. Om vier uur zondagmorgen wordt het ont bijt gebracht door iemand die een sterke gelijkenis vertoont met de nu weer in het nieuws zijnde schrijver- huisknecht Jan Arends. Hij brengt ook twee „schoenendozen” waarin sandwiches, kouwe kip, druiven, perziken en zelfs twee augurken zitten. De rugtasjes en mijn wieler- hemd puilen uit. Tien voor vijf. Een richtingaan wijzer: Hamburg 280 km, Staaken 16 km. Daar is de grensovergang. Het is behoorlijk koud. We moeten ons „warm draaien”. Met een klein verzet (voor mij 52x19) over de bre- zeg ik dan maar. Oké, de natuur Fietstocht op grens van twee werelden De omgeving is zoals Theodor Fontane haar heeft omschreven: velden, hier en daar boomgroepen, smalle beekjes. De weg is licht heu velachtig. Heeft hier en daar de allure van een allee. We moeten vaak constateren dat we op een „vals plat” rijden. De dorpen, al thans wat we daarvan zien, hebben meestal met keien geplaveide we gen. Er lopen veel kippen. Dat is inderdaad het landschap van de Mark Brandenburg.”. De weg waarop wij rijden is ech ter voor 99,9 procent geasfalteerd. Een van onze Berlijnse fietsvrien den is daarover hogelijk verbaasd. Hij had zich immers laten vertellen dat het „da druben klote” is. Alleen maar keien. Dat is geenszins het geval en daarom kunnen we, dat wil zeggen E., ook relatief snel fietsen. Gemiddeld rijden we zeker zo’n 30 tot 35 kilometer per uur. E. heeft er namelijk, zoals hij zelf beweert, zin in. Hij neemt ons voorop rijdend met een verzet van 53x15 (ik geloof dat goede Tourrenners tijdens een min of meer normale tijdrit 53x13 rijden) de tegenwind weg. Niette min moet ik (52x15-17) af en toe behoorlijk „afzien”. Om half acht stoppen we voor de eerste keer. De in mijn wielerhemd zittende mini-camera wordt even eens voor de eerste keer gebruikt. Later stoppen we nog verschillende keren om foto’s te maken. Het had den mooie herinneringen moeten worden, maar om onverklaarbare redenen bleek bij ontwikkeling dat alle opnamen overbelicht waren. Straf voor het feit dat fotograferen op de transit-weg zonder toestem ming niet mag? We rijden verder en worden er voortdurend aan herinnerd dat de Duitse Democratische Republiek dit jaar haar dertigjarig bestaan viert. Talloze beschilderde borden langs de weg wijzen erop dat dit uitsluitend en alleen aan de band met het „grote broedervolk van de Sovjet-Unie” is te danken. Omdat het Oostduitse SED-regime er ken nelijk niet van overtuigd is dat de Een gast geeft informatie: „Er ko men nog een paar aardige heuvel tjes.” Dat blijkt gelukkig, na circa 230 kilometer in het zadel, mee te vallen. We passeren het bord, waar op staat aangegeven dat alleen „Transit-Reisende” verder mogen. Het grensgebied. De beruchte muur met ingebouwde installaties die au tomatisch kogels spuwen als je er te dicht bij komt, mijnenvelden. Een stuk niemandsland, waar zwanen zwemmen. Aan de Westduitse kant wenkt een douanebeambte. We krij gen een flesje Fanta. De Duitser vraagt of we misschien een stempel van de grensovergang Lauenburg in ons paspoort willen hebben. Als herinnering. Dat willen we. Herinnering waaraan? Aan een fietstocht van Duitsland door Duits land naar Duitsland. Van West-Ber- lijn, „het eiland van de vrije weste lijke wereld,” via de DDR naar de Bondsrepubliek: 242 kilometer. Een fietstocht over één van de meest ongewone wegen ter wereld. De provinciale weg F-5 is de enige doorgangsroute van en naar Berlijn die per fiets mag worden afgelegd. Per jaar doen dat hooguit een paar honderd idealisten, nieuwsgierigen, avonturiers. Op een totaal van circa 18 miljoen doorgangsreizigers, die „even snel” naar Berlijn of naar de Bondsrepubliek gaan. Maar de fietsenthousiasten kun nen de Femstrasse niet lang meer benutten, om zo een indruk te krij gen hoe dat „andere Duitsland”, het Duitsland van de schrijver-dichter Theodor Fontane (1819-1898), eruit ziet. In 1982 wordt de F-5 voor tran- sito-verkeer gesloten, omdat dan iets noordelijker de nieuwe auto baan gereed is. Pas geleden is men, bij Wittstock, met de bouw daarvan begonnen. En dan is ook de F-5, die dit jaar zijn 150e geboortedag vier de, een stukje „Duits-Duitse ge schiedenis” geworden. Zelden wordt iemand zich de scheiding tussen de twee Duitslan- den waarschijnlijk zo pijnlijk be wust als bij een fietstocht van Ber lijn naar Lauenburg. Op de F-5 mag niet, wat elders overal mogelijk is. Het is voor doorgangsreizigers golandzz^^. Al spoedig verschijnen viertalige waarschuwingsborden. In Rus sisch, Engels, Frans en Duits wor den wij erop gewezen dat fotogra- fleren verboden is, dat verdergaan eveneens verboden is, dat hier ge schoten wordt. „Militarisches Sper- regebiet”. De F-5 gaat midden door een kazernecomplex van het Russi sche leger, dat niet minder dan 440.000 man in de DDR heeft gesta tioneerd. Tijdens de nazi-tijd, in 1936, was dit het Olympisch Dorp. De gebouwen zien er niet nieuw meer uit. verboden de weg te verlaten, het is verboden tijdens de reis een kort uitstapje in de natuur te maken, het is verboden in een bos te gaan lig gen, in een dorpje van de fiets te stappen om wat te drinken in een café of iets te kopen in een winkel. Het is niet toegestaan historische plekjes te bezichtigen, met de DDR- bevolking te praten. Men mag al leen rechtdoor rijden. Omkeren is verboden en de weg moet bij dag licht worden afgelegd. Voor zonson dergang moet de andere kant be reikt zijn. Zoals een Duitse journa list onlangs in de Süddeutsche Zei- tung schreef: „Het is een tocht door een groene tunnel, bijna als in een sprookjeswereld, waarin men een vreemde is, niets kan en mag aan pakken. Men krijgt het gevoel op zoek te zijn naar het verleden van de generatie van onze ouders.” Daarom is het ook niet zo gek dat een groepje, merendeels jonge Ber- lijners, wil dat de Fernstrasse 5 ook na 1982 open blijft voor transito- fietsers. Op zondag 12 augustus zijn 67 fietsers van West-Berlijn naar Lauenburg gereden uit protest te gen de voorgenomen sluiting van de F-5. Tegelijkertijd zijn brieven ge schreven aan bondskanselier Hel mut Schmidt en de Oostduitse par- Het is me een gedoe van jewelste. Iedereen vliegt door elkaar. En het is me een kabaal. Adieu, tij chef Erich Honecker, waarin niet alleen wordt gepleit voor een open houden van de F-5, maar zelfs wordt aangedrongen op de bouw van een kortere „fietsweg” van Ber lijn naar Schnakkenburg, een plaatsje in de buurt van het West duitse Gorleben. Deze afstand be draagt 140 kilometer, schept dus de mogelijkheid dat elke fietsbezitter uit Berlijn ongeveer één mil joen naar de Bondsrepubliek kan. De nieuwe fietsroute bestaat niet en omdat gevreesd moet worden dat zij er ook niet komt, was beslo ten op 12 augustus te gaan fietsen. We, dat zijn E., student-vertaler te Amsterdam en begenadigd ama- teurrenner, en ik, sinds drie jaar correspondent in Bonn en als zoda nig in de zomer per racefiets onder weg om te kijken hoe groot de op stoppingen op de autobanen in het Zevengebergte zijn. de Heerstrasse, zoevend asfalt, veel stoplichten waar we ons niet aan hoeven te storen omdat er vrijwel geen verkeer is. We zijn gelukkig niet de allerlaat- sten. Met twee Duitsers, leden van de fietsclub Charlottenburg, gaan we naar de DDR-controle. Even daarvoor kwam er een televisie- team van het Berlijnse journaal. Of we ook echt geloven dat we het halen, wil de reporter weten. Eén van de Berlijnse collega’s die er inderdaad buitengewoon professio neel uitziet, uit geen twijfel: „Bin nen negen uur is het gepiept”. Het zal iets langer duren. De socialisti sche volkspolitie geeft aanwijzin gen: spoor 13. We moeten een kwar tier wachten. Dan komen de pas poorten, voorzien van een inlegvel met het stempel „DDR 032, 12.08.9, Staaken” terug. E. moet als niet- Duitser en niet-ingezetene van de Bondsrepubliek vijf mark transito- bijdrage betalen. Hij en één van de Berlijners moeten bovendien hun oren vrijmaken, kennelijk omdat de pasfoto’s verouderd zijn. Tien minuten over half zes. De tocht door de DDR, door de landdi- stricten Nauen, Kyritz „an der Knatter”, Perleberg, Ludwigslust, Hagenow, voorbij aan Theodor Fontanes „Ribbeek auf Ribbeek in Havelland”, aan zwanen, tractoren, paardekarren en vooral veel diena ren van de volkspolitie, is begon nen. De sprong van Duitsland naar Duitsland. Kiel: Lubeck? Homburg Het is zondag en omdat ook in de DDR „de dag des Heren” een vrije dag is, ontmoeten we nauwelijks „werkvolk”. Daarentegen veel Tra- banten, de Oostduitse volkswagens. Eén Trabant-bestuurder toetert zeer nijdig omdat hij ons in „een waaier” rijdend groepje op de smal le weg voorbij wil. De drie achter E. rijdende fietsers reageren daar niet meteen op, want dan moet iedereen uit „het abri” en dat is met tegen wind vervelend. In plaats van uit te wijken, kijken we vriendelijk la chend achterom en geven de auto mobilist te kennen dat hij nog wat geduld moet hebben. De man wordt razend, neemt de eerste de beste gelegenheid te baat ons „rakelings” te passeren en snijdt E. vervolgens bijna in de greppel. Dus toch waar wat Handelsblad NRC-hoofdredac- teur Spoor laatst in zijn krant over de sombere niet-lachende DDR- burgers schreef? Welnee, tien minuten later krijgt één van de Berlijners een lekke band. Er stopt onmiddellijk een an dere Trabant. De bestuurder vraagt of hij kan helpen, drukt zijn goed keuring uit over onze sportieve prestatie en zegt dat het niet ver meer is naar Quitzow. Daar is na melijk de enige doorgangs-Raststat- te aan de F-5, daar kan, geheel in overeenstemming met de regels, ge laafd worden. De naam Quitzow staat in de geschiedenis van de Mark Brandenburg voor één van de gemeenste rovers- en moordenaars benden in het Midden-Europa van de 14e en 15e eeuw. Wie nu in de Raststatte Quitzow wat gebruikt, zou de indruk kunnen krijgen dat het personeel voor de zonden der voorvaderen wil boeten: een rijke lijke lunch van soep, roereieren, en vooral veel melk kost nog geen vijf mark. ipi Na Quitzow lost ons groepje zich op: E. en ik rijden met zijn tweeën verder. Na een uur besluiten we op mijn aandringen pijn in beide zijden een dutje in het bos te doen. Dat is verboden, jawel. Het is twee uur ’s middags en de zon is zowaar doorgebroken. Honderd meter van de weg is het mos zacht. Er komt een soort Russische rode- kruisauto langs, de bemanning zwaait vrolijk. Dan het laatste stuk. Het land schap valt tegen, de dorpen maken met verontschuldiging aan de „Genossen” een trieste indruk. E. zegt dat alles hem aan de jaren vijftig doet denken. Hij is geboren in 1946. Om half zes in de middag is het inderdaad gebeurd. We hebben ruim acht uur effectief gefietst, zo’n vier uur gepauzeerd. In Lauenburg halen we onze fietsen uit elkaar: wielen en zadel eraf, het stuur dwars gezet. We maken er een bun del van en doen alles in meege bracht plastic. Dat is nodig, want fietsen, die er als fietsen uitzien, mag je niet meenemen in de trein. Onze plastic pakken kunnen echter in het bagagerek. De trein gaat van Lauenburg via Lüneburg naar Hamburg. Daar moeten we vijf uur wachten op de nachtaansluiting naar Bonn. Om half twee ’s nachts worden we zo ongeveer wakker gebeukt door een controleur. Op dat moment droom de ik, liggend op een nu niet be paald zachte bank, over die twintig Westduitse mannen en vrouwen die ons bij de grensovergang met be schaafd handgeklap hadden begroet. niette- 1 ?n een en de I pause- I irlopig unnen n wor- bleken nver te I n voorl n, juist I /orden ticaan- i 'an het >it ver lopen I 'orden, er des tentor- kerk? lOsnabruck, Munster^ !te» schop- I >p als ing in srsbu- ’eking lie bij erksy- ■r van it een an het orden ook een kijkje nemen in het pand. En als ze overtuigd zijn van de kwaliteit en het leefgenot, gaan ze ook zo dansen als de gelukkige vinder van het ideale huis. Zaterdag. Er is één verkenner, die de anderen allemaal heeft kunnen overtuigen. Ik geef mijn fiat. We gaan definitief verhui zen. De homp bijen spat uiteen. We vliegen snorrend en vol ver- geen mens in de buurt komen, wachting naar ons nieuwe appar- want die krijgt er van langs. En tement in een eikeboom. Oister- bespaar ons de slimme activitei- wijks eiken, zou je zeggen. Wel ten van een imker, die honing en ongeloogd, Dat is maar goed ook. dus geld ruikt. Gelukkig heb ik Eindelijk hebben we weer een een stelletje prima verkenners in thuis. Ik kan mijn produktiema- dienst. Ik heb ze er op uit ge- chinerie weer in werking stellen, stuurd om nieuwe huisvesting te In het begin gaat het allemaal wat zoeken. Ze weten waar ik van stroef, maar als ik de vermoei- hou: een forse holle boom. En ik enissen van het zwermen van me heb mijn eisen: de ingang moet heb afgeschud vliegen de eie- niet op de wind liggen; het mag niet tochten; we moeten er met zijn allen royaal in kunnen; ieder een moet het naar zijn zin hebben; sters, dat ze de nieuwe jonge ko- het moet lekker ruiken. En ik ningin (van mijn ouwe huis) dron- moet niet te ver hoeven vliegen, ken van plezier hebben zien rond want dan stort ik neer. Goed, ik darren. Inderdaad. Het was haar heb heel wat noten op mijn zang, honeymoon. Het moet me een hof- Maar mag het asjeblieft. Je bent makerij van jewelste zijn ge- koningin of niet. Je hebt je plich- weest. Die is dus geen maagd ten, maar ook je rechten. Ik heb meer. Sterker nog: ze legde het nogmaals uitstekende ver- aan met verscheidene darren. Wie kenners in dienst. Je moet ze wel de vader van haar kroost zal zijn de tijd gunnen. Je hebt bij ons zal niemand ooit weten. Het zal jelukkig geen makelaars, die< je de koningin een zorg zijn. Mij ook mei een onderkomen willen aan- trouwens. Ik heb het druk genoeg rmeren en zich dan fijntjes in de met me zelf. Ik moet zorgen Er-bij handen wrijven onder het mom- te blijven. irtmund r ^ÏÏJlusseldorf "^^IKeulen Aken 'vk 3 Koblenz* Wiesbi Leuk is anders. Ik heb altijd de pelen van: zo, dat volkje hebben scepter gezwaaid in het nest. Ik we ook weer een gammele woning heb aan de lopende band eieren aangesmeerd voor de prijs van gelegd. En nou moet ik verdwij- een paar potten pure distelho- nen. In alle stilte, in het geniep ning. hebben mijn werksters een half Donderdag, vrijdag. We hangen dozijn jonge, kersverse koningin- nog steeds aan de boomtak. Bijna nen grootgebracht of vet gemest, ging het mis, omdat een jongetje met een steen naar ons begon te moet zijn loop hebben. En ik heb gooien. Dddr heeft-ie wel spijt vroeger ook de kroon overgeno- van gehad. Want dat pikken mijn men. Er is een tijd van komen en meiden niet. Die hebben dat irri- van gaan. Wat ik wel weet, en die tantje baasje eens flink met hun koninginnen-in-spé nog niet, is, angel bewerkt. Mooi dat-ie hui- iat er maar ééntje van hen het lend en schreeuwend achter de leven houdt. De rest wordt in een einder verdween. Intussen is er de groteske moordpartij van kant nodige beroering ontstaan. Mijn gemaakt door diezelfde werk- verkenners hebben hier en daar sters. Er spelen zich wat Shakes- wat optrekjes gevonden. Nu is het peare-drama’s af in de nesten, kasten en korven. Hier gaat de kreet: komt tijd, komt raad niet op. Hier geldt wel: komt tijd, komt raat. Daar draait alles om: raten maken en die met honing vullen. Honing-koning-koningin, het ligt allemaal bij elkaar. Maandag. Ik weet wat me te doen staat. Volgende week zal de eerste kroonprinses uit haar zes- kantige celletje kruipen. Dan moet ik weg wezen. Ik moet met mijn getrouwen en dat zijn er gelukkig nogal wat het nest uit. Zwermen. Dat moment is nu gekomen. De werkbijen zijn wat slomig. Ze zitten maar voor de deur. Het is een stilte voor de storm. Ik voel aan, dat er iets gaat gebeuren. Dinsdag. Vandaag is het zover, ïk heb bij wijze van spreken mijn spulletjes gepakt. Ik heb nog eens even rond gekeken. Ik heb hier heel wat dagen gesleten en zweetdruppels laten vallen. Ik heb alsmaar gebaard en gebaard. Men kan niet zeggen, dat ik er met op de tros te dansen en te tromme- de pet naar heb gegooid. Godalle machtig, wat heb ik een kinderen op de wereld gezet. Dat ging maar door. Dat ging maar door. Ook die ruggen van mijn volk aan de jonge krengen van koninginnen boom, bewijst dat zij de beste zijn mijn dochters. Of kren- plaats voor een nieuw home- gen.zij kunnen er ook niks sweet-home heeft ontdekt. Wel aan doen, dat ik nu het veld moet vermoeiend, zo’n behuizingsselec- ruimen en een nieuwe behuizing moet zoeken. Eigenlijk erg triest: ze zullen hun moeder nooit zien. Zeker niet de prinsessen, die koel- dansen duidelijk te maken, wat bloedig om zeep worden gehol- hun woningvondst aan gunstig pen. Maar komaan. Het is tijd om, zaken heeft te bieden. Je merkt zeker figuurlijk, de deur achter het zo of de één wel een goede me dicht te trekken. Mijn getrou- nestingang heeft gevonden en de we werksters zijn opgewonden, ander niet. De bij met de aan mijn ideaal grenzende woning maakt het ook duidelijk, dat iedereen - - -haar maar achterna moet gaan. kraamkamers, kraamfabriek zou Haar makelende collega’s gaan ik bijna zeggen. We gaan er van -->----l door. Woensdag. Het is een enerve rende dag. Ik heb het behoorlijk benauwd. Ik ben naar een boom tak gevlogen. Niet al te ver, want ik ben dat gereis en gevlieg niet gewend. En iedereen is om me heen gaan klitten. Om me te be schermen neem ik aan. We vor men één bonk bij. Laat er maar ra Bremerhoien^C'S ''oBreni.en H I .Honnover /.-te» .Brunswuk ApBielefeld e (fk IGottinm Kosselo A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 23