Gestolen kunst
Theater spiritueel in
Het belang van ernst
bij VN-gezant
teruggevonden
Mahler op
hoogste niveau
Integere volksmuziek
in ijle Andes-klanken
Israëliërs in
Opening Kunsttiendaagse met Concertgebouworkest
EEN WONDERLIJK ACTRICE VOL HARTSTOCHTELIJKE GELADENHEID
i-Uls’
Elise Hoomans groots als lady Bracknell
Los Rupay in sfeervol subtiel concert
Onder Zubin Mehta
Filmschrijver-acteur
Kapler overleden
I
4
I i
Hks i
H
- J-
f'
11
KUNST
19 7 9
SEPTEMBER
MAANDAG
1 7
i
JOHAN VAN KEMPEN
KO VAN LEEUWEN
-
i
Hoewel tallozen in de toneelwereld wisten dat Caro van Eyck zeer
ernstig ziek was, zal haar heengaan toch als een schok zijn overgeko
men. Caro van Eyck was een vastberaden maar zeer beminnelijke
vrouw. Een breekbare actrice met een werkelijke stijl van acteren, die
haar van velen op een uitzonderlijk artistieke wijze onderscheidde.
Haar wonderlijke stem en haar indringende intonatie, gaven haar
toneelrollen iets geheel eigens en dat leidde niet zelden tot een
ongekende artistieke belevenis.
p -
I
I
J
(Van onze kunstredactie)
ven
sa-
imi-
iten
en
(4).
i de
4
i
Caro van Eyck speelde al toneel in haar
studententijd in Leiden, waar zij haar
kandidaats rechten behaalde. Ze besloot
van toneelspelen haar beroep te maken,
nam lessen bij Willy Haak en bij Alida
Tartaud-Klein en maakte haar debuut in
Onschuldige Meisjes, in 1935 bij het toen
malige Rotterdams Hofstad Toneel. Later
speelde zij in tal van andere gezelschap
pen, zoals het Residentie Toneel, het
Nieuw Rotterdams Toneel, De Haagse Co-
medie, Toneelgroep Theater en het Am
sterdams Toneel. Het was vooral bij Thea
ter waar zij haar grote rollen speelde en
voorafgaande aan de première van Oscar
Wilde’s komedie Het belang van ernst,
herdachten de leden van dit gezelschap en
het aanwezige publiek in de Arnhemse
Schouwburg haar het afgelopen week
einde.
De actrice Caro van Eyck speelde onder
meer in Romeo en Julia, Rouw past Elek
tra, Antigone, Medea, Ephigineia in Aulis,
De Storm, J.B. en De kleine vossen. Via de
televisie leerde het grote publiek buiten de
schouwburg haar kennen in Het testa
ment van Edgar Allen Poe, maar vooral in
Couperus Boeken der kleine zielen speel
de. Ook was zij op de beeldbuis te zien in
De Stille Kracht en in Van oude mensen,
de dingen die voorbij gaan, eveneens tele-
visieprodukties naar boeken van Louis
Couperus.
Ger Thijs laat dat als regiseeur ook zien
in een zorgvuldige mise-en-scène, waarbij
elk niet ter zake doend bewegingselement
vermeden is. En de spelers van Theater
tonen onder aanvoering van Eric van der
Donk, maar vooral Elise Hoomans, dat zij
Wilde waardig zijn. Op de been gehouden
door naar hartelust thee te drinken en
cakes en sandwiches te verorberen, slaan
Van der Donk als John-Emst en Jeróme
Reehuis als Algernon-Emst zich met hu
mor door hun dubbelrollen heen. Vooral
Eric van der Donk is spiritueel aanwezig,
Reehuis moet het wat meer van manier
tjes hebben.
Het libretto dat Wilde bedacht om zijn
geestig parodiërende komedie gestalte te
geven lijkt nauwelijks van enig niveau.
Het gaat om grappige, maar simpele,
naamsverwisselingen van twee zorgeloos
levende nietsnutten uit wat de Engelsen
de upper middle class noemen. Maar Wil
de heeft zijn komedie van zulk een bril
jant taalgebruik voorzien, dat de intrige
daar als ondergeschikt element zelfs een
geestige omkadering door krijgt.
Lof ook voor de overigen in deze pro-
duktie. Jan Gorissen als butler èn als
advocaat Gribsby, twee subliem verzorg
de rollen, Trees van der Donck als miss
Prism, en Pauline van Rheenen en Bea
Me uiman die de huwbare meisjes Gwen
dolen en Celily olijk voldoende vrouwelij
ke zelfstandigheid geven.
Het belang van ernst wordt hier ge
speeld in een prachtig evenwichtig toneel
beeld, waarvoor Paul Gallis het decor
ontwierp. Het is letterlijk een achtergrond
van monumentale esthetica geworden,
waartegen hetgeen Wilde schreef zich nu
afspeelt. Gallis heeft daar fraai en gesti
leerd vorm aan gegeven en zich gelukkig
tot geen enkele landhuisimitatie laten ver
leiden. Hij blijkt zelf artistiek ruim vol
doende in huis te hebben om te kunnen
aangeven waar het om gaat.
Op 21 september komt deze voorstelling
in de Stadsschouwburg in Velsen, op 29
september in die van Haarlem.
hilariteit werd ondergaan, ook al was zij
zelf wars van elke persoonsverheerlij
king. Maar het was een enige manier om
deze grote actrice eens spontaan in het
zonnetje te zetten, zonder dat zij daar zelf
een stokje voor kon steken.
Caro van Eyck is 63 jaar geworden.
Vermoeid en uitgeput door haar ziekte
heeft zij nu van alles en iederèen afscheid
genomen. Het is een einde dat zij zelf heeft
voelen naderen. Het had er enkele jaren
geleden al alle schijn van dat zij zich
opmaakte haar toneelloopbaan te beëindi
gen. Ze schreef op speelse wijze haar
A Scène uit Het belang van ernst, gespeeld door Theater. In het midden Bea Meuiman en Pauline
van Rheenen, links op de achtergrond Jeróme Reehuis, rechts Eric van der Donk.
(Foto Wouter van Heusden).
De ouverture tot diens eerste opera „Die
Feen” uit 1883, waarin de componist in
episodes weliswaar al een eigen kleur te
zien geeft, maar waarbij de muziek van
Beethoven en Weber toch nog sterk de
uitgangspunten vormt, was de veelbelo
vende inzet van dit zaterdagavondcon-
cert. En naar zou blijken ook in alle op
zichten het meest geslaagde programma
onderdeel ervan.
In Tsjaikovski’s symfonische fantasie
Francesca da Rimini, waarmee het con
cert werd besloten, leek De Waart merk
waardig genoeg enigszins gegeneerd om
alle programmatische (en inderdaad ook
soms wel drakerige) hellevuurs-aspecten
het volle pond te geven. Een tamelijk
gedistantieerde aanpak, die aan het ge
passioneerde en furieuze van deze parti
tuur niet tegemoet kwam, maar die een
onecht en veelal spanningsloos en geda
teerd karakter aan het geheel verleende.
Wat het eveneens gespeelde Concert in
D voor strijkers van Stravinski betreft,
was er ook al een soort van voorzichtig
heid in de benadering, die dit werk, dat
enigszins verwant is aan Apollon Musagè-
te, te weinig aan noodzakelijke bitsheid en
contrast meegaf. Alleen de opzet ervan
kreeg het geëigende, scherpe ritmische
profiel, waar deze muziek het voorname
lijk van hebben moet.
A Onder: Caro van Eyck samen met Paul
Steenbergen in de televisie-produktie Van
oude mensen, de dingen die voorbijgaan.
A Linksboven: Caro van Eycks laatste rol in
Een Gelukkige Hand, samen met Guus
Hermus.
A Rechtsboven: Samen met Hans Tiemey-
er in J. B. van Archibald MacLeish, in 1960.
Rupay wist gisteravond goed recht te
doen aan de integriteit van de traditionele
volksmuziek. Goedkope „swingeffekten”
werden vermeden, alles bleef uiterst be
scheiden en voorzichtig klinken. Hoewel
het sextet in het begin van zijn optreden
een nogal verlegen en zenuwachtige in
druk maakte, verdween dat naarmate het
concert vorderde en het publiek duidelijk
blijk gaf van haar enthousiasme.
De collectie, die bijeen was gebracht
door de nu in opspraak gekomen Oosten
rijkse prins Alfred zur Lippe-Weissenfeld,
vertegenwoordiger van het Hoge Com
missariaat van de VN op Cyprus, bevatte
onder meer dertig zeer kostbare Byzan
tijnse ikonen, juwelen en vondsten uit
graftombes. Het grootste deel van de
voorwerpen komt oorspronkelijk uit ker
ken en musea in het door Turkije bezette
noordelijke deel van Cyprus. Sinds de
Turkse invasie in 1974 zijn honderden
kostbaarheden verdwenen nadat de be
heerders van de kerken, kloosters, musea
en schatkamers door de oorlogswoelingen
op de vlucht waren gedreven.
De prins, die dit weekeinde in verband
met de affaire is afgetreden als VN-verte-
genwoordiger, heeft verklaard dat hij de
kunstvoorwerpen in het buitenland heeft
gekocht en openlijk in winkels op Cyprus.
Cypriotische functionarissen hebben al
eens onofficieel laten weten dat bui
tenlandse diplomaten en leden van de VN-
strijdmacht die als enigen vrij over het
eiland mogen reizen daarvan misbruik
maken en handelen met Griekse en Turk
se plunderaars.
De solistische bijdrage aan dit concert
door het Concertgebouworkest, dat
vanwege het speciale kader waarin het
viel voor slechts 7,50 inplaats van de
gebruikelijke 27,50 (van de abonne
mentsconcerten), toegankelijk was, werd
geleverd door de violist Jaap van Zweden.
Deze hoogbegaafde leerling van Louise
Wijngaarden en Davina van Wely speelde
ook nu weer het Vioolconcert van Men
delssohn, waarmee hij zich in 1975 als
wonderkind in onze regio, als solist bij het
NPO, presenteerde.
Interessant om te horen hoe deze nu 19-
jarige musicus zich in de tussenliggende
vier jaar ontwikkeld heeft. Wat destijds
nog wat wankel en ongewild ruig klonk, is
in Van Zwedens spel inmiddels omgezet
in een haast absolutie zekerheid met mag
nifieke polijsting van toon en frasering.
Daarbij is de benadering buitengewoon
esthetisch gericht geworden met neiging
tot mooidoenerij, die de kern van de com
positie uiteraard niet raakt.
NICOSIA. Bij een inval door de po
litie in het huis van een hoge functionaris
bij de Verenigde Naties in Nicosia op
Cyprus is een groot aantal religieuze
voorwerpen en andere antiquiteiten te
ruggevonden die sinds enige tijd werden
vermist.
MOSKOU (UPI). De Russische film-
schrijver en acteur Alexei Jakovlevitsj
Kapler is na een langdurige ziekte op 75-
jarige leeftijd overleden.
ige-
1. 3.
herinneringen neer in haar boek Het is
maar geleend en verlevendigde haar erva
ringen nog in enkele solo-produkties,
waarin zij zich rechtstreeks wendde tot
het publiek dat zoveel moois van haar had
mogen zien.
Caro van Eycks hartstochtelijke gela
denheid, haar zoeken naar de waarden
van het leven, hebben haar toneelcarrière
tot het einde toe beheerst. Ik heb nooit
willen geloven dat zij de innerlijke rust,
die zij bij haar recente solo-programma’s
uitstraalde, ook zelf had ondervonden.
KO VAN LEEUWEN
rne-
(3).
erie.
taal,
erie.
'OCU-
iten.
21.00
ipro-
Kaz
uali-
0.45
leu-
900
gen.
pro-
pro-
ima.
our-
be-
aan
het
lem
het
urd
ing
der
ien
7A-
;en-
19.00
rsus
por-
our-
Mo-
pro-
pro-
naal
:ieve
riek,
film,
int -
jper
litei-
tier),
Pot-
aar-
film
het
om-
leer
ich-
nge
>pe-
een
den
>rdt
lijk
18
□m-
de
'op-
(ids
OS-
in.
In de plezierige voorstelling die Theater
nu van dit stuk geeft blijft het woord-
schermen een hele avond een lust voor het
oor. Dat is in de eerste plaats te danken
aan de agressieve vertaling waarmee Ger
rit Komrij de ironiserende humor van
Oscar Wilde ook in het Nederlands spring
levend weet te houden. Slechts zelden zal
een vertaling zo sterk van invloed zijn op
het resultaat van een opvoering. Maar bij
Wilde gaat het nu eenmaal niet in de
eerste plaats om de handeling, doch terde
ge om de omgang met de taal.
Op mij heeft Caro van Eyck als actrice
diepe indruk gemaakt. De eerste maal dat
ik haar zag spelen was bij Theater in het
stuk J.B. van Archibald MacLeish, samen
met Hans Tiemeyer. Caro van Eyck speel
de Jobs vrouw Sarah en haar spel was
voor mij een openbaring. Zij maakte een
vreemde ontroering in je los. Enkele jaren
later zag ik haar in De kleine vossen en
opnieuw kwam je tot het besef dat Caro
van Eyck een toneelspeelster was met een
eigen artistiek gezicht dat zij met ware
allure toonde. En pas vorig seizoen zag ik
haar opnieuw terug in het theater in een
indrukwekkende rol. In Een gelukkige
hand was die frêle kleine vrouw echt
helemaal terug en weer zette zij haar
talent onweerstaanbaar in voor haar rol
van Fonsia, een vrouw, even breekbaar en
teer als Caro van Eyck zelf geworden was.
Caro van Eyck mag met recht een van
onze mooiste actrices worden genoemd.
Haar carrière kende tal van stralende
hoogtepunten en haar spel, zoals ik dat uit
eigen ervaring heb meegemaakt, was
steeds gericht op het innerlijk menselijke
van de rollen die zij te spelen kreeg. Na
veel onfris geharrewar kreeg zij in 1960 de
Theo Mann-Bouwmeesterring, toen zeker
de hoogste toneelonderscheiding, en Am
sterdamse studenten voerden haar in een
open rijtuig door de hoofdstad. Een uiter
lijk vertoon dat door Caro van Eyck met
Al luisterend vroeg ik me af waarom
juist deze muziek eigenlijk alleen in gepo
pulariseerde en vervlakte vormen tot ons
komt. Het antwoord ligt waarschijnlijk in
het feit dat ze door haar kwestbaarheid en
ijlheid weinig weerstand heeft kunnen
bieden tegen commerciële tendensen,
evenals de Zuidamerikaanse Indianen
(die deze muziektraditie al zo’n vierdui
zend jaar beoefenen) zich moeilijk hebben
kunnen verzetten tegen de grove en gewel-
dadige invallen van de Europeanen.
Vaak zijn er in volksmuziek duidelijke
relaties aan te tonen tussen haar karakter
en de omgeving waar ze vandaan komt.
Zo ook bij Los Rupay. De groepsleden zijn
geboren en grootgebracht in de Andes,
een hooggebergte waar de lucht ijl is.
Datzelfde ijle en luchtige is terug te vin
den in het geluid van de panfluit, een van
de meest bespeelde instrumenten uit
Zuid-Amerika. Ook de andere instrumen
ten waarmee Rupay werkte (verschillende
bamboefluiten, ratels en een klein soort
gitaar, genaamd Charango) werden ge
kenmerkt door dezelfde tere, hese klank
kleur. Zware trommels zorgden voor een
dreunende tegenpool.
Caro van Eyck, een leven
lang zoeken naar waarden
ARNHEM. Oscar Wilde’s toneelstuk The importance of being earnest is een
komedie over komedie. Wilde voert er in een taalgebruik vol geestige sprankeling en
doorschoten van aforismen de noodgedwongen relatie tussen verarmende adel en
betere stand mee op. Categorieën mensen die de alledaagse werkelijkheid in hun
bestaan opfleuren met de komedie van esthetische conversatie en een schijnhouding
die de realiteit vervangt. In de voorstelling die toneelgroep Theater onder de titel ‘Het
belang van ernst’ zaterdag in première liet gaan in de Stadsschouwburg, krijgt die
draakstekerij met de ernst van regisseur Ger Thijs alle ruimte.
Groots is Elise Hoomans. Als Lady
Bracknell is zij hier de generaal die de
troepen overziet, hergroepeert en vol
geestige opportuniteit de krommingen uit
de weg naar de overwinning verwijdert.
Zij kan haar stem als een voorlader laten
klinken zonder ook maar een greintje
voornaamheid in te boeten. Met deze rol
neemt Elise Hoomans afscheid van haar
vaste verbintenis bij Theater. Zij is daar
toe gedwongen wegens het bereiken van
de pensioengerechtigde leeftijd. Hopelijk
zal zij nog zoveel mogelijk in gastrollen te
zien zijn.
HAARLEM. In tegenstelling tot veel andere ethnische muziek heeft die uit Zuid-
Amerika in haar originele vorm zich nooit in erg grote populariteit uit het Westen
mogen verheugen. De matig bezette zaal in het Haarlemse Concertgebouw waar de uit
Bolivia afkomstige groep Los Rupay zondagavond optrad was daar een duidelijk
bewijs van. Ten onrechte overigens, want Los Rupay leverde gedurende anderhalf uur
een uiterst sfeervol en subtiel concert af.
Alle melodieën die Rupay speelde zijn
overgeleverd uit eeuwenoude tradities.
Geopend werd met Tuayllu, voor zes gro
te en haast toonloze panfluiten die elkaar
afwisselden en aanvulden tot een aaneen
gesloten struktuur. Zeer kenmerkend
voor het concert was verder een stuk als
Uk’urpicatam waarin bamboefluiten pre
cies dezelfde hoofdmelodie speelden,
overgenomen door samenzang. Kenmer
kend ook was het in snelheid toenemende
ritme in haast elk stuk, steeds weer eindi
gend in een hoogtepunt waarbij de
groepsleden zich tot een kleine, naar bin
nen gerichte kring aaneensloten. Het ge
beuren van gisteravond maakte in ieder
geval duidelijk dat de Zuidamerikaanse
Indianencultuur welliswaar aangetast en
uitgedund mag zijn, maar door levens
kracht en creativiteit nog zeker niet afge
schreven kan worden.
JOOST NIEMÖLLER
Volgens het persbureau Tass dat het
overlijden bekend maakte, heeft Kapler
vooral scenario’s geschreven over Lenin,
zoals Lenin in oktober en Lenin in 1918.
Hij was zijn loopbaan in 1920 als toneel
speler begonnen. Voorts speelde hij in
films, zoals Het duivels wiel en De
Overjas.
AMSTERDAM. Het zal voor het Is
raëlisch Philharmonisch Orkest, dat als
onderdeel van zijn Europese toemee deze
zondagavond in het Amsterdams Con
certgebouworkest optrad, voldoening
hebben gegeven om een symfonie van
Gustav Mahler uit te voeren op een plaats
waar deze „joodse muziek gedurende
een aantal jaren in de Tweede Wereld
oorlog taboe verklaard werd.
Enigszins gewaagd aan de andere kant
om op het betreffende podium, waar ten
slotte een echte Mahler-traditie is ont
staan en die door het Concertgebouwor
kest nog steeds wordt gehandhaafd, ook
nog eens een eigen Mahler-interpretatie te
laten horen.
Nu behoort het 43-jaar bestaande en 110
musici tellende Israel Philharmonic Or
chestra tot de beste orkesten ter wereld.
En de huidige dirigent en artistiek leider
ervan, Zubin Mehta, verdeelt zijn activi
teiten tussen dit ensemble en het New
York Philharmonic: een omstandigheid
die aangeeft om welke categorie musice
ren het hier gaat
Er was dus een niveau te verwachten
die de immense partituur van Mahlers
hier geprogrammeerde Vijfde Symfonie
zeker eer zou aandoen. Dat de uitvoering
ervan een gebeurtenis van zó’n bijzondere
allure zou betekenen, zowel ten aanzien
van artisticiteit als van ensemble-cultuur,
kon overigens nauwelijks worden
vermoed.
Niet vaak zal het intens zwaarmoedige
muzikale verhaal van deze symfonie met
zijn verlangen naar verlossing, met zijn
weemoed, tragiek en berusting tenslotte,
zo overtuigend en meeslepend zijn ver
teld. Een weergave waarbij alle sterk wis
selende instrumentale en stemmingskleu
ren in felle contrasten tegen elkaar wer
den uitgespeeld onder een alles omvatten
de spanningsboog.
Zubin Mehta, die zijn musici met beel
dende en natuurlijke gebarentaal tot hun
opmerkelijke prestaties aanzet, presen
teerde zich met het Israëlisch Philharmo
nisch Orkest allereerst in de voor de pau
ze uitgevoerde Zesde Symfonie van Schu
bert. Hierin was ook al sprake van een
zeer persoonlijke visie van de dirigent, die
in Schuberts minst gespeelde en zeker ook
niet interessantste symfonie, de nadruk
legde op een verende ritmiek met veelvul
dig wisselen van dynamische gradaties,
bij een uitgesproken voorkeur voor stac-
catospel. Er kwam daardoor een bepaalde
en zeker wel bij dit werk passende licht
heid in het discours, die alleen al door zijn
onalledaagsheid boeide.
Tot welk een superklasse de uitvoe-
ringscombinatie IPhO-Zubin Mehta be
hoort, zou echter eerst volledig in de vijf
kwartier durende Mahler-verklanking
aan het licht komen.
JOHAN VAN KEMPEN
AMSTERDAM. Een van de manifestaties waarmee de Kunsttiendaagse in het
Amsterdams Concertgebouw dit weekeinde van start ging, was een optreden van het
Concertgebouworkest. Edo de Waart dirigeerde ditmaal en men kan daarbij tegen
woordig misschien al wel haast voorbereid zijn de naam Wagner dan bovenaan het
programma aan te treffen.
In die opvatting bleek in een tamelijk
onvaste samenwerking met De Waart en
het orkest nauwelijks ruimte meer voor
de gepassioneerde aspecten en kregen be
paalde episodes met alle respect voor
het bijzondere technische uitvoeringsraf-
finement soms weleens iets salonnerigs.
Misschien, en dat is voorstelbaar, heeft
Jaap van Zweden Mendelssohns Viool
concert intussen ook wel zo ongeveer
„doodgespeeld”, waardoor wel iets kunst
matigs in het spel moest gaan optreden.
Het wachten is dus op zijn voordracht van
ander repertoire. Want dat deze violist tot
het puik van onze jongste muzikantenge
neratie behoort, staat buiten kijf.
Jaap van Zweden: Bijna absolute zekerheid