I
i'L»
INKOMSTEN EN UIT
5^
LD
yEN.IN MILJOEN^ GLD(mcl. conjunct, posten exd^afl.)
t
UITGAVEN 111.611
INKOMSTEN 100.572
Dodelijke spiraal
anp
s c c
Zoz.
ci;
S.
PRINSJESDAG
19 1
SEPTEMBER
DINSDAG
1 8
19 7 9
8
N
.l'H
FRANS NYPELS
30JAAR R'JKSUITGAVEN
100 -
90 -
PTT
80 -
2526
70 -
60 -
50—I
40
30
s'■pKcrM
20
10
3£
7"
‘rPcn
a«P Sl-Q
r,
TIES
z
L
’t Is natuurlijk
allemaal weer de schuld van die
nare oliesjeiks. Als die dit jaar
niet zo hebberig waren geweest
dan had de BV Nederland zich in
1980 toch behoorlijk uit de rode
cijfers kunnen werken. Bestek
’81, het heilsplan waarmee de cu
ratoren Van Agt en Wiegel de in
hun ogen failliete boedel van het
kabinet-Den Uyl probeerden te
redden, had zijn uitwerking niet
gemist.
WINSTUIT
KERING
NEDERL.
BANK
625
K'JK-pdlUIS-
GELD. RE
CLAME e.d
698
AAkx D jjAö"
OPBRENGST
6040
OPBRENGST
RENTE
3957
O
cr
LL
Q
OP INKOMEN
VANST EN
VERMOGEN
57 57 5
2T
liiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiininnnnninTitniiiiirinnfinHintirhTïïfftllinnnnTnitfifiiniiiiiiiiiiiiiiiininiiiiriiiiiiiiiii
miljard
g ld
110
'OiP o
1950 '60 '68 '72 1980
L 5
□Gy
Z2 !XJ< oo
ZIZ
VER HOGEH -
L’o BE LAS-
T iiVGE N
39675
x z X ma speer ,5'PKorr iz
RL O
y k
Sx
SöO CP
A 00
V
Jdoé W
mutaties t.o.v. 1979
iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
Naar inkomenscategorie
Excl. incidenteel
Vervroegde Uittredingsregeling.
rasregister
tasregistM
CsJ
t
gevecht binnen
de BV Nederland
i
0'
Reëel beschikbaar loon voor de modale werknemer
(bruto loon 1979 ca. f 32 000), alsmede voor enkele
andere inkomensgroepen in 1980
Minimumloon
Even meer dan het minimumloon
2* modaal inkomen
4x modaal inkomen
Nominaal beschikbaar inkomen
Prijsindex van de gezinsconsumptie
Reëel vrij beschikbaar inkomen
Idem. excl. incidenteel
Weliswaar zakte het aantal werklozen
niet terug naar de beoogde grens van
150.000 in 1981 het hoofddoel van de
bezuinigingsoperatie van 10 miljard
maar aan de groei van die werkloosheid
was een halt toegeroepen. Andere doel
stellingen werden wèl bereikt: de inflatie
daalde fors, de koopkracht tot het modale
loon (ƒ30 mille in 1979, ƒ2.000 meer in
1980) steeg en de winsten fleurden op. Het
door de oppositie gehekelde bestek waar
op de BV Nederland langs talloze econo
mische klippen zeilde, was zo slecht nog
niet, liet roerganger Dries van Agt met
een triomfantelijk glimlachje weten.
De werkelijkheid die de staatsreken-
meesters van het Centraal Plan Burau uit
hun Haagse computers toverden, ziet er
volstrekt anders uit. Uit het spoorboekje
(Macro Economische Verkenning) van het
CPB blijkt zonneklaar dat Bestek ’81 een
te slap medicijn was om de zieke BV
Nederland, lijdend aan verdeleritus, op de
been te helpen. Dat de doelstelling van
150.000 werklozen in 1981 niet wordt be
reikt komt doordat de middelen die zijn
ingezet om die werkloosheid fors terug te
drukken faalden. De collectieve sector
belastingen, sociale premies en aardgas
baten) moest in 1981 op een bepaald ni
veau worden gestabiliseerd, mocht dus
niet meer groeien. Om dat te bereiken zou
de groei van de collectieve sector in 1979
en 1980 stapsgewijs worden afgeremd via
de in Bestek gedicteerde bezuiningingen.
De cijfertjes uit de Macro Economische
Verkenning (MEV) tonen aan dat dit niet
gelukt is. In 1979 groeide de collectieve
lasten met 1,8 procent, volgend aar is die
groei 0,6 procent.
Een tweede belangrijk instrument om
de werkloosheid te bestrijden was het
wapen van de loonmatiging. De modale
man, zo stelde het kabinet-Van Agt, moest
in 1979 op de nullijn. Mislukte ook: de
modale man pakte in 1979 een loonstijging
van 1 procent. De lager betaalden kregen
meer, de midden- en hogere inkomens
leverden in, maar dat laatste zet, macro-
economisch gezien, geen zoden aan de
dijk.
Waarom deze instrumenten werden in
gezet? Het kabinet-Van Agt heeft er nim
mer een geheim van gemaakt. Matiging
van de lonen en afremming van de collec
tieve druk is de som van belastingen,
sociale premies en aardgasbaten) verlaagt
de arbeidskosten lonen, belastingen en
sociale premies) zodat de BV Nederland
op de exportmarkten haar produkten
weer kan slijten. Met winst. Die winsten,
zo redeneerde het kabinet-Van Agt, zou
den worden gebruikt om de produktieca-
paciteit uit te breiden. Je moest wel een
grote zwartkijker zijn om niet dezelfde
conclusie te trekken als de deskundigen in
het liberaal-confessionele regeringskamp:
op die manier leidt meer winst tot meer
werk. Zo simpel als wat.
Over deze theoretische stelling valt te
twisten. Meer winst kan bij sommige be
drijven leiden tot diepte-investeringen
(aanschaf van nieuwe, arbeidsbesparende
technologie) of tot investeringen in landen
waar goedkopere arbeidskrachten beschik
baar zijn. Dan leidt meer winst niet tot
meer werk. Die interessante discussiestof
is in dit kader niet belangrijk. Waarom
niet? Omdat er blijkens de cijfertjes uit de
Macro Economische Verkenning en de
miljoenennota in 1980 nauwelijk winst
Die gaswinst wordt ingezet om nieuwe
arbeidsplaatsen te scheppen. Of dat in het
bedrijfsleven lukt valt nauwelijks te ra
men. Het CPB gaat tegenwoordig wat
Een kanttekening om ,elke schijn van
demagogie te vermijden. Toen de niet-
actieven nog actief waren betaalden zij
belasting en sociale premies. De meeste
1 Inclusief 0.1% VUT-heffing.
2 Gecorrigeerd voor de prijsstijging van het sociaal verzekerde deel van de medische voorzie
ningen.
De correctie incidentele loonelementen is geringer dan op grond van de geraamde 1,5 a 2%
verwacht zou worden in verband met de in 1980 optredende verschuiving tussen vorstverletuit-
keringen en verdiende lonen.
rf- VUT
Bruto loon
Overige inkomens uit dienstbetrekking
Sociale lasten en pensioenpremies
Loon- en inkomstenbelasting:
- automatische inflatiecorrectie (80%
- autonome belastingwijzigingen
- belastingprogressie
I
0.5 a I
-1
-1.5
ook als de vakbeweging de nullijn voor de
modale werknemer niet accepteert of de
werkgevers meer dan de toegestane 1 pro
cent incidenteel toeslagen voor promo
ties, eigenlijk het verschil tussen de feite
lijke toeneming van het looninkomen per
werknemer en de toeneming van de con
tractlonen) aan hun werknemers betalen.
Andriessen kan niet anders, omdat het
kabinet-Van Agt, evenals zijn voorganger
het kabinet-Den Uyl, een beslissing over
de verdeling van de economische groei tot
nu toe heeft Ontlopen. Voornamelijk om
twee redenen. Omdat de overheid als
hoedster van de sociaal zwakkeren be
langhebbende is, zij vertegenwoordigt als
het ware de wassende stroom niet-actie-
ven, èn omdat het altijd nog mogelijk
bleek om het financieringstekort van de
BV Nederland uit te rekken zodat er meer
financiële armslag ontstond.
Den Uyl ontkende als premier doodleuk
dat er zoiets naderde als een gevecht om de
groei tussen actieven (werkenden) en niet-
actieven (niet-werkenden). Het kabinet-
Van Agt sprong met die zekerheid wat
minder subtiel om, maar durfde het di
lemma evenmin spijkerhard op tafel te
leggen. Het handelde zoals een kabinet-
Den Uyl gehandeld zou hebben als dat er
zou zijn gekomen. Het gezelschap rond
Van Agt hakte niet echt in de collectieve
sector, hoe graag de WD ’t ook had
gewild.
CNI
LD
7.2
-0.5
-0,1'
ER-
EER-
tel-
IELD-
0.6
0.8
-1.4
6.6
5,62
■’Ti
z
Lu
ia -
S. CT
voorzichtiger met dat soort rekenmodel
len om. Wat wél becijferd kan worden is
dat er in de zogenoemde kwartaire sector
overheid en maatschappelijke instellin
gen in de gezondheids- en welzijnswereld.)
in 1980 ongeveer 23.000 arbeidsplaatsen
bijkomen. Maar niemand moet dan bij de
presentatie van de miljoenennota 1981
verbaasd naar zijn hoofd grijpen als blijkt
dat de collectieve druk (druk van belastin
gen en sociale premies) voor 1981 weer
toeneemt. Want al die mannetjes en
vrouwtjes verdienen een salaris en doen
werk dat betaald dient te worden uit de
opbrengst van belastingen en sociale pre
mies. Of dat kan? Volgens Bestek ’81 mag
dat helemaal niet.
Eerst wat pikante cijfertjes uit de mil
joenennota. Die betreffen de collectieve
sector. Zij illustreren een ontwikkeling
die bepalend is voor het antwoord op de
vraag of de werkenden in Nederland be
reid zijn in de toekomst nog meer vrij
besteedbaar inkomen voor collectieve
voorzieningen in te leveren. Er waren in
1963 4.2 miljoen werkenden in Nederland.
In 1979 is dat aantal groter: nu zijn er
4.3 miljoen actieven. De actieven uit 1963
betaalden via inhouding van belastingen
en sociale premies voor een belangrijk
deel het inkomen van 1.3 miljoen niet-
actieven, niet werkenden dus. Bijna 1 mil
joen van die niet-actieven uit 1963 kregen
AOW of AWW ouderdoms- of wedu
wen- of wezenpensioen). In 1979 zijn er op
een actieve beroepsbevolking van 4.3 mil
joen 2.6 miljoen niet-actieven. Onder die
2.6 miljoen niet-werkenden bevinden zich
1.4 miljoen 65-plussers, weduwen en we
zen. Een formidabele verschuiving.
Vervelend genoeg is dat in 1980 ook het
geval. In 1979 zijn de prijzen voor verschil
lende grondstoffen vrij sterk gestegen.
Dat werkt vertragend door in de Neder
landse economie. Maar omdat de Neder
landers, overigens net als de inwoners van
andere industrielanden, niet bereid zijn
om de prijsverhogingen van geïmporteer
de grondstoffen als een naar verschijnsel
te accepteren dat tot verlies van koop
kracht kan leiden, wentelen zij die lasten
via’ de automatische prijscompensatie af
op de werkgevers.
Die werkgevers op hun beurt berekenen
de extra loonkosten door in de prijzen van
hun produkten. Het haasje-over begint
dus weer. En waar dat niet kan, bijvoor
beeld op belangrijke exportmarkten, lo
pen ze orders mis of zakken zij met hun
prijs. De winst komt onder druk of ver
dwijnt geheel met de bekende gevolgen.
Zo kan de Nederlandse economie weer in
een dodelijke spiraal terechtkomen.
Iedereen beseft dat, politici aan de rechter
zowel als aan de linker kant, maar nie
mand durft zijn stem te verheffen. Het
kabinet-Van Agt stelt in de miljoenennota
vast dat het beter zou zijn wanneer dit
afschuwelijke haasje-over-spel zou wor
den doorbroken, maar het durft het niet
aan om dwingend voor te schrijven dat de
automatische prijscompensatie opnieuw
mopt worden opgeschoond, zoals ’t in jar
gon heet.
Logisch natuurlijk. De vakbeweging
herinnert zich nog als de dag van gisteren
dat de prijscompensatie niet meer zou
gelden voor kostprijs verhogende belastin
gen zoals BTW en accijns. In 1980 worden
juist die belastingen fors opgetrokken. De
nullijn voor Jan Modaal die in een auto
rijdt, sigaretten of shag rookt en die ook
nog af en toe een slaapmutsje neemt is op
die wijze in een absolute minlijn veran
derd. Tel uit je winst, zal Wim Kok zeggen.
Mag de minimumloontrekker misschien
ook een borreltje drinken? En de uitke-
ringstrekkers? Zijn ook niet allemaal ge
heelonthouders.
U ziet het, zonder het te willen zitten we
al weer midden in dat verdelingsgevecht.
Hoe het kabinet-Van Agt de economische
groei voor 1980 het liefst verdeeld wenst te
zien weten we. Rond 85 procent pikt de
overheid in, de resterende 15 procent ligt
klaar voor de lager betaalden. Van Veen
van het VNO heeft het nakijken. De nul
lijn voor de winsten. En dat wordt gedic
teerd door een kabinet met de WD? Ja.
En daar kan nog verandering in komen?
Ja. Maar hoe?
De economische groei is wat te hoog
geraamd, valt die in werkelijkheid tegen
dan moet minister Andriessen van finan
ciën uitkijken naar een beter wapen dan
zijn noodremprocedure die hij de afgelo
pen zomer in werking stelde. De miljoe
nennota geeft in de gebruikelijke omfloer
ste taal een aanwijzing. Andriessen zal het
weer te hoge financieringstekort (het rood
staan van de BV Nederland) voor 1980
terugdringen „als de centrale uitgangs
punten waarop dit beleid is gebaseerd
geweld zullen worden aangedaan". En dat
met maar liefst 1 procent van het natio
naal inkomen, dus met 2,7 miljard. Dat
is andere koek dan de bezuinigingen via
Bestek ’81 die in 4 jaar tijd oplopend ƒ10
miljard moesten opleveren!
Die maatregel neemt Andriessen dus
Het verdelings
wordt gemaakt macro-economisch ge
zien dus.
De rekenmeesters van het CPB becijfe
ren in de MEV een economische groei in
1980 van 2.5 procent van het nationaal
inkomen in 1979 van 275.3 miljard. Een
wel zeer optimistische raming, gezien de
grote onzekerheden na de forse olieprijs
verhogingen. De omzet van dé BV Neder
land stijgt volgens de economische des
kundigen dus met 2.5 procent van 275.3
miljard 6,9 miljard. Een flinke bom
duiten. Pas op: meer dan de helft, name
lijk 60 procent van die 6.9 miljard, ver
dwijnt geheel automatisch naar rijks- en
lagere overheid. Dat is nodig voor de
collectieve sector, om het bestaande be
leid in stand te houden. Resteert nog maar
2.75 miljard voor lonen en winsten. Ho,
ho. Volgens alweer de cijferaars van het
CPB groeit de collectieve sector, alle be
zuinigingen van Bestek ’81 ten spijt, in
1980 toch nog met 0.6 procent. In guldens:
1.65 miljard.
Voor lonen en winsten is dan nog
ƒ1.1 miljard over. Nu is het uit, het kabi
net moet zijn grijpgrage vingers in be
dwang houden. Dacht u maar. Via verho
ging van de aardgasprijs roomt het kabi
net nog eens ongeveer f 300 miljoen van
die economische groei van 6.9 miljard
af. Voor lonen en winsten blijft dus uitein
delijk in ’80 ruwweg f 800 miljoen over.
Als alle lonen in Nederland in 1980 met
1 procent stijgen kost dat 1.35 miljard.
Dat kan dus niet, want er is maar 800
miljoen over. Het kabinet heeft daarom
tot uitgangspunt verheven dat de modale
man (inkomen in 1980 32.000) er volgend
jaar niks bij krijgt. Die zit dus op de
nullijn. Tenzij de modale man in zijn loon
toeslagen krijgt, of promotie maakt het
incidentele loon). Lager betaalden mogen
er evenwel van het kabinet toch nog iets
op vooruitgaan. Daar is grof geschat rond
900 miljoen mee gemoeid. Er was 800
miljoen beschikbaar voor Ionen én win
sten. Kunt u zich voorstellen dat werkge
versvoorzitter Chris van Veen de afgelo
pen weken nogal somber was over de
economische ontwikkeling voor 1980.
Bestek ’81 lijkt dus mislukt. Kan over de
stelling „meer winst levert werk op” ge-
twi st worden, de uitslag van een discussie
over de relatie tussen verlies en werk staat
bij voorbaat vast. Minder werk! Vandaar
dat het kabinet-Van Agt via een gericht
pakket van rond ƒ2 miljard het verlies
aan arbeidsplaatsen in 1980 probeert af te
remmen. Waarom in miljoenennota én
MEV de verklaring voor het mislukken
van Bestek ’81 in de schoenen van de
oliesjeiks wordt geschoven is politiek ge
zien misschien begrijpelijk realistisch
is die beschuldiging niet. Gezien de koppe
ling van de gasprijs aan die voor olie
verdient de BV Nederland aan de forse
olieprijsverhogingen van de OPEC-lan-
den. Was de aardgasopbrengst in 1979
6.1 miljard, volgend jaar levert het Gro
ningse aardgas maar liefst 1.9 miljard
meer op.
niet-actieven betalen ook nu nog belas
ting. Vele niet-actieven zouden graag aan
de slag gaan, maar er is geen werk. Een
eerlijker verdeling van werk, wat dat ook
moge inhouden, kan een oplossing beteke
nen maar is technisch heel moeilijk te
realiseren. De discussies over arbeids-
tijdsverkorting staan daar model voor.
Het totaal van de collectieve uitgaven
belastingen, sociale premies en aardgas
baten) is in de periode 1963 tot en met 1979
toegenomen van 40.5 procent van het na
tionaal, inkomen in 1963 tot 64 procent van
het nationaal inkomen in 1979. Dat wil
zoveel zeggen dat 64 cent van elke ver
diende gulden naar de overheid gaat, het
rijk, de provincie, de gemeente. En die
gulden van nu is een andere dan de gulden
uit 1963!
Ziedaar de kern van het probleem waar
mee het kabinet-Van Agt worstelt. Waar
mee elk kabinet, van welke samenstelling
dan ook, zou worstelen. Alles draait om de
vraag hoe de economische groei verdeeld
dient te worden tussen lonen, winsten en
collectieve sector. Dat vraagstuk wordt
moeilijker oplosbaar naarmate die groei
van het nationaal inkomen afneemt, zoals
nu duidelijk het geval is. Het wordt nog
moeilijker als tegelijkertijd de inflatie
geldontwaarding) oploopt.
Pas toen de PvdA in de oppositiebanken
zat vatten de sociaal-democraten enige
moed. Zij gaven een aanwijzing welke
richting zij zouden hebben gekozen wan
neer ze op het Haagse fluweel hadden
gezeten. Een minlijn voor de modale
werknemer om de collectieve sector in
stand te houden en zelfs hier en daar nog
te laten groeien wegens
werkgelegenheidsaspecten. Geen aanslag
op de uitkeringen van de sociaal zwakken,
meer ambtenaren bij ’S-Rijks diensten.
Dit alles onder het menslieven motto:
„meer werk door solidariteit”.
Of dit een realistisch uitgangspunt zou
zijn geweest valt evenwel zeer te betwijfe
len. De vakbeweging heeft nimmer veel
woorden vuil gemaakt aan Den Uyl’s al
ternatieve voorstellen. Uit beleefdheid
wellicht.
Er is sindsdien enige tijd verstreken. Er
is in die periode ook veel gebeurd. De
Rotterdamse haven ging plat, ligt nóg
plat. Voor een eis die in het licht van de
huidige economische problemen ronduit
belachelijk lijkt. Overal uit het land trou
wens klinken geluiden dat‘de matigings-
bereidheid van de werknemers in
bedrijfstakken waar nog wél winst wordt
gemaakt eerder af- dan toeneemt.
Wat de politici vermijden wilden kan dit
najaar echter niet meer ontlopen worden.
Ook voor vakbeweging en werkgevers is
de tijd gepasseerd waarin het nog moge
lijk was het echte verdelingsgevecht - een
strijd tussen actieven en niet-actieven - te
verdoezelen. De vakbeweging zit klem
tussen een veeleisende achterban en een
regering die geen geheime fondsen meer
aan kan boren om het leed te verzachten.
De werkgevers staan er nog beroerder
voor: in 1980 is er voor hen niets te halen.
De staatsruif is leeg. Er rest een conclusie:
helpers weg, laatste ronde.
Tenzij, ja, tenzij de vakbeweging de
jaren gepreekte solidariteit vergeet en de
finitief kiest voor gèdifferentieerde loon
politiek, een loonbeleid dat per bedrijfs
tak verschillend kan uitpakken. Wat ma
cro-economisch niet kan is op micro-vlak
per bedrijf of bedrijfstak) wellicht
haalbaar. Maar wie garandeert dan dat de
zwakke broeders niet volgen? Wie naar
het verleden kijkt kan alle hoop laten
varen.
X
cn
^2 k- <T>
i (TQ
0-0
CD NI lD
ur
s telwerk»
arstotalen
rtruil bij
1 2695,-
Mbliii..
I I iZn jl
L
B
PV'.