Wil Gerard de Lange echt bezuinigen? r/ X 3: I X door Charles Schets Scheefgetrokken Noodlanding Even alleen Science-fiction-achtig Waarom zij wel? Vrouwen FM t, aft ff HL B.V. g> oderne le zelf been ge as- r aan- de di-. ertrou- I) 2288 iig. Het splinternieuwe standaardfregat Callenburgh trekt onverstoor baar zijn mijltjes door de Noordzee. Het spierwitte kielzog is zover het blote oog reikt recht als een liniaal. Plotseling alsof een grote onzichtbare hand het fraai ogende schip een duwtje geeft helt de Callenburgh sterk naar stuurboord over en verandert van koers. Schuimflarden scheren tot langs de bovenbouw. Er wordt vaart vermeerderd. Het achterschip wordt door de feller malende schroe ven een paar voet dieper omlaag getrokken, de haaiebekachtige voorsteven verheft zich. Er wordt gestoeid met de Callenburgh. Honderden mensen van de Vlissingse scheepswerf De Schelde hebben jarenlang hun handen vol gehad aan het fregat, van de eerste potloodstreep op het tekenbord tot aan de laatste verfstreek tijdens de afbouw. Maar nu is het schip van de marine, rechtmatig eigendom sinds de indienststelling op 26 juli. Nog dezelfde dag liet de Callenburgh de Scheldestad zijn achtersteven zien om zich naar thuishaven Den Helder te reppen. Vanaf die dag is de bemanning bezig met „opwerken”. De massa techniek die in de 3600 ton metende Callenburgh is ingebouwd, moet haar deugdelijkheid en betrouwbaarheid bewijzen. De marine wil graag weten wat ze aan de nieuwe spullen heeft. Met de opkomst van het consumentisme en de groei van de consumentenorganisaties zag ook een handjevol ondernemers brood in die nieuwe beweging. Op zichzelf is het natuurlijk een prima zaak als ondernemers inspelen op gerechtvaardigde wen sen van consumenten, maar de vraag laat zich al snel stellen: Hoe moeten we als kritische consumenten nu aankijken tegen onder nemers die zich min of meer opwerpen als belangenbehartigers van de consument? Waar is het hun nu werkelijk om te doen, om hun eigen portemonnee of de uwe? Om een antwoord op die vraag te geven kunnen we het beste zo'n consumentengerichte ondernemer bij de kop pakken en hem onderwerpen aan een kritische consumenten test. IMIH 1 a... j}- Standaardfregat Callenburg volgestouwd met de modernste electronische vindingen. I Drs. J. den Uyl itanten willen en van smeen- nsis is van de derling ten worden vervangen, een stuk ge zelliger. Op het punt van comfort voor de bemanning kunnen de ja- Net als bij een echt vergelijkend warenonderzoek moet dit onder zoek ook een conclusie hebben. Wel, daar kan ik eigenlijk kort gers niet in de schaduw staan van de nieuwe fregatten. De antieke ja den, vanwege die saamhorigheid en in sommige gevallen ook omdat men te veel moeite heeft met al die De échte consumentenbelangen behartigers wachten met span ning af. direk- itingen teer G. JOk en, gatten. Met de onderzeebootjagers is tenslotte een generatie marine mensen meegegroeid. Door de ou derdom moet er natuurlijk veel meer gesleuteld worden om de nog resterende onderzeebootjagers zeven van de oorspronkelijke twaalf redelijk in bedrijf te hou den. Dat betekent alweer langere werktijden. De lange werktijden zestig uur of meer per week geldt niet als abnormaal is een groot zeer in de huidige marine. Jaren geleden viel daar geen marineman over. Maar de verhouding met de burger op de wal is te ver scheefgetrokken. Zestig uur, dan is er zelfs nog geen sprake van overwerk op de vloot, terwijl aan de wal al actie wordt gevoerd voor een 35-urige werkweek, wekt afgunst bij het ma rinepersoneel. Hoofd van de opera tionele dienst van de Callenburgh, luitenant ter zee W. F. L. van Leeu wen, neemt geen blad voor de mond: „Het personeelsbeleid dat de marine al jaren geleden heeft inge zet, wreekt zich vandaag de dag; ook op een schip als het onze. De exploitatielasten van de vloot moes ten drastisch omlaag om de nieuw bouw van schepen te kunnen beta len. De personeelssterkte is met dui zenden mensen verminderd. Ge volg: het grote ongenoegen door de lange werktijden, maar vooral ook door de lange perioden dat de mari neman steeds weer van huis moet”. Van Leeuwen noemt nog een an der voorbeeld van de werktijdenre geling waarmee de marineman an no 1979 nog maar weinig in zijn nopjes kan zijn: voor een maand van huis krijgt hij welgeteld één dag extra vrij. Daar is dan nog een maximum van vijf aan verbonden. Na een reis van zeven maanden bijvoorbeeld in het NAVO-eskader waarvan Nederlandse oorlogssche pen permanent deel uitmaken mag de marineman één weekje naar zijn dierbaren. De funeste gevolgen van de te Gerard de Lange over zijn. Natuurlijk is Gerard de Lange geen echte consumentenbe langenbehartiger. Hij is en blijft gewoon een succesvolle commer ciële man, die handig gebruik weet te maken van allerlei maat schappelijke wensen. Niet zelden zijn de stunts van Gerard de Lan ge doordrenkt van uitdagingen aan fabrikanten die inderdaad vaak slechte, energieverslindende apparaten op de markt brengen. materialen, het meubilair en vooral de royale ruimte doen prettig aan. De bezoeker waant zich hier niet op gers hebben een veel grotere be- een grimmig oorlogsschip; een met geleide wapens, snelvuurgeschut, torpedolanceerbuizen en het laatste op het gebied van elektronica vol gestouwde oorlogsmachine. Matroos Klunder hij hoopt vol- ten varen. Alles bij elkaar slechts een goeie 180 man. Daardoor zijn de werktijden lang, zie je elkaar te weinig en leef je zeker tijdens de zeedienst te veel langs elkaar heen. Er wordt genoeg georgani seerd om de vrije tijd op een pretti ge manier door te brengen, maar de cafetaria zie je bijna nooit vol. De anderen? Die zijn aan het werk of zijn aan hun uurtjes slaap toe”. Dan zijn de zo’n twintig tot vijf- manning, die op een aanzienlijk kleiner schip met de ruimte moet woekeren. Maar juist dat lijkt de saamhorigheid te versterken. Er zijn er genoeg bij de marine die moeite doen om op een oude gend jaar in de korporaalsopleiding jager geplaatst te blijven of te wor- te komen is content met zijn plaatsing op het nieuwste schip van de Nederlandse marine. De vijf jaar die hij er bij die marine inmiddels nieuwigheden van de standaardfre- heeft opzitten, hebben hem on danks zijn nog maar 22 jaar ech ter de betrekkelijkheid der dingen al leren inzien. Na weer even zijn plichten als uitkijk te hebben ge daan, een korte melding dat de heli kopter aan boord is teruggekeerd, stelt hij nuchter vast: „Het is altijd wat. De Callenburgh is voor een fregat groot en ruim, maar daar staat tegenover dat we de schuit met een te kleine bemanning moe- Ik zou vanaf deze plaats op mijn beurt Gerard de Lange willen uit dagen. Iemand die het werkelijk meent met het milieu en de ener- gieschaarste, zou onherroepelijk de verkoop moeten staken van de échte energieverslinders, zoals af- wasautomaten en diepvrieskisten. in Europa. In 1975 maakte de Reclame Codecommissie een eind ,aan deze kreet Zeer terecht zei deze instantie, die moet waken over het waarheidsgehalte van re- clame-uitingen, dat de adverten ties waarin ter omschrijving van de daarin genoemde prijzen de overtreffende trap wordt ge bruikt, verboden moeten worden, omdat het in praktisch alle geval len onmogelijk is na te gaan of een dergelijke stelling juist is. noemt hij de bedrijfszekerheid. De Callenburgh is tot deze dag een goed en veilig schip gebleken. Is dan alles piekfijn aan de Callen burgh? Van Foreest is er de man niet naar welke commandant zou dat trouwens wel zijn? om een buitenstaander over deze zaken het achterste van zijn tong te laten zien. Maar dan toch.Het gaat over de manoeuvreerbaarheid van de Callenburgh in nauw vaarwater, bijvoorbeeld in een haven. Het heeft te maken met de stand van de schroefassen en de draairichting van de schroeven. In een dergelijke situatie moet de Callenburgh met grote zorgvuldigheid gestuurd wor den. Bij het afmeren is er nog een extra zorg. De ontwerpers hebben de standaardfregatten over de 129 meter lange romp nergens een vlak ke kant meegegeven. Er is dus steeds sprake van „ronding”. Dat betekent, zo legt Van Foreest uit, dat het volle gewicht van het schip bij een wat bruuske aanraking met de wal op zegge en schrijve één spant de buitenste terecht komt. De mogelijke gevolgen voor die spant laten zich raden. De commandant wandelt naar de stuurboordsbrugvleugel. Aan die kant van het schip de rechter wordt geoefend in het strijken van sloepen. Op de brugvleugel aan bakboord hanteert matroos R. Klunder een grote zeekijker. Hij is uitkijk tijdens de helikopteroefe- ningen. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Als de wentelwiek zich van het vliegdek verheft, roept Klunder door de open deur van het brug- huis: „Heli-airborne”. Op de ruime bovenbrug van de Callenburgh een oord van rust wordt ons gesprek met comman dant kapitein-luitenant ter zee jhr. H. van Foreest slechts een enkele keer onderbroken door de officier van de wacht, met een korte mede deling of vraag. De oefeningen gaan door. Van Foreest over De Schelde: „Vaklui, die ons een fantastisch schip hebben geleverd. In Vlissin- gen hebben ze nog liefde voor het vak van scheepsbouwer. Werkelijke betrokkenheid bij het werk, noem ik dat. Je merkt dat aan alles”. Het gesprek wordt onderbroken. De Callenburgh heeft nog maar en kele dagen eerder zijn hefschroef- vliegtuig aan boord gekregen. De heli is onophoudelijk bezig met starten en landen. Vanaf het vlieg dek op het achterschip worden de bevindingen regelmatig naar de brug doorgegeven. De oefeningen verlopen blijkbaar tot ieders tevre denheid. Van Foreest besluit de oefening -wat moeilijker te maken: „Crash landing”. Het hele schip wordt erbij betrokken. Er is wat met de heli aan de hand. De vlieger moet proberen zo wordt gesimuleerd zichzelf én zijn toestel zo heel mogelijk naar de Callenburgh terug te brengen. Via de over het gehele schip luid en duidelijk te horen geluidsinstallatie volgt er een stroom van orders. Zo als: „Attentie.stuurboordsoor- logswacht op post”. Die simpele en rustig gedane me dedeling heeft ingrijpende gevolgen voor het hele scheepsgebeuren. Koks zetten hun pannen op een laag pitje, halen in hun hut helm en zwemvest en klauteren naar het dek. In de werkplaats laat de man die bedrijvig aan een of ander in een bankschroef geklemd metalen voorwerp aan het vijlen was, zijn werkstuk in de steek. In de wasserij schuift een van de twee wassers de stapels ondergoed van zich af. Een officier van de wapentechnische dienst, in zijn kantoortje gebogen over een boek vol ingwikkelde pro cedures, laat de handleiding voor wat die is en grijpt, zoals de ande ren, naar helm en zwemvest. De oefening „noodlanding heli kopter” is in volle gang. Weer praat de scheepsomroep: „Dokter naar achterschip”, gevolgd door de me dedeling: .Ziekenverpleger on derweg” en later: „Brand helikop ter bedwongen”. De vlieger was er niet best aan toe, zo werd het spel gespeeld. Tijdens de oefening zijn de men sen rustig en vriendelijk. Zoals de Noordzee vandaag. Deze oefening verloopt niet vlekkeloos en zal nog dikwijls worden overgedaan. Op de brug van de Callenburgh wordt niet paniekerig gedaan als blijkt dat het nog niet allemaal volgens het boek je gaat. Het is een nieuw schip met een nieuwe bemanning. De mensen moeten hun weg nog letterlijk we ten te vinden. Trouwens, de Callen burgh is toch aan het „opwerken”. Einde oefening. De scheepsroutine herstelt zich. De commandant hervat het ge sprek. Als belangrijkste eigenschap die een oorlogsschip moet bezitten, De airconditioning zorgt voor een prettige werkbare temperatuur door het gehele schip. Geen klam me en te vochtige bemanningsver- blijven voor veertig, vijftig of nog meer matrozen, zoals op de oude schepen. De hutten op de Callen burgh tellen nog maar zes tot twaalf kooien, met gordijntjes en een bed lampje. De ontwerpers van de Cal lenburgh zijn er op uit geweest de mensen een beetje privacy te ver schaffen. Altijd maar mensen om je heen kan, zeker op een langere reis, tot geprikkeldheid leiden. Even al leen kunnen zijn, heeft ook een ma troos nodig, al is het maar in een ruimte van een paar vierkante meter. Aantrekkelijk op de Callenburgh entwintig jaar oude onderzeeboot- is ook het manschappenverblijf, de jagers, die door de standaardfregat- zogenoemde „cafetaria”. De kleu ren waarin de wanden zijn geschil derd, de keuze van de gebruikte Callenburg Die rol vervult hij ook op een vanuit public relations-oogpunt schitterende wijze tijdens een bij eenkomst van milieu- en consu mentenorganisaties, waar zijn lange verhalen zelfs door voorzit ster Gerda Brautigam niet te stui ten waren. Zelfs in de tv-rubriek Koning Klant kon Gerard de Lan ge vertellen wat er wel moest ge beuren om een zuinige wasauto maat te fabriceren. Een prima idee overigens van Gerard de Lan ge, maar het kwam wat verbazing wekkend over toen Gerard ging uithalen naar wasautomatenfa brikanten, die door een huichel achtige benadering van het ener gieprobleem in feite een commer cieel stuntje wilden uithalen. Over stuntjes gesproken. Naar mijn schatting weegt dat tienminuten- interview in Koning Klant royaal op tegen twee uur STER-tijd, maar dit terzijde. Een volgende stunt van Gerard lag ook weer op het terrein van de energiebesparing. Jan Terlouw had hij zover gekregen aan de omringende persfotografen te to nen hoe je kon besparen op etala- geverlichting. In de advertenties over deze nieuwe stunt van ener- gievoorvechter Gerard de Lange worden gewoontegetrouw ook weer allerlei berekeningen ge maakt, die aantonen hoeveel beter wij er met zijn allen voor zouden staan als iedereen maar het voor beeld van Gerard volgde. Natuurlijk geen beste beurt voor Gerard om door de Reclame Codecommissie op zijn vingers te worden getikt. Het zou trouwens niet de laatste keer zijn dat hij in botsing kwam met deze instantie. Inmiddels kwamen er andere zaken aan het consumentenfirma ment, waar Gerard zich met alle gretigheid samen met zijn recla mebureau op stortte. De energie problemen doemden steeds duide lijker op. In advertenties en op Een sterk voorbeeld is Gerard de Lange. Van Gerard de Lange ‘kan letterlijk worden gezegd dat hij zijn verkoopactiviteiten begon als consumentenvoorlichtingsbu reau. In de zestiger jaren versche nen namelijk regelmatig adver tenties van een zogenaamd objec tieve consumentenvoorlichtings instantie, die aan de consument suggereerde informatie te geven waar je de goedkoopste wasauto maat kon kopen. Reageerde je op die advertentie, dan kreeg je als antwoord dat de goedkoopste wasautomaat te koop was bijGerard de Lan ge. En de consument maar denken dat hij dat objectieve advies van een echte consumentenorganisa tie had gekregen. Aan die laagste-prijzentoer is Gerard de Lange, zij het nu open lijk, blijven vasthouden. De adver tenties van Gerard de Lange had den het altijd over de laagste prijs (door Bert Donia, directeur Konsumenten Kontakt) bijeenkomsten van milieu- en con sumentenorganisaties ging Ge rard zich opwerpen als energie- en milieuvoorvechter. In mei 1977 richtte Gerard de Lange zich over de energieproble men in een paginagrote adverten tie zelfs tot Joop den Uyl. Een grote kop: „Beste Joop den Uyl, had je dit op de valreep ooit nog verwacht. Nog net binnen je ambts termijn”, begint de advertentie, „komt Gerard de Lange met een ontzettend aardige verrassing. Een kolfje naar je hand. Een revo lutionaire en energiebesparende wasautomaat Nu de regering moet afhaken begint Gerard de Lange eerst goed op dreef te ko men. Vlak voor de verkiezingen werpen zijn jarenlange onderhan- delingen vruchten af”. En zo gaat de advertentie nog een tijdje door, waarbij Gerard de Lange zich een beetje opwerpt als „de vice-pre mier voor energiebesparings- zaken”. half jaar naar zee vertrekt met een schip waar ook een aantal vrouwen op rondloopt”. De officieren in de longroom van de Callenburgh houden het er nog maar op dat op hun schip, een spe cifiek gevechtsschip, de oorlogs- wacht in de eerstkomende jaren nog niet uit een gemengde beman ning zal bestaan. Het gesprek moet nu worden af gebroken. Er is een nieuwe oefe ning begonnen. Weer worden men sen op hun posten geroepen. Ltz. Van Leeuwen spoedt zich via gan gen en trappen naar de commando- centrale, ergens onder in het schip. Het is een ruimte met bedieningspa nelen met talloze knoppen en toet sen, verlicht in verschillende kleuren. Het feeërieke van de verlichting wordt nog versterkt door het opflik-' keren van talloze lichtpuntjes op de radarschermen. Dan zijn er de beeldschermen, die geen populaire televisieseries vertonen, maar voor de niet-ingewijde onbegrijpelijke lijnen en cijferreeksen. Een nog zeer jeugdig uitziende matroos staart geconcentreerd op het radarscherm voor zich. Door middel van een toetsenbord geeft hij nummers aan objecten die op het scherm verschijnen. Het scherm behoort bij de zeewaarschuwings- radar. De gegevens gaan automa tisch in de computer. Zo is er ook de luchtwaarschuwingsradar en de so nar, die het gevaar dat onder water dreigt tijdig moet registreren. Aan de hand van al die gegevens, die samenkomen in de commandocen- trale, het operationele hart van de Callenburgh, worden beslissingen genomen over koers, snelheid en gebruik van wapens. Het is vooral deze gecompliceerde electronica die de standaardfregatten tot sche pen van een nieuwe generatie maakt. Ondanks al het technisch vernuft in de commandocentrale van de Callenburgh samengebracht, blijft het er toch allemaal menselijk toe gaan. De jonge matroos geeft zon der omwegen toe, dat hij het onaf gebroken turen op het radarscherm wel eens zat wordt. Hij kan ook voor korte tijd „radarblind” wor- den. Dan is snelle aflossing natuur- lijk geboden. Zonder dat er zich één mannetje in de machinekamer bevindt, wor- den de gasturbines vanuit alweer een centrale bediend. Die techni sche centrale ademt dezelfde sfeer als de commandocentrale. Ook hier het science-fictionachtige interieur, gedempt licht en gedempte stem men. De panelen, die voortdurend een stroom van informatie ver schaffen over het functioneren van de machines, eisen de aandacht van het bedienend personeel op. Die concentratie is er ook op de brug. De Callenburgh is vanuit een eind weegs op de Noordzee in nau wer vaarwater voor de Noordhol- landse kust gekomen. Er is meer scheepvaartverkeer. Het is op de Callenburgh, die heeft aangezet tot twintig mijl, uitkijken geblazen. Met het blote oog worden de con touren van Den Helder zichtbaar. De messcherpe boeg van het stan daardfregat Callenburgh splijt die zee open. Zo stabiel voelt het schip nu onder de voeten, dat verhalen van opvarenden over het „stam- pen” van dit soort fregatten in een ruwe zee nu overkomen als een leu ke anecdote. Maar het is geen anec dote. De railing moet plots houvast bieden om op de been te blijven. Mogelijk een onverwachte grond- zee, verraderlijk in dit deel van de Noordzee. Als de Callenburgh, de vaart ver minderd tot een mijl of tien, de rede van Den Helder opschuift, ligt" daar als een bejaarde dame de onderzee- bootjager Limburg. Hij blijft wat op de achtergrond, nauwelijks vaart lopend. Uit een van zijn schoorstenen ontsnapt nu en dan een sliert stoom. Dat klinkt als een diepe zucht. Het is alsof de Lim burg, bijna 25 jaar eerder dan de Callenburgh van een Scheldehel- ling gegleden, beseft dat zijn uit de mode geraakte, grote geschutsto- rens en eertijds imposante radar schermen nu bij de kenners nog hooguit een glimlach op de lippen vermogen te brengen. Anders is het met de Callen burgh. Het schip gunt zich nauwe lijks de tijd om enkele mensen die naar de wal moeten, af te zetten op een marinesleepboot. De blinkend nieuwe Callenburgh stuift alweer het Westgat in, de Noordzee op. "van r) drastische vermindering van het personeelsgetal is door de minister ingezien. De sterkte, aanvankelijk 15.600 mag nu weer op 16.900 wor den gebracht. Het gevoerde beleid is echter niet een-twee-drie recht te breien. Het verloop onder het perso neel is, ondanks wervingscampag nes, groter dan de aanwas. Irritatie is onder het marineper soneel ook ontstaan door de vele aandacht en extraatjes die de Liba- nongangers van de koninklijke landmacht hebben gekregen. Waar om is dat altijd aan de neus van de marineman voorbijgegaan? Het eskader, met honderden be manningsleden, is nog maar kort geleden van een reis naar het Verre Oosten teruggekeerd. Die reis duur de zo’n vijf maanden. Dan is er het fregat in het NAVO-eskader, de ja gers die beurtelings voor zo’n negen maanden naar de Nederlandse An tillen gaan en ook de nieuwe Callen burgh, die een reis van „slechts” zeven weken naar de Verenigde Staten en Canada maakt. Van Leeuwen: „Als de marine man ziet wat de militairen in de Libanon allemaal ten deel valt, dan krijgt hij het gevoel niet voldoende naar waarde te worden geschat”. Het gesprek in de longroom, het officiers ver blijf van de Callen burgh, stokt even als een ander on derwerp ter sprake wordt gebracht: de vrouw in de marine. De minister van defensie heeft nog niet zo lang geleden bepaald dat het afgelopen moet zijn met aparte vrouwenafdelingen, zoals MILVA, LUVA en bij de marine de MARVA. Getrouw aan het emanci patiestreven wordt de vrouw „volle dig geïntegreerd in de krijgs macht”. Levert dat besluit dan geen mogelijkheid op om de leemten in de bemanningssterkte op te vullen? Het ministerie laat het in ieder ge val niet bij een papieren besluit. Bij wijze van proef zullen in 1981 op het bevoorradingsschip Zuiderkruis vijftien vrouwen worden inge scheept. De accommodatie van het schip wordt vóór die inscheping dat spreekt aangepast. Ltz. Van Leeuwen: „Nauwkeurig moet wor den nagegaan wat de sociale en psychologische gevolgen zijn van zo’n gemengde bemanning. Het is op dit moment ook nog onze achter ban, de familie thuis, die nog maar weinig gelukkig is met de mogelijk heid dat manlief straks voor een De proefvaart «Sis;, i I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 23