Carter en Kennedy kruisen degens i DE AANTREKKINGSKRACHT VAN EEN GERESPECTEERD SENATOR door Henk Kolb I Mondale Geen twijfel Talentvol Opiniepeilers Wanhoopskreet i >>i senator Edward Kennedy steeds vaker genoemd als mogelijke kan didaat in de presidentsverkiezin gen, die volgend jaar november zul len worden gehouden. Op deze pa gina besteden we aandacht aan de Edward Moore Kennedy was 37 jaar toen hij op 18 juli 1969 na een feestje met zijn auto te water raakte op Chappaquiddick Island. De senator voor Massachusetts kon zich zonder veel moeite uit het vervoermiddel bevrijden, dat op de rechterkant in het water lag, met het linkerportier slechts ternauwernood onder water. Maar de bemin nelijk ogende Mary Jo Kopechne stierf in die auto een tragische dood. Na een bijeenkomst van vrienden, die in andermans beschrijvingen varieerde tussen een avond met een respectabel sociaal karakter en een orgie. En waarvan de kwalijke gevolgen naar het heet zorgvuldig zijn toegedekt met een dikke deken van Kennedy-geld en Kennedy- invloed op carrières. respondent Henk Kolb wijdt een beschouwing aan Carters mogelijke concurrent, en in een apart artikel geven we een overzicht van de ge beurtenissen tot nu toe. Hoewel nog geen van beiden zijn kandidatuur officieel heeft gesteld, zijn president Jimmy Carter en senator Ted Kennedy al druk doende de degens te kruisen in de strijd om de Democrati sche kandidatuur voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van november volgend jaar. Een zittend president krijgt in Amerika van zijn partij vrijwel altijd de nominatuur voor een tweede ambtstermijn, zo hij dat ambieert en Kennedy heeft ook nu lang volgehouden zich niet kandidaat te zullen stellen en Carter te zullen steunen. opmars van de enige nog levende Binnen de Amerikaanse Demo* cratische partij wordt de naam van De roep om Kennedy is een wanhoopskreet Jimmy Carter A Edward Kennedy A Alexander M. Haig Ronald Reagan Inmiddels heeft Carter ook niet stilgezeten. Hoewel hij lang het zwijgen had bewaard, is hij op aandrang van zijn adviseurs in het geweer gekomen. Zo liet hij de woordvoerder van het Witte Huis, Jody Powell. zeggem dat deze „zich niet kon voorstellen dat iemand er ook maar aan twijfelt” of Carter zich kandidaat zou stel- Binnen de Senaat is Kennedy een gerespecteerd man, een politicus van zeer groot gewicht, een raadsel in veel opzichten en iemand die nog steeds vergaand wordt geteisterd door het verleden: een gesneuvelde oudste broer Joseph, een vermoor de broer John, die president was, een andere vermoorde broer Ro bert, die bezig was president te wor den, de dode Mary Jo Kopechne, een zoon, bij wie wegens botkanker een been moest worden afgezet, een niet zo stralend huwelijk, verant woordelijkheid ten slotte voor alle Kennedy-kinderen, ook die van zijn broers. frisse vader en een moeder, Rose, die tot op heden, 87 jaar oud, nog zeer onmiskenbaar aan het hoofd staat van de familie. zou zijn, omdat Amerika aan deze familie iets goed te maken heeft (hetgeen onzin is), er zijn talloze redenen op te noemen. Kennedy is een doorgaans hard werkende, goed geïnformeerde se nator, uitgerust met een talentvolle staf van medewerkers, een rede naar van betekenis, een vaardig deelnemer aan een politiek spel waar macht wordt gebrouwen uit veel ingrediënten en een politicus zonder macht doorgaans snel uit het zicht wordt geholpen. -.fc Ook zei Kennedy dat zijn besluit om zich al dan niet kandidaat voor de Democratische nominatuur te stellen zal afhangen van de econo mie. Hij verwijt de regering-Car- ter vooral op dit punt gebrek aan besluitvaardigheid. de belangrijkste is in de Ameri kaanse politiek? In de Verenigde Staten bestaat zoiets als wat met een brede veeg wordt aangeduid als de „Kennedy- mystiek”, de niet redelijk verklaar bare aantrekkingskracht van de Kennedy’s op Amerikaanse kiezers. Die factor geldt vooral voor Ed ward M., de laatste van de broers, als president of kandidaat wellicht ook het doelwit in het vizier van een „killer”, de „erfgenaam van de ring”, een soort bewaarder van een generatie van politici die allen zo nen waren van een weliswaar rijke, maar politiek niet buitengewoon Inmiddels voeren de Republi keinen hun eigen voorhoedege- vechten om de nominatuur op hun partijconventie in juli komend jaar. Vooraan bevindt zich op het ogenblik oud-gouverneur Ronald Reagan van Californië. Deze vroe gere filmster behaalde al een zege toen de partij-afdeling in zijn staat bepaalde dat de kandidaat die de Californische „primary” van juni wint de stemmen krijgt van alle 168 afgevaardigden naar de par- ijconventie en dat is 20 percent can het aantal stemmen dat nodig is voor de Republikeinse nomi natie. Reagan moet echter nog een aantal harde poten kraken. Eén daarvan is oud-gouverneur van Texas en oud-minister van Justi tie John Connally. Connally is met een uitgebreide inzamelingsactie bezig en probeert al geruime tijd afgevaardigden naar de conventie achter zich te krijgen. Hij moet echter uitleggen waarom hij in dertijd van de Democraten overstapte naar de Republikeinen was voor morgen. Toch is deze Kennedy in veel opzichten de woordvoerder geworden van verdrukten, promotor van een herzien strafrecht, dat tal van ongelijkheden moet uitwissen in de bedeling van het recht, voorvechter van een herkenba re nationale gezondheidszorg en ziektekostenverzekering, im migratie, vluchtelingenzaken. Toen begin deze maand Carters populariteit echter was gedaald tot het absolute dieptepunt in de 30-jarige geschiedenis van publie ke opinieonderzoeken en de roep binnen de Democratische partij om Kennedy steeds luider was ge worden, kwam de senator uit Mas sachusetts op 7 september met de verklaring dat zijn bejaarde moe der en zijn vrouw ermee akkoord gingen als hij een gooi naar het presidentschap zou doen. Die in stemming zou in andere gevallen louter pro forma hebben geleken, maar gezien het lot van zijn oude re broers John en Robert (beiden vielen door moordenaarshand, John als president en Robert als presidentskandidaat) en de ge zondheidsproblemen van zijn vrouw Ethel waren dit belangrijke obstakels voor Edward Kennedy. Zijn verklaring werd dan ook ge zien als een proefballon om te kijken vanwaar de politieke wind waaide. Kennedy’s verklaring van 7 sep tember werd gevolgd door vraag gesprekken met de pers waarin hij uiteenzette waarom hij overwoog zich kandidaat te stel len. Zo was hij gedurende de zo mer al benaderd door een aantal collega’s die van oordeel waren dat zijn kandidatuur de kans van de Democraten op een overwin ning groter zou maken dan die van Carter. Later zei hij dat het Amerikaan se volk behoefte heeft aan leider schap. „Het (volk) begrijpt dat er geen toverstaf is, geen eenvoudi ge, gemakkelijke oplossingen zijn, maar het verwacht wel leider schap.” Kennedy lijkt het laatste hoofd stuk te zijn van een drama, waar naar de Amerikaanse kiezer nieuwsgierig is vooral. Om te kun nen vergelijken, om iets te hebben wat op een dynastie lijkt, omdat een derde senator Kennedy minder in teressant is dan een derde presi dentskandidaat en misschien twee de president Kennedy, omdat een derde dode aan dit politieke front zo’n onwaarschijnlijk stuk tragiek voelens in den lande, waar maatschappelijke tolerantie in de plaats is gekomen van maat schappelijke solidariteit of wat daar in de VS voor doorgaat. Maar Edward M. Kennedy is een onvervalste liberaal, een man uit een sector van de Ame rikaanse politiek, waar in de laatste jaren zware klappen zijn gevallen. Hij is ook niet de man uit het volk, die sommige Ame rikanen aan het hoofd van hun uiterst belangrijke natie wen sen te zetten. Integendeel, Ed ward M. Kennedy is een zeer rijk man, rijk geboren, die van de politiek een beroep heeft ge maakt en zich bij wijze van werk nimmer met iets anders heeft beziggehouden. Edward M. Kennedy, kortom, is iemand uit de zeer bevoor rechte klasse, voor wie op de een of andere manier recht en wet niet zo hard aankomen als er iets verkeerd gaat, die nim mer honger of koude heeft ge kend, nooit heeft behoeven te vragen of er vandaag wel geld Waarom dan is er onder Republi keinen of Democraten geen andere potentiële presidentskandidaat te vinden met zoveel aantrekkings kracht als Kennedy? Hoewel hij op allerlei manieren niet lijkt te passen in de omtrekken van de open ruim te die in de politieke legpuzzel van 1980 voor de president wordt uit gespaard als alle belangen en op vattingen geteld zijn? Hoe kan een libéraal beantwoorden aan verlan gens die een beweging naar rechts hebben teweeg gebracht, hoe* valt het te rijmen met de desastreuze feiten uit het verleden dat de vraag, of deze Edward M. Kennedy al dan niet kandidaat zal zijn, momenteel Gewiekste opiniepeilers heb ben al geruime tijd geleden ont dekt dat president Carter in de ogen van de ruime meerderheid van zijn onderdanen niet de na tionale leider is waaraan be hoefte bestaat, en zij hebben vastgesteld dat hij nauwelijks bij machte lijkt dit oordeel in positieve zin te wijzigen. Wan neer, zoals in het geval-Carter, nog maar zo’n kwart van de bevolking enige tevredenheid met zijn landsbeheer demon streert, komt er van besturen niet veel meer terecht. Carter, dat blijkt, heeft geen toereiken de aanhang in het land en zeker niet genoeg om congresleden via hun kring van kiezers tot Echter, Kennedy mag dan eer. >e- tere senator zijn dan zijn broers, omdat hij zich althans aanvankelijk vooral in die Senaat een carrière wilde zoeken en zijn broers het il lustere gezelschap vooral zochten als opstap naar hogere roeping, de roep om Edward Kennedy, die nooit tevoren zo sterk heeft geklon ken, is vooral een wanhoopskreet over de huidige staat van Ameri kaans politiek verval, en niet in de eerste plaats een erkenning van su perieure kwaliteiten bij de gewen ste kandidaat. Terwijl hij alle mogelijkheden zorgvuldig openhoudt, heeft Kenne dy in de afgelopen maanden voort durend gezegd dat hij verwacht dat Carter opnieuw kandidaat wordt, de verkiezingen zal winnen en dat hij hem zal steunen. Doch, toen Car ter met een energieplan kwam, ver scheen Kennedy -met een eigen plan, toen Carter plannen had ge maakt voor een betere gezondheids zorg, verscheen Kennedy met een eigen ontwerp, kortom van die steun is nog weinig te merken en de onthulling van al die eigen plannen betekent dat Kennedy Carter’s ar beid bij voorkeur terzijde zou schui ven en in elk geval ontoereikend acht. Kennedy kortom, gedraagt zich in allerlei opzichten als een „kandi daat” en de cijfers uit de opinieon derzoeken jagen de plannenmakers in het Witte Huis de rillingen over het lijf. De beslissing kan niet ver meer af zijn. Moeder Rose Kennedy schijnt zich met een kandidatuur te hebben verzoend. De vraag is nu, hoe Carter het zal redden. Sommigen zeggen dat Ken nedy zal ingrijpen als Californië’s democratische gouverneur Brown Carter te na komt, maar hij kan niet wachten tot de eerste voorverkie- zingen in New Hampshire, die in februari plaats hebben, omdat hij dan de inschrijfdatum voor zo’n dertig procent van de resterende voorverkiezingen mist. Sommigen zeggen dat dit geen rol speelt, om dat zijn kandidatuur zoveel opwin ding zou veroorzaken. Edward Kennedy kan evenmin als Carter de problemen oplossen waarmee Amerika kampt, want de marges voor vernieuwing, voor koerswijziging van betekenis, zijn smal. De man uit Boston zal Carter slechts in de uiterste noodzaak de voet dwars zetten, hij zal alleen als het niet anders kan de democrati sche partij voorlopig splijten en hij zal moeten bedenken of dit alles het offer waard is van een aanzienlijke senaatscarrière, een betrekkelijk gelukkig leven als gerespecteerd man, na een ander leven als jongste van de broers, dat hem weinig ruim te liet. En dat alles gepaard met het onontkoombare graven in het verle den, het oprakelen van Chappa quiddick en „het gevaar'’. meewerken aan een regerings beleid te dwingen. In zulke omstandigheden, en gegeven de politieke constella tie in de VS, wordt het land enigszins onbestuurbaar. De VS verkeren in grote economi sche en politieke moeilijkheden en dat zijn ogenblikken waarop een volk vraagt om leiding waarin het vertrouwen kan hebben. In weerwil van de me nigten die Carter op de been krijgt als hij zich in het voorspel van de verkiezingen ten platte- lande begeeft, ontbreekt hem dat vertrouwen. Carter is nog steeds even on begrepen als voor zijn intrede te Washington, maar heeft aan ge loofwaardigheid ernstig inge boet. Het is dus zeer begrijpe lijk dat de Amerikanen zich een ander staatshoofd-regeringslei- der wensen, maar het is te zelf- der tijd niet voor de hand lig gend dat dit ene Edward M. Kennedy zou moeten zijn om dat die uit puur politieke overwegingen alleen niet past in het beeld van de recente ont wikkelingen in de Amerikaanse politiek. Economische omstandighe den en politieke overwegingen hebben een duidelijke bewe ging naar rechts tot stand ge bracht. Carter is in plaats van een enigszins liberale man van de middenweg, een conserva tief bewindsman geworden. In zijn kabinet overheerst een con servatieve toon en dat stemt nauwkeurig overeen met de ge- om in de regeung-Nixon te wor den opgenomen. Andere namen, die binnen de Republikeinse partij worden ge noemd of waarvan de dragers al hebben aangekondigd mee te din gen, zijn oud-president Gerald Ford, fractie-leider in de Senaat Howard Baker, George Bush (voormalig lid van het Huis van Afgevaardigden, oud-ambassa- deur bij de Verenigde Naties, eens directeur van de buitenlandse in lichtingendienst CIA en eerste Amerikaanse vertegenwoordiger in China), oud-bevelhebber der NAVO-strijdkrachten generaal Alexander Haig, senator Robert Dole uit Arkansas en de leden van het Huis van Afgevaardigden Phi lip Crane en John Anderson uit Illinois. Allen hebben hun ogen gericht op de eerste voorverkiezingen in New Hampshire in februari en Iowa, waar in januari het partij- kader de afgevaardigden naar de conventie kiest. Het was in Iowa waar de tame lijk onbekende pindakweker uit Georgia vier jaar geleden de „be roeps" verraste door de meeste afgevaardigden achter zich te krijgen. Deze overwinning kreeg voor de oud-gouverneur een sneeuwbal-effect waarmee hij tenslotte het Witte Huis binnen rolde. februari de eerste voorverkiezin gen („primaries”) plaatsvinden voor de verkiezing van afgevaar digden naar de nationale partij conventie. Edward Moore Kennedy raakte bij die gelegenheid ge heel in paniek, zwom over het water om hulp te halen, gaf het ongeval niet meteen, doch pas de volgende ochtend aan, kort om: de zaak leek opmerkelijk te stinken. Die indruk is in de ruim tien jaar die sedert de fa tale plons zijn verstreken niet weggenomen. Zij verklaart de intense afkeer die velen koeste ren tegen de laatste van de broers Kennedy, de enige die geen gewelddadige dood is ge storven. Zij verklaart een deel van Kennedy’s aarzeling om te rei ken naar het Witte Huis op een ogenblik dat hij het president schap voor het grijpen lijkt te hebben en zichzelf in de Senaat zo’n politieke machtspositie heeft opgebouwd dat hij het Congres niet behoeft te vrezen. Niettemin blijft het een feit dat het Amerikaanse volk, gewend te leven met de machinaties van politici, Edward Kennedy heeft vergeven voor Chappaquiddick en zijn ontoereikend gedrag bij die gelegenheid. Kennedy zelf heeft zijn reacties op de achttiende juli van 1969, een goed jaar na de moord op zijn broer Robert, geschetst als „irrationeel en onverdedigbaar en onverklaarbaar”. Het blijft onmiskenbaar dat Kennedy toen, ruimschoots aan het hoofd van een peloton demo cratische kandidaten voor het Witte Huis, op een moment van spanning en onder grote druk is bezweken. Het is onvermijde lijk dat dit feit een rol gaat spelen wanneer hij voor de ver kiezingen van 1980 de kandida tuur van zijn democratische partij toegeschoven zou krijgen. Zoals het feit dat hij geschei den leeft van zijn vrouw Joan, die in Boston resideert, na naar het heet aan de drank te zijn geraakt, zoals de talloze verhalen over Kennedy’s verval tot drank en reeksen vrouwen, in de periode na Roberts dood, doch tot op heden onderwerp van gesprek in de bars waar politiek Amerika zijn voorman nen met een glas in de hand, per anekdote of roddel, aan dunne plakjes snijdt. Bij alle bedenkingen echter, die uiteraard in belangrijke ma te worden getemperd door de wijze waarop president Carter de menselijke en politieke as pecten van zijn beslissingen en plannen afhandelt, staat vast dat een groot segment van kie zers Kennedy in het Witte Huis wenst te zien. In het land komen organisaties die Kennedy tot kandidaat willen verheffen als herfstbloemen in bloei Car ter valt nauwelijks een andere vergelijking meer toe dan die met het vallend blad. A John Connally len. Op collecte-partijen voor het verkiezingsfonds wijst de presi dent op zijn prestaties als het Egyptisch-Israelische vredesver drag. het verdrag inzake de overdracht van het Panama-ka- naal en de tweede overeenkomst met de Sovjet-Unie ter beperking van de strategische kernwapens (SALT 2). Kennedy aanvallend, zegt Car ter dat deze nu eindelijk maar eens moet komen mët zaken als zijn aangekondigde wet op de ver betering van de gezondheidszorg. Tot tweemaal toe zei de presi dent deze week dat hij ïh moeilijke situaties nooit in paniek was ge raakt, maar altijd vastberaden stappen had genomen. Dit werd in de pers onmiddellijk opgevat als doelend op het incident van „Chappaquiddick” tien jaar geleden. Een en ander noopte Carter een briefje te schrijven waarin hij de senator verzekerde dat de Uitleg in de pers onjuist was en hij niet had gezinspeeld op Chappaquiddick. Kennedy is echter niet de enige democratische gegadigde die zijn kansen afweegt om Carter te wip pen. Gouverneur Edmund Brown van Californië, die ook nog niet officieel zijn kandidatuur heeft gesteld, heeft al toespraken ge houden in ver gelegen plaatsen als de staat New Hampshire, waar in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 19