SCHOONEBEEKS VELD WORDT WEER BELANGRIJK Eerste Nederlandse bron 1932 De vreemde muur w Olietreinen W door Dick Fijlstra n ANIMALLITEITEN M Ruim 225 miljoen gulden stopt de Nederlandse Aardolie Maat schappij in en rond Schoonebeek in de grond. In ruil daarvoor moeten de olieputten harder gaan werken. Van een dagproduktie van 2500 ton naar 4000 ton. Bovendien, en daar rekent de NAM op, zullen de olietreinen ook nog na het jaar tweeduizend blijven rijden. Nog geen tien jaar geleden heeft de NAM serieus overwogen het olieveld van Schoonebeek maar te verlaten. De kosten om de olie te winnen werden zo hoog dat de opbrengsten die nauwelijks meer goed maakten. Het zijn de „Arabieren” die het olieveld gered hebben. En misschien Schoonebeek zelf ook wel, dat een belangrijk deel van zijn welvaart aan de activiteiten van de NAM te danken heeft. Dankzij de snel stijgende olieprijzen werd de olie onder Schoone beek weer interessant. Sedert 1973, het jaar van de oliecrisis, steeg de prijs van een vat ruwe olie van 2,85 dollar tot tussen de 18 en 23 dollar nu. En Nederland, met zijn eigen gas en olie, volgt de prijspolitiek van de OPEC trouw, zodat de opbrengsten van onze eigen olievelden in die zes jaar ook aanzienlijk zijn gestegen. De machtige arm van de Arabische oliesjeiks reikt ver. Tot in ons noordelijke Schoonebeek zelfs. Nog geen tien jaar geleden had de Nederlandse Aardolie Maatschappij al min of meer besloten het olieveld aldaar te verlaten. Maar de OPEC-prijzen vertienvoudigden en nu is men bezig ruim 225 miljoen gulden in de Drentse grond te pompen. Het doel: een vermeerdering van de olieproduktie met 60 percent. De methode: stoominjec tie. Hoe dat in zijn werk gaat, wordt beschreven in bijgaand artikel. - iS A r' ft 01 NAM jaagt meer olie met stoom naar boven ders- ge- Tekeningen Janwillem van Vugt. ie. t de- ding t hij een uitse ivino over ft hij Een waterig zonnetje staat laag boven het land. Het zal nu snel kouder worden. De oude man is zojuist met de emmers geweest. Ik hoor hem nog rammelen, ergens achter me, in de schuur. Het is een vertrouwd geluid, maar het klinkt anders dan voorheen. Er hangt iets in de lucht; iets onge woons, dat ik niet begrijp, maar dat me een beetje bang maakt. De dagen worden korter en ik kan het stro al ruiken, maar ik ben er niet gerust op. Ik begreep er niets van. maar na een hele tijd zag ik andere mensen achter de gaten; mensen zoals de oude man. Die bleven daar wonen, leek het wel, zoals de oude man in het huis. Nu moeten we zelfs vanuit het land over een hele wal van zand klauteren om bij de oude man te komen met zijn emmers. Ik weet niet hoe het verder moet. De oude man is opgehouden met ram melen en staat nu aan het begin van het erf over de dijk uit te kijken. Er rijdt daar een grote dichte kar, die deze kant uit komt. De oude man wenkt hem. Het wordt koud. Ik verlang naar de warme stal, waar we dichtbij elkaar in het stro kunnen liggen. Maar hij is er niet meer. Kort nadat we deze keer het alwéér geslonken land in werden gestuurd, kwam er zo’n apparaat; minder hoog dan dat van de muur, maar met een groot zwaar ding eraan. Dat ding heeft de stal kapot gebeukt en nu ligt ook daar zand. Ik loop als laatste de steile plank op, maar dit is geen stal. Dicht opeengepakt slaan we in het duister. Dit kan niet goed zijn. Ik kijk opzij en zie de klep langzaam dicht gaan. De lichtspleet wordt smal ler. ik zie nog net ae oude man. Hij heeft steeds gemakkelijker worden opge pompt. Er worden 34 extra jaknikkers neergezet, die tegen 1983 de produk- tie van het Schoonebeekveld met 1500 ton tot 4000 ton olie per dag moeten opvoeren. Daarnaast wor den er nog veertien putten geslagen om het met de olie naar boven geko men water weer naar beneden te brengen. Het gaat daarbij om grote hoeveelheden. Zo’n zes- tot zeven duizend kubieke meter per dag. Om de olie op te warmen denkt de NAM drieduizend ton stoom per dag naar beneden te pompen. Daar- het hoofd afgewend en staart naar de vreemde muur. Ineens draait hij zich om en beent snel weg. Dan hoor ik een zware bons. Het is donker. Die leidingen, in 1945 gelegd, wa ren berekend op een levensduur van 30 jaar. Omdat in het begin van de zeventiger jaren er nog van werd uitgegaan dat de oliewinning zou worden afgebouwd, werden lekken gerepareerd. Vervangen zou im mers veel duurder zijn. Nu de toe komst er voor Schoonebeek veel zonniger uitziet, worden de oude buizen vervangen door roestvrijsta len buizen. Daar is een bedrag van 30 miljoen voor nodig. Voorlopig wordt stoominjectie toegepast op een gebied waar vol gens de berekeningen 23 miljoen ton olie in de grond zit. Daarvan hoopt de NAM 9 miljoen te winnen. Gaat dat allemaal goed dan kunnen ook nog andere delen van het veld worden aangepakt. Het duurt ech ter geruime tijd voor het effect van de stoominjectie in een hogere olie- produktie terug te vinden is. Ondertussen zal de jaknikker in en om Schoonebeek een opvallend verschijnsel in het landschap blij ven. Er staan er 300 in en rond het dorp. Er staat er één op de begraaf plaats en één midden in het cen trum van het dorp. Die blijft er staan. Als monument. Ook als het olieveld allang is opgedroogd. Zes tot zeven percent van ons totale olieverbruik komt uit eigen bodem. Dat lijkt niet zo veel, maar in hedendaagse oliedollars uitgedrukt gaat het toch om een bedrag van 350 miljoen gulden en de hoeveel heid is genoeg om aan de jaar lijkse behoefte van een land als Luxemburg te voldoen. Immers, ook de in Schoone beek gewonnen olie brengt steeds meer op. En zolang de olieprijs niet sterk daalt, en er is niemand die dat gelooft, zul len de olietreinen uit Drenthe blijven rijden en, zo is de be doeling van de NAM, nog fre quenter gaan rijden. het waar i het itge- it”. ding hebt kant larte dijk, leeft het het eens 'oor- hon- 1 an- n de een pas- lindt ef ik stpa- Dè ook lenis ie zo t hij leert ader rindt Hing s die !1 bij ft hij verk een, ding deel was ieer- rtijd was van was il die eren, plein eder- i heb stok had- epen een aan Jldig ;ëmi- reien n dat soort boek tegt: s ge ls”. joek ken. s op, het ■ooi, fa je alijk per- mee- emd- miljoen ton. In het gunstigste geval zou er op de „conventionele” wijze 22 percent, rond 34 miljoen ton te winnen zijn, zodat de toekomst van het Schoonebeekveld bekeken leek. Maar er kan nu een andefe, veel kostbaarder techniek worden toe gepast: stoominjectie. De gestegen olieprijzen maken dat verantwoord. Het project betaalt zich zelf terug. Met behulp van stoom wordt de olie opgewarmd waardoor 40 per cent van de totale voorraad gewon nen kan worden. Ook met stoom experimenteerde de NAM al gerui me tijd. In 1976 werd dat op onple zierige wijze merkbaar toen een klep in zo’n stoominjectiespuit los liet en Schoonebeek met een dunne oliefilm bedekt werd. Vroeger was hier geen muur. Je kon eindeloos over het land uitkijken en het enige wat je daar zag. was soms een zacht knetterende plof met een hooikar erachter, in de verte. Maar toen de mannen kwamen, veran derde dat. Die zetten hoge gevaartes neer, die ronddraaiden en op en neer bewogen. Dat was voordat we de stal ingingen, in zo’n periode als nu, toen de dagen korter werden. De eerste Nederlandse oliebron werd in 1932 aangeboord. Veel bijzonders was dat niet. In Corle, in de buurt van Winterswijk, werd 250 liter olie gewonnen. Daar is het bij gebleven. Het was niet voor het eerst dat er in Nederlandse bodem geboord werd. Al in 1909 werd er in Ame rica, een buurtschap in De Peel, een proefboring verricht, niet met de bedoeling olie te vinden, maar om te kijken of er steenkool of zout in winbare hoeveelheden te vinden zou zijn. De boorverslagen van die tijd maken melding van oliesporen op een diepte van 413 meter. Deskun digen van nu betwijfelen of er werkelijk olie werd aangetroffen, zodat aangenomen kan worden dat de eerste Nederlandse olie in 1932 werd gewonnen. Zand. De oude man was opgewonden toen het er pas lag. Hij maakte wilde gebaren naar vreemde mannen, maar die kwamen terug met grote karren die kabaal maakten, en die brachten nog veel meer. Er ligt nu overal zand om het land heen. Lawaaiige apparaten gooien er allerlei rare dingen op en steeds meer van die vreemden mannen lopen af en aan. Wat er precies gaande is, weet ik niet, maar ik voel dat het iets te maken heeft met die raadselachtige muur, die steeds dichterbij komt. Hij kwam dichterbij! Naarmate de dagen langer werden, ging het als in het vorige jaar: mannen op de muur, dan gewone mensen achter de gaten en weer nieuwe hoge machines. Telkens als de muur dichterbij was gekomen, lag er meer zand op ons land. Er is hier veel veranderd, de laatste tijd. Het land is kleiner dan het was en er heerst een bedrijvigheid die mij vreemd is. Vroeger, toen ik hier kwam, kon je lopen zover je wou, als je maar uitkeek voor waar het nat werd. Dat was hele maal gunderwijd het land in en vaak kwam je daar niet eens, zó ver weg was dat. Maar gaandeweg kwam die grens dichterbij, stukje bij beetje. Ook kon je er niet meer uit drinken; zij was van hetzelfde spul als wat er nu op grote delen van het land ligt: het ruikt naar niets en het knarst tussen je kiezen. De NAM wint olie op ver schillende plaatsen in West- Nederland en in Schoonebeek. Onder Schoonebeek ligt het grootste olieveld op het vaste land van West-Europa: 170 miljoen kubieke meter schat de NAM. Een klein deel is er inmiddels uitgehaald. Wat er nog zit laat zich steeds moeilij- ker naar boven halen. De oliemannen van de NAM worden echter steeds slimmer en zij krijgen daarbij hulp uit onverwachte hoek. Want voor al dank zij de prijspolitiek van de OPEC, de club van olielan den, die de olie de afgelopen jaren en maanden aanzienlijk duurder heeft gemaakt, is het voor de NAM mogelijk in Schoonebeek steeds nieuwere en vooral duurdere technieken toe te passen. In het voorjaar was hij er ineens, op de plaats waar die hoge dingen hadden gestaan. Een grauwe, lange, rechte muur, met hoekige gaten erin. Ik liep er zo dicht mogelijk naar toen en keek mijn ogen uit. De mannen waren nu in de muur geklommen, en soms versche nen er een paar in zo’n gat. methode. Met die techniek, zo had de NAM berekend, was ongeveer 15 tót 20 percent van de totale voor raad van 170 miljoen ton te winnen. Toen aan het eind van de vijftiger jaren de produktie van het veld terug begon te lopen is de NAM gaan experimenteren, om de olie- produktie op te voeren, dan wel op peil te houden. Zo werd het water voordat het werd teruggepompt, tot 180 graden verwarmd. De olie werd daardoor ook warmer, dunner en beter vloeibaar, zodat de olie ge makkelijker opgepompt kon wor den. Ook nu gebeurt dat nog in Schoonebeek, maar levert steeds minder profijt op. De NAM ontwikkelde nog andere methoden om de olie boven te krij gen. Met gas bijvoorbeeld, dat tege lijk met de olie wordt gewonnen. Dat gas wordt via het boorgat weer teruggebracht en het probeert dan weer zo snel mogelijk omhoog te komen. Daarbij word olie en water percent gewonnen. Ongeveer 30 mee naar boven genomen, ongeveer de manier waarop een simpele aquariumpomp werkt. Dat systeem van „gaslift” werkte zo goed dat de De NAM heeft ook nog proeven genomen met ondergrondse ver branding van de olie. Dat experi ment is geen succes geworden en wordt niet meer toegepast. Van de totale olievoorraad is nu rond 17 produktie van een put ongeveer driemaal zo groot was als bij ge bruik van jaknikkers. ontwikkeling gebracht. Slechts 146 dagen waren er nodig om drie boringen met succes af te sluiten. Tijdens de oorlog vergde een bo ring meer dan 600 dagen. De pro duktie van het veld werd snel opgevoerd en in 1946 werd al bij na 70.000 ton gewonnen. De groot ste produktie werd in 1957 be reikt met 1,233 miljoen ton. Daar na liep de produktie langzaam terug tot zo’n 800.000 ton per jaar. De NAM hoopt echter dank zij de nieuwe technieken de produktie weer op het peil van de vijftiger jaren te brengen. Het bleef overigens niet bij de olie in Schoonebeek. In 1946 werd onder Delft een olieveldje ont dekt. In 1952 werd er olie gevon den bij Berkel, in 1953 bij Rijs wijk en in 1956 het grootste veld in West-Nederland, bij IJssel- monde. De oliewinning daar werd zo belangrijk dat de produk tie van Schoonebeek werd overtroffen. De activiteiten van NAM zullen er echter voor zorgen dat Schoonebeek nog steeds olie levert wanneer de Westneder- landse veldjes al lang zijn opge droogd. Ondertussen staat de NAM op het punt stoominjectie op grotere schaal te gaan toepassen. In een gebied ten oosten van Schoone beek, enkele vierkante kilometers groot, zullen de komende zes jaar veertien putten worden geslagen, waardoor stoom in de oliehoudende laag op 800 meter diepte gebracht wordt. Dat gebeurt onder een druk van 120 atmosfeer. De temperatuur van de stoom loopt daarbij op tot 190 graden wanneer de olie wordt be reikt. De olie wordt langzaam war mer en kan na verloop van tijd best, maar de achterliggende ge dachte was dat het beter is de zaak geheel in Nederlandse han den te houden dan de Duitsers zelf in de gelegenheid te stellen Nederlandse bodemschatten te winnen. De eerste boring in 1942 bij Coe- vorden leverde niets op. Een tweede boring, aan de weg van Coevorden naar Schoonebeek, le verde op 900 meter diepte olie, maar na 231.000 liter olie te heb ben geproduceerd viel de put droog. De derde boring gebeurde in de gemeente Schoonebeek. Hoewel met vaak ingenieuze vindingrijk heid het boorproces werd ver traagd, was het na vijf maanden raak. Olie! Twee maanden later werd duidelijk dat er in de roos geschoten was. Veel olie is er in die oorlogsjaren niet gewonnen. Storingen, mankementen en an der onverklaarbaar technisch on gemak hielden de produktie be perkt tot in totaal een 2354 kubie ke meter, ongeveer 90 liter per dag. Het olieveld van Schoonebeek werd pas na de oorlog serieus in Na de ontdekking van oliehou dende lagen onder Schoonebeek werd het veld na de oorlog snel in produktie gebracht. Dat kon dank- zorgde. De olie kon met behulp en voor een flinke opwaartse druk zorgde. De oliek kon met behulp van ja-knikkers worden opge pompt. Met de olie werd ook water opge pompt. Niet zo veel in het begin, maar later werd dat steeds meer. Voor de NAM een vervelende zaak. Het scheiden van het water en de olie was niet zo’n moeilijke klus, maar waar moest je met al dat water heen. Water dat ook nog erg zout was. Bovendien kon met het oppompen van het water de druk daar beneden, in het begin zo’n 80 atmosfeer, afnemen, waardoor het steeds moeilijker zou worden de olie omhoog te krijgen. De NAM besloot het water weer terug te pompen. Tot 1957 was dat de enige door de NAM gehanteerde bestaande de olie- Nog voor het zover was, waren er weer van die hoge draaidingen verschenen en toe we de volgende lente weer uit de stal kwamen, was de muur plotseling kaal en leeg, maar hij was dichterbij gekomen. stelling gehouden, waar die acti viteiten voor het gewone publiek toegankelijk gemaakt werden. Daar hoorde natuurlijk een boor toren bij en het ding werkte ook. Wat niemand verwachtte gebeur de. Na zes weken boren werd op een diepte van 450 meter olie ge vonden. Veel was het niet en de boring werd na enkele dagen beëindigd. De put heeft overigens nog jaren water geleverd. In Duitsland was men inmid dels begonnen een aantal gas- en olievelden in produktie te nemen. Voor een deel kwam de Duitse olie uit gesteenten die zich ook onder Nederland uitstrekten. Voor de BPM was dat een reden om de ondergrond van Oost-Ne- derland eens wat beter te bestu deren. Er werden vele proefborin gen verricht, maar het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte een einde aan dat onder zoek. De bezetters, voor hun-oorlog voering erg afhankelijk van olie, probeerden het werk voort te zet ten. Ze gaven de uitvoering ech ter in handen van de BPM. Het personeel deed niet bepaald zijn Een derde boring die olie ople verde vond in Den Haag plaats. In Den Haag stond het hoofdkan toor van de Bataafse Petroleum Maatschappij, die al jaren op gro te schaal olie haalde uit het toen malige Nederlands-Indië. Er werd in Den Haag een tentoon- De kar is nu vlakbij en staat stil. Een grote klep gaat open. Er komt geen zand uit, ook niet als vreemde mannen een plank hebben neergelegd van het land naar de kar. Wat gebeurt er nü? Mijn kameraden worden over de plank naar binnen gedreven, zoals je vroeger de stal inging. Wie weet. voor wordt 3500 kubieke meter wa ter per dag uit het Drentse Stieltjes- kanaal gehaald. Water dat eerst ge zuiverd moet worden voordat het kan worden gebruikt. Voor het bouwen van de stoomfa briek, de' zuiveringsinstallatie, het boren van de putten en de andere noodzakelijke investeringen denkt de NAM een bedrag van rond 160 miljoen gulden nodig te hebben. Verder wordt overlaadstation, stroom de trein in gaat, vernieuwd en uitgebreid. Dat vraagt een be drag van 35 miljoen. Daarnaast be tekent de verlenging van de levens duur van het Schoonebeekveld dat alle olieleidingen vervangen moe ten worden. 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 21