tv-uitzending
Verkrachting
als wraak na
4
I
SYSTEEM
Piet te Nuyl: adviseur voor TV-zaken
door Evert van Tijn
Herkenning
Satellieten
Cultuur
STER
Verandering
Cultuur
Commercie
Vernieuwingen
2
AW'AVxx.
ïs
Volgens de één over twee jaar, volgens andere ingewijden over vier jaar, maar
de satellietomroep is op komst. Radio, en vooral televisie uit de ruimte. Alleen al
het vooruitzicht dat een kunstmaan ons gaat voorzien van de vruchten van de
omroep, de gedachte dat het beeld van onze televisie uit het Verre Niets komt,
heeft de meest fantastische en groteske visioenen teweeg gebracht. Het is echter
helemaal niet zo waarschijnlijk dat alleen het simpele feit dat een satelliet als
tussenstation voor het omroepgebeuren gaat fungeren, zulke verstrekkende
gevolgen voor de Nederlandse omroep heeft. Om ons bestel op zijn kop te zetten
is meer nodig. Tegen de tijd dat we werkelijk een eigen Nederlandse satelliet
hebben, en de Duitse, Franse en Luxemburgse toe zijn aan een beëindiging van
de experimentele fase, is er op omroepgebied heel wat meer veranderd.
Van het eerste uur Nederlandse televisie tot begin maart van dit jaar was Piet
te Nuyl directeur van de VARA-televisie. In maart nam hij afscheid, als
uitvloeisel van een reorganisatieplan dat nog steeds van zijn vroegere afdeling
een hanteerbaar bedrijf moet gaan maken.
Het betekent wel dat de kennis van het televisiebedrijf, en wat daar allemaal
bij komt kijken, die Te Nuyl in 26 jaar opdeed, voor de VARA verloren ging. Niet
echter voor de omroep als geheel; na een eerste acclimatiseringsperiode is hij
weer in de slag. Als adviseur van verschillende instellingen, als lid van de
programmaraad televisie van de NOS en als lid van het Londense International
Institute for Communications. Met hem bekeken wij de invloed die de techniek
op de toekomst van de Nederlandse omroep kan hebben.
Voor huidig bestel geen plaats meer
in
Andro-
t
at
istraat
'straat
EG
3
t
g
6 ot via
9
„Dan is er het hoofdstuk van de satellie
ten. Een satelliet heeft vier zendkanalen.
„Alles bij elkaar betekent het dat er een
geweldig groot aanbod van programma’s
komt. De kabel kan er voor zorgen dat ook
de regionale programma’s landelijk be
reikbaar zijn, zodat het landelijk aanbod
van Nederlandstalige programma’s ver
veelvoudigt. En die situatie heeft verstrek
kende gevolgen”.
Zaken als viewdata, waarbij via de kabel
op afroep en tegen betaling als per tele
foon informatie te koop is uit een centrale
computer.
Tegen 1989 is het nu nog beginnende
kabelnet aanwezig in ruim acht van de
tien huizen, hebben de videorecorder en
de beeldplaat een eigen plaats gekregen,
wordt er niet meer moeilijk gedaan over
teletekst en is het nu heilige kleurentoestel
gedevaleerd tot een simpele beeldbuis, die
ook voor andere doeleinden dan alleen
maar programma’s bekijken in gebruik is.
Op het ogenblik geeft alleen de theo
retische mogelijkheid voor 12 regionale
radiozenders al de grootste problemen.
Zowel wat het beheer van die zenders
betreft, zoals redactionele onafhankelijk
heid, wel of geen onderdeel van het be-
„Door de schaarste en het machtigings-
beleid is er in de ether niet die vrijheid die
er voor de drukpers bestaat. Daar heerst
althans nog de theoretische vrijheid, be
perkt door economische omstandigheden.
Maar als er in de ether geen schaarste
meer bestaat, kan daar ook die onvrijheid
van meningsuiting niet blijven voortdu
ren. In een nieuwe situatie moet het moge
lijk zijn op eigen initiatief een zendorgani-
satie op te richten. Binnen alle grenzen die
voor de vrijheid van drukpers bestaat,
alleen beperkt door economische haal
baarheid en de vraag van het publiek.”
staande bestel, als de financiering. Een
ontwikkeling die u voor mogelijk houdt,
is dan het einde van het bestel.
De invoering van commerciële tele
visie op zichzelf hoeft het omroepbestel
toch niet aan te tasten.Er wordt al jaren
over gesproken, en sinds de satellietom
roep in discussie is gekomen, is dat alleen
maar meer geworden.
wordt gezocht, en gevonden, in de poli-
tiek-religieuze hoek.
Met de toevloed van internationale pro
gramma’s -wordt het toch steeds belang-
rijker de mensen de kans te geven zich te
herkennen. Als dat niet meer op politieke
of religieuze gronden kan het meren
deel van de PvdA-stemmers kijkt naar de
TROS in plaats van de VARA dan
blijkt dat men in sterke en toenemende
mate een plaatselijke gebondenheid er
vaart. Aan Amsterdam, aan Friesland,
Brabant, Limburg, ga maar door. Als je
dat doordenkt, kom je op een toenemende
regionalisering, zodat het huidige pro
gramma opgaat in 11 kleinere. De satelliet
blijft bestaan voor een landelijke dekking.
De plaatselijke stations zijn ieder voor
zich niet in staat een continue programma
te verzorgen, maar gezamenlijk kunnen ze
dat wel. Gezamenlijk, of via een centrale
organisatie is een romp-programmering
te maken, die plaatselijk regionaal wordt
ingekleurd voor het herkenningselement.
Daarvoor is een toename van het aantal
Nederlandse produkties nodig.
Door het veel grotere aanbod van
buitenlandse programma’s, via de kabel,
ontstaat een vervreemdend effect on
danks de barrière van de taal. Als dat niet
gebeurt, loop je het gevaar dat de Neder
landse cultuur op de tocht komt te staan.
De structuur van de televisieproduktie
moet om die reden meer veranderen.
„Als er zich een ontwikkeling voordoet,
waarbij de kijker wordt bevrijd van de
kijkdwang, zoals die nu bestaat, heb je dat
grotere aanbod ook nodig. Het kijkgedrag
gaat veranderen. De „sense of occasion”,
de wetenschap dat je met honderdduizen
den of miljoenen anderen op hetzelfde
moment naar hetzelfde programma zit te
kijken, en er de volgende ochtend over
kunt praten, dat verdwijnt. Wat ook niet
meer zal bestaan is wat in de televisiewe
reld de „inheritance-factor” heet. De onei
genlijke kijkdichtheid van bepaalde pro
gramma’s, als gevolg van de uitzending op
het andere net, die niet interessant is, de
uitzending die net is afgelopen, of straks
gaat beginnen."
gramma gaan kiezen. Afgezien van de
druk om tot commerciële televisie te ko
men uit de televisiewereld zelf, om finan-
cieringsredenen. Bij die waarschijnlijke
lawine van programma’s, met satelliet en
kabel, gaat het met de Nederlandse om
roep fout, als niet twee dingen voorop
staan: regionalisatie en meer eigen pro
gramma’s.”
Het wordt dus naast de regionalisering
ook het tijdperk van de absolute toppro-
gramma’s”.
„Daarbij moet je je wel realiseren dat de
televisie een beeldscherm wordt, zoals de
radio een luidspreker geworden is. In ie
dere kamer van het huis, klinkt nu een
ander radioprogramma. Dat gebeurt met
de televisie dan ook.”
Waar moeten de eigen programma’s
vandaan komen? Er wordt voortdurend
geklaagd over het grote gebrek aan crea
tiviteit en de stijgende kosten van eigen
produkties.
Het sluit aardig aan op de problemen
die nu spelen rond de facilitaire dienstver
lening door de NOS. De vraag of de NOS
alle technische faciliteiten moet kunnen
blijven leveren. Het is best mogelijk dat
binnen de omroep nu alleen om de kat zijn
staart gebakkeleid wordt.
De televisie als cultuurdragend me
dium is dan definitief verleden tijd. Het
komt neer op een keuze voor een plaatse
lijke zender, en favoriete programma-
soorten. Voor een bestel in de geest zoals
dat nu aanwezig is, lijkt helemaal geen
plaats meer.
„Als cultuurpolitiek instituut wordt het
weg
it
„Het bestel dat we hebben is pluriform.
Het klopt heel aardig met de grote lijnen
van de maatschappij, maar de opkomst
van de nieuwe omroepen, de belangstel
ling voor de regionale zenders geven aan
dat er wat veranderd is. Het bestel gaat uit
van het luisteren naar de radio van vroe
ger. Het zich thuis voelen in de sfeer van
de programma’s. Een socialistische, een
katholieke, een algemene. Er is niet veel
twijfel aan, dat die herkenning niet langer
„Die voorwaarden hebben dit bestel ge
creëerd, gebaseerd op de structuur van
onze samenleving. Maar het bestel is een
eigen leven gaan leiden, zodat nu wordt
geprobeerd er via het zendmachtigingsbe-
leid de gewenste structuur in aan te bren
gen. Dat gaat met het stellen van getalscri
teria voor zendorganisaties, met de eis
van een totaal programma, van het verte
genwoordigen van bepaalde stromingen,
van iets nieuws moeten brengen en niet te
vergeten het criterium van de non-com-
mercialiteit, waar je als zendgemachtigde
aan hebt te voldoen.”
In combinatie met een kabelnet kan het
nu bekende „aardse” net van zenders ge
bruikt gaan worden voor regionale televi
sie. Zoals nu gesproken wordt over regio
nale radio. Bovendien is er het vooruit
zicht op satellieten met „superbeams”, of
koppeling van satellieten van verschillen
de landen, voor een internationale bedek
king, desnoods mondiaal. Er zal 24 uur
per dag worden uitgezonden, en in ieder
huis verwacht ik tegen die tijd televisiere-
corders met een lange speelduur.”
„De computertechniek biedt de moge
lijkheid met goedkopere en eenvoudiger
middelen dan nu programma’s te maken.
Geen grote en dure decors meer, maar
maquettes of foto’s, met computer ge
stuurde schaduw- en perspectiefcorrec
ties. De beeldkwaliteit ligt niet meer bij de
technicus, maar bij zelfcorrigerende mi
crocircuits. Een televisiestudio zal over
enige tijd niet meer kosten aan investerin
gen, mankracht, kennis en onderhoud dan
een radiostudio nu. Het wordt goedkoper
en eenvoudiger.”
„Die kan je gebruiken om gewoon pro
gramma’s op te nemen. Maar de techniek
heeft nog een andere mogelijkheid in pet
to. Aan ieder programma kan een elektro
nische code worden toegevoegd. Recor
ders kunnen deze „programma-identifica-
tiecode” ontcijferen en op bepaalde uit
zendingen geprogrammeerd worden. Bui
ten de „normale” zenduren kan een zen
der worden gebruikt om speciale pro
gramma’s voor opname op de recorder
door te geven. Zulke programma’s wor
den „ingedikt” uitgezonden, versneld, en
op normale snelheid afgespeeld. In één
uur kan je dan bijvoorbeeld drie uur
uitzenden.”
„Het bestel is gebaseerd op schaarste
van de zendtijd en zendmiddelen. Als er
van schaarste geen sprake meer is, zal ook
het uitgiftebeleid van zendmachtigingen
moeten veranderen. Sinds het begin van
omroep in Nederland zijn aan het verle
nen van zendmachtigingen bijzondere
voorwaarden verbonden.”
Een paar dagen nadat de Italiaanse tele
visie onlangs een documentaire uitzond
over een proces terzake van verkrachting,
werd televisiemedewerkster Lucia Luconi
door zeven mannen ontvoerd en ver
kracht. Dat een dergelijk gewelddadig in
cident zou kunnen plaatsvinden, was al
voorspeld door feministen, die deelnamen
aan de discussie waarmee het programma
werd afgesloten. Ook in de Italiaanse pers
werd de gewelddaad beschouwd als een
duidelijke represaille-actie. De mannen,
die jong waren en duur gekleed, werden
door Lucia beschreven als „vaderszoon-
tjes” uit de rijkste woonwijk van Rome
Volgens een bericht in de Engelse vrou
wenkrant Spare Rib lijkt het feit dat zo
wel Lucia als het slachtoffer in de tv-
documentaire openlijk durfden te vertel
len wat hun was overkomen, positieve
gevolgen te hebben wat betreft een grote
re openheid in Italië rondom het onder
werp verkrachting. Het aantal slachtof
fers dat in het verleden de moed had om
aangifte te doen van een dergelijke ge
weldpleging, wordt op hooguit tien per
cent geschat.
Na de publiciteit rondom deze twee re
cente gevallen heeft een aantal Italiaanse
vrouwen alsnog aangifte gedaan van ver
krachtingsdaden waar zij eerder in hun
leven doelwit van zijn geweest. Aan het
slachtoffer in de televisiedocumentaire,
een achttienjarig meisje, hebben haar
twee verkrachters inmiddels een „schade
vergoeding” van twee miljoen lire moeten
betalen (voor de rest kwamen ze eraf met
twee jaar voorwaardelijk). Hun slachtof
fer heeft het geld beschikbaar gesteld als
aanvangskapitaaltje voor het oprichten
van een crisiscentrum voor verkrach-
tingsslachtoffers.
„Dat is misschieri wel een verlies, want
door handig programmeren kan je nu nog
wat meer mensen bereiken dan je op
grond van het programma zelf zou mogen
verwachten. Als het inderdaad die kant
op gaat, het zo wordt, dat uitzenden niet
meer is dan op snelle en relatief goedkope
wijze ter beschikking stellen van een pro
gramma aan diegene die er net op dat
moment belangstelling voor heeft, komt
er nog meer op de tocht te staan. Onze
STER-reclame, bijvoorbeeld. Met een
groot aanbod, en weinig zekerheid voor de
kijkdichtheid en continuiteit per zender,
zullen de adverteerders niet voor een zen
der, of televisienet, maar voor een pro-
„Gezien de wijze waarop de omroep
betaald wordt, ontstaat dan in de eerste
plaats een financieringsprobleem. Dat be
tekent onvermijdelijk commercie in de
omroep, een gegeven waar je goed en
nuchter tegenaan moet kijken. Allereerst
is de Nederlandse pers door en door com
mercieel van structuur. Maar die „vertros
sing” en „vervoozing” is daar toch niet zo
ver voortgeschreden, dat van kwaliteits
bladen geen sprake meer is. Het meren
deel van de buitenlandse produkties die
hier worden uitgezonden, komt van
commerciële stations. Zelfs de helft van
de Engelse programma’s, zowel informa
tief als drama en amusement, komt van de
Engelse commerciële omroep. En dan
moet men zich goed realiseren dat de
omroep al jaren opereert binnen een vol
slagen commercieel systeem”.
„Door de lagere investeringskosten en
de vereenvoudigde techniek, zal het aan
deel van onafhankelijke producenten
kunnen toenemen. Televisie maken is dan
relatief minder duur, dan het nu is. Ook
kunnen allerlei organisaties zelf program
ma’s gaan maken, of laten maken. De
sportbonden bieden hun evenementen, als
voetbal-, basketbal- of zwemwedstrijden,
kant en klaar aan de televisie aan. Maar
ook muziekgezelschappen, toneelgezel
schappen, het ballet. En theatercentra,
zoals dat in New York gebeurt door het
Lincoln Centre en de Metropolitan Opera.
Ze kunnen hun produkt aanbieden aan
de nationale netten, of aan een regionaal
of internationaal station. Het kan ook
buiten het eigenlijke televisiecircuit, zoals
dat nu gebeurt met het „ex-theatrical 16
mm film circuit”.
Maar tegenover die regionalisering
staat dat via een satelliet ook Europese
programma’s mogelijk zijn. Dat biedt fi
nanciële perspectieven, en het uitzicht op
programma’s die nu zelfs voor een natio
nale omroep te enen male onmogelijk te
dragen zijn. De Engels-Amerikaanse
markt heeft dat al enigszins. Daar worden
al programma’s begroot op de verkoop
mogelijkheden. Maar bij satellietuitzen-
dingen gaat het verder. Dat biedt de ga
rantie dat zo’n uitzending ook verkocht is.
zeker minder. Het kon toch maar nauwe
lijks, en dan alleen via een subtiele pro-
gramma-opbouw, en oneindig veel min
der dan we allemaal bij het begin van de
televisie hadden gedacht. Maar het bestel
zal moeten toegroeien naar een systeem
waarin de goede kanten gehandhaafd blij
ven. Dan denk ik aan de pluriformiteit,
die er nu is, maar die verkeerd is gericht.
Je ontkomt, bij het beoordelen van het
bestel op zijn waarde, nu en ih de toe
komst, niet aan een vergelijking met het
buitenland. Kijk eens naar Engeland,
naar een commerciële omroep als Grana
da. Dat is een schakel in een concern dat
geld verdient met zaken die uiteenlopen
van pompstations en cafetaria’s tot en met
televisieprogramma’s over kunst en links
getinte informatieve uitzendingen. Dat
kan, zoals ook een uitgeversconcern een
breed scala kan bestrijken aan markten
en meningen.
Bij de omroep hebben ze echter zoveel
te verhapstukken, zit men zo vastgebon
den aan het systeem, dat er geen tijd is
zich intensief te verdiepen in de proble
men van morgen. Televisie is ook eigen
lijk veel te belangrijk om alleen maar aan
de televisiemakers over te laten. Ook het
lokale bestuur, de provincies en de ge
meenten moeten zich er maar eens goed
over buigen. De techniek komt er aan, en
als je er niet op voorbereid bent kunnen er
vreemde dingen gebeuren.”
„Een voorbeeld is Italië, waar van de
ene dag op de andere iedereen een zender
mocht gaan exploiteren. Dat had afschu
welijke gevolgen, er ontstond een volsla
gen anarchie. Maar ook daar zie je nu een
bundeling van inspanningen, het onder
ling op elkaar afstemmen van de pro
gramma's en het ontstaan van grotere
verbanden. Een structuur die van onder
af gegroeid is, en niet zoals nu bij ons het
geval is, één die is opgelegd. Het zou
verstandig zijn, als er een studie gemaakt
kon gaan worden van wat er zich in Italië
heeft afgespeeld, en hoe dat zichzelf is
gaan structureren.”
Niet alleen, zelfs niet voornamelijk de
satelliet symboliseert de dreigende onder
gang van het unieke, veelkleurige Neder
landse omroepsbestel. De ondergang ligt
besloten in het onvermogen van dat be
stel, en zijn politieke vertakkingen, om
zich aan veranderende omstandigheden
aan te passen.
Tot de belangstellende toeho-, ders be
hoorde, eind april, ex-VARA-directeur
Piet te Nuyl. Geen allesweter op het ge
bied van televisietechniek, wel deskundig
op het terrein van televisie en omroepbe
stel. Aan hem de vraag of de Nederlandse
omroep verandert onder druk van de
techniek.
„De techniek heeft op drie terreinen
invloed. Op het maken van programma’s,
op de transmissie, het versturen van wat
er gemaakt is naar de huiskamer, en op de
ontvangstmogelijkheden. En met elkaar
zorgen de vernieuwingen die nu al te
voorzien zijn, voor een heel ander beeld
dan we nu kennen”.
Eind april organiseerde de VPRO in het
„heilige der heiligen” van de NOS een
symposium. „De toekomst van de Neder
landse omroep”, was het onderwerp, en er
werd maar zijdelings over de satelliet ge
sproken. Het ging vooral over wat de
elektronische industrie aan vernieuwin
gen heeft aan te bieden, en over commer
ciële omroep of niet. Al bij voorbaat was
de VPRO zo onder de indruk van de
voordrachten, dat een comité van deskun
digen de opdracht verstrekt kreeg een
nieuw omroepbestel te formuleren.