Schaken
Bridge
a
Dammen
BRENDA
De Bibberahitus-ziekte
Legpuzzel
r
Een waarschuwing voor ouders
o
o
o
o
De avonturen
van het aapje
Langstaart
A
I
A
z
A
z
A
v
De klikklakklollie
2
A
1
A
1
O
A
2
A
het negermeisje
A
O
O O O
Ta
,a>'
B.V.
gt
an
ng
di
l'
987
982
geen
10976543
A
A
H
geen
N
-i
Q>
0>.
<j
in die
De T.V. kwam en filmde alles.
NATASJA WINTER
/oor
10 5
voor
Noord
FRANK TEER
srialen;
f
B 53
84
Anatoli Gantwarg
el
tie
Harm Wiersma
I zich
an
ouwen;
ntoren;
jrna-
Zwart dreigt met Lg3:t ba2: makke
lijk te winnen. Wij laten u zonder veel
commentaar de hoofdvariant zien.
ienst
n de
et de
iollici-
alle
pan-
Er was eens een aapje dat
Langstaart heette. Hij was heel
ondeugend.
Hij leefde in de dierentuin.
Meestal als de voederman hem
komt voeren, knijpt Langstaart in
de neus van de voederman. Dan
rent de voederman weg om een
zakdoek te pakken.
Nu zullen jullie denken: waarom
’t Spuigat is een rubriek die
wordt volgeschreven en -getekend
door kinderen van ongeveer tien
tot vijftien jaar. Iedere week worden
één of twee onderwerpen
behandeld, maar je kunt natuurlijk
ook zómaar eens een verhaaltje,
een gedicht of een tekening sturen.
Denk er wel aan, dat tekeningen
met zwarte inkt of viltstift moeten
pakt hij zijn zakdoek?
Nou dat zal ik jullie zeggen: als
iemand bij de voederman in zijn
neus knijpt, moet hij zijn neus
snuiten.
Op een dag rende de voederman
weer het hok uit om zijn neus te
snuiten, maar hij had de deur van
het hok open laten staan. Dat zag
langstaart en die ging het hok uit.
Hij liep eerst naar de krokodillen.
Bij de krokodillen waren ook
bomen. Langstaart ging in die
bomen spelen.
Toen viel hij opeens in het water.
De kaaimannen zagen dat en
probeerden hem te pakken. Nog net
op tijd kon Langstaart weg
springen.
Toen liep hij naar de kamelen. Hij
ging erop zitten en de kameel ging
rennen. Langstaart ”ond het zo
mooi, dat hij op zijn handen ging
staan.
Alle mensen bleven wachten voor
het hok om te kijken naar zijn
voorstelling.
Er liep een baas van een circus
langs en die zag het ook en vond het
mooi.
Hij wou Langstaart kopen om hem
te laten optreden in het circus.
De baas van de dierentuin vond het
goed en Langstaart werd verkocht.
Eerst wou Langstaart niet mee,
maar later wel. En hij leefde nog
lang en gelukkig.
RICHARD van DEURREN
I. Jonchev (Bulgarije). Tweede prijs.
Wit: Kh4, Tg3, La8, pion a2-c5-d5. Zwart:
Kd4, Te6, Lc7, Pb6, pion b3-c6. Wit begint
en houdt remise.
Pas op voor de kinderen die op straat spelen.
Als u uw kind op straat laat spelen met een bal, dan moet u af en toe even
gaan kijken, want
Als er een auto aankomt, komt uw kind eronder.
Laat daarom nooit een klein kindje alleen op straat.
Want anders is het zo gebeurd.
Je had er maar 1 keer last van als je
erover heen gelopen was, maar de
mensen wisten de oorzaak niet.
Op een dag liep ook Jan Slotbrug
over het grind en ging later
bibberen. Maar toen wist hij de
oorzaak en hij liep snel naar het
stadhuis en zei het aan de
burgervader.
Die belde de T. V., die al eerder naar
de D.B.Z. was komen kijken.
De D.B.Z. was een rare ziekte,
vooral toen de mensen het
ontdekten.
Het begon in het Drommeldoese
park, waar mevrouw en meneer
Van Daalen wandelden.
Toen ze het nieuwe grind op de
paden hadden gestrooid, waren
meneer en mevrouw Van Daalen de
eersten die erop gelopen hadden.
Toen ze van het grind op de gewone
bestrating kwamen, begonnen ze
opeens verschrikkelijk te beven.
De mensen die er omheen stonden,
keken eerst vreemd op, maar even
later lachten ze zich het apelazeris.
Het was een vreemde vertoning.
Maar alle mensen die vanaf die dag
op het grind gelopen hadden kregen
het.
Het duurde maar 5 minuten, maar
daarna was het een duizelig gedoe.
Het middelpunt van de
belangstelling was Jan Slotbrug.
PAUL OBDAM
groot demonstratiebord was te volgen,
zullen Wiersma en Gantwarg nu spelen in
een ruimte waar verder alleen de arbiters
toegang hebben. De persvertegenwoordi
gers kunnen de partij nog van dichtbij
volgen van achter een glazen wand bij het
speelvertrek, maar de toeschouwers zul
len zich tevreden moeten stellen met enke
le monitoren waarop de stand op het bord
door een vaste, boven het bord hangende,
camera zal worden afgebeeld. Daarnaast
zal tijdens spannende momenten, bijvoor
beeld tijdnood, een losse camera worden
gebruikt om de toeschouwers zo weinig
mogelijk te laten missen.
En dan nu het 4de en laatste deel
van het vervolgverhaal over
discriminatie door Els Kwak.
Maar eerst even in het kort wat er in
de vorige aflevering gebeurde:
Brenda, een meisje uit Afrika,
woont sinds kort in Nederland en
wordt hier erg geplaagd vanwege
haar donkere huidskleur. Vooral
Angela, een klasgenootje, is erg
gemeen tegen haar. Petra is de
enige die haar door dik en dun
verdedigt.
Petra is het die ervoor zorgt dat
Ron, de broer van Angela, Angela
eens goed de les leest.
Na het horen van een ruzie tussen
Petra en Angela over Brenda,
houdt de wiskundeleraar een
verhaal voor de klas. Dit heeft tot
gevolg dat Brenda niet meer
uitgescholden wordt.
Deel 4: Eind goed, al goed.
Na het verhaal van de leraar, was
Angela pas goed gaan nadenken. Ze
kwam er eindelijk achter dat Ron,
Petra en de leraar groot gelijk
hadden. Ze begon zichzelf zelfs te
minachten.
Hoe had ze zo gemeen kunnen zijn.
Maar ze zou het goed maken.
Morgen al.
De volgende dag ging Angela nogal
verlegen naar Brenda toe.
„Wil je op mijn verjaardag
komen?”, vroeg ze schuchter. „We
houden een knalfuif”.
„Ja hoor”, Brenda begon te stralen.
„Petra en nog een stel anderen
komen ook. Enneh, zou je me
kunnen vergeven voor wat ik
allemaal tegen je gezegd heb?”.
,,’t Is toch al goed”, lachte Brenda
spontaan. Ze knipoogde naar Petra.
Angela kreeg een kleur.
Brenda was hartstikke aardig. Ron
en de wiskundeleraar hadden
gelijk. Je moet niet alleen op het
uiterlijk afgaan.
Met een blij gevoel liep ze de klas in.
Ze had nu eindelijk eens iets goeds
gedaan.
„En morgen ga ik met Petra’s
ouders praten”, dacht ze, „die doen
nog net zo stom als ik toen”.
Petra’s ouders waren moeilijker te
overtuigen dan Angela dacht. Maar
na een hele poos praten, lukte het
toch.
Maak zelf deze legpuzzel.
Kleur eerst de tekening zo mooi als
je kunt.
Plak hem op stevig papier.
Knip dan de stukjes uit
langs de rechte lijnen.
Je legpuzzel is dan klaar!
Neem wel de tijd er voor
want hoe netter, hoe mooier
je hem later kunt gebruiken.
1064
2
H V 10543
6
972
smen
en;
oden
aakte
k het
worden gemaakt, anders blijft er in
de krant niets van over. Stuur je
reacties naar ’t Spuigat, Damiate
Pers, Postbus 507, 2003 PA
Haarlem.
Tot slot nog de oplossingen van de opga
ve 2 weken geleden. In de gegeven hoofd
variant stond aan het eind niet zwart
gewonnen, zoals op het eerste gezicht leek,
maar kon wit een winnende damcombina-
tie nemen (zie diagram 2). Wit wint n.l.
door 27. 32-28 23x41 28. 47x36 21x32 29. 42-
37 32x41 30. 36x47 26x37 31. 29-23 18x38 32.
39-33 38x29 33. 34x5. In de A-variant kon
wit winnen door niet 23. 38-33 maar 22. 40-
35 te spelen, om na 237-12 van zwart
te winnen zoals u vorige week zag gebeu
ren in de partij Van der Wal-Van der
Borst.
„Brenda is heel erg aardig”, zei
Angela, „ik schold haar eerst uit,
maar toen heeft mijn broer met me
gesproken en de leraar wiskunde
heeft het ook gezegd. Het maakt
niets uit of Brenda nou zwart is of
blank”.
Het bleef een hele tijd stil.
„Je hebt helemaal gelijk”, zei
moeder toen moeilijk, „we hebben
ons aangesteld als kleine kinderen
door Brenda zo te discrimineren.
Zeg nou zelf”.
„Ja”, zei vader toen, „we hebben
ons belachelijk aangesteld. Nu kan
ik begrijpen waarom Petra zo
kwaad werd. We waren net kleine
kinderen. We hebben nog een
heleboel goed te maken met die
twee”.
Er werd gebeld.
Het waren Brenda en Petra. Ze
waren stomverbaasd dat Angela er
was.
„Angela heeft ons laten zien, dat we
al die tijd stom waren geweest met
ons discrimineren”.
De beide meisjes waren verbaasd
en ontroerd tegelijk.
Die Angela.
„Dat was wel het minste wat ik voor
jullie kon doen”, zei Angela zacht,
„willen jullie alsjeblieft die stomme
dingen die ik gezegd en gedaan heb
vergeten?”.
Brenda en Petra knikten, ze konden
van ontroering geen woord meer
zeggen.ELS KWAK
V 109
V 9642
A 73
4» V B 2
J. Rusinek (Warschau). Wit: Ka4, Tb8,
Lh8, pion e6-f7. Zwart: Khl, Dg8, pion a5-
e2-e7-g2-h2-h3. Wit begint en wint.
De Schach-Echo schrijft dat hier de
„Babson-Task” wordt uitgewerkt. Een
„task” is een probleem waarin naar enig
maximum-effect gestreefd wordt. In de
„Babson” is dat: zoveel mogelijk gelijk
soortige promoties over en weer.
Het enige nu wat de redacteur van de
Schach-Echo als oplossing vermeldt is 1.
Tbit E1D, 2. Tel:t glD, 3. fgD: Del: 4.
Da8+ Kgl, 5. Ld4t; of 2. glL, 3. fgL:; of 2.
glP, 3. fgP:
Dat is alles. We zien inderdaad drie
gelijksoortige pionpromoties, maar be
grijpt u, Karpov, Kortsnoi of wie ook een
syllabe van die geheimtaal? Waarom of
fert zwart zijn e-pion? Waarom die iden
tieke promoties, waarom staat wit na 3.
fgL:, resp. 3. fgP: gewonnen?
Pas na enkele uren van studie meende
ik er iets van dóór te krijgen. Niet moeilijk
te zien is, dat wit na 1. Tb8-blt glD, 2.
fg8:D snel wint door de dreiging 3. Da8t, 4.
Ld4t en 5. Dhl mat. Zwart offert daarom
zijn e-pion om met pat te kunnen gaan
werken. Dus 1e2-elD, 2. Tblxelt g2-
glL! Als wit nu op g8 een dame haalt,
staat zwart pat. Vandaar 3. f7xg8L Khl-
g2. Maar hoe wint wit nu? Ik dacht 4. Lh7
en nu niet hlD? 5. Le4t Kh2, 6. Le5 mat,
maar 4Kf2.' Na lang zoeken vond ik
5. Le4! Kei: 6. Lf6! Lc5, 7. Le5 en wit zal
vermoedelijk het eindspel wel winnen,
daar 7Lgl faalt op 8. Ld6! Nog
gecompliceerder is het na 2glP, 3.
fg8:P b.v. Kg2, 4. Pe7: Kf2, 5. Pf5! glD, 6.
Tflt! 7 Pg3t Kg2, 8 Phl: Khl:, 9. e7 Kg2,
10. Le5! en wint.
Mij allemaal te ingewikkeld en te du
bieus. Geef mij maar de kristallen klaar
heid van no. 1 al moet ik toegeven dat de
Babson-Task voor no. 3 een technisch
huzarenstuk is. e. SPANJAARD
1. Tg3-g4t Te6-e4, 2. Tg4xe4+ Kd4xe4, 3.
c5xb6 Zwart heeft nu geen tijd voor 3.
ba2: wegens 4. bc7: en ook wit haalt
dame 3Lc7-d8t 4. Kh4-g4! b3xa2. Wit
schijnt te laat te zijn. 5. d5xc6 a2-alD, 6.
c6-c7t Weliswaar met schaak, maar
zwart heeft 6Dalxa8. Edoch 7. b6-b7!
De pointe, een kostelijke constellatie.
Zwart kan niet meer winnen. Hij heeft
geen schaak; daarom moest de koning
naar g4.
Componist J. Vandecasteele (België).
Wit: Kd4 Te5, pion b4. Zwart: Ka3, La5-g2,
pion d2. Wit aan zet houdt remise.
Dit is een compositie naar mijn hart.
Een eenvoudige, reële beginstelling, een
glashelder verloop en twee verrassende
hoofdvarianten, welke tot een werkelijk
schitterend, harmonisch dubbelslot lei-
In Utrecht begint overmorgen de VOL-
MAC-match tussen Wiersma en Gant
warg om de wereldtitel dammen. Anders
dan tijdens de match Sijbrands-Andreiko
in 1973, toen de spelers op het podium van
een zaal damden, en de partij via een
Tijdens de match zal Ton Sijbrands als
hoofddemonstrator in de toeschouwers-
ruimte optreden, maar daarnaast zullen
er door damleiders-B op verschillende
niveaus demonstraties verzorgd worden.
De partijen zullen in de periode 1-27
oktober gespeeld worden, waarbij de don
derdag en zondag rustdagen zijn.
Wiersma heeft zich op deze match voor
bereid samen met Rob Clerc, die tijdens
de match zijn secondant zal zijn, en mét
Koeperman, tegen wie hij vorige week in
Rijssen een vriendschappelijke match
van 5 partijen speelde. Ook heeft Koeper
man Wiersma geholpen door een portret
over Gantwarg samen te stellen, waarin
onder meer staat hoe topsporters in Rus
land worden behandeld, getraind en ook
heeft hij zwaktes en sterke punten in het
spel van beide spelers aangegeven. Dat
Wiersma de aanwijzingen van Koeper
man zeker niet in de wind zal hoeven te
slaan (bijv, omdat Koeperman niet zo
sterk meer zou zijn), bleek uit de uitslag
van de tweekamp in Rijssen: 5-5, waarbij
beide spelers eenmaal tot winst kwamen.
Nadat Koeperman het in de eerste partij
al tamelijk moeilijk had gehad werd hij in
de tweede partij verrast door een fraaie
manoeuvre van Wiersma vanuit de vol
gende opening: 1. 32-28 18-22 2. 37-32 12-18
3. 41-37 7-12 4. 34-30 1-7 5. 40-34 18-23 6. 30-
25 12-18 7. 4641 7-12 8. 34-30 20-24 9. 31-26
2-7 10. 37-31. Hier speelde Wiersma het
schijnbaar zwakke 22-27 11. 32x21 16x27
12. 31x22 18x27 waarna Koeperman het
logische 13. 42-37 23x32 14. 37x28 speelde.
Het lijkt dat wit goed staat, omdat 28-23
dreigt en als zwart 22 wegruilt krijgt hij
problemen met zijn schijf op 27. Wiersma
forceerde echter de winst door: 17-21 15.
26x17 12x21!! Nu volgt op 28-23 19x28,
33x31 21-26 en 26x46, terwijl na 41-37? 24-
29, 15-20 en 19-24 14x41 volgt. Na 16. 4440
Goede eindspelcomposities geven in
verfijnde vorm bepaalde ideeën op het
schaakbord weer. Met enige vrijmoedig
heid zou men een parallel kunnen trekken
met gedichten in de literatuur.
Onze oosterburen hebben voor de eind
spelstudie een zeer treffend woord:
Kunstschach. Dat is bepaald niet te veel
eer, want de grote eindspelcomponisten,
zoals b.v. de Rus Troitzki, hebben ware
kunstwerken geschapen, welke zelfs eeu
wen later nog groot esthetisch genot kun
nen verschaffen aan hen die daarvoor het
juiste zintuig ende nodige vakkennis
bezitten. Naarmate de techniek voort
schrijdt worden de eisen zwaarder; de
thema’s worden dieper, verborgener en
vertakter, waardoor de taak van de au
teurs die zich willen onderscheiden,
steeds in moeilijkheid toeneemt.
Mijns inziens betekent dit bepaald geen
onverdeelde winst. Wanneer het verloop
van de oplossing zo gecompliceerd wordt
dat zelfs de ervaren schaker die niet meer
volgen kan, is het de vraag of de composi
tie niet aan haar doel voorbij schiet. En als
ons een aantal varianten wordt voorge
schoteld, eindigend met de conclusie: „en
wit wint”, zonder dat diezelfde ervaren
schaker ook maar in de verste verte het
waaróm van die conclusie bevat, dan ont
breekt toch eigenlijk het wezen van de
belevenis, welke de componist beoogde
over te brengen op de oplosser.
Mag ik u vandaag deze ovërpeinzingen
eens nader toelichten aan de hand van de
drie composities, welke de hoogste prijzen
verwierven in het recente compositietoer-
nooi, uitgeschreven door de grote kenner
John Roycroft, ter ere van zijn vijftigste
verjaardag? De Schach-Echo wijdde er
een uitvoerig artikel aan.
den. Iedere schaker kan de oplossing
volgen.
Uiteraard dreigt zwart winnend een da
me te halen. Wit kan dit niet beletten met
1. Te3+? Kb2, 2. Td3 Lb4: 3. Ke3 Kc2 en
wint. Hij kan nog slechts op één manier de
strijd gaande houden, n.l. met 1. Kd4-c3
Dreigt Ta5: mat, zodat zwart geen tijd
heeft om te promoveren. 1La5xb4t 2.
Kc3-c2 Nu is de promotie belet, ter
wijl 2. Lf3? faalt op 3. Te3t en Tf3:. Maar
na 2Lg2-c6! (dreigt La4t) schijnt wit
aan het einde van zijn Latijn te zijn. Dan
maar het schaak der wrake. 3. Te5-e3t
Hier splitst zich de gang van zaken. A.
3Ka3-a2, 4. Te3-e2ü Dreigt Td2:
en heeft nog een tweede bedoeling. 4
Lc6-a4+ 5. Kc2-d3 Nu staat de pion
gepend, maar kan zwart niet gemakkelijk
winnen met 5La4-b5+? Wit kan im
mers zijn toren niet blijven dekken.
6. Kd3-c2! Lb5xc2 Pat! Zwart heeft nog
een tweede mogelijkheid. B. 3Ka3-a4
Thans staat de pion niet gepend na Te2.
Zwart dreigt b.v. Ka5 La4, zodat wit
snel moet zijn. Onvoldoende is 4. Te2
wegens diDt! 5. Kdl: Lf3 en wit kan zijn
gepende toren niet blijven dekken. Dus 4.
Te3-d3 Dreigt Td2:. 4Lc6-e4 en
wint? Het mocht wat! 5. Kc2-dl! Le4xd3
en wederom staat wit pat. Een uniek har
monisch geheel, dat echter slechts de der
de prijs verkreeg. Kenners verlangen te
genwoordig blijkbaar zwaarder geschut.
De eerste prijs ging naar de wonderlijke
compositie, vervat in diagram 3
De hele dag zegt de klikklakklollie:
Ik wil een lollie
Want ik lijk op een kollie.
M’n moeder is een mollie
Ik ben een kollie
M’n vader is een dollie
En eet een zwarte lollie.
Maar van dit alles is niets waar
Dit is maar een fantasie verhaal.
KATJA BOSMAN en INGEBORG
WALBRECHT.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllim
15-20 17. 39-34 11-16 18. 4742 27-31 19.
36x27 21x23 won zwart snel. In de 4e partij
trok Koeperman de stand weer gelijk
door vanuit de stand van diagram 1. Na
13-18? van Wiersma en 38-33 9-13, 33x22
12-17 een verrassende doorbraakcombi-
natie te nemen: 40-35 17-x28, 39-33 28x39,
4843 39x48, 35-30 48x22, 30x6 met winst.
AH
V A
1062
4. A H
76
1087
H B 84
10975
Het spel van Hans Kreyns van de vorige
week. West speelt 6 Sch, uitkomst Ha H.
West neemt en moet nu de verliezende
hartens van tafel in de hand troeven. Op
de 4e klaveren kan vervolgens een ruiten-
tje weg en er gaat alleen een ruitenslag
verloren. Een mooi voorbeeld van een
„dummy-reserve”. of wel „omgekeerde
dummy”-speelwijze. Het spel wordt als
het ware gespeeld vanuit de hand van de
partner, waarbij in gedachten op diens
stoel wordt plaats genomen.
T. SCHIPPERHEIJN
Een ’door experts veel toegepaste con
ventie is „Josephine”, ofwel de 5 SA groot-
slemforcing. De conventie is gebaseerd op
de wetenschap dat met name in een groot
slem de aanwezigheid van troef vrouw erg
belangrijk is en juist deze informatie kan
niet altijd uit de bieding worden verkre
gen. Met een bod van 5 SA vraagt men de
partner groot slem te bieden in de
overeengekomen troefkleur, indien men
beschikt over 2 van de 3 tophonneurs (aas,
heer, vrouw). De conventie heet „Josephi
ne”, omdat deze het eerst werd beschre
ven door Josephine Culbertson, echtgeno
te van de grote Ely, uitvinder van de
conventie. Het volgende spel illustreert dit
biedwapen op leuke wijze:
6
H V B
B 853
A V 8
opende (N-Z kwetsbaar) met 1
Ha, waarop oost, die zijn hand te sterk
vond voor een sprongbod in schoppen,
een informatiedoublet losliet. Zuid paste
en west toonde zijn kracht via een bod van
3 Ru. Noord paste en oost bood nu 5 SA!
„Partner, als je 2 van de 3 tophonneurs in
ruiten hebt, bied dan 7 Ru”. West bood
gehoorzaam het gevraagde groot slem.
Dat fraaie contract kon uiteraard niet
down, maar west moest nog wel zorgvul
dig spelen. De hartenstart werd genomen
op tafel, gevolgd door ruiten naar het aas,
waarna boer-vierde er zowel bij noord als
bij zuid nog kon worden uitgesneden.
842
V H V B 53
V 95
4. 63
B 2
743
A V
4. H B