REGIE WEINIG GELUKKIG IN KALE ZANGERES EN UBU
Bruce Bennet in
Nederlandse film
Bond wil tot raam-cao
Onsamenhangend bewegingsprogramma bij Dansresearch
in kunstsector komen
Onweerseffecten in Environment
Jazz*informatie
per telefoon
Nederlandse composities
weinig avontuurlijk
Prijzen voor jonge
kunstenaars
uitgereikt in Arti
Kritiek op
chaotische
Mg
Oerwoud
I
voor
9
19 7 9
OKTOBER
MAANDAG
1
KUNST
8
Van Dam mode per meterVan Dam mode per meter
Van Dam mode per meter Van Dam mode per meter
Grote Houtstraat 8, Haarlem
Rivièradreef 12, Schalkwijk
Uw budget
voor uw eigen mode
is bij ons ’t grootst.
Publiekstheater
met absurd toneel
Deze situatie werd voor het eerst opge-
(ADVERTENTIE)
Beeld uit Een Environment met Bonnie Mathis en John Benois.
(Foto Bob van Dantzig).
Navolgers van absurd toneel, waarin
vorm en inhoud van stukken door de
ideeën bepaald worden, kreeg Jarry voor
al in Artaud (die zijn Theatre Alfred Jarry
oprichtte), en in Beckett, Gent, Tardieu,
Ionesco, Pinter en Albee. Vooral stukken
van Beckett duidden op het hoogst bereik
bare binnen het absurde theater, dat zijn
bloeitijd nu achter zich heeft en waarvan
het steeds duidelijker wordt dat dit absur
de toneel in feite een ontwikkeling betreft
waarop later kon worden verder gegaan.
Een ontwikkelingsfase die evenwel be
langrijke gevolgen heefg gehad voor
schrijven en vormgeven, omdat de durf
tot het verlaten van het realisme ook artis
tiek gezien de ogen geopend heeft voor
andere vormen van theater.
Bij de opvoeringen van Ionesco’s eenak
ter De Kale Zangeres en Jarry’s Ubu Roi
die het Publiekstheater nu onder regie
van Ton Lutz heeft uitgebracht is van die
ontwikkelingen weinig te merken. Het
AMSTERDAM. De Franse schrijver Alfred Jarry schreef op vijftienjari
ge leeftijd zijn toneelstuk Ubu Roi. Als inspiratiebron gebruikte hij een
satirisch gedicht van een medescholier, waarin deze zijn leraar natuurkunde
bespotte. Later vulde Jarry zijn eersteling aan met nog twee Ubu-stukken.
Opvallend in Ubu Roi was zeker in die tijd (Jarry leefde van 1873 tot 1907) het
platvloerse provocerende taalgebruik. Doordat de Ubu-schepping, eenmaal
opgevoerd, leek te rebelleren tegen het algemeen gebruikelijke toneelrealis-
me, kreeg Jarry later zijn erkenning als wegbereider voor het absurde theater.
Wellicht tot zijn eigen verbazing had deze Franse schooljongen avant-
gardetoneel geschreven.
Alfred Jarry voert in Ubu Roi de gena
deloze Stomzinnige botterik Vader Ubu
ten tonele. Op aandringen van moeder
Ubu moordt hij de Poolse koninklijke
familie uit om zelf de troon te kunnen
bestijgen. Jarry heeft tal van aspecten uit
de grote toneelliteratuur in zijn stuk ver
en
Be-
onder-
In de regie van Ton Lutz is sprake van
een storende inconsequentie. In een mo
numentaal decor, een waar kunststuk van
Paul Gallis (die voor Ionesco’s eenakter
echter nauwelijks iets interessants wist te
bedenken), krijgt het stuk een loodzware
aanzet. De uitgesproken tekst is daarmee
nogal in tegenspraak en op sommige mo
menten is dat het duidelijkst te merken bij
Frans Vorstman, die Ubu verder voorna
melijk met fysiek geweld en vocale kracht
AMSTERDAM (ANP). Rien Jansen
uit Rotterdam, Margriet de Koning uit
Malden en Peter Thijs uit Tilburg zijn de
winnaars geworden van de door „Arti et
Amicitiae” in Amsterdam georganiseerde
wedstrijd „Willink van Collen” voor jonge
kunstschilders. Zij ontvangen ieder een
bedrag van 2000 gulden.
Dat lijkt nog heel wat als je het zo in één
zin naast elkaar zet, maar uitgesmeerd
over een lange avond die tot half twaalf
duurt is het nogal teleurstellend.
Op 1 november komt De kale zangeres/
Ubu in de Stadsschouwburg in Haarlem;
op 14 november in Velsen.
HAARLEM. Het BUMA-fonds is in
gesteld om de uitvoering van Nederland
se muziek te stimuleren en is de laatste
tijd nogal eens in het nieuws vanwege het
Korte Stukken-plan. Zojuist is er op initi
atief van dit fonds en in samenwerking
met theaters en concertzalen en het Ne
derlands Impresariaat, een serie concer
ten gestart met drie verschillende pro
gramma’s van kamermuziek die vanaf
1900 tot heden in ons land werd geschre
ven, en die nu in dit kader in negen
verschillende steden ten gehore wordt
gebracht.
José Gutierrez. Dit geheel is bedoeld als
aanleiding, uitnodiging, prikkel, provoca
tie en inspirerende omgeving voor dan
sers, choreografen en musici.
Een stuk met een duidelijke struktuur en
een zinvol gebruik van de voorwerpen. Zij
traden met dit stuk ook al in het Shaffy
Theater op. Nieuw is Disturbing Piece van
Maarten Bon met 8 muzikanten. Behalve
wat schrikclusters zitten er een aantal
fraaie pointillistische momenten in deze
muziek, overigens met een minimaal ge
bruik van de rondom hangende dingen.
In None doet de speler Paul van Soest
echter weer niets anders dan een kwartier
lang met een lantarentje, een beeldje en
vier TL-buizen zinloos ronddwalen door
het theater. Het enige aardige daarbij is
dat het publiek door uiterste verveling
getergd, begint met zelf sis-, fluit-, en
lachgeluiden te produceren vermengd
met getik, gestamp, losse kreten en ap
plaus. Dansers van het Tanzforum uit
Keulen onder leiding van Jochen Ulrich
en de Knete Kompagnie Sporthochschule
Köln brengen tenslotte enig leven in de
brouwerij door steeds weer op een andere
manier met rauwe kreten door de stellin
gen te rollen, hollen, springen of klimmen.
Op een gegeven moment tillen ze zelfs die
hele stelling met z’n allen tegelijk op om
hem dan weer met een klap te laten vallen.
hangen in januari in het Shaffy Theater.
Toen werden er meer dansers op losgela
ten. Nu is het accent verlegd naar muzi
kanten en een speler. Natuurlijk is je
eerste reactie bij het zien van die koperen
platen, er een mep op te geven en bij het
zien van die buizen, ze tegen elkaar aan te
duwen waardoor er een geklingel ont
staat. Er dreigt dan ook het reuzengevaar,
dat alle verschillende nummers erg op
elkaar gaan lijken. In januari hebben de
verschillende spelersgroepen dit gevaar
schitterend weten te bezweren en het viel
me toen juist op hoeveel facetten je van
zo’n environment kunt belichten. Deze
keer is het echter omgekeerd. Hoewel er
nu eens een vleugel plus slagwerkbatterij,
dan weer een half orkest, nu eens een
serie TL-buizen en dan weer een filmdoek
met onsamenhangende filmprojecties te
genaan gegooid wordt, krijgt het geheel
toch steeds weer bijna dezelfde klank
(onweerseffekten) en ontstaat er vrijwel
nooit iets dat maar in de verste verte op
dans lijkt. De naam Dansresearch doet
dus nogal misplaatst aan.
Het belangrijkste verschil in benadering
van de dingen bij hen is, dat zij niet
proberen zoveel mogelijk lawaai uit de
koperen voorwerpen te halen, maar juist
ieder opgewekt geluid zo vlug mogelijk
dempen. Hun bijdrage duurt te lang en
weet de spanning zeker niet tot het eind
toe vast te houden, maar toont tenminste
fantasie, beweging en reactievermogen op
dit environment, kortom een begin van
dansresearch.
CONRAD VAN DE WEETERING
DEN HAAG. Wie wil weten waar er
in Nederland wat te doen is op het gebied
van jazz-oude stijl kan per 1 oktober de
„jass-lijn” van de stichting jass o.s. op
bellen.
Op die lijn is 24 uur per dag te horen in
welke jazz-clubs oude-stijl jazzgroepen
optreden. Bij de stichting zijn 32 clubs
aangesloten. Het nummer van de „jass-
lijn” is 070-472656.
lijke inventies bestaande Quintet opus 43
voor Engelse hoorn en strijkkwartet van
Jan Koetsier, past eigenlijk ternauwer
nood in het kader van deze BUMA-serie,
omdat het in z’n oubolligheid haast meer
in de muzikale poëzie-album sfeer ligt.
De allemaal nog jonge maar stuk voor
stuk begaafde uitvoerende musici, deden
er overigens in bijzonder toegewijde en
genuanceerde benadering alles aan om de
partituur zo gunstig mogelijk te belichten.
Hetgeen trouwens voor al het hier gebode-
ne gold.
Pianist Lodewijk Collette, violist Remy
Baudet en Cobi Berculo, Zoltan Benyacs
en Viola de Hoog als de respectievelijke
bespelers van viool, altviool en cello, en
voorts hoboïst Peter Bree, fluittist Harrie
Starreveld en klarinettiste Ineke Terp-
stra; zij allen konden afzonderlijk en in
ensemble-spel het in redelijk aantal aan
wezige gehoor ervan overtuigen dat een
samengeraapt programma van Neder
landse kamermuziek in de praktijk een -
weinig inspirerende, of zelfs maar opwek
kende, aangelegenheid kan zijn.
JOHAN VAN KEMPEN
Aan de wedstrijd deden 63 jonge schil
ders mee. Hun inzendingen waren volgens
Arti op een enkele uitzondering na van
hoge kwaliteit. Het werk van twaalf van
hen is te zien op een expositie die vrijdag
avond in Arti werd geopend. Bij die gele
genheid zijn ook de prijzen aan de win
naars uitgereikt.
avondje absurd toneel van het Publieks
theater begint met De kale Zangeres,
waarvoor de vindingrijkheid van de regie
niet verder strekte dan tot een brave mo-
delopvoering. Alleen de opmerkelijke
tekstbuitelingen van de schrijver blijken
nog steeds boeiend genoeg om de aan
dacht van het publiek voor dit uit 1949
stammende stuk vast te houden. Verder is
het alsof de spelers zelf er weinig in gelo
ven. Ionesco’s tekst loopt hier in een snel
stijgende curve van realisme tot absurdi
teit. Een knappe overgang die duidt op het
talent dat nodig was voor latere werkelijk
indrukwekkende stukken als Onbezol
digd moordenaar en Rhinoceros.
Ook bij de enscenering van Ubu Roi
heeft het er alle schijn van dat Ton Lutz
en zijn spelers niet goed weten wat zij
precies met Jarry’s speelse fantasie aan
moeten vangen. Jarry zelf heeft het stuk
wel met marionetten opgevoerd en in ons
land was er in 1964 een inventieve verto
ning van te zien door toneelgroep Theater,
toen onder regie van Hans Croiset, die nu
evenals Lutz tot de artistieke leiding van
het Publiekstheater behoort. Croiset sloot
toen met een groteske enscenering en aan
kleding direct aan bij hetgeen Jarry voor
ogen moet hebben gestaan. Dat het stuk
op zich niet zo heel veel meer is dan een
prettige jeugdzonde, liet zich toen al
aanzien.
Dit Environment is een verzameling van
aan een buizenconstructie opgehangen
gladde of gekreukelde koperen platen en
pijpen en stukken ijzer, ontworpen door
weven. Er is weinig fantasie voor nodig
om erfenissen uit Shakespeare’s konings-
drams’s te ontdekken. Moeder Ubu doet
denken aan Lady Macbeth en als de geest
van koning Wenceslaus zijn zoon tot
wraak maant, worden we naar Hamlet
verwezen. Politieke of ideologische bijxe-
doelingen liggen in dit stuk voor de hand,
maar waren bij Jarry niet opportuun. Het
ging om een ironisch gestelde parabel
waarin een onderwijzer voor gek gezet
werd, zoals bijvoorbeeld Godfried Bo
mans dat deed in zijn Bloed en Liefde.
In dit verband wijst de KO-
NVV op een grote chaos bij
de arbeidsbemiddeling, met
name voor popmusici
amusementsartiesten.
roepskunstenaars
Voorstelling: Een environment.
Groep: Dansresearch. Plaats: Mu
ziekcentrum Utrecht, 29 septem
ber 1979. Decor: José Gutierrez.
Met medewerking van Caridad
Garcia, Frank Bantle, Paul van
Soest, de Knete Kompagnie
Sporthochschule Köln en dansers
van Tanzforum uit Keulen onder
leiding van Jochen Ulrich.
Toch zijn er enkele hoogtepunten bin
nen deze misère. Caridad Garcia en
Frank Bantle bijvoorbeeld in een naam
loos stuk waarin een aantal loze bewegin
gen bij herhaling in verband met de opge
hangen voorwerpen opeens zin krijgen.
Bruce Bennett heet eigenlijk Herman
Brix en was als student een nationale
sportheld en toneelspeler. In de jaren der
tig speelde hij twee keer de hoofdrol in
een Tarzan-film, veranderde vervolgens
zijn naam en ging verder als toneelacteur.
In „Laat de dokter maar schuiven” is
Bennett de uit Nederland afkomstige
Amerikaan, die na vijftig jaar zijn vader
land bezoekt. De film speelt in de jaren
dertig. Andere hoofdrolspelers in de film,
geproduceerd door Robert Wijsmuller en
Henk Bos, zijn: Jo de Meijere, dokter,
Joop Doderer, Pastoor, Piet Bambergen,
aannemer, Paul Cammermans, burge
meester, Hans Boswinkel, onderwijzer en
Rob van Reijn, herbergier.
AMSTERDAM (ANP). De 73-jarige
Amerikaanse acteur Bruce Bennett
speelt een van de hoofdrollen in de Ne
derlandse speelfilm, die Nikolai van der
Heyde maakt naar de roman „Laat de
dokter maar schuiven” van Toon Kort
ooms.
zijn dictatoriale inhoud geeft. Toch lijkt
Vorstman de enige die begrepen heeft
waarom het Jarry bij dit stuk gaat. Name
lijk om de parodie als zodanig, gespeeld
door karikaturen die wel weg weten met
de spotternij op de machtigen der aarde.
Dit staat in een vandaag
verschenen brochure van de
Kunstenaarsorganisatie-
NVV (KO-NW), getiteld „De
clowns van de FNV?” en een
eerste concrete stap behelst
naar een belangenbeharti-
Er volgen nog twee avonden in deze
serie, waarvan de programma’s interes
santer werk in het vooruitzicht stellen dan
hetgeen deze zaterdagavond in de Tuin
zaal van het Haarlemse concertgebouw
geboden werd. Reden hiervan is mede dat
allereerst muziek voorgeschoteld werd
die grotendeels gematigd modern ge
noemd kan worden. Grote sensaties wa
ren hier dan ook beslist niet te ver
wachten.
Kees van Baarens, pianosonatine vorm
de met de door Rob du Bois gecompleteer
de Réflexions voor fluit, strijktrio en pia
no van Daniël Ruyneman wat dat betreft
min of meer een uitzondering en in elk
geval het boeiendste aandeel in het pro
gramma. In deze composities is tenminste
een persoonlijke houding waarneembaar
en valt soms iets van het avontuur te
proeven dat werkelijke creativiteit te bie
den heeft.
Ook bij Henri Zagwijns Trio nr. 2 voor
Fluit, hobo en klarinet voelde je een inte
ger zoeken naar eigen uitdrukkingsvor
men, overigens meer in de richting van
een combinerend lijnenspel, dan uitgaand
van specifieke instrumentale timbres en
mengklanken.
De nogal eens geforceerd aandoende
schrijfwijze van Bertus van Lier, voortko
mend uit een traditionele geaardheid in
tegenstrijdige combinatie met een zekere
vernieuwingsdrang; de Hollandse braaf
heid met elementen van quasi-humor van
de Vier Miniaturen voor klarinet en strijk
kwartet van Guillaume Landré en de
haast archaïserende manier van doen van
Hans Kox in zijn Tweede Trio voor twee
violen en altviool, lieten op dit concert
weer andere facetten van de vaderlandse
toonkunst zien.
Het tot slot gespeelde en misschien als
vlotte uitsmijter bedoelde en uit gemakke-
VOORSTELLING: De kale zange-
res/Ubu. auteurs respectievelijk
Eugene Ionesco en Alfred Jarry. Ge
zelschap Publiektheater. Regie Ton
Lutz. Vertaling De kale zangeres:
Jos en Willem van Loon; Nederland
se bewerking Ubu: Ton Lutz (met
gebruikmaking van de vertaling van
Dolf Verspoor). Decor en kostuums:
Paul Gallis. Belangrijkste spelers:
Frans Vorstman, Ann Hasekamp, Jo
han Ooms, Mariëlle Fiolet, Celia Nu-
faar, Hugo Kooschijn en Henk Reijn.
Première: 29 september 1979, Stads
schouwburg Amsterdam.
AMSTERDAM. De ar
beidsvoorwaarden in de sec
tor kunsten zijn zó verbrok
keld, dat er hoognodig één
raam-cao voor de kunsten en
de kunstzinnige vorming
moet komen. Daarmee zou
den veel onrechtvaardige
achterstanden en verschil
len kunnen worden wegge
nomen. Bovendien zou de ar
tistieke integriteit van de
kunstenaar beter gewaar
borgd kunnen worden en een
bepaalde wijze van ontslag
bescherming kunnen wor
den gerealiseerd.
Op deze manier zijn deze curiosa uit het
absurde toneelrepertoire bij het Publieks
theater een weinig gelukkige greep gewor
den. Vooral bij Ubu ligt de enscenering te
dicht bij de realiteit en wat je dan te zien
krijgt is hol geschreeuw en wapengeklet
ter. Het enig juiste kan de keuze van de
twee auteurs worden genoemd. Immers
Ionesco ligt met zijn absurde toneelstuk
ken in het artistiek verlengde van Alfred
Jarry. Maar ook dat wordt in deze opvoe
ring niet duidelijk.
KO VAN LEEUWEN.
UTRECHT. Onweerseffekten tot
kunst verheven, dansonderzoek op kleu-
temiveau, het martelen van een schitte
rende concertvleugel. Twee merkwaardi
ge theater-idioten, pointillistische mu-
ziekmomenten, een intense verveling en
wat geluiddempend gestoei op de stellin
gen.
Dat allemaal heeft Dansresearch uitge
bracht onder de titel een Environment.
vindnen ontoelaatbare con
currentie van amateurgroe-
pen. Er bestaat nu een oer
woud van impresario’s, kop
pelbazen, ronselaars en onze
ker handelende arbeidsbu
reaus. Sociale Zaken zou een
belangenloze, bindende ar
beidsbemiddeling moeten
oprichten. Veel kunstenaars,
musici vooral, zijn genood
zaakt „zwart” te werken, wat
de bond veroordeelt. De be
lastingdienst controleert
„met een fijne kam” op. het
ogenblik de inkomsten van
deze artiesten. Amateuristi
sche kunstbeoefening juicht
de KO-NW toe, maar „we
zijn diep teleurgesteld als de
zoveelste poging van profes
sionele popgroepen om
ook eens uit de subsidieruif
te mogen mee-eten, weer
schipbreuk lijdt”.
zijn in de zin van bijvoor
beeld ouderparticipatie op
muziekscholen. Kwaliteit
van vorming en onderwijs
moet gegarandeerd worden
door professionals, opgeleid
op conservatoria en acade
mies. De bond kan niet gedo
gen dat goedkope vrijwilli
gers de plaats van betaalde
arbeidskrachten zouden
gaan innemen. Het getuigt
van een bedenkelijk oppor
tunisme om uit overwegin
gen van bezuinigingen zo’n
beleid te voeren.
•/r Ann Hasekamp en Ton Lutz als moeder en vader Ubu bij het Publiekstheater.
v (Foto Kors van Bennekom).
ging, gebaseerd op een cul-
tuur-politieke vakbondsvi-
sie. Het bestuur van de KO-
NW presenteert de brochu
re, geschreven door voorzit
ter Hans Boswinkel (als ac
teur verbonden aan Pu
bliekstheater) en Giep Ha-
goort, beleidsmedewerker
van de FNV-bedrijfsbond,
die in oktober 1976 is opge
richt en thans ruim 3600 le
den telt, als een „aanzet tot
discussie”. In het voorjaar
van 1980 zullen op het con
gres van de KO-NW nadere
voorstellen besproken
worden.
In de nota over de positie
van de kunstenaar komen
verschillende problemen aan
de orde. In het door het kabi-
net-Van Agt gestimuleerde
vrijwilligerswerk ziet de KO-
NVV niets, of het zou moeten
ifl