Volgeschoten door Tscheu la Ling ,,Ik kon het prof-milieu niet missen” real door Ad Heesbeen Tranen Karakter Mentaliteit Victoria Regia Geen ramp 79-41 JO i i 1 1 V Ralf Edström terug in het topvoetbal ink- i tot rso- n wij lesie. week. «®ssK:siS»«»w STOPPER De Zweed bleek een gouden greep van Happel, want tot dusver produceerde hij veertien doelpunten voor Standard. Ook had Ralf Edström met twee treffers tegen Glenovan Belfast een groot aandeel in het bereiken van de derde ronde van het UEFA-cuptoernooi. Half Edstrom: ,,lk heb nooit het gevoel gehad, dat het met mijn voetbalcarrière afgelopen zou zijn". idag- i van strekt imers „Ik ben teruggegaan, omdat het me beter leek in mijn eigen land van die rugblessure te herstellen. Daar voel je je in zo’n situatie toch het prettigst. De clubs in Zweden geven spelers bovendien meer tijd om een blessure te laten genezen. Dat kan natuurlijk ook gemakkelijker, omdat bij ons heel anders zeg maar amateuristischer tegen het voetbal wordt aangekeken. Wanneer je bij een topclub als PSV speelt, is het vrijwel onmogelijk om rust te nemen, waardoor in feite een goed herstel wordt geblokkeerd. Vandaar ook dat ik na afloop van mijn contract bij PSV op geen enkele aanbieding serieus ben ingegaan. Anderlecht, Club Brugge en Bayern München wilden me destijds graag hebben, maar ik heb bewust zoveel geld gevraagd, dat het eigenlijk al bij voorbaat vast stond, dat het niet door zou gaan”. Veel plezier heeft Ralf Edström niet aan zijn hernieuwde kennismaking met zijn geboorteland gehad, althans niet in sportief opzicht, want zijn verblijf v. erd voortdurend gekenmerkt door werkonderbrekingen als gevolg van diverse ernstige blessures. Want, nadat Ralf Edström was verlost van zijn rugkwetsuur en voor zijn nieuwe club Göteborg kon uitkomen, scheurde hij tijdens de interlandwedstrijd tegen Noorwegen zijn kniebanden. De 27- jarige spits stond vervolgens acht .weken buitenspel en kon de training pas hervatten, toen het eerste deel van de competitie was Sinds een paar maanden is de Belgische voetbalclub Standaard Luik (Standard Liège) uit de anonimiteit getreden, waarin het door het uitblijven van aansprekende successen in eigen land- de club uit de Franstalige industriestad werd voor het laatst kampioen van België in 1971 de laatste jaren terecht was gekomen. De afgelopen maanden is daar verandering in gekomen. De resultaten in de Belgische competitie zijn tot dusver alleszins bevredigend de ploeg bivakkeert In de kopgroep en ook de prestaties in het UEFA-Cuptoernooi geven aanleiding tot tevredenheid, want het team bereikte onlangs de derde ronde door het Ierse Glenovan Belfast uit te schakelen. Een prestatie, die overigens schril afsteekt bij de verrichtingen van de overige drie Belgische afgesloten. Tijdens de tweede confrontatie na de winterpauze in april ’78 kwam Ralf Edström dermate ongelukkig op de grasmat terecht, dat zijn elleboog uit de kom schoot. Een nader onderzoek wees uit, dat er ook nog enige botjes in de arm waren versplinterd. Aanvankelijk bestond bij de Zweed de vrees, dat hij de wereldkampioenschappen voetbal in Argentinië wel kon vergeten, maar na een rustperiode en met hulp van een speciale bandage bleek spelen toch mogelijk en verantwoord. Hoewel Ralf Edström inmiddels volledig is hersteld, kan hij zijn arm echter niet optimaal meer gebruiken. Ondanks deze tegenslagen heeft de Zweed nimmer toegegeven aan boze tongen, die beweerden, dat hij zijn voetballoopbaan verder wel zou kunnen vergeten. vertegenwoordigers in de diverse Europa Cuptoernooien, want zowel landskampioen Beveren als Beerschot en Anderlecht overleefden de tweede ronde niet. De oorzaak van het feit, dat het Standard sportief gezien weer enigszins voor de wind gaat, moet voornamelijk worden gezocht in de veranderingen, die voor het nieuwe seizoen plaatsvonden. De meest ingrijpende wijziging was het aantrekken van Ernst Happel, die als oefenmeester onder meer in 1978 tijdens de wereldkampioenschappen voetbal in Argentinië als interim-bondscoach het Nederlands team naar een nieuw hoogtepunt stuwde. Verder was de Oostenrijker onder meer succesvol bij Feyenoord en Club Brugge. Een andere niet minder belangrijke Ralf Edström toe. „Zweden heeft vrijwel alleen clubs, die op semi- profbasis werken. Er zijn wel verenigingen, die fullprofs hebben, maar dat zijn er maar een paar. Ook ik was semiprof bij Göteborg. Dat betekende vijf a zes keer trainen per week en daarbij nog eens vier uur of meer werken per dag. Ik kreeg vrijwel geen rust meer, kon me onvoldoende op het voetbal concentreren en zag mijn vrouw en zoontje Pierre nauwelijks meer. Dat was een bijzonder onbevredigende situatie, waarop mijn vrouw en ik hebben besloten dat we zouden vertrekken, wanneer ik als fullprof bij een club zou kunnen spelen”. „Ik heb er overigens absoluut geen spijt van dat ik destijds naar Zweden ben terug gegaan. Het was een zeer nuttige periode, waarin ik het voetbal op een andere manier heb leren bekijken. De totale aanpak staat me echter tegen en ook de sfeer en de entourage in de stadions zijn totaal verschillend met landen als Nederland en België. Dat neemt niet weg, dat het voetbal in Zweden zich in positieve zin ontwikkelt. De kloof met veel Westeuropese topclubs is niet zo groot meer. Dat heeft Malmö (verliezend finalist in het Europa cup 1-toernooi in mei van dit jaar, red.) aangetoond”. fraaie knal met zijn linkervoet tegen de paal, althans tegen de bal die vervol gens tegen de paal knalde, dat was zijn dichtsbijzijnde doelpunt. Maar het gaat bij Ling niet om het maken van het doelpunt, maar om het maken van de opening naar het doelpunt, net als bij Coen Moulijn indertijd. ingreep was het contracteren van de Zweed Ralf Edström, die twee jaar geleden naar zijn geboorteland terugkeerde na een verblijf van vier seizoenen bij PSV. Bij de Eindhovense club ontwikkelde de 1.91 m. lange Ralf Edström zich tot een zeer produktieve puntspeler. Hij maakte maar liefst 120 goals en verwierf zich door die trefzekerheid de bijnaam „Het Gouden Hoofd”. Na een langdurige rugblessure maakte Ralf Edström zijn comeback in Zweden bij IFK Göteborg, voor welke club hij twee seizoenen uitkwam. Een periode, waarin hij door een aaneenschakeling van blessures werd gedwongen lange tijd rust te nemen. Weliswaar kwam Ralf Edström tussentijds voor het Zweedse nationale elftal in actie, zoals bijvoorbeeld in aan begonnen. Bij een vereniging met zoveel mogelijkheden zie ik het wel zitten. Happel is weliswaar niet erg spraakzaam, maar het is een kundige oefenmeester, dat heeft hij inmiddels bewezen. Bovendien is hij eerlijk en correct en dat zijn voor mij twee belangrijke punten”, aldus de Zweed, die bevestigt dat ook PSV-coach Kees Rijvers een paar keer in Göteborg is geweest om hem te bekijken. „Ik speelde toen kennelijk niet zo best, want hij liet me later weten dat hij nog even wilde wachten met het nemen van een beslissing. In de tussentijd kwam Standard en daarmee had ik snel een akkoord bereikt. Ajax meldde zich ook nog, maar dat was een dag nadat ik had getekend”. Of Ralf Edström op het aanbod van de Amsterdamse club zou zijn Ik ben ook nog een keertje volgescho ten, u kent dat wel: de ogen schieten opeens vol tranen. Bij voetbal heb ik dat, als ik het goed heb uitgerekend, ééns in de tien jaar, in de bioscoop eens in de tien films, en verder natuurlijk eens in de tien bladzijden van het boek „Koot graaft zich autobio” van Kees van Kooten. De eerste voetbalkeer was bij Abe Lenstra, en heb ik in een gedicht beschreven: Argentinië, maar regelmatig moest de lange Scandinaviër het laten afweten. Insiders geloofden derhalve niet meer in een terugkeer van Ralf Edström op het internationale voetbalfront. Totdat Ernst Happel op zoek naar een bruikbare centrumspits in Zweden verscheen. Aan één wedstrijd had de coach van Standard genoeg om Ralf Edström op zijn waarde te schatten en hem voor twee jaar aan de club te binden. ingegaan, moet overigens sterk worden betwijfeld. Stelt Ralf Edström: „Ajax is een topclub, waar het leveren van prestaties centraal staat. Wat er echter ook wordt bereikt, het blijft allemaal een doodnormale zaak. Een kampioenschap bij zo’n vereniging is een absolute voorwaarde. Dat ligt bij Standard wel even anders. Ook met dit team wordt bewust naar een landstitel toegewerkt, maar op een wijze, die mij veel meer aanspreekt. De laatste keer, dat Standard kampioen van België werd, was acht jaar geleden. Stel je eens voor wat het zou betekenen, wanneer we dit jaar die titel zouden binnenhalen. Dat zou een geweldige opleving tot gevolg hebben. Mijn betrokkenheid met deze club is dan ook bijzonder groot. Dat is En dan al die regeltjes onder elkaar. De bundel waarin het verscheen is van 1957, de ervaring van die traan op ’t asfalt van de kunst zal van iets vroeger hebben gedateerd, toen Abe nog in top vorm was. Omstreeks 1970 heb ik die ontroering bij de een of andere actie van Johan Cruijff wel weer eens ondervon den, al herinner ik me het moment niet meer, maar wel weet ik dat ik het weer had toen Panenka in de beslissingswed strijd West-Duitsland-Tsjechoslowakijë „In het Stedelijk Museum hangt een Klee. Ik vindt het mooi maar ik kan er niets mee doen. Een warme violist speelt Haendel in 't Concertgebouw. Ik vind het mooi maar ik kan er niets mee doen. Alleen als Abe Lenstra zwijgend speelt met tegenstanders en een oerbesef, laat ik een traan op ’t asfalt van de kunst. Want ik vind het mooi: ik kan er niets aan doen". En afgelopen woensdagavond had ik het dus weer, tijdens het voorspel van Ajax’ achtste doelpunt. Tscheu La Ling dolde alle hem onringende Cyprioten, ging in zijn kleine achtertuintje bij de comervlag een paar keer heen en weer, ijsberend met de bal, gaf nog net bijtijds af, voorzet volgde en Lerby scoorde 8-0. Opeens zag ik veld en spelers in glitter- licht, maar ik zag nog wel hoe alle Ajacieden niet naar Lerby toeholden, maar naar Tscheu La Ling, hoewel die niet eens de „assist”, de beslissende voorzet had gegeven. Daaruit blijkt dus wel, dat die Ajaxspelers verstand van voetbal hebben! bij het strafschoppen nemen na afloop de beslissende strafschop midden door het doel met een tergend langzaam boogje over Sepp Maier heen lepelde, wel wetend dat Suffe Seppie een mach tige duik naar een der beide hoeken zou nemen. Ik denk dat dat toch wel mijn allermooiste moment als voetbalkijker is geweest. Ericsson mij niet meer geselecteerd. Waarom? Ik weet het niet. Een duidelijk antwoord op die vraag heeft hij me niet gegeven. Ik heb het trouwens toch nooit goed met hem kunnen vinden. Die man is niet eerlijk en bovendien speelt hij diverse selectiespelers tegen elkaar uit. Ik vind het dan ook niet zo erg dat ik er op dit moment niet meer bij zit, al hoor ik er eigenlijk wel in te staan, als ik de selectie van nu bekijk. Na de 4-1 nederlaag tegen Tsjecho-Slowakije drie weken geleden vroegen Zweedse journalisten, waarom ik niet was geselecteerd. Ericsson zei toen, dat hij geen telefoonnummer van me had. Dat is toch ongelooflijk! Volgend jaar komt er een andere bondscoach, Lars qrnessen. Hij is nu trainer van 0ster en was in ’74 assistent van Ericsson tijdens de wereldkampioenschappen in München. Wanneer hij het over neemt, ben ik er ongetwijfeld weer bij”. De nieuwe technische man zal zich dan moeten richten op het kwalificatietoernooi voor het wereldkampioenschap, dat in 1982 in Spanje wordt gehouden, want onlangs werd Zweden uitgeschakeld voor het Europees kampioenschap voetbal, dat in 1980 in Italië plaats vindt. pen i en ;tra- t Per- JO, Ralf Edström: „Ik heb nooit echt het gevoel gehad, dat het met mijn carrière afgelopen zou zijn. Ik was er van overtuigd dat ik terug zou komen. Veel mensen twijfelden daar aan. Ik heb er erg veel voor moeten doen, maar het is gelukt en daarmee heb ik bewezen, dat ik in tegenstelling tot wat wel eens is gezegd wel degelijk over karakter beschik”. Heel wat voorspoediger verliep het tweede seizoen voor Ralf Edström bij Göteborg. Uit onvrede met het semiprofbestaan hield hij het na dat jaar niettemin voor gezien. „Ik bleek het profvoetbal niet te kunnen missen”, zo licht de uitstekend Nederlands sprekende Hoewel diverse gerenommeerde clubs uit Duitsland, Spanje en Nederland (PSV en Ajax, red.) veel belangstelling aan de dag legden voor Ralf Edström, tekende hij voor het internationaal niet zo hoog in aanzien staande Standard Luik. „Op aanbiedingen uit Duitsland en Spanje ben ik niet ingegaan, omdat de mentaliteit in die landen me niet aanspreekt. In België en Nederland is de sfeer heel anders. Dat het tenslotte Standard Luik is geworden, komt voornamelijk door het feit, dat Ernst Happel daar de trainer is. Happel ziet wat in Standard, anders was hij er nooit Ik kwam alleen maar om naar Tscheu La Ling te kijken, in een wedstrijd waarin hij technisch zo superieur zou zijn aan zijn tegenstanders dat hij, ook al zouden die hem hard willen aanpak ken, tegen Omonia ongeveer net zo zou kunnen spelen als tegen Nederlandse eredivisiespelers die hem niet met un faire middelen probeerden af te stop pen. Schreef Joop Niezen het niet deze week nog in Voetbal International? Wat beweegt een mens om naar Ajax- Omonia te gaan, de beroemdste club ter wereld tegen de beroemdste club van Cyprus? Niet alleen gemakzucht. Lek ker dichtbij. Niet een halve dag onder weg voor anderhalf uur voetbal, op tijd terug voor Studio Sport. Op de perstri bune was ik gewoon maar ergens gaan zitten, maar ik werd weggestuurd door Bobby Vosmaer en Hans Erkens, ik zat op hun plaats. „Ja, maar ik ben al een heel oud sportjournaliste, slecht ter been probeerde ik in een poging hen te vermurwen, terwijl ik me plotseling herinnerde hoe ik, als aankomend sport journalist, óók een keer, toen de perstri bune overbelast was, door een oudere ANP-collega werd verjaagd omdat ik op zijn legitieme plaats zat. Opeens besefte ik dat Bobby en Hans nog veel slechter ter been zijn dan ik, en grootmoedig ben ik ergens anders gaan zitten, ik weet hoe het hoort. Ik hoef er tenslotte niet echt over te schrijven, over zo’n wed strijd tussen de kampioen van Neder land (14 miljoen inwoners) en de kampi oen van Cyprus (600.000 inwoners), dus omgerekend tussen de kampioen van Nederland en de kampioen van Fries land, SC Cambuur dus. Welnu, de tackles van de Cyprioten waren NIET meedogenloos, die jongens speelden heel matig, maar ook heel sportief, een feit dat door de drie gele kaarten die ze desondanks toebedeeld kregen ten onrechte versluierd werd, en Ling (of La Ling, dat weet ik nog steeds niet) kreeg inderdaad de ruimte. Zijn creativiteit bloeide gedurende die ene avond op als een Victoria Regia, en hij was nog effectief ook. Hoeveel doelpun ten heeft hij dan gescoord van die tien, zult u willen weten? Niet één dus. Een Maar misschien toch nog het meest efficiënte in zijn passeertechniek is, dat hij zijn opmars langs de lijn het liefst een beetje van de zijlijn af begint, zodat hij, bij het op snelheid passeren van zijn directe tegenstander, de bal niet alleen rechts langs deze naar voren plaatst, maar ook nog een beetje naar rechts, naar de zijlijn toe, zodat die tegenstan der de bal niet alleen niet kan toucheren omdat hij net iets te laat komt, maar ook, als hij wél alert reageert, met zijn uitgestoken been een decimeter te kort komt omdat de bal een beetje van hem vandaan werd geplaatst. Ling zwenkt dan even mee naar rechts en laat de tegenstander ontredderd achter in het koele gras. I Ralf Edström heeft er nooit een geheim van gemaakt, dat hij twee jaar I geleden bepaald niet uit idealistische overwegingen zijn profstatus als t voetballer bij PSV heeft ingeleverd. Heimwee en een hardnekkige rugblessure een soort ischias voerden de Zweed terug naar zijn vaderland, waar hij om zijn gezin te kunnen onderhouden een part- timebaantje accepteerde op de reclame-afdeling van een grootwinkelbedrijf en een contract tekende als semiprof bij IFK I Göteborg. „Want de tactiek is een keurslijf gewor den, in het veld overheersen de plichten, de mandekking wordt tot vervelens toe uitgevoerd, de tackles zijn meedogen loos. Het gevolg van dit alles is dat er geen ruimte meer is voor creatieve voet ballers. Pas als de omstandigheden een beetje meezitten blijkt de creativitetit van Ling wél op te bloeien. En boven dien effectief”. Het duo Ernst Happel en Ralf Edström, dat voor een sportieve doorbraak bij Standard Luik moet gaan zorgen De passertechniek van Ling kent ver schillende facetten. Hij gooit de bal vanuit stilstand langs zijn tegenstander en glipt deze dan op pure startsnelheid voorbij. Hij stopt in volle ren abrupt af, waardoor de hem achtervolgende tegen stander machteloos doorboldert, of, zo als zijn Cyprische tegenstander, nog meters doorglijdt over de uitlijn om pas tegen de afrastering tot stilstand te komen. Verder beschikt hij over een schijnbeweging die ik een ander nooit heb zien volvoeren, en die ook tamelijk ingewikkeld in elkaar zit. Het is een soort dansje over de stilliggende bal heen, er zit een beweging naar rechts in (tegenstander trapt er niet in), gevolgd door een beweging naar links (dit is het moment.', denkt de tegenstander, en hij hapt gretig toe), waarna Ling de bal toch nog met de rechtervoet, als besluit van zijn slangedansje, rechts langs de tegenstander weet te plaatsen. „Jammer, maar geen ramp”, vindt Ralf Edström. „Een wereldkampioenschap is veel belangrijker. Dat wordt door iedereen veel hoger aangeslagen”. De Standard-troef kan wat dat betreft uit eigen ervaring spreken, want zowel in München als in Argentinië maakte hij deel uit van de Zweedse selectie. De minst prettige herinneringen heeft Ralf Edström overgehouden aan het WK in Zuid-Amerika. Enerzijds door de steeds terugkerende moeilijkheden met Aby Ericsson en anderzijds door het feit, dat hij vanwege een armblessure niet optimaal kon presteren. Ook de gespannen politieke situatie in dat land heeft Ralf Edström niet onberoerd gelaten. Voor het toernooi bracht hij zelfs tot zijn eigen verbazing („Ik ben niet in politiek geïnteresseerd, ik stem ook nooit”) een landelijke discussie op gang, toen hij in een column in een plaatselijke Zweedse krant wat van zijn angst liet blijken voor de onrust in Argentinië. Een lawine van reacties was het gevolg en er werd op alle niveaus uitvoerig gediscussieerd over de vraag of Zweden wel zou moeten deelnemen. De nationale selectie ging tenslotte toch, „maar”, zo weet Ralf Edström, „we hebben toch iets losgemaakt bij de mensen en him gewezen qp de situatie in dat land. Echt bang ben ik trouwens niet geweest. Wel hebben ze me een keer onverwacht meegenomen naar de kelder van ons hotel, waar ik al mijn papieren moest laten zien. Alleen toen heb ik me echt bedreigd gevoeld”. eveneens een van de redenen, dat ik voor Standard heb gekozen”. Tevreden over zijn eigen spel bij zijn nieuwe werkgever is Ralf Edström overigens nog niet. „Ik scoor wel, maar ik speel zeker nog niet goed. Volgens mij ligt dat aan het feit, dat dit team nog onvoldoende op elkaar is ingespeeld. Van een hecht teamverband is in elk geval geen sprake”, aldus de Zweedse scherprechter, die benadrukt, dat hij via Standard Luik wil trachten zijn plaats in het nationale Zweedse team veilig te stellen. Een positie, die hij is kwijtgeraakt, omdat hij volgens bondscoach Aby Ericsson in de interland tegen Finland niet voldeed. Ralf Edström, die totaal 35 maal voor de nationale formatie uitkwam: „Na die wedstrijd heeft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 27