1 Kritiek op verslaggevers OOK IN OOST-TIMOR AFSCHUWELIJKE HONGERSNOOD M door Bob Mantiri Transportprobleem Onveiligheid Doden ophalen Eerste keer 4 t A l iF A te?O- Voor het eerst sinds de machtsovername op het eiland Oost-Timor door Indonesië hebben journalisten van de Indonesische autoriteiten toestemming gekregen om de voormalige Portugese kolonie te bezoeken. Een weeklang doorkruiste onze correspondent in Jakarta, Bob Mantiri, samen met de Australische correspondent Peter Rodgers, ongehinderd het gebied, waar enorme hongersnood heerst. De eerste berichten over de bevindingen van de twee verslaggevers veroorzaken nu al hevige opschudding in Australië en Indonesië, waar men niet zou hebben geweten dat de situatie op Oost- Timor zo ernstig is. Bijgaand het exclusieve relaas van Bob Mantiri over Oost-Timor, waar duizenden mensen op de rand van leven en dood balanceren. Driehonderdduizend mensen balanceren op de rand van leven en dood op Oost-Timor, de voormalige Portugese kolonie die drie jaar geleden door Indonesië is ingelijfd als zijn 27e provincie. Een ernstige hongersnood heeft het eiland in zijn dodelijke greep en volgens het Internationale Rode Kruis (IRC) en de katholieke hulporganisatie CRS, die een massale hulpactie zijn begonnen, is de situatie in deze Indonesische provincie „even dramatisch als toen in Biafra en nu in Cambodja”. 't !V i lllll H z i; fc:. 'W 4 van leven en dood AUSTRALIË austraLiscn» voedselhulp voor oost-timor INDQHESI TIMOR De hulporganisaties leveren een gevecht met de tijd. Voor de natte moesson invalt, in december, moet het grootste deel van de hulpgoederen binnen zijn en uitgedeeld onder de slachtoffers van de bloedige burgeroorlog, die acht maanden heeft geduurd en volgde op het haastige vertrek van de Portugezen (in december 1975) uit hun kolonie, en de militaire zuiveringsacties van het Indonesische leger tegen het revolutionaire linkse front Fretilin. Het Front, dat voor een onafhankelijk Oost-Timor streed, moest het onderspit delven tegen de gefrustreerde militia van rechtse en pro-Indonesië gezinde politieke partijen, die in het laatste stadium van de strijd werden geholpen door het Indonesische leger. Toen het Fretilin zijn greep verloor op het volk, en de mensen die met geweld naar de bergen waren gevoerd om als lastdrager te fungeren en voedsel moesten verbouwen voor de revolutionairen, naar hun inmiddels verwoeste dorpen terugkeerden, was er bij hun terugkeer geen eten meer. In hun afwezigheid hebben zij vier oogsten gemist en aan de akker- en rijstbouw en veeteelt is niets gedaan. De droogte die het land lange tijd teisterde, gaf er een dramatische dimensie aan. De grootste concentratie teruggekeerde vluchtelingen is te vinden in de dorpen in de driehoek tussen de steden Baucau, Viqueque en Los Palos, in het oostelijke deel van het eiland. streng toezicht op dat er geen onregelmatigheden gebeuren met de medicijnen en blikken melkpoeder”. Frank Carlin, regionaal directeur van CRS, zegt dat men de volle medewerking krijgt van de militaire autoriteiten in Dili. „Zo werd ik door de commandant gewaarschuwd dat er drie Indonesiërs in Dili waren aangekomen, die probeerden een slaatje te slaan uit de situatie”: CRS heeft in totaal 8200 ton aan hulpgoederen ter waarde van 6,5 miljoen dollar beschikbaar gesteld voor de Oosttimorese vluchtelingen. Het grootste deel ligt nog in de opslagplaatsen in Jakarta en Soerabaja en wacht op verscheping naar Dili. „De moeilijkheid is dat niet veel scheepvaartmaatschappijen de goederen naar Dili willen varen, omdat de schepen leeg terug moeten. En dat betekent voor hen verlies”. Ook het Internationale Rode Kruis kampt met transportproblemen. Maar voordat het IRC zijn werk begon, is eerst een onderzoek ingesteld op welke manier de goederen snel en efficiënt naar de noodgebieden konden worden gebracht. Verzending over land is een tijdrovende bezigheid, zegt de technische adviseur van IRC, Cedric Newkomm. „Wij hebben toen besloten om helikopters te gebruiken. Op het hoofdkwartier in Genève dachten ze dat ik gek was geworden. Maar de helikopter is het enige middel van transport dat in deze situatie oplossing kan brengen”, aldus Newkomm. Het IRC heeft twee helikopters van het type Alouette en een klein vliegtuigje gehuurd. De en het Indonesische Rode Kruis moet in een half jaar zijn gerealiseerd en dan moeten de vluchtelingen voor zichzelf zorgen. Zowel het IRC als de CRS zeggen tevreden te zijn over de medewerking van de Indonesische autoriteiten. Technisch adviseur van IRC, Cedric Newkomm: „In nog geen twee dagen werden de papieren voor de aangekomen goederen in Jakarta af gehandeld. Bovendien bleek dat niet één pakje is geopend. Ik kon dat niet geloven”, aldus Newkomm. Duidelijk is wel dat de twee organisaties, al zouden zij op moeilijkheden stuiten, het niet aan de grote klok durven hangen uit vrees dat hun hulpactie erdoor in gevaar wordt gebracht. Waarover men zich wel verwondert, is waarom de Indonesische regering pas nu de hulporganisatie toelaat, drie jaar na de inlij ving van deze Portugese kolonie. maar niettemin sneuvelen er, naar verluidt, per week een tot twee soldaten door acties van sluipschutters van het Fretilin. Schattingen over de sterkte van deze restanten van het Fretilin- leger lopen nogal uiteen. Militaire kringen in Baucau schatten het aantal guerrilla’s op 30, de inlichtingendienst in Dili tussen de 300 en 400. Zij zouden elk vuurcontact uit de weg gaan, bezitten wel wapens, maar geen munitie en zijn mensenschuw geworden. Maar CRS daarentegen beweert dat er tussen de 800 en 1000 Fretilin-soldaten zijn, die een zwervend bestaan leiden in voor de Indonesische militairen ondoordringbaar gebied, waar de malariamuskiet heer en meester is. De Indonesische autoriteiten zullen een onderzoek instellen naar de onthullingen van Bob Mantiri (zoals hierbij weergegeven) en een Australische collega over de hongersnood op Oost-Timor. Dat is aangekondigd door de Indonesische minister van sociale zaken. Zijn collega van buitenlandse zaken, dr. Mochtar Kusumaatmadja, heeft inmiddels toegegeven dat op Oost-Timor hongersnood heerst. De militaire autoriteiten op het eiland ontkennen dit echter en menen dat de berichtgeving van de twee journalisten niet juist is. WW In de eerste plaats kan hij zich niet herinneren dat het ministerie een volkstelling heeft gehouden. Er zijn wel plannen daartoe, maar er is tot dusver nog niets gedaan. In de tweede plaats, zo zegt Lopes da Cruz, is het mogelijk dat het leger een volkstelling houdt in die gebieden waarvan wordt verondersteld dat het nog niet Fretilin-vrij is. Ten slotte vraagt hij zich af waarom het leger een volkstelling zou houden, terwijl de provinciale regering zelf onlangs een telling heeft gedaan onder de bevolking. Daaruit is gebleken dat er in de periode 1978-’79 in totaal 522.433 Oosttimorezen zijn in de 13 districten. In 1974, onder Portugees bestuur, telde volgens de provinciale regering Oost-Timor 653.211 zielen. „Als de cijfers van James Dunn serieus moeten worden genomen, dan moet er op Oost-Timor een kernoorlog zijn geweest”, zo merkte hij op. Maar wat er ook waar is van de cijfers, zo menen de vertegenwoordigers van de hulporganisaties, één ding moet duidelijk voor ogen worden gehouden: Indonesië heeft deze voormalige Portugese kolonie ingelijfd en is daarom verantwoordelijk voor het wel en wee van dit volk, ook als straks het Internationale Rode Kruis en de CRS klaar zijn met hun hulpactie. En dat, zo menen zij, is een gigantisch karwei, te meer omdat de Portugezen na 500 jaar heerschappij over dit eiland hun voormalige kolonie hebben achtergelaten in dezelfde primitieve toestand, zoals zij dat eeuwen geleden hebben aangetroffen. CRS is in september met haar activiteiten begonnen. De katholieke organisatie heeft 120 dorpen met in totaal 240.000 mensen onder haar hoede genomen. De meeste goederen worden in landingsboten van de Indonesische marine naar kustplaatsen in de buurt van de noodgebieden gebracht en vandaar uit met vrachtwagens verder getransporteerd naar de dorpen. „De hulpverlening”, zegt veldwerker Damasus Kaut van CRS, „verloopt traag. Transport is het belangrijkste probleem waar wij mee kampen. Er zijn te weinig vrachtwagens”. Vertraging in de hulpverlening betekent dat de goederen te lang in de opslagplaatsen blijven liggen, waardoor de kans op diefstal en corruptie wordt vergroot. „Maar", zegt Damasus, „wij houden er Carlin en Delapraz menen dat de veiligheid tien maanden geleden nog een probleem was voor de Indonesische strijdkrachten. Men kon zich niet vrij bewegen op het eiland als gevolg van de militaire zuiveringsacties tegen de restanten van het Fretilin-leger dat zich in de bergen had verborgen, een gebied dat zich bij uitstek leent voor een guerrilla-oorlog. Maar de dood van Fretilin-leider Nicolau Lobato, een van de topmensen van het Centraal Comité van het Fretilin, die op 28 november 1975 de onafhankelijkheid uitriep van Oost- Timor, bracht daarin een beslissende ommekeer. Op oudejaar 1978 werd Lobato door een eenheid, bestaande uit Oosttimorese militairen, in de bergen bij Maubisse ten zuiden van Dili doodgeschoten. Nu kan men op het eiland zonder enig gevaar rondlopen, hoewel er volgens de Indonesische inlichtingendienst nog wel enkele tientallen Fretilin-strijders in de bergen rondzwerven. De Fretilin- strijders houden zich volgens de CRS op in de buurt van Los Palos. De militaire legerleiding kwalificeert hen als „ongevaarlijk”, De burgeroorlog heeft aan vele duizenden burgers het leven gekost. Maar ook aan Indonesische kant sneuvelden evenzovele soldaten. Eens in de week landt in Dili een militair transportvliegtuig om de kisten met gesneuvelde soldaten op te halen. De voormalige Australische consul in Dili, James Dunn, heeft onlangs een rapport het licht doen zien, waarin hij de Indonesische regering beschuldigt van genocide. In 1974, zo staat in het rapport, telde Oost- Timor 688.000 zielen, nu zouden er volgens een onderzoek van het ministerie van Defensie in Jakarta nog maar 330.000 mensen zijn. Dat betekent dat de helft is omgekomen. De waarnemend gouverneur van Oost-Timor, Francisco Xavier Lopes da Cruz, vindt dat een nogal krasse conclusie. Het is overigens de eerste keer dat westerse journalisten (een Australiër, een Westduitser, chef van het Reuter-bureau in Jakarta en een Nederlandse journalist) door de Indonesische regering op Oost- Timor werd toegelaten. In de week dat wij daar hebben gezeten, konden we overal heen gaan waar wij naar toe wilden. Er was ons geen bewegingsbeperking opgelegd, noch werden wij gevolgd. I op zoek naar voedsel, kom je tegen op de weg van de hoofdstad Dili naar Baucau, een afstand van 150 kilometer, waarover je een halve dag doet. De weg gaat dwars door de woestijn, langs zanderige weggetjes, droge akkers, opgedroogde rivierbeddingen, kapotte bruggen. Eenzelfde beeld komt men ook tegen op de weg naar Hatolia, ten zuidwesten van Dili, 1000 meter hoog in de bergen. De weg slingert zich erheen door dichte oerwouden, over smalle, modderige wegen, langs diepe ravijnen en nauwe bergpaadjes. Indonesische luchtmacht kon ons zelf niet helpen, omdat zij zelf een tekort heeft aan helikopters”. Voor luchttransport heeft het IRC, volgens regionaal directeur David Delapraz, anderhalf miljoen Zwitserse frank uitgetrokken. „Dat is knap veel, maar het gaat hier om mensenlevens. Dan moet geld geen rol spelen”. Dat bedrag is een zesde van de begroting die is geraamd op 13 miljoen Zwitserse frank. „We hebben een bedrag van zeven miljoen definitief toegezegd gekregen, maar we moeten nog zes miljoen bij elkaar halen”, zegt Delapraz. Het Nederlandse aandeel in die begroting is een half miljoen gulden. Het IRC heeft acht dorpen uitgekozen voor zijn hulpprogramma, met in totaal 60.000 mensen, die allen directe intensieve medische zorg nodig hebben. „Als zij dat niet krijgen, gaan zij er onherroepelijk onder door”, zegt dr. Saronto Martoyudo, staflid van het Indonesische Rode Kruis. Het programma van het IRC Dr. Mochtar verklaarde dat Indonesië alles in het werk stelt om de bevolking van Oost-Timor te helpen en daarvoor ook steun uit het buitenland zal accepteren. Volgens dr. Mochtar is het transportprobleem de voornaamste oorzaak voor het traag verlopen van hulp aan de bevolking. De Indonesische minister schoof de schuld voor de onhoudbare voedselsituatie in de schoenen van de onafhankelijkheidsbeweging Fretilin. Met ons de schuld geven bereikt men niets, aldus Mochtar, want Indonesië doet alles om de bevolking van Oost-Timor te helpen. Intussen heeft Kopkamtib, de binnenlandse veiligheidsdienst van Indonesië, geprobeerd te voorkomen dat foto’s van de hongerenden op Oost-Timor werden overgeseind naar Australië. Dat vertelde de Australische journalist van de Sydney Morning Herald aan onze correspondent. Hij kreeg de foto's toch in zijn krant door ze met een vliegtuig naar Australië te sturen. De Morning Herald publiceerde ze met het bijschrift: „De foto's die Indonesië u niet wil laten zien”. U vindt foto’s van Mantiri van dezelfde strekking op deze pagina. Het gezaghebbende Engelstalige blad Indonesian Observer en het blad Merdeka besteedden ruime aandacht aan de onthullingen over de situatie op Oost-Timor. Beide, in Jakarta uitkomende, bladen vragen om een regeringsonderzoek. „Wij horen zoveel over Bangladesj en Cambodja, maar er gebeurt niets als het hier in ons land gebeurt”, aldus de Indonesian Observer. Balanceren op de rand -canoarra, nov. (ap)- australis zal Binnenkort 30 ton vitamlne- oiscuits overvliegen naar oost-timor. de zending maakt deel uit van een hulpprogramma ten bedrage van 333.000 australlsche dollar (ongeveer 732.000 gulden), dit is donderdag bekend gemaakt door de australische minister van buitenlandse zaken andrew peacock. De Australische journalist, Peter Rodgers van de Sidney Morning Herald, en ik hebben in het oostelijke deel van het eiland een aantal dorpen bezocht in de buurt van Baucau, Oosttimors tweede grote stad na Dili. Wat we daar I zagen tart alle beschrijvingen: kinderen en volwassenen met opgezette buiken, tot op het bot vermagerd, hoofden als doodskoppen, wandelende skeletten, het naakte lichaam j aangevreten door ziekten. De vele I kinderen die wij tegenkwamen, van wie een groot aantal wezen, waren als gevolg van de honger en ellende I in hun groei blijven steken, zodat I een 15-jarige jongen er uitzag als een kind van vijf jaar. Dit beeld zagen we in Laga, een half uur rijden van Baucau, waar volgens de CRS dagelijks negen tot tien mensen sterven. Een veldwerker van de CRS vertelde dat tientallen die na lange tijd weer eten krijgen, overlijden omdat het lichaam het voedsel niet meer kan verwerken. En nog steeds komen zij bij tientallen uit de bergen, waar ze lange tijd hebben rondgezworven op de vlucht voor de oorlog, en wachten in de dorpjes aan de voet van de bergen op hulp. I Het beeld van de hongerende mens, .7 l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 19