H
I
contra Hartstichting
Pluim vee’’-Mellema
j
HANS WERKMAN BELEEFDE
HERSTEL ZEER BEWUST
rJ
o
DE HEKSENJACHT OP HET El
Ontmaskering
door Jos Bouten
Angst meedragen
-**j
11
R
Mus
Voorlichting
I
rss
I
Vóór zijn hartoperatie was hij een ander
mens. Door zijn vernielde hartklep
mocht hij zich niet moe maken. Wel
christelijke scholengemeenschap in
Barneveld, maar ook flink aanpakken
bij zijn verhuizing van Zutphen naar
Amersfoort. „Ik heb er een tennisarm
van gekregen”, zegt Hans lachend,
„toch wel een duidelijk bewijs dat ik
niets meer mankeer”.
rustig voortbewegen en zittend les
geven, het leven van een halve
invalide. Toen Hans te horen kreeg, dat
hij zich moest laten opereren heeft hij
ook de felle angst gekend die legio
hartpatiënten doormaken. Het verschil
met anderen is, dat hij zich er bovenuit
gewerkt heeft en van een afstandje
heeft bekeken wat er met hem
gebeurde vanaf het eerste onderzoek
tot en met de operatie. „Als je weet wat
Zijn waarnemingen en ervaringen heeft
hij verwerkt in een boek dat onder de
titel „Het hart op tafel” onlangs is
verschenen. Prof. dr. P. J. Kuijpers
staat garant voor de juistheid van de
medische informatie. Van de eerste
drieduizend exemplaren was binnen
tien dagen de helft al verkocht.
ze met je gaan doen krijgt de angst
minder kans”, zegt Hans.
U mag alles van Hans Werkman zeggen maar noem hem geen hartpatiënt. ,,Dat ben ik nu niet
meer zegt hij.Het gebeurt zo gauw, dat iemand een verkeerd naamkaartje krijgt
omgehangen. Er zijn altijd wel lieden, die in een geurtje willen staan, het leuk vinden om
ontzien te worden maar daarmee is uiteindelijk niemand geholpen. Een mens moet niet te veel
worden beklaagd, ook geen hartpatiënt. Het gebeurt te vaak dat zo 'n man voorgoed buiten het
arbeidsproces wordt gezet, ook wanneer hij na een gelukte operatie geen patiënt meer is.
Hem is nu eenmaal het etiketjekneusopgeplakt en een stigma kan zelfs de beste chirurg
van de wereld niet verwijderen
De lae
van O
bankt
voorzi
van G
de bei
dat ith
geldh;
I
„Als het stil is in de klas, is „het ding”
goed te horen. Dan wordt er wel eens
geroepen: „Hé meneer, wat tikt uw
horloge hard”. Dat „ding” is een
kunstklep, die ruim twee jaar geleden in
het hart van Hans Werkman, leraar
Nederlands en publicist, werd gezet.
Zijn operatie in Houston verliep zonder
problemen. Hij kan alles weer doen en
laten wat-ie wil. Niet alleen les geven
op het Johannes Fontanuscollege, een
iiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu
II
1
Hartpatient
kan angst
baas worden
c
Oegam
waarmt
Hans Werkman heeft recht van spreken. Hij heeft
de angst voor „de” ziekte zelf gekend en zich
duizenden vragen gesteld. Wat gebeurt er met me
tijdens het onderzoek? Kom ik wel levend van de
operatietafel? Hoe verwerkt mijn gezin de ellende
waarmee ik tob? Zal ik nog wel aan de slag kunnen
komen als ik beter ben? Hij heeft zich door de
vragenstroom niet omver laten duwen. Hans: „Ik
was ervan overtuigd, dat ik overeind zou kunnen
blijven als ik serieus probeerde antwoorden te
vinden. Dat is me ook gelukt. Het hartonderzoek
bijvoorbeeld heeft mij een hoop wijzer gemaakt. Ik
heb gezien op de monitor hoe de specialist een dun
slangetje (catheter) in mijn lies schoof en omhoog
duwde naar het hart. Wat ik niet begreep kon ik
vragen, met als resultaat dat ik naderhand in staat
was mijn ervaringen op te schrijven”.
- Ja, uw boek geeft er blijk van dat u weet wat
hartpatiënten moeten meemaken.
Hans: „Ze moeten de angst zo lang met zich
meedragen. Laat ik mezelf maar nemen, ik ben nu
veertig jaar, maar als jongen van achttien wist ik al
dat er iets aan mijn tikker niet deugde. Vijftien jaar
later werd het ernstig. Door de gevolgen van de
reuma waaraan ik als kind had geleden was een
van mijn hartkleppen zodanig aangetast, dat ik
zwaar ziek werd. Ik knapte wel op, maar ik kon niet
veel meer doen. De spanning in mezelf en het gezin
steeg sneller naarmate het moment van het
onderzoek naderde. De onrust werd acuut na het
vonnis: „opereren”.
Hans: „Ja, ik ben in de tijd vóór mijn operatie met
veel lotgenoten aan de praat geraakt. Velen gaan
gebukt onder een verpletterende angst voor het
onbekende. Dat komt nog eens bovenop het fysieke
lijden waardoor de gezondheid nog meer gevaar
loopt dan onvermijdelijk is. Op weg naar Houston
heb ik gemerkt aan welke emoties hartpatiënten
bloot staan. Ik zat in een groep van tien man, die
allemaal hoopten op een succesvolle operatie. Toen
ik iemand vroeg wat hij mankeerde kreeg ik
meteen het lid op de neus. „Dat zeg ik niet”,
antwoordde hij. „En u moet met mij niet over dit
onderwerp praten”. Kijk, die meneer hoort
duidelijk thuis bij de dertig percent informatie-
ontwijkers. Daarnaast is het erg bemoedigend te
ervaren, dat mijn boek zoveel patiënten blijkt te
helpen juist omdat de voorlichting daarin zo
persoonlijk is gekleurd”.
- Moet je dan niet verder rustig het moment van
de oproep afwachten?
Hans: „Zeker niet. Ik vind iets gelaten afwachten
sowieso verkeerd. Een patiënt moet zelf beslissen
wat er met hem zal gebeuren. Toen ik aan mijn
cardioloog vroeg Waar ik geholpen zou worden
bleek dat hij me al op de lijst van het St.
Antoniusziekenhuis in Utrecht had gezet. Het zou
nog wel een maand of tien duren voordat ik aan de
beurt was”.
Nu is in ons land de „leer van de lipiden” tot nog
toe vrijwel onaantastbaar gebleken. Met ijver
gingen de eerste echte voedingsdeskundigen die
ooit in ons land waren af gestuurd de
Nederlanders vertellen hoe vreselijk ongezond ze
eigenlijk wel aten.
Zonder veel relativering werden de traditionele
Hans: „Nee, dat is het niet. Vergeleken met andere
hartkwalen was de mijne betrekkelijk gemakkelijk
te verhelpen. Het inzetten van een kunstklep is bij
wijze van spreken een fluitje van een cent. Dat kan
hier ook best. Zeker als men weet, dat de
hartchirurgie in Utrecht beslist niet onderdoet voor
die in Amerika. Het probleem is alleen, dat er in ons
landje niet genoeg plaats is. Oordeel zelf maar:
vorig jaar zijn er in Nederland 3000 hartpatiënten
geopereerd, volgens de Gezondheidsraad had er
ruimte moeten zijn voor 6500 patiënten en de
Nederlandse Hartpatiënten Vereniging houdt het
op 8500. Slechts veertig percent van het aanbod
wordt geopereerd, de rest gaat op de wachtlijst. Een
onhoudbare toestand”.
- De luchtbrug lost het probleem niet op?
Hans: „Lang niet. Er komen maar drie plaatsen in
aanmerking. Houston, Genève en Londen. Deze
drie verwerken samen jaarlijks niet meer dan
duizend patiënten. De nood blijft dus groot, zodat
we zelf op korte termijn een oplossing moeten
creëren”.
- Het vooruitschuiven van de oplossing duurt al
tien jaar en van een bevredigende situatie zijn
slechts de aanzetten te bespeuren.
verhoogd bloedcholesterol en het optreden van
hart- en vaatziekten steeds feller wordt.
Al jaren worden er door niet zelden zeer
gerespecteerde voedingswetenschappers
aanvallen uitgevoerd op het vrij hechte bolwerk
van de aanhangers van de z.g. „lipide theorie”. In
deze theorie wordt een duidelijk verband gezien
tussen de voedingsvetten en het
bloedcholesterolgehalte dat voor een belangrijk
deel verantwoordelijk wordt gesteld voor de
afzetting van vetachtige stoffen in de bloedvaten.
Toch is er dat maakte de Utrechtse cardioloog
prof. dr. Meijler enkele jaren geleden op vrij
opzienbarende wijze duidelijk nog maar bitter
weinig bekend over de feitelijke oorzaken van
veel hartaandoeningen. In zijn eigen praktijk had
Meijler mensen gehad die zonder stress leefden,
weinig cholesterol in hun bloed hadden en niet
rookten, maar toch een infarct kregen.
ét is in ieder geval wel een feit dat sinds het
advies van de Voedingsraad de afzet van
eieren aanzienlijk is teruggelopen, wat
natuurlijk de eierproducenten steeds een doorn in
het oog is geweest. Vanuit deze optiek is de reactie
denkbeelden van de oude garde
voedingsdeskundigen overgenomen. Zeer
gedetailleerd worden ook nu overal de
voedingsveranderingen aangegeven, zonder
eigenlijk al te veel rekening te houden met andere
(zoals psychologische) factoren die met het eten
samenhangen.
In dit licht moet men ook het in de westerse
wereld vrij unieke advies zien dat Voedingsraad
en Voorlichtingsbureau voor de Voeding aan alle
Nederlanders verstrekten, om niet meer dan 2 a 3
eieren per week te eten. In feite min of meer een
overbodig avies want veel méér eieren hebben de
Nederlanders per hoofd van de bevolking nooit
gegeten.
Maar in het buitenland kijkt men toch enigszins
vreemd tegen deze aanbeveling aan en wordt ze
„belachelijk” genoemd, zelfs door
wetenschappers die overigens geen tegenstanders
van de lipide-theorie zijn.
van Produktschapvoorzitter Mellema volkomen
begrijpelijk
Al valt te verwachten dat de
voedingsdeskundigen steeds verder gaan in hun
aanbevelingen voor een gezonde voeding,
sommige deskundigen vinden het eigenlijk
voldoende het publiek er eerst van te overtuigen
dat ze over de hele lijn minder moeten eten. En
daarnaast te benadrukken welke
voedingsmiddelen er zoal gegetw? kunnen en
moeten worden om een voeding veelzijdig en
volwaardig te maken.
Een nog wat aarzelende voorstander van dit
standpunt is de Wageningse hoogleraar Hautvast.
Toen hij zijn ambt aanvaardde verklaarde hij
onder meer: „De reclame voor boter met
meervoudig onverzadigde vetzuren is echt een
goede zaak. Maar wat mij tegenstaat is dat dit
vrijwel als het alleenzaligmakende wordt
aangeprezen. Dat is natuurlijk nonsens. Het hele
eetpatroon moet veranderen wil het effect
sorteren. In de thans heersende cholesterolpaniek
is er een heksenjacht op het ei ontketend. Het ei is
gewoon wat het altijd is geweest: goed en
goedkoop. Maar je moet er niet elke dag drie eten,
want ook dan zeg ik weer: te veel van iets is nooit
goed”.
Hans: „Dat is wel begrijpelijk, maar niet goed. Ik
blijf er bij, een patiënt moet zijn lot in eigen handen
nemen. Hij moet niet te veel eerbied hebben voor de
witte jas. Ja, da’s wel eens moeilijk. Ik heb het zelf
ervaren hoe graag doktoren op een voetstuk gezet
willen worden, zich graag het beeld van de
onfeilbaarheid laten aanleunen. Ik noem het in
mijn boek „a god-like-self-image”. Die overmatige
bewondering is fout. Een bekwame dokter gebruikt
zijn gaven. Hij doet precies hetzelfde als iedere
andere vakman, met dit verschil, dat het effect van
handelen meer in de gaten loopt”.
formulieren. Het geld dat hij nodig heeft wordt hem
geschonken door gefortuneerde lieden, die
bijvoorbeeld uit dankbaarheid voor een gelukte
operatie graag diep in hun portemonnee duiken”.
- Waarom wilde u beslist naar Houston
Hans: „De kliniek van dr. Cooly had een goede
faam. Het enige nadeel is, dat jé dertien uur moet
vliegen voordat je er bent. Maar ik ben blij dat ik
het gedaan heb. Wij werden uitstekend opgevangen
door een groep begeleidsters, die vlot Nederlands
spraken. Mede daardoor is de vervreemding niet
meer dan in Utrecht, integendeel we hebben genoeg
gelachen. Zo was er een Limburger, die zei wel
moeite te hebben gehad met de lange reis maar
niettemin toch dik tevreden was. Ze waren
tenminste niet over zee gevlogen.Toen we hem
eindelijk duidelijk wisten te maken dat we uren
boven de oceaan hadden gehangen verschoot hij
van kleur. Nee toch, sjonge-sjonge, als hij dat had
geweten zou hij van schrik wat hebben gekregen”.
- Het kleiner maken van de dokter is symbolisch
voor het hele boek: de ontmaskering van het
onbenoembare.
Hans: „Dat was wel nodig, omdat in onze
maatschappij het begrip hartoperatie nog met zo’n
mystiekerig waas is omgeven. Als hartpatiënt zit je
in een verdomhoekje, ook als de operatie goed is
gelukt. Met mij is het gelukkig anders gegaan. Ik
heb een fijne baan gekregen in Barneveld toen ik
na een grondige inspectie was goedgekeurd. Ja, ik
ben een blij mens. Ik voel me alsof ik alles aan kan.
Wanneer mijn vrouw en ik gaan fietsen roept ze wel
es: „Rij niet zo hard joh, ik hou je niet bij”. Dat was
vóór de operatie wel even anders”.
- Benauwt het u niet als een krantebericht meldt,
dat het materiaal van de bestaande kunstkleppen
niet zoveel bijzonders is?Daar zouden wel eens
scheurtjes in kunnen komen.
Hans: „Dat heb ik ook gelezen. Ik moet je zeggen,
dat het verhaal mij zeer heeft verwonderd. Je kunt
het niet maken op die manier publiciteit los te slaan
voor het eigen produkt. Want zo was het toch! De
technische jongens van Eindhoven probeerden de
waarde van hun hartklep te vergroten door hem af
te zetten tegen de zogenaamd minderwaardige
apparaatjes die al in de handel waren. Ze hadden
toch wel kunnen begrijpen dat er grote onrust zou
rijzen onder veel hartpatiënten. Terecht is vrijwel
onmiddellijk met overtuigende argumenten de
deugdelijkheid van de huidige kunstkleppen
aangetoond. Het proefexemplaar van het model dat
ik draag, is getest op 400 jaar! Het ding functioneert
geweldig. Men moet niet zomaar wat beweren als
het gaat om de gezondheid van geëmotioneerde
mensen. Ook ex-hartpatiënten voelen zich
kwetsbaar”.
- Uook?
Hans: „Het is al weer twee jaar geleden dat ik ben
geopereerd en nog steeds gebeurt er wat met me als
ik het woord „hart” zie of iets wat daarop lijkt.
Laatst nog bij het kruispunt Oude Rijn. In het
voorbij rijden zag ik in een flits het bord Houten.
Op hetzelfde moment gaf ik het stuur een rukje
naar rechts. Zo gevoelig ligt dat nog”.
Het boekje van Hans Werkman laat zich lezen als
een roman. Het geeft een boeiende inkijk in het
leven van een man, die zijn angst overwon door de
feiten vaak letterlijk onder ogen te zien. Hans
Werkman tot besluit: „Ik moet er ook bij zeggen,
dat geloofsvertrouwen veel spanning weghaalt. Ik
heb dat zelf ondervonden. Tegenstrijdig met mijn
zucht naar kennis? Helemaal niet. Geloven gaat
juist uitstekend samen met het verzamelen van
feitelijke gegevens”.
„Dat dacht de dokter, maar ik was er lang niet zo
zeker van. Daar zouden zeker een paar maandjes
bijkomen. Op zo’n lijst wordt altijd geschoven, dat
is bekend. Daardoor worden zoveel zieken ook zo
hypernerveus. Ze hebben zó naar het uur U
toegeleefd, dat zij een verschuiving van de operatie
naar een latere datum haast niet kunnen
verkroppen. De spanning in de wachtlijstperiode
heeft nogal eens de dood tot gevolg. Om kort te
gaan, ik heb de beslissing van de cardioloog niet
gevolgd. Ik wilde naar Houston. Punt uit. Het zou
eigenlijk zo moeten zijn, dat de patiënten door de
behandelend arts op de operatiemogelijkheden in
het buitenland worden gewezen. Dat gebeurt lang
niet altijd. Het is gewoon opmerkelijk hoe weinig
zieken boven de lijn Zwolle-Amsterdam in het
buitenland worden geopereerd”.
- Was uw hartdefect dan zo gecompliceerd dat
alleen een operatie buiten Nederland kans op
succes had?
Men m
gelegei
optew
oorlog
Amins
gekeld
bankp
tronie
zwarte
veroor
brutaa
voor
officië
Maar
helem;
datger
kapita
vorige
7 shilli
voor e<
15 ne
die we
waard
weigei
de vra
Oegan
Bankd
advise
Moebe
vervar
natuui
Amins
halen,
een pa
mee, zi
Wat wi
zwarte
Daaro
aantoi
bijeen
die get
geregi
maxin
ineens
herhal
kan hi,
„Deze
veel ol
winstr
Amin i
diens i
zakent
de did
hebbe:
buiten
|i
I
D<
m
di
zc
zc
sc
ac
m
D<
dc
he
Li
vc
Vt
H
Ol
Ol
ki
w
N
T
ve
m
ee
pl
W
bz
in
ve
oi
di
m
di
ai
hi
w
re
ai
W
m
VI
e
- Lang niet iedereen wil weten wat hem te
wachten staat.
Hans: „Dat klopt. Ongeveer dertig percent van het
aantal hartpatiënten is afkerig van voorlichting. De
resterende zeventig percent weet te weinig”.
- En de Hartstichting dan Daar komt elk jaar
een overstelpende hoeveelheid informatie
vandaan.
Hans: „Die voorlichting is niet toereikend. Er wordt
bijvoorbeeld wel veel verteld over het ontstaan en
verloop van een hartinfarct en over het belang van
een goede voeding, maar vraag niet om
persoonlijke ervaring tijdens de operatie. Daar is
niets over. Heus, ik heb lang gezocht naar een
behoorlijke beschrijving van een hartoperatie. Wat
ik vond was een boekje dat twintig jaar geleden uit
het Engels is vertaald. Wel interessant, maar
natuurlijk niet meer up to date. De ontwikkeling is
intussen zo hard gegaan, dat de informatie snel
moet worden aangepast".
- Hebt u zelf de wens naar betere voorlichting
gemerkt?
Hans: „Ja, het is een treurige geschiedenis. In 1970
sloeg de vlam in de pan met het ontslag van prof.
Wieberdink, hartchirurg in Utrecht. Daarna volgde
de verwijdering van dr. Van der Schaar in
Eindhoven. Het grote gat in de operatiecapaciteit
viel net in een periode dat de hartchirugie een
hoge vlucht nam. De gevolgen waren ernstig. Er
ontstonden enorme wachtlijsten. Acht percent van
de daarop voorkomende patiënten stierf. Geen
wonder dat de Nederlandse
Hartpatiëntenvereniging onder leiding van de
inmiddels overleden Henk Fievet grote druk op de
regering heeft uitgeoefend. Fievet kon zijn mond
keihard opentrekken, daar was ik het niet altijd
mee eens. Maar het was wel nodig dat de aandacht
van de overheid eens goed op een volstrekt
verkeerde gang van zaken werd gevestigd. Hij
bereikte in elk geval, dat in juni ’76 de eerste
luchtbrug werd ingesteld”.
- Het blijft behelpen.
Hans: „Dat is zo. Ik begrijp ook echt niet waarom
staatssecretaris Veder-Smit, die zich bij andere
gelegenheden zo sympathiek jegens de
hartpatiënten heeft opgesteld, niet lijkt mee te
willen werken aan het wegwerken van een on-
toestand. De plannen voor het inrichten van een
Eurohartoperatiecentrum in Baarle-Hartog liggen
klaar maar Nederland wil niet. Onbegrijpelijk! De
enige troost is, dat het ziekenhuis in Zwolle op de
nominatie staat het „Houston van Overijssel” te
worden.”
„Globaal bekeken kan ik niet zo optimistisch zijn.
De regering wil de hartchirurgie concentreren in
zes academische ziekenhuizen maar het is een grote
vraag of het effect daarvan de behoefte zal dekken.
Het is bekend dat „de zes” het welletjes vinden als
zij samen zo’n 2000 patiënten per jaar opereren. De
studenten die in opleiding zijn hebben daarmee
voldoende „oefenstof” gehad. Dat het opheffen van
het tekort zo moeizaam gaat heeft ook te maken
met het ontbreken van particuliere hartklinieken
zoals in Amerika. Ik lag daar in het hartcentrum
van dr. Cooly, een kliniek van duizend bedden. De
operaties lukken daar veel vlotter omdat hij zich
niet voortdurend hoeft te verantwoorden voor de
regering via een indrukwekkende hoop
Mellema is dit een tè eenzijdige uitspraak, omdat
het cholesterol in de voeding inmiddels een van de
geringste factoren hierbij is en de invloeden van
verzadigd vet veel en veel sterker zijn. Maar, zo
suggereert hij in zijn brief, cholesterol doet het nu
eenmaal beter als zondebok.
Mellema valt ook de passage aan waarin wordt
gesteld dat men zich beter maar verre kan houden
van dierlijke vetten en van eieren. Naar zijn
overtuiging is er nu al zoveel bekend over de
betrekkelijke onschadelijkheid van het ei in de
voeding, dat men niet zonder meer elke
consumptie van dit produkt mag afraden.
Er zijn met name in de Verenigde Staten (maar
ook in Nederland) verschillende onderzoeken
gedaan naar het effect op het
bloedcholesterolgehalte van een verhoogde of
verlaagde eierconsumptie.
A an de Wageningse Landbouwhogeschool
ZA waaraan onze enige studierichting
JL Humane Voeding is ondergebracht
heeft men eens gekeken naar groepen mensen die
eerst tien eieren per week aten en daarna een
periode helemaal geen. Het cholesterolgehalte in
het bloed van deze proefpersonen bleek
nauwelijks te zijn gedaald.
De Amerikaanse voedingsdeskundige Margaret
Flynn liet mensen twee eieren per dag eten en
constateerde geen échte stijgingen van het
bloedcholesterol. Aangenomen mag worden dat
cholesterol in voedingsmiddelen zoals eieren,
orgaanvlees, melk en zuivelprodukten alleen
een echt slechte invloed heeft in combinatie met
veel verzadigd vet. Maar dan nog is verzadigd vet
in feite de grootste boosdoener. Wanneer mensen
betrekkelijk veel meervoudig onverzadigde
vetzuren naar binnen krijgen is de invloed van het
voedingscholesterol uitermate gering.
Het protest van ing. Mellema tegen de geringe
nuances van de Nederlandse Hartstichting komt
wèl in een tijd waarin de discussie over verbanden
tussen verzadigd vet-voedingscholesterol,
▼TT Tie kent niet de duivelachtige
„binnenvetter” uit de
V V voorlichtingscampagnes van de
Nederlandse Hartstichting? Dat was de
uitbeelding van het cholesterol in het bloed, dè
grote boosdoener bij het ontstaan van hart- en
vaatziekten. En het cholesterol in lever, eieren,
vis, etc., dat was al minstens even slecht en
gevaarlijk.
Dus verdwenen in veel gezinnen de eieren van
tafel, werd de boter vervangen door
dieetmargarine met linolzuur en werd ook opa in
het bejaardentehuis drastisch geconfronteerd
met het cholesterolspook.
Natuurlijk is er wat te zeggen voor één bepaald
symbool als het om preventie-voorlichting gaat.
De Hartstichting had daar het cholesterol voor
uitgekozen, een vetachtige stof die overigens heel
wat nuttige functies in ons lichaam vervult. Maar
cholestrol blééf de kwaaie pier en de eieren
werden steeds weer aangevallen, ondanks het feit
dat tal van zeer serieuze en uitermate
gefundeerde wetenschappelijke studies
aantoonden dat cholesterol in de voeding
nauwelijks invloed heeft op het cholesterolgehalte
in het bloed.
Dat nu schoot ing. J. T. Mellema, voorzitter van
het Produktschap voor Pluimvee en Eieren, op
den duur in het verkeerde keelgat. Toen ook in de
meest recente uitgave van de Hartstichting
allerlei vrij ongenuanceerde informatie over
cholesterol en eieren werd gepubliceerd, werd dit
de heer Mellema iets te veel. En schreef hij een
brief op poten naar het bestuur van de vrij
machtige en rijke Hartstichting.
In het,Hart Magazine”, dat in een oplage van 4,8
miljoen exemplaren door heel het land werd
verspreid gedurende de afgelopen weken, staan
zo stelt de Produktschapsvoorzitter enkele
dingen die echt niet meer kunnen. Zo wordt in één
zinsnede gesteld dat een teveel aan cholesterol in
het bloed mede ontstaat door het consumeren van
cholesterolrijke voedingsmiddelen. Volgens ing.
U hebt in uw boek het belang van het eigen
initiatief duidelijk aangestipt, de patiënt moet
zich niet laten sturen. Die zelfstandigheid is maar
voor weinigen weggelegd. De mees ten voelen zich
door hun ziekte zo afhankelijk van de dokter, dat
zij maar al te graag gehoorzaam willen zijn.
ir'