f
Schoolplaten
van vroeger
Heldenaan
dewand
r
I?
ir
door John Oomkes
Keerpunt
Olie op het vuur
Ventiel
I
Jerry Wexler
Operarestaurant
Stille nacht
i
You are my Heavendie zij eerder
a
J
Time Magazine, het grote Amerikaanse weekblad typeerde de carrière van Roberta Flack eens
door te spreken van de lady met het kleine vlammetje, die er uiteindelijk in geslaagd was de
gevoelens van een groot publiek voor haar werk tot een kookpunt te brengen. Aan die vergelijking
moetik denken als ik in een sfeer van vederlicht wantrouwen de koninklijke suite van Rotterdam
Hilton wordt binnengelaten. De voordelen van het luxe comfort worden er tenietgedaan door een
smeulend houtvuur in de open haard. Rook en kleine vlokjes houtskool bezwangeren de
atmosfeer in het vertrek.
1
Alleen haar paspoort zal haar juiste
leeftijd vermelden. Maar belangrijker
dan dat die om en nabij de veertig
schommelt, is het gegeven dat
Roberta Flack een van de meest
begaafde zangeressen van onze tijd
is. Haar smeltende stem maakte van
Killing me softly with this Song en
First Time ever I saw your Face
wereldsuccessen.
Deze songs zal Roberta zingen
tijdens een tv-gala in het kader van
het Jaar van het Kind. Samen met
haar levenspartner Eric Mercury
brengt zij in deze special ook twee
dueten The closer I get to You en Ji
•^4
1:'js
opnam met de begin dit jaar onder
tragische omstandigheden
overleden Donny Hathaway. De
zangeres is overigens de grote ster
tijdens dit gala, waarbij de
koninklijke familie acte de
présence gaf, en die op 5 december
onder de titel „Negen miljoen
Sinterklazen” zal worden
uitgezonden.
Doet royalty haar zoveel? „Ik vind
het intrigerend. Ik ben vereerd met
deze uitnodiging. Niet dat ik nou elke
keer mijn bullen pak en in het
vliegtuig stap als er vorsten in het
I geding zijn, maar je moet zoiets ééns
I in je leven hebben meegemaakt”.
'J*
J
-
Roberta Flack
4
De dood van Willem van Oranje door C. Jetses
■y
■w z
A
X.
De gedachten van de diva, die in een rode
harembroek rondstapt, en haar atletisch
gebouwde, jongere vriend Eric Mercury zijn lange
tijd bepaald door de komst van de hoteltechnicus,
van wie verwacht wordt dat hij de rookkanalen
zuivert en daarmee ook de atmosfeer. Flack heeft
niet zoveel te vertellen, zo luidt de fabel, die verder
verhaalt van een aantal incidenten met
vertegenwoordigers van de blanke pers.
Ik kan het me niet voorstellen. Iemand die zich
binnen haar eenvoudige zwarte milieu
onderscheidde door een klassieke studie piano op
te nemen, later na haar vaders dood de kost
verdiende voor het kinderrijke gezin en zo laat
debuteerde (1968-1969) als Roberta, die heeft enkel
de tijd nodig om te kunnen ontbranden in een open
gesprek.
Na verloop van tijd is het zover, kruipt ze naderbij
en tikt ze telkens even op mijn knie om te
controleren of ik me nog voor haar interesseer. De
hese bas van Eric corrigeert haar af en toe of
plaatst opmerkingen in de marge. Als ze te soepel
formuleert en moeiteloos anecdotes opdiept, stokt
de woordenstroom even.
„Tien jaar geleden deed ik interviews waarin dan
mijn leven werd blootgelegd. Maar omdat het een
soort zigzag-levensgeschiedenis was, kon ik een
standaardverhaal vertellen. Pas de laatste jaren is
dat doorbroken, is het geen gladde biografie meer.
Ik ben ouder geworden, zie in kleine kinderen mijn
eigen jeugd. Nu moet ik nadenken. Wat betekent
het als je als vierjarige de drang voelde om je
aandacht aan een piano te schenken?”
„Mijn omgeving waardeerde dat niet zo. Niet dat ik
ernstig belemmerd werd; mijn vader speelde zelf
een beetje stride-piano en mijn moeder speelde
orgel in de kerk. Maar die fuga-achtige dingen die
ik net zo lang repeteerde tot mijn handen uit zich
zelf luisterden naar wat Bach voorschreef, daar
konden ze niet aan wennen. Vier uur aan één stuk
hetzelfde motief. Zo is het genoeg, riep mijn vader
dan als hij het zat werd. Als hij de wekelijkse
honkbalwedstrijd wilde zien op de tv, ging de piano
op slot”.
In mijn jeugd heb ik kennelijk
alleen met de schoolplaten van
Koekkoek moeten doen. Tot die
conclusie moet ik wel komen, als
ik het boek „Helden aan de wand”
doorblader en er nergens een flits
van herkenning komt. Allerlei
historische schoolplaten in dit
album van Jacqueline Burgers,
maar niet die van de
Kruistochten, die ik me vagelijk
herinner. Er is in het boek wel een
Kruistochtenschildering, maar
niet van de inname van Damiate.
Zoiets moet het vroeger toch
geweest zijn. Gek, dat ik me wel al
die platen van Koekkoek herinner
(In het bos, Langs de waterkant
enz.). In een eerder door
Jacqueline Burgers samengesteld
boek over onderwijsillustratoren
„Brood op de ieesplank” (eigenlijk
net zoiets als deze nieuwe uitgave,
maar dan van een andere
uitgever) kreeg ik wel die flits
door me heen. Dat kwam door dat
bos van Koekkoek.
In „Helden aan de wand” geeft
Jacqueline Burgers een
uiteenzetting van het onderwijs in
vroeger dagen. Waarbij de
schoolplaat, zeker bij
geschiedenis en aardrijkskunde,
een grote rol speelde. Het visuele
van de TV was er toen nog niet.
Nu halen de jongelui snel de
schoolkoortje bewerkt had, en ik deed zelfs een
blues: Nobody knows You when you’re down and
out. Tja, repertoire had ik niet. Een merkwaardige
ervaring was het. Een staande ovatie en ik, die het
middelpunt van alles was. De eigenaar kwam na
afloop praten. Ik wil dat je hier elke avond komt
zingen. Ik breek die muur daar weg, zodat we meer
mensen kunnen bergen. Hij vertelde verder dat hij
een f olkzanger en een moppentapper zou inhuren,
een vocaal kwartet. Aldus gebeurde; plotseling was
ik niet alleen meer een begeleidster van een
operazangeres, maar de ster van de avond. Vijf
avonden in de week werken, van zeven tot twaalf
betekende dat”.
„Mijn toenmalige man, die zorgzaam was en me tot
dan toe een beschermd bestaan had geboden, kon
het niet verwerken. Lesgeven aan privé-leerlingen,
dat was O.K Maar een zelfstandige Roberta, nee.
We scheidden korte tijd later, 1967,1968 moet het
geweest zijn. Maar ik, die tot dan toe met al mijn
muziek had rondgelopen (Roberta klemt de armen
over elkaar alsof ze het koud heeft), was me niet
bewust wat dat incident betekende. Wat wist ik van
het leven? Ik was een provinciaaltje, die nauwelijks
van liefde en drugs gehoord had, ik was net
begonnen te roken. Ik verdiende tot dan toe met
lesgeven een heus jaarsalaris. Dat ik wist op te
voeren tot 8.695 dollar. Alsjeblieft, lach me niet uit!
Maar ik had de glorie geproefd, het waarderende
van een applaus meegemaakt”.
schouders op: een prent en dan
vaak nog niet eens levensecht en
punctueel, nee, dan de films en
documentaires op het scherm. Zo
veranderen de tijden, zo
veranderen de leer-gewoonten.
Maar aardig blijft het om die oude
platen van Van Lummel (de eerste
specialist op dat gebied), Bottema,
Rochussen, Züruch, Hoynck van
Papendrecht, Van Trigt, Ten
Kate, Jetses, De Bruin,
Groeneweg en Sijthoff te
bekijken. Jammer dat Isings
ontbreekt. Hij was toch
toonaangevend. Maar uitgeverij
Wolters eigenaar van de platen,
heeft andere plannen en stelde ze
niet ter beschikking.
Bij velen, die scholen hadden,
waar die platen wel aan de muur
hingen, zal het een warm gevoel
(ouwe tijd, gezellig) dan wel
ijskoude rillingen (wat een ellende
met dat leren allemaal) bezorgen.
Eén ding staat vast: Nederlanders
waren vroeger allemaal helden en
brave, zij het soms ruige borsten.
En niet-Nederlanders waren allen
schurken. Zo simpel lag dat
vroeger. Kom daar nu eens om.
HR.
„Helden aan de wand", door
Jacqueline Burgers, uitgave Fibula-
Van Dishoeck 46,50).
ƒ3)
V
„Dat moest ik even verwerken, ’s Avonds stak ik
wierook aan, want daar hou ik van, zette thee,
dronk wijn. In een melige, sentimentele stemming
ging ik pianospelen. (Roberta neuriet melodie-lijn).
Speel dat opnieuw!, zei Eric. Dat was het keerpunt.
Goed beschouwd heb ik eigenlijk veel geschreven.
Dat hoge deel in Killing me softly zul je niet in het
origineel aantreffen. Dat is van mij. Ik leende dat
lied en herschreef het feitelijk helemaal. Het was in
a-mineur, het staat nu in F”.
Roberta over het verschil tussen interpreteren en
componeren: „Ik hou ervan om te denken en te
geloven dat alles wat ik heb gedaan kwaliteit bezat
Je kunt door te interpreteren een song van jouw
handelsmerk voorzien, zoals Barbra Streisand met
People heeft weten te bewerkstelligen. Als je daar
mee bezig bent, dan denk je er nooit aan om hoger
te grijpen. Het is het verschil tussen een kind
maken en opvoeden eigenlijk. Componeren is een
zaak die dieper grijpt bepalender is, geloof ik. Niet
noodzakelijk beter”.
We praten na bij een smeulend haardvuur over
haar podiumopvatting. Roberta: „Er komt veel
discipline bij kijken om je lef te laten zien. Jij vindt
dat mijn dagvorm bepalend is, hè? Ten dele. Als ik
me rot voelen ik sta wel eens met
menstruatiepijnen op de planken waar een ander
voor onder de wol zou blijven dan voel ik me rot.
Dan zing ik First Time ever I saw your Face met
een dichtgeknepen strot; laat het dan maar zien. De
mensen weten dan dat het écht zo zit. De volgende
dag kan ik datzelfde lied misschien wel stralend
zingen”.
„In Israel was ik vorig jaar doodziek tijdens een
openluchtconcert Duizenden families met
picknickmandjes waren aanwezig, helemaal niet
dat koele publiek dat ik anders heb. In de pauze
moest ik kotsen, trok mijn jurk uit, omdat ik erin
rondzwom. De concertpromotor kwam binnen:
vlug, trek aan, je moet nog een tweede set doen. De
deur van de kleedruimte ging open en na 25
minuten pauze hoorde ik het publiek nog steeds
tekeer gaan. Ik keerde terug en in spreekkoren
werd me gevraagd om Bridge over troubled Water
te zingen (van Simon Garfunkel - red.). Dat staat
helemaal niet op mijn repertoire; ik had het
misschien eens bij Arthur Fiedler en zijn Boston
Pops gezongen”.
„Goed, het kwam ervan. Bijna jankend zong ik het
En toen Just like a Woman (van Dylan - red.), ook al
iets dat ik nooit zing. Het publiek kwam als een
douche over me, verfriste me en stak me een hart
onder de riem. Het was alsof ik 360 graden draaide
en me daardoor weer O.K voelde. Op zo’n moment
ben je een instrument, en gaat er niets boven dat
gevoel dat je de gevoelens van iets veel groters helpt
overbrengen. Het is zoals Eric gelooft, iets als een,
noem het voor mijn part, goddelijke kracht Het
maakt dat je je oneindig nederig voelt Dat is een
ervaring die je voor geen goud wilt missen”.
Als Roberta en Eric in dit verband Judy Garland en
een aantal groten uit de jazz memoreren, die in hun
grootste ellende toch konden gloriëren, floept de
haard als door andere krachten bepaald uit.
het voor mijn part
goddelijke kracht”
muziek. We hadden dezelfde instinctieve muzikale
reactie. Zonder ergens over te praten, voelden we
dat soort zaken van elkaar aan. Iets heel
waardevols. Je kijkt elkaar aan en je verandert
beiden tegelijk een bepaalde triller of draai. Zoiets
herinner ik me bijvoorbeeld nog scherp van de
opname van I who have nothing. Plotseling zongen
we een halve noot extra waarin het arrangement
niet voorzag”.
Een tweetal duetten dat vlak voor Hathaway's dood
was opgenomen, wordt binnenkort uitgebracht op
Roberta Flacks nieuwe album, dat dientengevolge
„Featuring Donny Hathaway” is gedoopt. De elpee
zal om een andere reden eveneens als interessant
worden aangemerkt. Het is de eerste produktie,
waarvoor Roberta zelf schreef. Tot nu toe bestond
haar repertoire alleen uit interpretaties. „Niet dat
ik daar nu minder over denk, integendeel”, zegt ze
ervan. „Maar Eric heeft veel voor me veranderd. De
liefde in mijn leven teruggebracht, me zekerheid
gegeven en de kracht om na acht, negen jaar die
echt hun tol hebben geëist verder te gaan met te
zoeken naar verrassingen. Hij dwingt me om me
voortdurend af te vragen waar ik het allemaal voor
doe. Echt niet enkel voor de poen”.
„Mijn muziek verandert naarmate mijn leven
verandert. Ik ben rijper, gelukkig, tamelijk gezond.
Ik verwacht voor het eerst een kind. Dat zijn
nieuwe zaken, mijn muziek zal ook zo klinken.
Waarom ik schrijf? Omdat Eric me daartoe heeft
weten te verleiden. Ik heb het altijd gewild,
onbewust misschien. In Calif ornië heeft hij een
huisstudio laten installeren: piano, soundsystem, 8-
track taperecorder. Fantastisch. Toen we
binnenliepen, vroeg hij: wat ga je ermee doen?”
Het gedrag van de kleine Roberta „verergerde”
nog. Sommigen zagen gelukkig haar talent. Een
zondagsschoolonderwijzeres zorgde dat zij les
kreeg en vanaf haar negende oefende en oefende
ze. Haar pianolerares gooide olie op het smeulende
vuur: „Als jij je hier aan wijdt, dan zal de muziek
jou brengen waar niets anders dat kan”. Roberta:
„Ik speelde negen, tien uur per dag. Zondags nog
langer. Ik stopte alleen om te eten. Fanatiek? Nee,
het was de uitingsdrang. Ik kan je niet vertellen hoe
serieus ik werkte. Nee, het was niet mijn enige
uitingsmogelijkheid, wel mijn beste”.
„Ik was niet geïnteresseerd in cheerleading, sport,
jongens, padvinderij of het junioren-Rode Kruis,
zoals mijn leeftijdgenoten. Ik onderscheidde me
van het sociale leven van de gemeenschap waar ik
woonde en leefde. Roberta was bijzonder, apért”.
You have found the light, not only seen it”, zei het
schoolhoofd waar ik toen ik weer op eigen voeten
stond, kwam praten over de mogelijkheid van een
vaste aanstelling. Je hebt het licht gezien, niet? Ik
was te laf om het te erkennen. De man keek me
strak aan. Wil je niet gaan zingen en spelen? Het
was alsof hij mijn gedachten las, maar ze anders
dan ik kon uitspreken. Beslis nu of je erover wilt
nadenken. Als je een vaste aanstelling krijgt,
verlies je alles. Ik kreeg een baan in een club in
Washington, 20 dollar per week. De scheiding
kwam door”.
Van de bescheiden Tivoli Club in Georgetown, via
Washington kwam Roberta naar New York. Ze
werd gesignaleerd, het leek alsof Roberta Flack
haar publiek hypnotiseerde, vertelden jazzmusicus
Les McCann en entertainer Bill Cosby aan een
ieder die het maar horen wilde. McCann beschreef
zijn kennismaking op de hoes van haar debuutplaat
First Take, die ze door zijn bemiddeling in 1969 kon
uitbrengen. „Het was een goede zaak dat ik een
zitplaats had voordat Roberta achter de piano
plaatsnam en haar eerste noot zong, want mijn
knieën hadden mijn lichaam niet kunnen dragen.
Haar stem raakte me, streelde en ving me en haalde
elke emotie die ik meende te bezitten
ondersteboven. Ik lachte, huilde, schreeuwde om
meer zij alleen had dé stem”.
Was het niet moeilijk om je onderwijskundige
aspiraties verder maar te vergeten, vraag ik.
Roberta werkte naar eigen zeggen met volle
bevrediging in moeilijke scholen op het platteland
in North Carolina en in de negerwijken van
Washington D.C., in situaties die zij als
tweederangs aangeeft. Waarom zo’n publiek
veranderen als je denkt optimaal te functioneren?
Roberta knikt: „Precies dat was het, het vervangen
van mijn publiek. De jongens pleegden door de
ramen mijn klas in te kruipen. Vaak uitvaagsel, dat
de andere lessen niet meer wenste mee te maken.
Moeilijke jaren, ik kreeg het te verduren”.
„Dat kwam ook omdat ik hen niet dwong. Ik nam
hun kennis of interesse als uitgangspunt. Het
volkslied of het schoollied. We feestten de hele dag.
Ik zong bijvoorbeeld If I had a Hammer, eerst
vrolijk, dan treurig als een bluessong. Vervolgens
verzonnen we er percussie bij, dansten op de
melodie en legden er een boogie-woogieritme
onder. Het was voor hen een ventiel voor hun
frustraties. Ze hadden mensen nodig die hun een
hart onder de riem staken. Het werk heeft me jaren
lang in beslag genomen; dankbaar werk. Maar toch
besloot ik mijn publiek te veranderen, omdat ik
ervaren had dat er een situatie bestond waar je zelf
meer terugkrijgt”.
Eerder al, op de universiteit, had Roberta Flack
Donny Hathaway leren kennen; een goed zanger-
pianist, een uitstekend arrangeur, die al tijdens zijn
studie voor Curtis Mayfield en Carla Thomas
werkte. Roberta: „Dat wij ook samen zijn gaan
opnemen, is een idee van Jerry Wexler
(legendarische producer zwarte muziek - red.)
geweest. Onze carrières waren net begonnen, reden
om samen op te trekken was er eigenlijk niet Op
een avond belde Wexler op: ik zou het aardig
vinden als jij met Donny een duet maakte van
You’ve got a Friend; toentertijd een hit voor Carol
King (geschreven door diens ex-man James Taylor
red.).”
„Achteraf gezien zou het ook een droevige zaak
geweest zijn, indien we niet samen hadden
opgenomen. Donny en ik hadden dezelfde
achtergrond, dezelfde muziekleraren gehad. Toen
leek het alleen een leuk idee. Op het vliegtuig. Geen
paniek. Let’s go. Om 12 uur ’s nachts kwamen we
bij de studio. Vier uur later hadden we het nummer
ingestudeerd, gearrangeerd en opgenomen. Een
frisse benadering vol zelfvertrouwen. Zo’n zelfde
mate van vrijheid heb ik sindsdien niet meer
gekend”.
Ook de duetopnamen bevatten voldoende
muzikaliteit om opgemerkt te worden. Samen met
Donny werden nummers als Where’s the Love,
You’ve lost that loving Feeling en The Closer I get
to You wereldhits. Wat had Roberta gemeen met
Hathaway, die tijdens een depressieve periode in
januari van dit jaar voor iedereen onverwacht een
eind maakte aan zijn leven, door zich uit de
zoveelste etage van een New Yorks hotel te werpen?
Roberta: „Hetzelfde basisgevoel ten opzichte van
Eric staat op om nog wat houtblokken prijs te
geven aan het vuur en het gespreksonderwerp
verschuift naar haar debuut. Mijn veronderstelling
dat die laat kwam, en dat Roberta dus alle tijd had
om te bepalen of zij een carrière wilde nastreven,
wordt ontkracht. „Het gebeurde alsof het
voorbestemd was. Het was per ongeluk, maar ik
zou haast zeggen bewust per ongeluk”.
Roberta: „Ik begeleidde zangers en zangeressen in
een operarestaurant in Georgetown, waar ik toen
nog woonde. Een hele serieuze zaak was dat.
Terwijl de gasten spaghetti met vleessaus naar
binnen werkten, heerste er een kritische stilte als
iemand zong. De mensen hadden verstand van
Puccini en Verdi, maakten notities en
bediscussieerden de prestaties naderhand als ik de
tijd tussen de aria’s vulde met een deel uit
Rachmaninofs Tweede Pianoconcert of iets
luchtigs als Someday He’ll come along Ik voelde
me bovenal een serieuze pianiste; iemand wier
carrière nu niet bepaald van een leien dakje ging,
maar toch Beethoven, Bach en Chopin
bepaalden mijn leven”.
„Ik weet het nog als de dag van gisteren. Het was
Kerstmis en in het restaurant, dat misschien zo
groot was als deze living (Roberta staat op en geeft
met brede armgebaren de afmetingen aan), zaten 80
gasten te eten. Het was een aan- en afgedraaf van
mensen, die geen plaats konden krijgen. En de
waard wilde dat de mensen in zijn zaak bleven en
dat het rustig werd. Zing iets, zei hij. Geeft niet wat.
Nou had ik wel tijdens mijn opleiding aan Howard
University het nodige over zang opgestoken en later
ook onderricht gehad van een free-lancer, maar ik
had nog nooit zelf gezongen in het openbaar.
Waarom zou je? Ik was immers een pianiste?”
„Is „Stille Nacht, Heilige Nacht” goed?, vroeg ik.
Doe maar iets, als het maar populair is, zei de man.
Ik zeg „Chestnut Roasting on an open Fire”? Stel je
voor! (Roberta buigt voorover en beroert mijn
knie). Het werd doodstil. I made them shut-up! In
die zaak waar mensen naar Tosca’s aria’s kwamen
luisteren, heerste rust. Waarschijnlijk legde ik het
er te zeer boven op, maar alia. Speelde de intro
opnieuw en zong het lied van voren af aan weer
naar die climax toewerkend. Ik was doodnerveus,
maar evengoed”.
„Ik zong méér, die avond. Een van de liedjes was
First Time ever I saw your Face, dat ik voor een
Roberta over haar jeugd: „Ik geloof in reïncarnatie,
althans ik geloof dat daar een kern van waarheid in
zit. Ik geloof dat er iets van tevoren in mij geplant
was. D’r was al iets op een hele jonge leeftijd, dat
me helemaal in beslag nam. Dat herinner ik me nog
helemaal. Als ik nu andere jonge kinderen zie, die
muzikaal begaafd zijn, dan komt dat weer bij me
terug. Toen Donny Hathaway hielp bij het
arrangeren van mijn tweede album, was zijn
dochtertje Muffin drie jaar. Haar moeder, die een
operaopleiding had genoten, zong dan een noot
voor en zei: Muffin, zoek die noot eens voor me op?
Zonder te zoeken liep ze dan op de piano af en sloeg
de juiste noot aan”.
„Als je zo’n gave als ouders miskent, wegschuift,
niet voedt, dan verdwijnt die natuurlijke
muzikaliteit van zo’n kind. Terwijl die over een
perfect oor beschikt! Er komt veel fortuin bij kijken
wil je zo’n talent kunnen bewaren als kind. Toen ik
negen was, kon ik nauwelijks les krijgen. Ik
luisterde naar muziek als de radio aanstond of mijn
vader platen draaide en speelde dat dan na”.
In de open haard is het vuur opgevlamd. Roberta
volgt mijn blik. „Geduld is alles wat je nodig hebt”.
.1
ito*
^3'
„Mijn muziek, noem
s te
N.IXHII.IH»,!