animatiefilms
AC/DC ziet succes in
99
Plan-Kosto:
komende
exposities
3
5
achtergrond
Piano-concert
Van Renesse
afgelast
Ruik hoe dat ruikt, draai hoe dat
draait, proef hoe dat proeft en...
Zeg maar jij tegen mij
,,What’s violence doc?
omroep als
uitgeverij
Programma
Onnozele lelijkheid in Paradiso
jaar tijd devalueren
Opmerkelijke zang bij Judas Priest
Monty Python
Televisie
DINSDAG
KUNST
13
1 3
NOVEMBER
19 7 9
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. Onder het motto „What’s violence doc?” gaat vanaf
morgenavond een veelbelovend animatiefestival in de Haarlemse
Filmschuur, het zojuist geopende filmhuis aan de Smedestraat. Aan
bod komt het tekenfilm werk van Tex Avery, Chuck Jones, Frits
Frelenc en Robert Clampett, dat zelden in ons land te zien is.
Tekenfilmhelden als Bugs Bunny, Droopy, Daffy Duck, Porky Pig en
Egghead zullen vier avonden over het witte doek stormen, geheel
getrouw aan de dynamische, agressieve techniek waarin hun makers
werkten.
ÖUGS BUNNY"
Op hol geslagen
visuele humor
JAN BAART
(ADVERTENTIE)
^^haSfzwaar
JOOST MEUWISSEN
■901
decor dat de pracht van het natuurleven
of een sprookjeswereld ontvouwde.
„Als we nu naar Monty Python, Mei
Brooks, Gene Wilder of een Marty Feld
man kijken, dan reageren we al gauw in
de trant van: te gek, dit is het. Maar in
feite ontlenen deze mensen veel meer aan
een dergelijk stuk filmgeschiedenis dan je
vermoedt.” Anders dan een Disney die na
een aanloopperiode tekenfilms produ
ceerde die gericht waren op het grote
publiek en die zich in optiek richtte op het
familie-amusement door de harmonie van
het gezin telkens te benadrukken, kozen
mensen als Avery of Jones nooit voor een
was dat ook zelfspot; 80 procent van deze
filmers was zelf joods.”
Het is kennelijk een te moeilijke opgave.
Eerder wat log en vermoeid door de lange
tournee (van mei in Oakland, Amerika tot
december in Birmingham, Engeland) blij
ven verrassingen uit. Angus Young méakt
het' ritje door de zaal met zijn draadloze
gitaar op de rug van een roadie. Vorig jaar
op de nek van zanger Bon Scot was na
tuurlijk toch leuker. Tussen Livewire, het
openingsnummer en Let there be rock, de
toegift, zaten de meeste hits, maar ook
veel nummers van hun laatste langspeel-
Presentator Ischa Meijer met Renate Ru
binstein.
Concert: AC/DC en Judas Priest in
de Edenhal te Amsterdam.
Bezetting AC/DC: Angus Young (gi
taar), Malcolm Young (ritmegitaar),
Bon Scott (zang), Cliff Williams (bas)
en Phill Rudd (drums).
Bezetting Judas Priest: K.K. Dow
ning (gitaar), lan HUI (bas), Glenn
Tipton (gitaar), Robert Halford (zang)
en Les Binks (drums).
Amsterdam, 12 november 1979.
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. De Nederlandse pianist
George van Renesse heeft wegens een
gekneusde rib zijn concert in het Haar
lemse Concertgebouw op dinsdag 20 no
vember moeten aflasten.
Dit concert is nu verschoven naar dins
dag 15 januari 1980, waarbij Van Renesse
dan de nog steeds zieke Jet Röling ver
vangt.
Abonnementshouders van de Piano-se-
rie van het Concertgebouw wordt een
vervangend concert aangeboden, name
lijk het optreden van het Beaux Arts Trio
op woensdag 30 januari 1980.
Behalve door tempo, die vorm werd
gegeven door de bewegingen van de gete
kende figuren terug te brengen tot een
karikatuur van een beweging, wordt de
School of Violence ook gekenmerkt door
een grote mate van satire. Helmerhorst:
„Niets was heilig voor deze mensen. Op
alles werd wel gepersifleerd en dat in de
jaren veertig, vijftig. Behalve dan de com
munistenjacht van McCarthy. Maar een
spottende behandeling van het rassenta
boe was geen enkel punt. Grapjes over
joden en negers, daar stikt het van. Van
Sneeuwwitje en de zeven negerdwergen
lagen ze geen moment wakker. Zoiets
moet je niet verkeerd opvatten. In wezen
In de veel realistischer, harde wereld
van de Violence-stroming pasten ook geen
lieve diéren. Bugs Bunny of Porky Pig
waren brutale hoofdpersonen, voor wie
niet gold dat „wie niet sterk is, slim moet
zijn”. Helmerhorst: „Ze waren het gewoon
allebei. En verbaal, en qua bewegelijkheid
stonden zij hun mannetje. Regisseurs als
Avery want dat waren deze jongens; zij
bedachten en regisseerden hun creaties,
tekenden zelf nauwelijks maakten van
die dubbele vaardigheid een behendig ge
bruik. Je ziet in deze filmpjes ook veel
wisecracks, opmerkingen die recht
streeks tot het publiek worden geplaatst,
recht in de camera, zullen we zeggen. Dat
gaat zo van: „Vindt u ook niet dat deze
kerel een pak slaag verdient?, of: Het
wordt nu tijd dat ik de situatie eens in
handen neem, vindt u niet?” Dat gebeurde
dan ook onmiddellijk. Binnen een minuut
werd de tegenstander dan volledig opge
rold en terzijde geschoven.”
Woensdag 14 november, 21 uur: Algemeen
overzichtsprogramma School of Violence.
Donderdagavond 15 november, 21 uur:
Werk van Robert Clampett. „Rubberen” ani
maties, uitermate „swingende” films.
Vrijdagavond 16 november, 21 uur: Werk
van Tex Avery, koning van de School of
Violence.
Vrijdagavond 16 november, 23.30 uur: Al
gemeen overzichtsprogramma School of Vi
olence.
Zaterdagavond 17 november, 21 uur: Werk
van Chuck Jones.
Zaterdagavond 17 november, 23.30 uur:
Algemeen overzichtsprogramma School of
Violence.
In Vrij Nederland heeft Renate Rubin
stein geklaagd over de lelijkheid van de
door Wim Crouwel ontworpen postze
gels, de door Oxenaar ontworpen bank
biljetten en de door Van Gooi ontworpen
gebouwen tegenover het Rijksmuseum
te Amsterdam. Haar terechte klachten
hebben toen geleid tot een woekering
van het onderwerp in vraaggesprekken,
artikelen en natuurlijk weer in allerlei
columns die om een onderwerp verlegen
blijken te zitten. Opmerkelijk bij deze
miniaturen is een zekere botheid in de
reactie van de ontwerpers. Zij hebben
zichzelf verschanst in waarden als des
kundigheid en vooruitstrevendheid.
Toch definiëren ze deze waarden steeds
negatief. Deskundigheid is in hun woor
den gewoon alles wat ondeskundigheid
niet is. Vooruitstrevendheid blijkt
slechts een afwezigheid van modieuze en
gemakzuchtige nostalgie te zijn. Deze
ontwerpers bleken geen enkel houtsnij
dend betoog te kunnen houden. Rubin
stein heeft zich daar nog in Vrij Neder
land met recht over verbaasd. Daarmee
had de kous af kunnen zijn.
Waarom zij na de besloten bijeen
komst met de ontwerpersadvocaat Pruis
in het idee van een Paradiso-feestavond
over het onderwerp is getuind blijft een
raadsel. Haar ontreddering was er com
pleet en ze heeft niet voor niets onder
boe-geroep de zaal verlaten. Zij had
haar medewerking kunnen weigeren,
want zelfs een eerlijk gestuntel zou er
niets opleveren. De opzet van de organi
satoren, de schrijvers Gerben Hellinga
en Hans Plomp, had alles nagelaten wat
de avond tot een succes zou kunnen
maken. Dat is toch geen verdienste. De
hitsige sfeer heeft weinig van een avant-
gardistische bijeenkomst gehad of het
zou moeten zijn dat het publiek hier
dadaistischer en schokkender heeft kun
nen optreden dan de zich erover bekla
gende sprekers.
kelijk. Klachten over de massacultuur
zijn niet van vandaag of gisteren. Waar
om de beide politici met belegen klaag
zangen voor een toch alert en ook cul
tuurpolitiek geïnteresseerde publiek een
oubollig figuur hebben willen slaan kan
alleen voortkomen uit cultureel onver
mogen en niet uit de verfijndheid of de
goede taal die zij zeiden te kennen. Kosto
(„schoonheid kost geld”) is daarbij ver
teruggevallen achter het politieke per
spectief dat in de PvdA door de culturele
bijdragen van Den Uyl toch is ontstaan.
De grofste opmerkingen van de avond
zijn voor rekening van Terlouw (d’66)
gekomen, met de evergreen „Ik vind de
lijst vaak mooier dan het schilderij” en
met zijn afkeer van veel werk dat door
de overheid in het kader van de Beelden
de Kunstenaars Regeling (BKR) is aan
gekocht. Terwijl de landelijke discussie
over de BKR erover gaat dat men deze
werken bijna nooit te zien krijgt, doet
Terlouw alsof hij ze heeft kunnen zien
en wegen, hetgeen niet alleen een mense
lijke maar ook een politieke fout zal zijn
geweest.
Haarlems stadsbouwmeester Wiek Rö
ling heeft op de valreep, bij alle bevlo
genheid van zijn professionele oordeel
over de gebouwen van Van Gooi en van
het nieuwe Amsterdamse raadhuisont-
werp, de avond niet meer ten goede
kunnen keren.
In Galerie Pulchri Studio in Den Haag
zijn van 17 november tot en met 6 decem
ber tekeningen en aquarellen te zien van
Els Hogendoom.
Archimedesplastieken van Godfried
Pieters zijn van 17 november tot en met 6
december te zien in de Tuingalerie van
Pulchri Studio in Den Haag.
Het oeuvre van deze filmmakers stokt
tegen het eind van de jaren vijftig omdat
de grote filmmaatschappijen MGM en
Warner Bros, voor wie de animatie een
bijproduct betekende, onder de druk van
de opkomst van het medium televisie, hun
animatiestudio’s moesten sluiten. Het
werd te duur om de perfectionistische
Avery-producten te financieren. Helmer
horst: „Daarnaast is het tijdsbeeld ook
belangrijk. De jaren vijftig waren behou
dend en dergelijke tekenfilms werden ge
woon beoordeeld als niet opvoedkundig
en allemachtig anarchistisch.”
Veel mensen die voor het eerst met Bugs
Bunny of Daffy Duck worden geconfron
teerd trekken paralellen met Tom Jerry
van Hanna Barbera. Deze animatiefil-
mers werkten dan ook in aanvang in de
zelfde stjjl. Helmerhorst: „De vroege Tom
Jerryfilmpjes hebben een vergelijkbare
dynamiek. Later is dat aangepast, werd
de humor zachter. Zij hebben het dan ook
gered. Dat heeft dan bijvoorbeeld geresul
teerd in series als de Flinstones of de
Jetsons die voor tv werden geproduceerd.
Daarin is de animatie tot het economisch
haalbare beperkt; als Flintstone praat,
beweegt alleen zijn mond. Als hij in een
ravijn stort, wordt de camera bewogen
om een dreun te simuleren. Moet je zien
hoe geweldig een Chuck Jones zoiets op
lost.”
„Eén van zijn tekenfiguren is een coyote
prairiewolf - red.) die altijd achter de
roadrunner, een soort struisvogel aan
jaagt. Maar zijn razende jachtlust richt
hem zelf ten gronde. Tot in de meest
waanzinnige afmetingen zoekt hij zijn
hulpmiddelen per postorder bestelt hij
doe-het-zelf-pakketten van snelvuurka-
nonnen of reuzecatapults alles wordt
gedaan om de roadrunner tot staan te
brengen. Telkens weer faalt de coyote.
Het overdrevene van die beeldtaal werkt
ongelooflijk humoristisch. Je zou het visu
ele, op hol geslagen humor kunnen
noemen.”
„Als een wolf bijvoorbeeld geilt op een
meisje, dan zie je hem in ge-erecteerde
stand zich staan vergapen. Zijn ogen knal
len uit zijn hoofd. Hij explodeert in onder
delen uit elkaar. Zoiets is zeer typerend
voor deze School of Violence. Maar het
effect is zeer humoristisch.”
UrcaanUftd dixrdc
KmunHijhe laMjubriek
■J&A.C '.ran liixscni.
tahakuspecialisten
sedert K5O
Het werk van Avery c.s., dat om de
gewelddadig aandoende gags vaak als
School of Violence wordt betiteld, geniet
in Nederland aanmerkelijk minder be
kendheid dan dat van Walt Disney of
Hanna en Barbera. „Het is eigenlijk de
missing link tussen beiden”, zo legt Per-
spektakteur Michael Helmerhorst uit,
„toen Avery en de mensen rond hem volop
produceerden, zo aan het begin van de
jaren veertig, was Europa volop verwik
keld in de Tweede Wereldoorlog. In 1941
stak Avery nog de draak met Hitler en de
zijnen; twee jaar later toen de VS zelf in
oorlog waren geraakt, voerde hij de regie
over tekenfilms, die een enorme propa
gandistische waarde hadden.”
Helmerhorst en nog enkele Perspektme-
dewerkers staan te boek als cinefielen.
Michael legt al enkele jaren driftig kon-
takt met verzamelaars van zeldzaam ani-
matiewerk en maakte zo kennis met Greg
Ford, een doorgewinterde filmjournalist
en een collectioneur, waarvoor de bena
ming freak te licht is uitgevallen. Ford
publiceerde over zijn hobby veel in Rol
ling Stone, verzorgde in het Museum voor
Moderne Kunst in New York lunchvoor-
stellingen met animatieprogramma’s en
bedient de vooraanstaande filmhuizen in
Manhattan. Op uitnodiging van Perspekt,
de Filmschuur en Holland Animation
(landelijke organisatie van animatiefil-
mers) komt Ford naar ons land om een
groot deel van zijn zeldzame collectie te
vertonen.
Aan Helmerhorst de vraag waarom het
zinvol is om een dergelijk festivalletje te
laten plaatsvinden. Michael: „Je hebt in
Nederland enkele jaren geleden ook een
revival van de Marx Brothers gedaan; een
episode die ook min of meer overgeslagen
was. Diezelfde anarchistische, verbale hu
mor steekt ook in deze tekenfilms. Behal
ve een curiositeitswaarde waar de Hol
landse kijker niet mee vertrouwd is, gaat
het ook nog om een hele eigen beeldtaal.
Die wordt wel extreem gewelddadig ge
noemd, maar als je dit soort filmpjes
nauwkeuriger analyseert dan zie je dat
elke handeling doortrokken is van een
geweldig tempo. Elke beweging heeft dan
een ongelooflijke dynamiek. Daarin was
deze School of Violence zijn tijd ver
vooruit.”
Een twintigtal sprekers heeft zich aan
gediend met discussie noch commen
taar. Zo bestond het feest uit het voorle
zen van twintig columns die het publiek
al lang had gelezen of had kunnen lezen.
Het was saai en onbenullig. Ze werden
aan elkaar gelold door stoomwals Ischa
Meier. Een „gedoe zonder inhoud” heeft
een bespreekster in NRC-Handelsblad
de avond genoemd. De wens is de vader
van de gedachte. Zonder inhoud is de
bespreking haar een peuleschil, in de
Voordat de eigenlijke confrontatie
plaatsvond, konden we echter kennisma
ken met de uit Brimingham afkomstige
formatie Judas Priest. Rood, zilver en
vooral zwarte strakke kleding in combina
tie met bezwerende armbewegingen be
paalden bij hen het visuele aspect. De
berichten over schokkende acts ten spijt
(een tournee door West-Duitsland schijnt
dit voor jaar zelfs afgebroken te zijn van
wege een „zweep act” van zanger Robert
Halford, die zich toegetakeld had als nazi
met een motorfiets; hun podiumgebeuren
zag er, afgezien van enkele bizar uitvallen
de momenten, meestal maar rommelig uit.
Veel interessanter bleek de zang van die
zelfde Halford. Zijn stem schoot geregeld
van de normale ligging uit naar jodel-
hoogte, om de macabere, vooral over de
dood handelende teksten, als een sirene in
ieders oor te snijden. Het heeft voldoende
zeggingskracht om van Judas Priest méér
dan een voorprogrammagroep in de hea
vy rock stijl te maken.
plaat Highway to hell, waarvan de teksten
voor de helft uit herhalingen van de titel
bestaan. Het zingt wel makkelijk mee,
maar toch. Die laatste plaat is ook erg
goed opgenomen, waardoor juist opvalt
dat bij zo’n concert toch veel details weg
vallen. Het viel eigenlijk allemaal een bee
tje tegen. Zowel de prestatie op de bühne
als daarin weerspiegeld de matte reacties
van het publiek.
(Van onze kunstredactie)
DEN HAAG. Omroeporganisaties
zouden in de toekomst moeten gaan fun
geren als uitgeverijen van waardevolle
boeken en van de mogelijkheid gebruik
moeten maken deze boeken via radio en
televisie aan de man te brengen. Zo zou
den zij een deel van hun culturele taak,
die binnenkort ongetwijfeld zal afnemen
door de ontwikkeling van allerlei nieuwe
communicatietechnieken (satelliet, vi
deo, beeldplaat, enz), op een andere, zin
volle manier kunnen waarmaken. Een
deel van de omroepinkomsten gemeen
schapsgeld uit omroepbijdragen en
STER-reclameopbrengsten zou dan
goed worden besteed.
Dit idee lanceerde het PvdA-Tweede-
Kamerlid Aad Kosto zaterdag tijdens een
door de Vereniging van Letterkundigen
(VvL) georganiseerde discussie in het
Haagse Pulchri Studio over de sociale en
economische positie van de Nederlandse
auteur. De vergadering werd gehouden
aan de vooravond van het 75-jarig bestaan
van de VvL. Ter gelegenheid van dit feit
deed VvL-voorzitter Dick Houwaart een
beroep op de aanwezige schrijvers het
ledental van de vereniging toch vooral
wat op te krikken.
Ook de schrijfster Misha de Vreede lan
ceerde een plan. Zij vond dat dag- en
weekbladen door de overheid zouden
moeten worden gesubsidieerd om gekwa
lificeerde columnisten aan te trekken. Uit
de huidige honorering van deze columnis
ten valt op te maken dat zij door de
kranten als franje worden beschouwd,
terwijl ze juist veel lezers bereiken en een
opvoedende waarde hebben. Mevrouw De
Vreede dacht daarbij niet alleen aan lite
raire kolommen: het mocht van haar ook
een Trijfel zijn.
AC/DC had eigenlijk tégen, dat hun
reputatie al gevestigd is. Hun optreden
van 1978 had na de hits Whole lotta Rosie
en Rock ’n Roll Damnation een overrom
pelend effect Voor velen kwam dat toen
als grote verrassing. Nu ijlt hun faam als
frisse jonge groep vooruit. Hun handels
merk is ook al kwetsbaar: de energieke
gitarist Angus Young, immer in kortge-
broekte kostschoolkleding, die onafgebro
ken waanzinnige capriolen op het toneel
uithaalt. Dat moet je, als één van de vele
populaire hardrockgroepen, allemaal
maar weer waarmaken.
What’s Violence doc? (variatie op
What’s up doc?, van Bugs Bunny); ani
matiefestival in de Filmschuur, Sme
destraat 23, Haarlem.
landelijke kwaliteitskrant. De eenent
wintigste column.
De inhoud van de verschillende
spreekbeurten heeft bij gebrek aan or
ganisatie en thematiek nogal uiteengelo
pen. Drie sprekers hielden een lief plei
dooi voor hun eigen zaak; Wouter van
Dieren voor het milieu, Geurt Brinkgeve
voor de oude stad en Emile Meier voor
het bouwmateriaal natuursteen. Van de
overige niet altijd even ernstige sprekers
hebben vooral de politici Aad Kosto en
Jan Terlouw de aandacht kunnen trek
ken omdat bij hen meer dan bij de
anderen duidelijk is geweest waar de
vergissing van de avond nu eigenlijk
inhoudelijk lag.
Men heeft er de lelijkheid verward met
massacultuur en volkssmaak.
Rubinstein had die associatie nooit op
het oog gehad. Oxenaars bankbiljet
heeft toch een andere schoonheid dan de
meer anonieme frikandel, de lichtrecla
mes of de hoeden van de kroonprinses.
De neerbuigendheid van de beide link
se politici tegenover de lelijke, massale
en eenvormige gebruiken en smaken
van de gewone man, de gewone politicus
of de gewone sportjournalist is Opmer-
Waarom is de vrijdag 9 november ge
houden avond over de „lelijkheid” in
het Amsterdamse Paradiso zo’n weinig
verheffend gebeuren geweest? Zeker
niet door de rookbommen en het hand
gemeen. Maar wel doordat een keur van
Nederlandse columnisten, politici, ont
werpers enz. weinig over een toch zo
eenvoudig onderwerp als „de lelijkheid
van Nederland” te berde heeft weten te
brengen. Toch is het onderwerp niet
nieuw.
AMSTERDAM. Na het meeslepende succes van een jaar geleden, stond AC/DC
maandagavond opnieuw in de Edenhal. Deze in Australië opgerichte groep, waarvan
alleen de beide broers Young nog uit de basisbezetting van 1974 stammen, deed ons
land aan als onderdeel van een afmattende wereldtoemee, met het doel het publiek
blijvend als fan aan de borst te sluiten. Troffen de muzikanten in 1978 nog een bijna
uitverkochte zaal, dit keer moesten ze het doen met een misschien voor de helft gevuld
auditorium. De sfeer stond bij voorbaat dan ook al meer in het teken van de
alledaagse matheid, dan van de roesverwekkende sensatie waar iedereen misschien
op gehoopt had.
rosse:
HALFZWARE SKAQ