DR. JELLE ZIJLSTRA n F» VRIJDAG 1 6 NOVEMBER 25 19 7 9 Door Reinier van de Loo „Noodlottig vind ik het, een volslagen misslag: dat je door arbeidstijdverkorting de bestaande hoeveelheid werk beter zou kunnen verdelen, zoals tegenwoordig zo vaak wordt gezegd. De bestaande hoeveelheid werk is namelijk helemaal geen onveranderlijk, gefixeerd gegeven. Laten we toch wel wezen, er is gewoon te weinig werk omdat er op economisch gebied in dit land fouten zijn gemaakt. En trouwens, wie, denkt u, zou bij een verkorting van de werkweek met 5 uur, bereid zijn 12,5 procent loon in te leveren? Niemand toch. En daar zou het wèl op neerkomen. En kunstmatig vacatures kweken maakt een werkloze nog niet werkwillig”. i i i-1 i i i.afjmmimu j iniimiii II niniiinniiiiiuiminininninii □■■aHHHirr-TTrTMBMBI Kan de Nederlandse werknemer de komende jaren nog op reële loonsverhogingen rekenen? Zal een herverdeling van de bestaande hoe veelheid werk leiden tot meer ar beidsplaatsen? Hoe lang kan Ne derland de enorme lastenpost van de sociale voorzieningen nog dra gen? En zijn er mogelijkheden het aantal steuntrekkers te vermin deren? Deze en nog vele andere vragen kwamen aan de orde in een langdu rig gesprek dat wij voerden met de president van de Nederlandse Bank, dr. Jelle Zijlstra. Zo’n gesprek is op zich al een bijzondere gebeur tenis, want „de bewaker van de gulden” is bepaald niet scheutig met interviews. - s Er wordt 4 Hoe zou het dan wel moeten? „Er bestaat geen rechtstreeks verband 17 ■■■•■••••a n „Dat brengt ons op het reusachtige probleem van de werkloosheid in ons land. Er zijn momenteel 1,2 miljoen mensen in de produktieve leeftijd die niet werken. Zieken, werklozen, arbeidsongeschikten. Het wil er bij mij niet in dat die allemaal echt ziek of arbeidsongeschikt zijn. Het kan gewoon niet waar zijn. De moeilijkheid is echter „We hebben na de oorlog een paar gelukkige jaren gekend. De mensen aanvaardden gemakkelijker wat volgens de politieke en sociale leiders in het landsbelang was. We hadden de geleide loonpolitiek. Ik denk daar wel een beetje nostalgisch aan terug. Niet wat betreft de vorm, wel naar inhoud. Mensen zijn van huis uit geneigd hun eigen deelprobleem op korte termijn op te lossen.De horizon van de politeke Jan Modaal en dat zijn wij allemaal is beperkt. Dat was-ie vroeger ook al, maar de „achterban” slikt tegenwoordig niet meer alles klakkeloos. De tijden zijn roeriger, de maatschappij is gecompliceerder, de burger heeft meer inspraak”. „Maar dat leidt wel tot complicaties die we vroeger niet kenden. Tegenwoordig wordt naar mijn smaak te veel 1 publiekelijk uitgevochten terwijl we het vroeger eerst rustig uitzochten. Ik heb niet zozeer heimwee naar een geleide loonpolitiek met overheidsmaatregelen (en al helemaal niet naar zoiets als een loonmaatregel), maar wel naar het rustige overleg, de samenspraak van toen, de mogelijkheid van praten, van overeenstemming bereiken vóórdat men elkaar, zoals nu, via radio, tv en krant publiekelijk om de oren slaat”. „Ik hoop nog steeds op de terugkeer van goed, rustig overleg tussen werkgevers, werknemers en overheid. Overleg over wat onze economie nu werkelijk kan dragen. Een gecoördineerd loonbeleid dus, centraal loonoverleg en dat alles in vrijwilligheid aanvaard. Ik ben ervan overtuigd dat een verstandige loonontwikkeling tot herstel van de werkgelegenheid leidt. Vijf jaar geleden „Als je aan dat volume-beleid niet eerst iets doet kun je andere maatregelen wel vergeten. Je moetje inderdaad wel afvragen of je het huidige niveau van uitkeringen kunt volhouden. Laten we niet vergeten dat de hoge sociale uitkeringen werkelijk alleen maar mogelijk zijn door de inkomsten uit ons aardgas. Ik weet niet hoe lang dat nog kan doorgaan. Maar u ontlokt mij op dit gebied geen verdere uitspraken”. „Ik geloof niet dat je de premiedruk moet verlagen. Hij mag niet stijgen. Als je die druk stabiliseert, kan de collectieve sector gewoon met de stijging van het nominale inkomen maximaal tot zo’n 8 procent toe meegroeien. Nee, je moet de vreemde elementen die in de collectieve sector (de sociale uitkeringen) zijn binnengeslopen verwijderen". Maar moet je toch niet dieper ingrijpen? Wij hebben misschien wel het hoogste minimumloon ter wereld. Is er niet meer nodig dan dat volume-beleid, moeten de uitkeringen, kunnen de sociale uitkeringen wel zo hoog blijven als ze nu zijn? In hoeverre kan loonmatiging dan leiden tot creatie van arbeidsplaatsen? hoe je de echte arbeidsongeschikten van de onechte onderscheidt”. „Laat ik voorop stellen dat onze samenleving die mehsen die echt niet kunnen deelnemen aan het produktieproces een menswaardig bestaan moet kunnen garanderen. Daar hebben ze volkomen recht op. Maar met een verstandig beleid zou je toch degenen die daar géén recht op hebben niet moeten toelaten tot de kring van de uitkeringsgenieters. Niet door een soort spionage of andere mehsonwaardige controles. Helpt het als je de premiedruk zou verlagen en daarmee de rendementen van de bedrijven zou verbeteren heb ik al gewaarschuwd voor ongebreidelde loonontwikkelingen. Dat was nog vóór de oliecrisis. Uitgelachen werd ik. De werkgelegenheid zou het gelag moeten betalen, zei ik toen. En kijk nu eens: de werkgelegenheid herstelt zich nog steeds niet, ondanks een korte opleving van de rendementen”. „We waren op de goeie weg, medio dit jaar. De export herstelde zich, de inflatie is fors teruggeschroefd, onze concurrentiepositie werd beter. Dat zouden we nog een paar jaar moeten volhouden. De erosie van de rendementen duurde vijf jaar, het herstel behoort ook de tijd te krijgen. Dan komt de werkgelegenheid terug. Kijk maar naar Amerika, daar zijn in de afgelopen vijf jaar 10 miljoen arbeidsplaatsen geschapen”. „Maar het tragische is dat het herstel van de bedrijfsrendementen niet doorzet. En hoe komt dat? Omdat de hele produktiviteitsruimte naar lonen, premies en overheidsbestedingen gaat en niet naar het rendement. En dat is funest. Je kunt wel steeds weer proberen loonsverhogingen te krijgen, maar d’r komt toch echt niet meer uit dan erin zit. Wat er wel uitkomt is de frustratie, de teleurstelling dat de prijzen stijgen. En dat leidt dan wel weer tot prijscompensaties, maar het grotere reële loon komt er niet. Want het is er gewoon niet. We willen allemaal een extra stukje van de deken, maar de deken is te klein en de pootjes blijven bloot”. „Waar gaat de produktiviteit aan op? Aan vier dingen. Een deel gaat naar het reëel besteedbare inkomen van de werknemer via contract-loonstijgingen. Een ander deel via incidentele loonstijgingen (wat de werknemer van beide overhoudt in de zin van reëel besteedbaar inkomen wordt bepaald door veranderingen in belasting- en premiedruk). Een derde deel gaat op aan werkgeverspremies. En dan zou een vierde deel moeten overblijven voor rendementsverbetering. En dat vierde deel is er niet, of het is te klein. Hoe krijg Wat moet je nou doen om die volgens u zo noodzakelijke verbetering van het rendement te verkrijgen? Nóg een les: „Er wordt wel beweerd dat de hulp die wij aan arme landen geven op den duur in ons eigen nadeel zal verkeren. Als we steeds meer overstroomd worden door goedkope produkten uit ontwikkelingslanden hangt ons nog wat boven het hoofd op het gebied van de economische herstructurering hier. Wij zouden werklozen kweken door de hulp aan anderen. Ik vind dat een volstrekte misvatting”, zegt Zijlstra. „Kijk nou eens naar onze naoorlogse jaren. Een fors deel van het Amerikaanse produktieapparaat werd naar Europa overgeplant. Deed dat de Amerikanen de das om? Welnee. We Een stuk college van het orakel. Op zijn gebied is Jelle Zijlstra dat onbetwist. Hij brengt het met de overtuiging van de kenner en met het vuur van de prediker. In een hoek van zijn werkvertrek staat een sculptuur van Mozes met de Wetstafelen. Het beeld valt de bezoeker niet op vanwege de vergelijking tussen het bijbelse gouden kalf en de bankburcht waar deze Fries de scepter zwaait. Het is de autoriteit die van deze financiële Mozes uitstraalt. „De moraal van dit verhaal? Wil je de produktiviteitsgroei zodanig gebruiken dat zowel de werknemer als het bedrijfsrendement er iets van krijgen dan moet je vóór alles een eind maken aan de belasting- en premiedrukstijging, want die slokt dan in feite de hele winst op zonder dat die aan het individu of het bedrijf ten goede komt”. je het wél? Ik denk dat je daarvoor uitspattingen op het gebied van incidentele loonsverhogingen moet uitsluiten en dat je moet zorgen dat de premiedruk niet stijgt”. Is het nooit tot diepgaande conflicten tussen u én een minister van Financiën gekomen bijvoorbeeld met een minister die niet echt uit het (financieel- economischejvak komt, zoals Andriessen? „Nou, dat is dan uw elitaire oordeel. Waarom u wel en zij niet? Een heel andere vraag is of je economisch moet gaan herstructureren omdat wij hier niet meer rendabel kleuren-tv's kunnen maken. Volgens mij moetje dan overschakelen op andere produkten. Verfijnder spul. Wij kunnen natuurlijk geen Twentse katoen tjes meer naar Indonesië sturen. Maar moet je dan bij de pakken gaan neerzitten? Kijk naar de Zwitsers, die maken alleen nog maar kwalitatief hoogstaande textielprodukten. Ze hebben er een enorme afzetmarkt voor. En de Zwitserse staat heeft er geen franc ingestoken. Ik noem dat de dynamiek van vraag en aanbod, de dynamiek van de herstructurering van een op de wereldmarkt gerichte economie. Verhoog je kwaliteit, breng meer variatie in je produkten. Dan zal het met die gevreesde stijging van de kosten voor herstructurering best meevallen. Maar zo’n dynamiek moet wel maatschappelijk worden aanvaard. Wij blokkeren die ontwikkeling zelf onnodig”. Hoe groot is de invloed van de president van de Nederlandsche Bank op het overheidsbeleid Hij ziet op een gegeven moment de voortschrijdende erosie van de rendementen. Dat begon in het vorige kabinet. Kunt u zoiets persoonlijk bijsturen Maar in Afrika zitten ze toch niet zo op een kleurentelevisie te wachten? Hoe reageert u zoiets af, wat doet u in uw vrije tijd, wat doet u eigenlijk precies in uw werktijd De Nederlander kent Jelle Zijlstra eigenlijk alleen maar als de Grote Schatbewaarder, en vroeger als de AR-politicus, de minister, de premie’' en de wetenschapsman. Maar we weten weinig van de mens Zijlstra. Jelle Zijlstra. Je kijkt onwillekeurig nog eens naar het beeldje in de hoek: zelfs Mozes werd eens witheet en gooide zijn stenen tafels aan scherven. verdwaald raakt in het overheidsbeleid? U moet niet vergeten dat ik nooit onbekommerd maar alles kan zeggen. Als je altijd midden in de publieke belangstelling staat, leef je onder een voortdurende druk”. Ik probeer nog te studeren en lees veel. Ik houd erg van biografieën. Speel orgel. Kijk zeer spaarzamelijk naar de televisie: achter het nieuws-rubrieken als ze iets op mijn terrein hebben, een heel enkele keer een politieserie. „Nou, nee. Ik ben niet koel. Ja, eigenlijk mag je best zeggen dat ik heftig kan reageren”. „Mijn beleid bestaat uit de hantering van mijn instrumentarium dat ik in deze functie tot mijn beschikking heb en verder uit preken. Voor en achter de schermen. Een groot deel van mijn werktijd gaat op aan internationale verplichtingen. Eens per maand ben ik in Bazel bij de Bank voor Internationale Betalingen, ik kom vaak bij EG- vergaderingen. Daarnaast heb ik de wekelijkse contacten met „Den Haag”, een dag per week gaat op aan directievergaderingen op de Bank. Ik ski, zeilde en tenniste vroeger, en golf, hoewel ik daar een geweldige kruk in ben. Ik vind golf nog moeilijker dan een bank leiden. Dat balletje is zo verdraaid klein. Ik raak 'm vaak slecht en dan word ik kwaad. Bovendien moet je d’r te veel bij lopen en ik loop niet graag". Wordt u kwaad op zo’n klein balletje?Bent u dan zo’n heftig karakter. U komt anders over. A En je kunt de mensen ook niet achter hun vodden zitten zoals dat in de dertiger jaren gebeurde. Maar er moet toch een methode zijn om een redelijk volume beleid (het verminderen van het aantal niet-werkenden) op te zetten. Ik weet alleen niet precies welke methode. Dat is mijn specialiteit ook niet, daar zijn anderen voor”. zijn er beide beter van geworden. Mensen in ontwikkelingslanden gaan straks eindelijk een reëel inkomen verdienen, daarmee stijgt hun behoefte aan produkten van ons. Hoe sneller hoe beter. Als alle landen net als Nederland de ontwikkelingshulp op 0,7 procent van nun bruto nationaal produkt zouden brengen, zou dat een verdubbeling van de hulp betekenen én een verruiming van de vraag naar importprodukten in de ontwikkelingslanden”. „Achter de schermen heb ik in mijn adviserende functie wel invloed. Het instrumentarium van de Bank ligt op het gebied van het monetaire beleid naar binnen en ten dele naar buiten. Als je bijvoorbeeld de geldhoeveelheid in een land maar laat slingeren krijg je de inflatie nooit onder de knie”. 111111 11 priiniimiiiiiiiiiiiiiini’ifinti11 11 iiiiininiiiiiiiiiiii:iiiiniiiiiini( T—W F' I Mi .1. 1 LI produktiviteitsstijging, in een verbetering van de rendementen van de bedrijven. „Je moet eens zien wat er gebeurt als je morgen het mirakel zou beleven dat je ineens 40.000 arbeidsplaatsen en die zijn er zou kunnen vervullen. De bedrijven hoeven dan niet alleen mens- vervangende machines aan te schaffen. De belastingsom zou stijgen en de betalingsbalans zou verbeteren, want je praat dan immers over mensen die wel blijven eten, maar weer gaan werken. Er zijn genoeg bedrijven die een grote vraag naar hun produkten hebben, maar ze domweg niet kunnen maken omdat ze geen mensen kunnen krijgen. En kom me niet aan met de achterhaalde kreet „wereldwijde vraagverzadiging”. De hele economische geschiedenis heeft altijd nieuwe vraag te zien gegeven naar (nieuwe) prdukten”. „Nu weet ik wel dat sommige mensen ontkennen dat er 60.000 tot 70.000 openstaande arbeidsplaatsen zijn. Die zeggen, dat dat vacatures betreft die een werkgever ooit eens heeft opgegeven en ze van lieverlee heeft laten openstaan. Maar er zijn er ook die geloven dat het er nog veel meer zijn omdat sommige werkgevers de moed allang hebben opgegeven”. „Nou wijs ik niet elke vorm van arbeids tijdverkorting af. Vervroegde afvloeiing bijvoorbeeld is een vrij natuurlijke zaak, waarmee je het produktieproces niet onderbreekt. Maar het is voor mij nog maar de vraag of je mensen kunt krijgen om de daardoor openvallende plaatsen te vullen”. A Dr. Jelle Zijlstra blijft de beheerstheid in persoon, maar tijdens het gesprek in zijn sereen-beige kantoor in de bank- tempel aan het Amsterdamse Frederiksplein, klinkt ernstige zorg door over het voorbijgaan aan het kostenaspect in de gedachten aan werktijdverkorting, zoals die de laatste tijd steeds vaker hoog op de lijst staan van sommige vakbondsleiders. De president van de Nederlandsche Bank ziet mogelijkheden voor het in stand houden van de werkgelegenheid, het vergroten ervan ook, veel meer in Gaat u aan memoires werken na uw pensionering in 1983? tussen veel weten en moeilijk beïnvloedbaar zijn. Ik doel niet op bepaalde personen. En conflicten? Ja, die zijn er natuurlijk wel eens geweest, maar daar zal ik later nog wel eens over schrijven. Nu niet”. „Niet echte memoires. Wel iets over wat ik hier in dit huis allemaal heb meegemaakt. En mijn ervaringen met mensen. En ik zou eigenlijk ook nog wel eens willen schrijven over economische wetenschap en economische politiek. Wat voor moeilijkheden bijvoorbeeld krijgt I O®

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 25