Indie blijft lokken, ook voor de boekhandel
r
5
BOEKMOZAÏEK
UITGEVERS ZIEN VOLOP BROOD IN DE PAUS
Vlinder in de vallei
HUT
Johannes Paulus II
Pauselijke acteur
CABIN
W
fo/=
4
Mens en wereld
/e
I
bundels
De belangstelling in ons land voor de recente geschiedenis van
Indonesië, lijkt onverminderd. De uitgevers zien er althans nog steeds
brood in om boeken met betrekking tot die recente geschiedenis van
wat door Multatuli een de Isulinde werd genoemd, het lichtte doen
zien.
Ze
theat
Een i
Rom
„Om
uw e
schrc
„Dar
regel
scho
„ple;
Hc
hete
proz<
verja
wijze
drs. I
kuns
Nieu
Jean
„Ne<
hem
He
bijbe
Een
nauv
liefhe
beze
I'
O
Er is een boekje verschenen onder de titel Wat christenen geloven. Het is met
grote zorgvuldigheid geschreven door televisiepastor dr. Jörg Zink en een andere
bekwame theoloog, dr. Rainer Röhricht. Samen zijn zij erin geslaagd de inhoud
van het geloof tot de kern te naderen. In ruim zestig pagina's worden de
hoofdlijnen van het geloof kort en bondig aangegegeven. Dat gebeurt tevens
helder en duidelijk. Aldus is op dit geschrift van toepassing dat eenvoud het
kenmerk van het ware is. Vanzelfsprekend wordt met de titel niet aangeduid dat
christenen alles aannemen wat zij zouden moeten geloven. Nog minder dat zij
hun leven van alle dag principieel zouden leven volgens hun geloofsovertuiging.
Zulke ideale christenen zullen wel niet bestaan. We hebben geen enquêtes over
God in Nederland, Pakistan of Frankrijk nodig om hier achter te komen. Zo’n
enquête is wel aardig om te achterhalen dat de meeste christenen niet geloven
wat zij moeten geloven. Daarom zijn uitgaven als deze van groot belang. Ze
schijnen tussen de regels door te zeggen: kijk, hier is het; doe er alsjeblieft wat
mee.
k
F
F
F
Wat christenen moeten geloven
1
Moeder Teresa
261
i
i
Wedstrijd op het sloependek
TON NILLISSEN
I
Volgens uitgever Zomer Keuning te
Ede is het boek van Zink en Röhricht
duidelijk een boek voor christenen die
zich na alle snelle ontwikkelingen in kerk
en maatschappij afvragen wat ze nu
eigenlijk geloven. Zij kunnen hun eigen
gedachten en overtuiging toetsen aan de
geloofsbelijdenis van beide auteurs.
Lezen en herlezen zullen aantonen dat zij
niet hun eigen overtuiging aan de lezer
proberen op te dringen. De kernpunten
van het christelijk geloof hebben zij klaar
en helder ingedeeld in enige
hoofdtema’s: God, de mensen en de
wereld. Daarnaast komen de tien geboden
als richtlijnen aan de orde, de
grondwoorden uit de bijbel (bergrede,
roeping, gerechtigheid, leven, dood en
opstanding) en tenslotte enige
geloofsbelijdenissen. Uiteraard wordt de
apostolische geloofsbelijdenis als oudste
erfgoed van de kerk opnieuw
aangeboden. Het boek besluit met een
hoofdstuk over Maarten Luther. Daarin
vinden we enige artikelen uit diens kleine
katechismus en zijn persoonlijke
belijdenis. In zeer kort bestek liggen in
deze uitgave dus de oude en nieuwe
schatten van de kerk opgetast. Aan de
lezer is de taak alles te onderzoeken en het
goede bewaren.
uitstekend beeld van deze laatste
periode van de tempo doeloe. Want
wat geen van die Nederlandse
kolonialen op weg naar of terug uit
de Oost toen kon bevroeden, was
dat het Nederlandse wereldrijk op
punt van sterven stond.
Hoe moeilijk we het met dat sterven
hadden, toont een andere uitgave:
De Politionele Acties, de strijd om
„Indië” 1945/1949, van de journalist
Pierre Heijboer. Zoals de titel zegt
handelt het boek over de militaire
pogingen van de Nederlandse
overheid het streven naar
onafhankelijkheid in Indonesië, de
kop in te drukken. Heijboer
besteedt en geeft dat zelf ook toe
weinig aandacht aan de politieke
aspecten van het grimmige
gebeuren in de Oost, maar dat is
nauwelijks een bezwaar. Daar waar
het voor het verhaal relevant is
noemt hij het en voor het overige is
Heijboer alleen geïnteresseerd in
het militaire drama. En hij doet dat
erg gedetailleerd. Fascinerend te
lezen zijn de lotgevallen van de
zogeheten X-, V- en W-brigade op
Java. Boeiend ook, zijn de vele,
met de wereld bezig is en dat hij wil dat
wij samen met hem werken. „Hij wil niet
dat wij genoegen nemen met wat mensen
van zijn wereld hebben gemaakt, alsof die
wereld zó door hem is gewild. Hij wil dat
wij haar veranderen, haar krachten
naspeuren, haar wetten aanwenden en die
in dienst van het leven stellen. Hij maakt
ons verantwoordelijk voor het recht aller
schepselen.” Deze waarheden kunnen de
mens niet genoeg wordeh voorgehouden.
Wij leven in een wereld waar iedereen de
plicht heeft zich te bekommeren om het
lot van iedere ander. Ik geef toe dat het
voor velen verleidelijker is de wereld te
ontvluchten, door meditaties ons eigen ik
te vinden of naar Poona te gaan.
Uiterst indringend in deze tijd van
dwaalleraren en valse goeroes of profeten
is de oproep de naam van God te eren en
zijn naam niet te hechten aan het aardse.
„Niets dat aards is, niets van wat mensen
hebben gemaakt, kunt u door God
gesticht noemen of door God gewild en gij
kunt u daaraan niet onderwerpen. Wat
mensen doen, zeggen of u opleggen, moet
gij toetsen en moogt gij veranderen.”
Christenen worden er verder aan
herinnerd dat zij met Jezus gaan op zijn
weg en dat zij lopen naast de verachten en
de zwakken; dat het evangelie een praatje
voor de vaak is als Jezus de Christus niet
is opgestaan; wie onder u een rol wil
spelen, die moet de rol van de dienaar op
zich nemen. Tenslotte horen we het
bemoedigende woord uit de
Romeinenbrief: als God voor ons is, wie
zal tegen ons zijn? De citaten tonen tevens
aan dat het boekje van Zink en Röhricht
bij uitstek bijbels is, vooral
Nieuwtestamentisch. Moge ik het van
ganser harte aanbevelen als een werkstuk
dat geen dogma’s aanbiedt, maar levende
taal. Geen waarheden over God, maar
God als levende waarheid voor ons,
vooral door Jezus de Messias.
De menselijkheid van de paus komt bijna
op iedere bladzijde van deze fraai
verzorgde uitgave tot uitdrukking. Het
boek geeft in ruime mate gelegenheid
kennis te nemen van achtergronden van
het leven van de paus vanaf de
geschiedenis van zijn Poolse vaderland
tot en met de gezinsomstandigheden van
de familie Wojtyla. Opnieuw kunnen we
hem volgen tijdens zijn reizen naar
Mexico en Polen. Bijna stap voor stap ook
volgen we Karols voetstappen als
scholier, arbeider, filosoof, dichter,
toneelspeler, sportman, student en als de
priester die via de aartsbisschoppelijke
zetel van Krakow uiteindelijk op 16
oktober 1978 de stoel van Petrus in Rome
beklom. De geschiedenis van het laatste
conclaaf gaat aan dit grote gebeuren
vooraf.
Volgens het boek mag aan de hand van
's pausen eigen woorden worden
verwacht dat hij ook binnen de kerk
verscheidenheid en pluriformiteit tot hun
recht zal laten komen en dat hij het
toepassen van het beginsel van collegiale
medeverantwoordelijkheid door de
geleidelijke opheffing van het
bureaucratisch centralisme dichterbij zal
van de Nederlandse bisschoppen met de
paus tegemoet te zien.
Het Kampdagboek van de
Indonesische schrijver en
journalist Mochtar Lubis, dat
onlangs in een Nederlandse
vertaling is verschenen, valt wat
tegen na zijn boeiende Het Land
nauwelijks terzake. De argeloze
lezer krijgt een boek in handen
waarmee hij elke peuter moeiteloos
in slaap zeurt.
brengen. Dit klinkt indrukwekkend en dit
verklaart ook het optimisme van de
Haarlemse bisschop over de komende
Nederlandse synode. Laten wij in
Nederland eerst maar deze synodè
afwachten en de geschiedenis rond prof.
Schillebeeckx. Dan weten we wat
collegialiteit en pluriformiteit in feite
waard zijn.
Lubis heeft in 1975 een tweetal
maanden in een politiek
Onder de Regenboog, waarin Lubis
de geschiedenis van zijn land voor
Nederland „herschrijft”. Een
uiterst interessant werk voor
Nederlanders, gewend als die
uiteraard zijn aan de vaderlandse
interpretatie van wat de
geschiedenis van Indonesië is.
Ondanks alle schijn is de paus beslist geen
man die zich populair wil maken door te
schipperen met de eeuwenoude leer van
de kerk over de heiligste rechten en
plichten van de mens.
Ons derde boek van vandaag heeft een
schitterende titel: Vlinder in de eeuwige
vallei. Auteur H. M. Stiekema geeft
blijkens de ondertitel hierin een weergave
van mystieke ervaring en meditatie met
Bhagwan Shree Rajneesh (de god van
Poona). Uitgever De Driehoek te
Amsterdam maakte hiervan een
werkelijk mooie uitgave voor de prijs van
27,50. Hiervoor krijgt men ongeveer
zestig kantjes tekst, veel wit en fraaie
bloemtekeningen. Sietkema nu heeft
Bhagwan in 1977 in het Indiase Poona
ontmoet en getracht zijn indrukken in
woorden te vatten. Volgens de inleiding
beschrijft Stiekema de wegen en
technieken die leiden tot innerlijke
bevrijding. Dan geeft hij in verzen de
gevoelens en emoties weer die deze
spirituele reis naar het eigen innerlijk
teweegbrengt. Ik moet zeggen dat de
verzen me op sommige plaatsen wel
aanspreken, vooral waar gevoelens van
geliefden heel poëtisch worden verwoord.
Dit inspirerende mis ik in de proza-
gevangenkamp (Nirbaya) gezeten.
De preciese reden daarvoor is door
de Indonesische autoriteiten nooit
bekendgemaakt, maar men mag
gevoeglijk aannemen, dat zijn
uiterst kritisch volgen, althans naar
Indonesisiche maatstaven
gerekend, als hoofdredacteur van
het dagblad Indonesia Raya, van
het politiek en maatschappelijk
gebeuren, aanleiding is geweest. In
die twee maanden heeft hij een
dagboek bijgehouden, dat nu in een
Nederlandse vertaling (Cees van
Dijk en Rob Nieuwenhuys) is
verschenen, aangevuld met de
brieven aan zijn vrouw in die
periode.
Zoals gezegd, het valt wat tegen.
Verder dan een tamelijk
nauwkeurig verslag van het leven
van alledag komt het niet en zijn de
op de achterflap aangekondigde
visies op een aantal problemen van
zijn land, vaag en in ieder geval niet
anders dan men van een eminente
kritikaster van het politieke
systeem van Indonesië mag
verwachten.
Aardig is wel te merken dat de
geprivilegieerde status die Lubis in
het maatschappelijke leven geniet,
ook in zijn status als politiek
gevangene doorwerkt. Hij mag
blijven schrijven, ontvangt bezoek
en mag af en toe ook zelf bezoeken
afleggen. Wie iets van de
omstandigheden afweet waaronder
tienduizenden mede-politieke
gevangenen op het eiland Buru
verkeerden, ontkomt toch af en toe
niet aan de vraag of twee maanden
gevangenschap, in betrekkelijk
comfortabele omstandigheden
doorgebracht, voldoende reden
waren tot het publiceren van deze
dagboekaantekeningen. Het feit,
dat Lubis een bekende naam is
heeft daaraan vermoedelijk meer
bijgedragen dan de kwaliteit van
zijn ervaringen in het Nirbaya-
kamp.
Opnieuw is een boek uitgebracht over de
paus. De uitgave Paus Johannes Paulus
II van Elsevier-Amsterdam 24,50) in
samenwerking met een internationale
groep uitgevers, verschilt in zoverre van
alle andere, dat de paus zich akkoord
heeft verklaard met de inhoud ervan.
Bovendien heeft dit boek enige
interessante foto’s uit de jeugd van Karol
Wojtyla die ik nergens anders heb
aangetroffen. Dit boek kan worden gezien
als een verslag in woord en (vooral) beeld
over het leven en de reizen van de paus.
Voornaamste auteurs zijn dr. Ludwig
Kaufmann en dr. Peter Hebblethwaite. De
Nederlandse editie is aangevuld met
bijdragen van N. Smelt over de Poolse en
van W. Nieuwenhuis over de Mexicaanse
reis van de paus.
Elsevier-directeur G. Schouten heeft het
eerste Nederlandse exemplaar in
september aan de paus aangeboden en het
tweede exemplaar aan bisschop Th.
Zwartkruis van Haarlem in oktober. Bij
deze gelegenheid karakteriseerde mgr.
Zwartkruis Karol Wojtyla als een door en
door menselijke paus die zijn stempel zal
drukken op de komende tijd, vooral waar
hij de mens centraal stelt. De bisschop zei
tevens met optimisme de komende synode
vaak unieke foto’s die deze
documentaire bijzonder leesbaar
maken. Kritiek eigenlijk maar op
een punt: in het verslag van
Heijboer is nauwelijks ruimte voor
opmerkingen van meer morele
aard. Koel en nuchter registreert de
schrijver de nederlagen en
overwinningen van de koloniale
strijdkrachten, maar over de vele
wreedheden door diezelfde
strijdkrachten begaan of enig
commentaar op het morele recht
om daar überhaupt te zijn, komt de
lezer niet of te weinig tegen. En dat
is jammer, dertig jaar na dato.
Dan dacht uitgeverij Hollandia ook
een graantje mee te kunnen pikken
van de eerder genoemde Indië-
trend door het uitbrengen van
Ijzeren Jan, een historische roman
over Jan Pieterszoon Coen,
grondlegger van de koloniale macht
in Nederland. Over de historische
elementen valt als niet-historicus
weinig mee te delen. Volstaan kan
worden met op te merken, dat het
infantiele taalgebruik regelmatig
op de lachspieren werkt,
afgewisseld door aanvallen van
grote ergernis over het stugge
gemoraliseer. Of schrijver K. F.
Kohlenberg zelf verantwoordelijk
is voor genoemd lachwekkend
taalgebruik of dat bekeken moet
worden in richting vertaler en
bewerker Cor Steentjes, doet
Intussen krijgen we uit het boek een
voortreffelijk beeld van de paus als mens.
In geen enkele fase van zijn leven kan hij
worden gezien als een passieve
toeschouwer van het leven. We kunnen dit
vooral betrekken op Wojtyla’s voorliefde
vöor het toneel. De toeschouwers mogen
zich dan afvragen in hoeverre de reizen
naar Mexico, Polen, Ierland en de
Verenigde Staten gelijkenis vertonen met
theater. Uiterlijke overeenkomsten zijn er
zeker, maar van het pauschjk optreden
voor een menigte van miljoenen moet
worden gezegd dat de teksten die hij
uitspreekt woord Voor woord oprecht zijn
en met overtuiging zijn weergegeven.
I
L<
nc
ge
dc
he
a<
zi
d<
ve
H
n<
g<
01
g<
te
ik
d
th
zi
771
is
E
z<
b
u
b
Cl
F
tl
e
b
9
I
e
s
o
b
Dai veel van dat werk keurig en
waarschijnlijk bewust aansluit bij
de nostalgia-golf die als trend ook
nog steeds springlevend is, is ook
mooi meegenomen. Een goed
voorbeeld daarvan is Per Mailboot
Naar De Oost, geschreven en
samengesteld door A. Alberts.
Het boek belicht een in de stroom
heimwee-literatuur met betrekking
tot Indonesië, nog weinig vermeld
aspect: de bootreizen naar en van
de Oost. Er werd althans in het
tijdsbestek dat in het boek aan de
orde is, 1920-1940, gereisd met de
mailboten van twee rederijen: de
Rotterdamsche Lloyd en de
Stoomvaartmaatschappij
Nederland.
Het waren zeer luxe schepen en het
boek toont uitvoerig hoe men op
deze drijvende hotels, overigens
keurig ingedeeld naar rang en
stand, de ongeveer een maand
durende reis doorbracht en hoe
men zich vermaakte.
Het is een erg aardige uitgave
geworden. Veel foto’s en
tekeningen met daarbij de heldere
tekst van dr. Alberts, geven een
Per Mailboot naar de Oost, door A.
Alberts. Uitgeverij De Boer Maritiem.
Prijs 19,50 tot 15 november, daarna
24,50.
Politionele Acties door Pierre Heijboer.
Uitgeverij Fibulq-Van Dishoeck. Prijs
29,50.
Ijzeren Jan door K. F. Kohlenberg.
Uitgeverij Hollandia BV. Priis f 32.50.
F impdagboek door Mochtar Lubis
Uitgeverij A. W. Sijthof. Prijs 12,50.
Wojtyla schuwt zeker ook geen
impopulaire teksten als hij de leer van de
kerk verkondigt over het menselijk leven,
Dag van de Eerste Heilige Communie van de
jonge Karol Wojtyla .de mooiste dag van zijn
leven'
De ouders van de latere Paus Johannes
Paulus II in 1922/1923. Links Emilia
Kaczorowska en rechts Karol Wojtyla.
welke bodem bloemen zijn opgebloeid als
Ruusbroec, Johannes van het Kruis en
Teresa van Avila. Zoekt men toch een
bloem in de Indiase modder: daar is
moeder Teresa als de ongelooflijk rijk
bloeiende.
„Wat christenen geloven” door J. Zink en R.
Röhricht Uitg. Zomer en Keunig 9.90)
„Paus Johannes Paulus II” door groep auteurs.
Uitg. Elsevier 24,50)
„Vlinder in de eeuwige vallei” door H. Stiekema.
Uitg. De Driehoek 27,50)
V-, S
iC\
Zijn karaktervastheid mag ook blijken uit
wat hij eens aan een Poolse vriend
vertelde: „Mijn voorganger hebben zij
voorgeschreven wat hij moest doen en dat
heeft misschien geleid tot zijn vroegtijdig
overlijden. Mij zullen ze niet bevelen. Ik
beslis zelf wat ik doe. Mij zullen ze niet
klein krijgen.” Het kan niet anders of met
die „ze” zijn de Vaticaanse autoriteiten
van de curie bedoeld. Ook dit duidt erop
dat het centralisme van de kerk minder
sterk zal worden en dat de collegialiteit
van dë bisschoppen in vereniging met
Rome ruimere kansen zal krijgen. Zouden
de curiemensen het eens zijn met die
eenvoudige Mexicaanse of Poolse
gelovigen die bij zijn reizen opgetogen
juichten over deze vriendelijke en
spontane man? Maar zo vriendelijk hij is
jegens de arme en onderdrukte, zo fel is
hij tegen de leidende klassen en de
systemen die onrecht en onderdrukking
in stand houden.
Enige citaten kunnen wellicht de
helderheid van weergave aantonen.
„Niemand kan van een mens houden, als
hij niet wil geloven, want de ander kan
niet voortdurend bewijzen dat hij het echt
meent.” Illustratief is ook: „...al wat leeft
gaat te gronde, maar wij geloven in God
en staan op een bodem die ons draagt.”
Het kerkbeeld van de auteurs laat zien dat
de kerk zich niet mag beroepen op
heerschappij en wetten. „Zij mag niet
vertrouwen op macht en orde. Zij
verbindt mensen zonder dwang te
gebruiken en staat aan de kant der
verdrukten.” De auteurs stellen niet
alleen de vraag naar oorsprong en zin van
de wereld. Zij houden de lezer als
belangrijke vraag voor wat wij mensen
voor de wereld kunnen doen. Zij schrijven
dit in het geloof dat God zonder ophouden
teksten die abstract blijven en verward.
Waar in de poëzie de liefde tot de ander
kan openbloeien, cirkelt het proza zich
uitsluitend rond de mestvaalt van het
eigen IK. Verder wil ik er niets van
zeggen. Als we de auteur horen praten
over de „meester” (Bhagwan) kan ik
intens bedroefd worden en dan moet ik
denken aan Jezus die ons waarschuwt
niemand meester te noemen en wiens hele
leven één les is geweest van volstrekte
zelfverloochening. Van hem hebben wij
geleerd dat de mens het ware leven pas
verkrijgt, als hij bereid is tpt
onvoorwaardelijke overgave. Moet men
werkelijk naar Poona gaan om zijn leven
te verliezen? Één ding is gelukkig
onbarmhartig waar. Men neemt zichzelf
mee naar Poona en men komt met zichzelf
terug, ook al ruilt men zijn naam, ook al
draagt men een oranje jurk. De wereld wil
kennelijk bedrogen worden. Vele mensen
blijven blind voor de eigen
cultuurschatten, waardoor het diepste
wezen van de mens wordt geraakt,
namelijk in de christelijke mystiek op
We mogen denken dat al weer een boek
over de paus overbodig is. Misschien is het
wel zo. Maar het feit blijft dat althans deze
uitgave in woord en beeld een goede
indruk geeft van een opmerkelijk man.
ik
LU
de menselijke waardigheid, huwelijk en
gezin voor het forum van de wereld.
Pk
gelijl
BZZ
vorrr
nage
stanc
meei
er al
„II
schei
Ams
ook
begii
i daan
oerw
stror
geva
en w
„H
doen
hout
stuk
heks
eens
stuk
nee,
moe!
En a
het 1
om
„H
het k
mee;
maai