ihh 'Wil door Rudi Kreutzer Beleid verkopen Categorale bonden Opgezegd VOEDINGSBODEM NIEUWE WILDE ACTIES AL WEER GELEGD Twijfels Breed ongenoegen X. I 1 '4' I! arbeidsvoorwaardenbeleid van de FNV. De Conflicten in de Rotterdamse haven zijn verre van opgelost, en de voedingsbodem voor een nieuwe havenstaking of andere wilde acties lijkt alweer te zijn gelegd. Dit niet in de laatste plaats door een vakbeweging die Nico Sannes neemt geen benijdenswaardige positie in. Hij vormt de buffer tussen de opstandige basis van havenwerkers en de beroepsbestuurders van de Vervoersbonden FNV in Utrecht. Mensen als voorzitter Schroër en top onderhandelaar van Eldik hoeven hun beleid niet zelf aan de man te brengen. Dat moet Sannes wel. Als verantwoordelijke voor de Rotterdamse haven moet hij tegenover zijn vroegere collega's een beleid verdedigen waarover hij zelf de nodige twijfels heeft. r „Als ik kon bewijzen dat matiging tot meer werkgelegenheid leidt, dan kreeg ik de mensen er wel voor mee”. Aan het woord is Nico Sannes, FNV-bestuurder voor de Rotterdamse haven. Hij moet het beleid van de FNV verdedigen tegenover zijn achterban. Een achterban die inmiddels een niet mis te verstaan „nee” heeft laten horen op het jnatigingsplan voor volgend jaar, het niet weet in te spelen op het grote ongenoegen onder de arbeiders in ’s werelds grootste haven. 'X o.L Xh r X 1 1 Rotterdamse haven na de staking Stakingsleider Jim Stavinga op de schouders jn ie w W itigen, als het resultaat oplevert. Meer en an er- A- en de Nico Sannes van het FNV in de knel l I I i i Op „eigen terrein” praat Sannes gemakkelijk, op het kantoor van de Vervoersbonden FNV aan de Rotterdamse Westzeedijk, met uitzicht op druk verkeer en kantoorkolossen. Wat het meest opvalt, is de manier waarop hij elke uithaal aan het adres van de stakers met grote omzichtigheid uit de weg gaat. Geen kwaad woord over de wilde actievoerders. „Ik wil mij nooit tegen personen afzetten. Ik probeer mij altijd in te denken wat ik zou doen als ik daar zelf stond. Ik kan me vrij gemakkelijk met hen identificeren. Per slot van rekening heb ik in 1970 gedaan wat velen nu doen”. Hij spreekt over de voortdurende spanning die zijn positie oplevert. „Met mijn gevoel sta ik vaak bij de mensen, terwijl ik met mijn verstand aan de kant van het beleid van de bond sta”. Zo dicht is hij gevoelsmatig met de staking verbonden, dat hij de stakingsleiders verwijt „een door de bond opgezette actie overgenomen” te hebben. „Wij waren de zaak al langer aan het opwarmen”, maar op een gegeven moment hebben onze mensen het geduld verloren. Volgens Sannes slechts een kwestie van tijd, van een weekje misschien, dat de bond „te laat” was. Deze versie van het verhaal wordt niet alleen door de stakers afgewezen als „onzin”. Een zelfde geluid is te horen uit de mond van Jan Andeweg, voorzitter van het district West (Rotterdam en omstreken) van de Vervoersbonden FNV tijdens de staking. Hij heeft deze functie nu opgegeven, wegens jarenlange teleurstelling met zijn werk voor de bond. Liefdewerk dat hij naast zijn semi- continu-baan heeft gedaan als onderhoudsmonteur bij het Europese Machinale Overslagbedrijf. Wanneer ik hem voorleg, dat zijn verhaal op mij heel wat verzoeningsgezinder overkomt dan de ongezouten uitspraken van bondsvoorzitter Schroër, is hij het niet met mij eens. Hij verdedigt diens aanvallen op de stakers, dat zij „mensen zijn die alleen maar aan hun knip denken en de zwakken in de samenleving laten barsten” en de stakingsleiders „dictators”. „Deze uitspraken maken het duidelijker. Dan kan het probleem gemakkelijker worden opgelost”, aldus Sannes. „Bovendien zit er een kern van waarheid in. Het was een klein groepje goed gemotiveerde en goed getrainde mensen, die misbruik hebben gemaakt van het brede ongenoegen van de mensen.” Meteen erachteraan erkent hij dat hij zelf uit ervaring weet hoe een klein groepje mensen een massa kan beïnvloeden. „Daar ben ik niet vies van. Demagogie is een van de talenten waarop ik ben aangenomen. En dat zal ik niet laten. Als het kan. Het hoort erbij thuis”. Dweilploegen liepen tijdens de staking een Rotterdams bedrijf op waar het werk weer hervat was. arbeidsvoorwaardenbeleid van de FNV voor 1980 duidelijk afgewezen. Een ongekend aantal leden was naar de vergaderingen gekomen: vierhonderd in totaal. Dat is meer dan in de andere zeven districten bij elkaar. En dan komt de federatieraad (het „parlement” van de Vervoersbonden FNV) op 25 oktober bijeen. Ook in de andere districten zijn wel twijfels naar voren gekomen over het arbeidsvoorwaardenbeleid. „Er is eigenlijk niemand die ermee akkoord is gegaan zoals het op papier staat. Vanuit andere districten zijn ook opmerkingen gekomen van dit of dat zou moeten veranderen. En dan wordt er ja geknikt, dat het wordt meegenomen. Het eind van het liedje is, dat de mensen hun hart hebben kunnen luchten, en dat de bestuurders toch hun zin krijgen". Voor het matigen is duidelijk minder steun te vinden dan enkele jaren geleden. Maar Jan Andeweg blijft ervan overtuigd dat de meesten best bereid zijn tot OP ie- irin :en als Nico Sannes zit in een vicieuze cirkel. Want hoe verkoop je een beleid dat offers vraagt van de leden, zonder datje kunt hard maken dat het iets oplevert en waarbij „het geld bij de havenbaronnen blijft zitten”. Want daar is wèl iedereen het over eens: dat de werkgevers in de Rotterdamse haven goed boeren. Dit wordt bevestigd door een mededeling van het Gemeentelijk Havenbedrijf, dat er in de eerste negen maanden van dit jaar dus inclusief de stakingsmaand september aanzienlijk betere resultaten werden geboekt dan in dezelfde periode van 1978. De totale goederenoverslag steeg met twaalf percent, terwijl stukgoed de sector waarin vooral gestaakt is met slechts 3,7 percent terugliep. Sannes geeft dan ook onomwonden toe dat het matigingsbeleid van de FNV zelf de grootste rem bij de onderhandelingen met de Scheepvaart Vereniging Zuid is geweest. Dat laatste wordt de bond door de stakers zeer kwalijk genomen. Wim Jansen, bijna dertig, is werkzaam bij de SHB (Samenwerkende Haven Bedrijven) en was in september actief bij de staking en het Gezamenlijk Actie Komitee. De financiële naweeën van de staking zijn bij hem te merken aan de telefoon die nog afgesloten is. Hij windt er geen doekjes om als het erom gaat de vakbondstop aan te vallen. „Al die jaren worden ons koeien met gouden horens beloofd, waar niets van waar gemaakt Wordt. Het is gewoon zinloos geweest lid te zijn van de bond”. „Er zit geld zat bij de werkgevers. Tijdens de staking waren er verschillende bedrijven bereid om te betalen. Pieters, voorzitter van de SVZ, moest niet voor niets dreigen met royement om zijn leden in het gareel te houden. Maar de bonden hebben dat geld laten zitten”. Dat ze „egoïsten” genoemd worden, zit hem niet lekker. „Laat die hogere schnabbelaars maar eens komen kijken in de haven, bij de mannen in de put. Daar weten ze niets van, wat dat voor werk is”. weer normaal gewerkt in de haven”. Dit wordt bevestigd door alle betrokkenen die ik hierover gevraagd heb, ook de personeelschef van Seaport Terminals, Van der Sluis. „Eigenlijk werd er na de eerste dag al niet meer over de staking gepraat. Dat er geen problemen in de verhoudingen zijn, verbaast ons eigenlijk niets. Dat wisten we wel van de vorige keren”. Dit kan alleen als het met het geweld tijdens de staking zelf ook wel meegevallen is. „Er is natuurlijk wel dreiging met geweld gebruikt, maar tot tikken is het niet zo erg gekomen”, verklaart dezelfde Van der Sluis. Jan Andeweg is hierin nog duidelijker: „Deze staking heeft een beeld van geweld gehad. Dat is niet terecht. Het was dit jaar echt niet anders dan bij andere stakingen, bijvoorbeeld in 1977. Volgens mij is het door de pers enorm overdreven. Als er iets gebeurt, moet er wel over bericht worden, maar het is nu erg overdreven. Ik heb het idee dat de vakbeweging dit beeld heeft aangewakkerd. om zijn eigen gezicht te redden”. Jan Andeweg werkt met zijn veertig jaar al de helft van zijn leven als monteur in de haven. De laatste tien jaar daarvan is hij erg actief in de Vervoersbond, eerst bij het NW, later bij de FNV. Bijna dagelijks was hij in die tijd op pad. Zijn vrouw: „Het was wel eens weken achtereen, dat hij niet thuis was. Dan kwam hij thuis en zei ik tegen mijn zoon: mag ik je even voorstellen, je vader”. an le ng Wim Jansen is zelf al twee jaar geleden uit de bond gestapt en overgegaan naar de OVB, een van de twee kleinere „categorale bonden” die actief zijn in de Rotterdamse haven. De OVB heeft dank zij haar steun aan de staking 400 nieuwe leden kunnen inschrijven. Dit is een indicatie dat de FNV wel een aantal leden verloren moet hebben. Maar dat is moeilijk na te gaan, omdat men bij de Vervoersbonden maar twee keer per jaar zijn lidmaatschap kan opzeggen: per 1 juli of per 1 januari. „Bovendien kijken een hoop mensen nog de kat uit de boom, wat de bond met de CAO voor 1980 gaat doen”, weet Wim Jansen uit gesprekken met veel havenwerkers. Als SHB’er komt hij op enorm veel locaties in de haven. Van daaruit weet hij ook stellig, dat er nauwelijks spanningen bestaan tussen mensen die in september als stakers en werkwilligen tegenover elkaar stonden. „Er is één keer een vechtpartij geweest, bij Rotterdam Terminal, in de eerste week na de staking. Dat is alweer bijgelegd, en was ook een uitzondering. Er wordt overal Ik word door hem thuis ontvangen, en meteen in de beste stoel van het huis gepoot. Daar kom ik de hele avond niet meer uit. Hij praat met een enorme ervaring en kennis van zaken. En daarbij kan hij veel gemakkelijker praten, sinds hij een aantal functies in de bond heeft opgezegd. „Ik ben niet de enige die erop afgeknapt is. Op het Afrikaanderplein kon je al het afgedankte kader van de FNV zien staan”. Het besluit om te stoppen met onder andere het voorzitterschap van zijn district, had hij al vóór de havenstaking genomen. Zijn verhaal van teleurstelling is hetzelfde als dat van het voorspel tot de havenstaking. „Er is de laatste jaren binnen de Vervoersbond een stroming ontstaan, waartoe ik ook behoor, die vindt dat het arbeidsvoorwaardenbeleid een fopspeen is geworden. Op allerlei manieren zijn er binnen de bond spelletjes gespeeld, en allerlei beloften gedaan. De gewone leden hebben daar geen flauw benul van”. Jan Andeweg maakt zich vooral druk over het feit dat de wensen van de leden altijd „gezeefd” worden, en dat daarvan nooit iets in het arbeidsvoorwaardenbeleid terug te vinden is. Het laatste voorbeeld daarvan heeft hij nog als voorzitter meegemaakt. Op de ledenvergaderingen van het districl West in oktober is het Hef terrein voor het bedrijf Unit Centre waar gevochten is tussen stakers en agenten van de Mobiele Eenheid Een beeld van de staking in dit na/aar. staking is in ieder geval geweest, scussie over dit soort zaken enorm naar voren is gekomen, ook in andere bonden. Het heeft zeker de boel wakker geschud”. Onder de pendelaats bevonden zich on tegenzeggelijk de meeste werkwilligen. Zij vormen de meerderheid van alle Rotterdamse havenarbeiders, en komen dagelijks met de bus uit Zeeland en Noord-Brabant. „Ik ben elke dag op een kwartier na twaalf uur van huis”, zegt de 44-jarige stuwer Van Bavel uit Drunen in Noord-Brabant. Hij stond niet achter de staking, want „dat kostje toch altijd geld”. „Ik ben net mijn huis aan het verbouwen, en dan kun je niet zomaar even 2000 missen. Die schade is in 3 jaar niet in te halen”. Maar tegelijk staat hij wel volledig achter de eisen die door de stakers naar voren zijn gebracht. „Dat geld is nodig om goed te maken wat we achteruit zijn gegaan. Toen ik hier negen jaar geleden in de haven kwam werken, had ik veel betere verdiensten dan nu. Waarvan zou ik eigenlijk moeten matigen?” Hierin wordt hij gesteund door collega- pendelaar Herreygers uit Bergen op Zoom, die met 52 jaar tot de weinige „Ik heb zo mijn twijfels over die stelling van Nico Sannes, dat er al een actieplan klaar lag. Hij heeft er dan in ieder geval met geen sterveling over gepraat, hoogstens met het handjevol bezoldigde bestuurders. Ik heb het idee dat het een ingeving geweest is op het moment dat de staking al aan de gang was”. Wel of geen actieplan, het is in ieder geval duidelijk dat Nico Sannes zich minder uitdrukkelijk van de wilde staking distantieert dan te verwachten was. Zo zegt Sannes dat de havenarbeiders beslist geen gebrek aan solidariteit aangewreven kan worden. „Als er ergens voor het een of andere goede doel gecollecteerd moet worden, blijkt er een grote bereidheid tot offers. Het probleem is toch meer, dat het nut van offers niet duidelijk gemaakt kan worden”. Een onoplosbaar dilemma, want „het nut valt ook niet onweerlegbaar aan te tonen. Ik ben er persoonlijk ook niet voor honderd percent van overtuigd”. Het probleem is dat het beleid van de FNV niet „herkenbaar” is voor de leden. „Zo’n pamflet van de actievoerders sluit vaak veel directer aan”, mede door een neiging tot „categoraal denken” bij de havenwerkers. Met andere woorden: het denken vanuit de eigen portemonnee. Het beleid van de bonden is meer gebaseerd op de wil om voor de belangen van iedereen op te komen, zoals op het punt van werkgelegenheid en inspraak. Maar in hoeverre het beleid van matiging van de laatste jaren daaraan bijdraagt, blijft ook voor Sannes de grote vraag. Ook op het gebied van de medezeggenschap heeft hij zijn twijfels: „Zolang het rendement niet in gevaar komt, zolang het profijtbeginsel voorop staat, is er wel inspraak te verwachten”. Dan is het niet meer dan „schijnmedezeggenschap”. Zo zijn alle ingrediënten voor nieuwe wilde acties in de haven aanwezig: een breed ongenoegen over jarenlang nutteloos matigen, een vakbond die weinig greep heeft op de situatie en zich zelfs van haar eigen kaderleden vervreemdt; een bedrijfsleven dat goed boert, en last but not least een sterk georganiseerd actiecomité. Dit „Gezamenlijk Actie Komitee” is tegen de verwachting in toch niet gebroken uit de verloren staking gekomen. Actiecomitélid Wim Jansen: „Wij hebben niet echt verloren. Dank zij de staking is er toch een aantal eisen binnengehaald. Daarnaast zijn we ook allemaal wat bewuster geworden. En we zijn meteen na de staking begonnen met de aanpak voor 1980”. Er is een pamflet de Rotter damse haven ingegaan, waarin de eisen van het GAK uiteengezet worden, en die liegen er niet om. Stakingsleider Jim Stavinga kon nog geen precies percentage noemen („We zijn nog aan het cijferen”), maar zeker is dat het ver boven de twee percent zal liggen die de FNV maandag 12 november heeft vastgesteld als looneis voor 1980. Stavinga legt uit dat in ieder geval de dertig gulden schoon, die tijdens de havenstaking niet boven tafel is gekomen, er in zal zitten: „Dat is alleen maar terughalen wat we in jaren hebben ingeleverd”. Dit zal dan nog aangevuld worden met compensatie voor verslechteringen die voortvloeien uit de regeringsplannen voor volgend jaar, zoals de verhoging van de energieprijzen, op jaarbasis volgens Stavinga „minimaal 550”. De stakers hebben duidelijk het hoofd niet in de schoot gelegd. Er is intern veel gediscussieerd over de fouten die gemaakt zijn. Sommigen vinden dat de staking eerder opgeheven had moeten worden, nadat duidelijk was geworden dat er niet meer uit te halen was. Ook zal er meer aandacht worden geschonken aan het winnen van de onbezoldigde kaders van de bond voor de eisen. Maar de belangrijkste fout, die binnen het comité algemeen wordt erkend, is dat de pendelaars te veel aan hun lot, en aan de „burgerlijke pers” zijn overgelaten. Aan hen zal meer aandacht besteed gaan worden. Hoe deze mensen, die veelal ongeorganiseerd zijn, op deze toenadering zullen reageren, moeten ze natuurlijk afwachten. De aan het eind van de staking spontaan aangekondigde langzaam-aan-acties hebben tot nog toe weinig weerklank gevonden, maar met een betere organisatie kan dat zeker anders worden. De comité-leden hebben zeker het voordeel van het dagelijkse contact op de werkplek, maar zij zullen ook terdege rekening moeten houden met de zeer voorzichtige opstelling van de groep pendelaars. Zij hebben waarschijnlijk weinig moeite met de eisen, maar des te meer met acties waarbij het risico van loonverlies groot is. De „zwijgende meerderheid” oefent ook hier meer invloed uit dan op het eerste gezicht lijkt. matigen, als het resultaat oplevert. Meer geld bij de werkgevers laten zitten, levert niet vanzelf meer werkgelegenheid op. „Dat is wel leuk voor een science-fiction film, niet voor mensen die nuchter kunnen denken. Nieuwe investeringen leiden vaak juist tot minder arbeidsplaatsen. Dat zie je overal in de haven, als er wordt overgegaan op machinale overslag”. „De vakbeweging stelt te weinig harde eisen in dit opzicht. Als dat wel gebeurt, is er best wat aan te doen. Bij mij op het bedrijf werken bijvoorbeeld 130 mensen. Als die allemaal een dag vakantie extra krijgen, komt er dus werk voor een halve man vrij. En dan moetje daar ook harde garanties voor eisen. Doe je dat niet, dan krijg je alleen maar dat dezelfde mensen hetzelfde werk in minder tijd moeten gaan doen. Dat hebben we allemaal uit eigen ervaring meegemaakt. Het voordeel van deze staking is in ieder geval geweest, dat de discussie over dit soort zaken oudere havenarbeiders behoort. Hij is tijdens de staking maar één keer naar Rotterdam gekomen, „om tegen de staking te stemmen” op zijn bedrijf Seaport Terminals. Ook hij vindt de eisen van het stakerscomité rechtvaardig. Matigen voor werkgelegenheid is volgens hem al helemaal overbodig. Als ik daarnaar vraag, begint hij geheimzinnig te lachen. „Er is al werk voor iedereen die dat wil, ja toch? Waarom zouden we daarvoor moeten matigen?” Dit is zeker niet de meest gangbare redenering onder de havenwerkers. Maar het resultaat komt toch op hetzelfde neer: matigen heeft geen nut, het is niet nodig, we zien er niets van terug. Dit lijkt wel het meest duidelijke resultaat van de september-staking. Of was het juist de aanleiding? f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 27