DE SINT
KOMT
Het spookje waar
niemand bang voor was
Bang
voor
Schaken
Dammen
Bridge
o
w
o
o
□I
□I
8
spinnen
soms een spin aan een
draadje zo naar
beneden dwarrelen.
Als daar dan een
meisje zit, dan begint
i
I
Alleen thuis
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
Lna
De tandarts
O
O
O
O
O
O
O
O
Q
O
I
I
1
A
A
O
O
A
O
s
1*
|O|
o
Bang zijn II
I
Enge film
Bang zijn I
Q
ng
Q
Q
z
a
tw
I
f
5
I
I
t
jis
N
N
w/ro
z
jen
t Op een dag wou het
spookje naar beneden
»k be*
Hübner
ten
o’
It
V'.
MARION KRUIJER
I
MIRJAM NEELING
IlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIlllllllllllllllllllll
aan
FRANK TEER
!l
I
an.
t
nen
fa
?/7
3
T. SCHIPPERHEYN
Sosonko(aan zet)
i de
ut
i
i
i
't Spuigat is een rubriek die
wordt volgeschreven en -getekend
door kinderen van ongeveer tien
tot vijftien jaar. Iedere week worden
één of twee onderwerpen
behandeld, maar je kunt natuurlijk
ook zómaar eens een verhaaltje,
een gedicht of een tekening sturen.
Denk er wel aan, dat tekeningen
met zwarte Inkt of viltstift moeten
worden gemaakt, anders blijft er in
de krant niets van over. Stuur je
reacties naar 't Spuigat, Damiate
Pers, Postbus 507, 2003 PA
Haarlem.
Het spookje keek toen
zo bedroefd, dat de
mensen medelijden
met hem kregen.
Ze vroegen wat er was
en het spookje vertelde
waarom hij zo
bedroefd was.
Toen zei een kind:
„Weet je wat, je wordt
ons vriendje en dan
zullen we met jou
spookje spelen en dan
zijn wij heel bang voor
jou, goed?”
„Ja, goed”, zei het
spookje.
niemand bang voor
hem was.
Op een dag was het
spookje zo bedroefd,
dat hij ging huilen.
Toen kwamen de
mensen weer.
En ze speelden de hele
dag door en de
volgende dag ook en
verder nog alle dagen
door.
Het spookje was heel
erg blij geworden.
Hij speelde de hele dag
erg vrolijk mee.
Toen was het spookje
later heel erg gelukkig.
Als ik alleen thuis ben, ben ik bang
dat er o.a. iets met mijn ouders
gebeurt.
Of dat er iemand binnen zal komen.
Als mijn moeder weg is, ga ik mijn
tante opbellen, die naast me woont,
Als ik ’s avonds naar
bed moet, ben ik altijd
bang dat er een spin op
de trap loopt of in mijn
bed zit.
In de klas hebben we
altijd spinnen op
bezoek.
De meeste spinnen
zitten bij de lampen,
want daar is het
natuurlijk lekker
warm.
In de klas komt er
cd5: 10. e4.
Extra sterk
ze meteen te
schreeuwen, dan moet
een jongen hem naar
buiten doen.
In de herfst zijn er een
heleboel
spinnewebben.
Als je dan door zo’n
web moet, is het een
heel raar gevoel aan je
gezicht.
Daarom blijf ik altijd
op het pad lopen.
ELLEN BORN
Niet alleen omdat alle facetten van bied
en speeltechniek aan de orde komen,
maar vooral ook omdat dat gebeurt op
basis van een biedsysteem dat inmiddels
zijn bruikbaarheid meer dan bewezen
heeft. Dat de training erg zwaar is neemt
de jeugd daarbij graag op de koop toe. Na
vier weekends begint zich de definitieve
selectie thans af te tekenen. Zes paren zijn
nog over die hun eerste grote krachtproef
zullen ondergaan tijdens het Caransa/Phi-
lip Morris-toernooi.
Oost gever, OW kwetsbaar. Oost opende
1 Sch, gevolgd door 2 Ha bij zuid. West
paste, noord 3 KI en zuid na enig denken 3
De Sint
komt ook bij jou.
Met een pak
en met nog één
en nóg één.
De Sint
komt ook bij jou.
Hij klopt,
hij klopt op de deur.
Jij zingt dan een lied.
Je krijgt een hand
van de Sint
en van Piet.
Piet komt ook.
Hij heeft de zak.
Daar zit het in.
Is het een bal?
Of een trein?
Of een pop?
Wie weet!
Jij weet het nog niet.
De Sint weet het wel.
De Sint
en Piet ook.
In het tweede spel zijn er weliswaar
genoeg slagen, maar als oost, die zeker Ru
H heeft, aan slag komt heeft deze nog een
akelig aantal schoppens. De kunst is oost
te dwingen dat aantal in te korten, als
volgt: na Sch H volgt eerst Ha A en
vervolgens alle klavers. Oost moet bij de
vijf resterende kaarten in ieder geval Ru
H3 vasthouden en moet dus wel een
schoppen en Ha H, dan wel twee schop
pens, laten gaan. Nu volgt schoppen na en
oost is in het eindspel verplicht van zijn
Ru H af te spelen, hetgeen zuid zijn 9e slag
bezorgt. Dat alles lukt niet als zuid niet
eerst Ha A incasseert. Indien zuid b.v.
begint met eerst de klaveren te spelen kan
oost rustig al zijn hartens afgooien en dat
scheelt precies een slag.
Piet lacht.
Hij weet
dat jij lief bent.
De Sint lacht ook.
Hij is blij
en geeft jou dan een pak.
Dan ben jij ook blij.
De Sint
komt ook bij jou.
Nog een dag
en nog één
en nog een paar,
dan is het feest!
is
g-
maar er volgde: 6. 32-27 49x21 7. 42-38
21x34 8. 40x9 4x13 9. 28-22 17x28 10. 37-31
26x37 11. 41x5!!
14..15-20 (verplicht omdat op 14-20 27-22
en 32-27 volgt) 15. 42-37 10-15 (na 19-24 28-
30, 13-19 34x23, 19x28 32x23, 21x41 47-41!
wint wit gewoon een schijf) 16. 47-41 5-10
17. 48-42 20-24 (na 20-25 wint wit niet door
34-30 25x34 39x30 17-22!, maar door 18. 28-
22 17x28 19. 26x17 12x21 20. 27-22! 28x17
21. 32-27 21x32 22. 37x28 23x32 23. 34x21
16x27 24. 31x22 en 25. 38x27) 18. 39-33 15-20
19. 44-39 10-15 (zie diagram 1) 20. 28-22! de
inleiding tot de schjjfwinst 17x28 21. 33x22
5-10 22. 26x17 12x21 23. 31-26 8-12! 24. 26x8
3x12 zwart verweert zich heftig; op 37-31
volgt 23-28! en op 36-31 natuurlijk 16-21.
25. 50-44 20-25 (verplicht omdat na 2-7 of 2-
8 22-17 en 32-28 volgt) 26. 27-21! 18x27 27.
32-28 23x32 28. 37x28 13-18 29. 34x23 (niet
21x32, 18-22!) 18x29 30. 21x32 en wit won.
Een kort en spannend partijtje! Voor van
daag eindigen we met een tweetal dubbel-
diepe partijcombinaties. In diagram 2 ziet
u een stand uit de sneldampartij M. v.
Houtert-F. Teer gespeeld in september bij
„Dammen op de Dam” in Amsterdam. Wit
overzag de direkt winnende combinatie 1.
24-19 13x24 2. 35-30! 24x35 3. 37-31 26x28 4.
33x4 21x43 5. 29x18 12x23 6. 45-40!! 35x33
7. 48x10! In diagram 3 vindt u de stand uit
de Ereklassewedstrijd RDG-Huizum in de
partij. F. Ivens-Bandstra Fred plaatste na
18-23 van zwart een schitterende lokzet
die hij al een tijdje had zien aankomen: 1.
38-32. zwart nam de dam: 23-29 2. 34x23 21-
27 3. 31x22 13-18 4. 22x2 3-8 5. 2x13 9x49,
6
VB 9 7 6 5
9 8 7 6
A6 4 3
Als ik ’s avonds buiten loop en het
hartstikke donker is, dan ben ik wel
eens bang.
Overdag niet.
En als mijn broer en mijn zusje
naar de tandarts moeten, zijn ze
bang dat ze een gaatje hebben.
WENDY VAN BUGGENUM
ook: „Dag spookje”.
Het spookje stotterde:
„Z z zijn
jjjullie niet
b bang voor
m mij?”
„Nee”, zeiden de
mensen, „wij zijn niet
bang voor je”.
En toen ging het
spookje naar buiten en
daar was ook niemand
bang voor hem.
Dat vond het spookje
niet leuk, dat er
e2-e4. 9e6xd5. Of 9.
10. e2-e4 Lc8-e6, 11. a2-a4!
nu de loper niet op b7 staat. Er dreigt
verraderlijk 12. ab5: cb5: 13. ed5: Ld5: 14.
Jan zit bij de tandarts.
Hij is erg bang voor de tandarts.
Al die haakjes, boren en nog andere
dingen, denkt hij.
Ze werken je gewoon op de
zenuwen.
En voor dat het klaar is, duurt ook
wel uren.
INGRID VAN EEDEN
fan
jria-
m.
om te vragen of zij weet waar mijn
ouders zijn.
Als zij dat niet weet, ga ik proberen
te slapen.
Maar als ik dan in mijn bed lig, kan
ik niet slapen, dan moet ik maar
wachten tot ze thuis komen.
Het spookje was
helemaal verbaasd
over wat ze zeiden en
daarom zei het spookje
ook maar: „Dag”.
Toen kwamen de vader
en moeder van de
kinderen (die het eerst
kwamen) en die zeiden
SA, een goed eindcontract dat evenwel
grote stuurmanskunst vereist om te wor
den gemaakt. Start Sch 6, voor het aas en
Sch V terug. Hoe moet zuid spelen om 9
slagen te maken?
A B 8 7 6 5 2
geen
A H 5
4.V 10 5
H V 4
10 5
♦97432
4. A B 9
10 9 3
H 4 3
V 6
4.H 8 6 3 2
Frank Teer-Theo Kuijl: 1. 32-28 18-23 2.
38-32 12-18 3. 31-27 7-12 4. 43-38 1-7 5. 49-43
17-22 6. 28x17 11x31 7. 36x27 6-11? Een
beetje dubieuze zet omdat zwart al direkt
alle kracht uit zijn rechtervleugel weg
haalt (hij kan nooit meer de formatie 6-11-
17 vormen). 8. 33-28 11-17 9. 37-31 20-24 10.
41-36 17-21 11. 31-26 12-17 12. 36-31 24-29
een gewaagde zet waarmee zwart zichzelf
(en ook zijn tegenstander) nogal vastzet.
13. 46-41 7-12? Hoewel het wel erg moeilijk
te zien is, is dit waarschijnlijk al de zet die
zwart doet verliezen. Omdat ook 17-22 niet
kan door 14. 28x17 21x12 15. 32-28 23x21
16. 26x17 12x21 17. 34x1 met dam was nu,
of op de volgende zet 18-22 min of meer
verplicht. Er volgde: 14. 41-36 (er dreigde
19-24 en 13-19x46). De zet 41-36 legt de
zwarte rechtervleugel volledig vast; zwart
kan niet meer tot 2-7, 18-22 komen.
f
Tijdens het laatste weekend kregen de
deelnemers een serie „tricky”-spellen
voorgeschoteld, samengesteld door Hans
Vergoed. Teneinde de lezer in staat te
stellen eerst zelf hierop zijn krachten eens
te beproeven, geven we eerst de spellen en
vervolgens aan het slot van dit artikel de
oplossingen.
«M
geen
VA VB 9 8 7 6 2
B 10 8
4. 7 4
In de Amsterdamse Sporthal-Oost
wordt dit weekeinde de finale van het
Noordhollandse kampioenschap ver
speeld. Op zaterdag en zondag worden de
laatste twee ronden gespeeld; beide dagen
wordt om 12 uur begonnen. Op dit mo
ment, met nog 3 ronden te spelen is de
stand aan kop erg spannend: Herman van
Westerloo en Cock van Leeuwen gaan met
8 uit 6 aan de leiding, met daarnaast Cor
Benjamens en Frank Teer met 7 punten
uit 5, en op 1 punt gevolgd door Kees
IJsbrandij (7 uit 6). Vandaag staan o.a. de
partijen v. Leeuwen-Benjamens en IJs-
brandij-van Westerloo op het programma,
er voor morgen de partijen Böke-van
Leeuwen, van Heerde-Teer en Benja-
mens-IJsbrandij. De debuterende Haar
lemmer Theo Kuijl heeft het er tot nu toe
redelijk afgebracht, met remise tegen Bö-
ke, Piet van Heerde, Benjamens en titel
houder van Leeuwen; alleen in de eerste
ronde, tegen uw damredacteur, kwam hij
zo slecht te staan dat schijfverlies niet
meer was te vookomen. Omdat de manier
waarop dit gebeurde zeer leerzaam is, en
omdat ik nog niet over andere partijen uit
de Noordhollandse titelstrijd beschik
volgt deze partij hieronder:
Zuid gever, NZ kwetsbaar. Het biedver-
loop aan de meeste tafels (de spellen wer
den normaal gespeeld) begon met 3 Ha
door zuid. West bood 3 Sch, door oost
verhoogd tot 4 Sch, al dan niet door noord
voorzien van een doublet. Hoe moet west
spelen om zijn contract te maken? U hebt
een streepje voor op de deelnemers, u ziet
alle kaarten. Start Ha 10.
Er was eens een
spookje dat op zolder
-• woonde.
- toe gaan, want hij was
wel heel erg
- nieuwsgierig geworden
3 hoe het er beneden
uitzag.
- Het spookje deed de
deur van de zolder
- open en zag toen een
X trap, een echte trap.
Het spookje vond het
Z allemaal prachtig en
hij was in een heel goed
>- humeur, maar tegelijk
was hij ook een beetje
bang dat de mensen
Z hem zouden zien.
Opeens daar
Z kwamen mensen aan,
maarhet leek wel of
de mensen helemaal
niet bang waren, want
ze zeiden: „Dag
Z spookje”.
De Nederlandse topjeugd die traint on
der de technische leiding van Anton Maas,
Paul Feiten, Hans Kreijns en Hans Ver
goed is over die training erg enthousiast.
Een buitengewoon sterke doorbraak,
gebaseerd op wits ontwikkelingsvoor-
sprong, belangrijker dan een pluspionne-
tje. 11C6xd5, 12. e4xd5 e6xd5, 13. verrauemjn 14. aiw. cuu. 10. euu. iaw. m.
a4xb5 a6xb5, 14. Talxa8 Lb7xa8, 15. PI7:! Vandaar 11b5-b4, 12. e4xd5
Pc3xb5 Eén van de geïnvesteerde
pionnen heeft wit al heroverd. Voorts
dreigt hij reeds krachtig Da4 en/of Tel. 15.
Dd8-a5, 16. Pb5-d4 Lf8-b4, 17. Lcl-g5
Zwart verkeert in ernstige moeilijk
heden; zo kan hij niet rokeren wegens 18.
Lf6; gf6: 19. Dg4t Kh8, 20. Pf5. Een aardi
ge variant is 17Pe4, 18. Le4:! de4: 19.
Pc4: Da6 (om Da4t te beletten) 20. Pe6!
(met de matdreiging Dd8 en groot voor
deel voor wit). Bouwmeester probeerde
nog 17h6, maar verloor snel.
Sosonko-Schneider. Olympiade, Bue
nos Aires 1978. In deze partij probeerde de
zwartspeler op de 5e zet het alternatief. 5.
a7-a6. 6. 0-0 b7-b5, 7. Pf3-e5 Pf6-d5, 8.
Pbl-c3 Nu er a6 in plaats van c6 is
gespeeld, doet wit het anders. Zijn plan is
Pd5: e4, om de stelling zo snel mogelijk
te openen. 8Lc8-b7. Op dit moment
speelde Hübner zie hieronder 8
c6. Andere mogelijkheden zijn 8Lb4
en 8f6. 9. Pc3xd5! Zeer belang
rijk; alles draait om de breekzet e2-e4. 9.
Lb7xd5(?). Geeft wit de gelegenheid
met tempowinst e4 te spelen. Beter daar
om 9ed5: 10. e4 met complicaties. 10.
e2-e4 Ld5-b7, 11. Ddl-h5 g7-g6. Want op
De7 of Df6 volgt 12. Lg5. 12. Pe5xg6!
Vermoedelijk had zwart deze beslissende
wending niet gezien toen hij 9Ld5:
speelde. 12f7xg6, 13. Dh5-e5 en wit
won snel, omdat op 13Tg8, 14. De6:t
en 15. Dg8: volgt.
Dit alles en nog veel meer was gemeen
goed voor de Nederlandse top. Het is
nauwelijks in te denken dat Hübner van
niets wist. Immers in Tilburg 1977 behoor
de hij ook tot de deelnemers en toen
kwam in het treffen Sosonko-Karpov ook
al het aangenomen Catalaans op het bord.
Die partij trok grote aandacht, omdat
Karpov zich uit een glad verloren stelling
wist te redden. Overigens speelde hij 6.
Pc6 en geen 6b5.
Bezien we, met deze voorkennis gewa
pend, tenslotte het drama Sosonko-Hüb-
ner 1979.
Tot en met 8. Pbl-c3 verliep het precies
als Sosonko-Schneider. 8c7-c6, 9.
Pc3xd5! Afruil van zwarts enige ont
wikkelde stuk en weer met de bedoeling
Soms als ik naar een hele enge film
kijk dan vind ik het niet eng.
Maar als ik ’s avonds naar bed ga en
ik slaap, dan droom ik ervan.
Soms dan word ik ’s nachts wakker,
want dan denk ik dat er spinnen,
slakken enz. in mijn bed zitten.
Ik heb ook weleens, als ik in mijn
bed stap in het donker, dat ik dat
heel vlug doe, want dan denk ik dat
er ratten of slangen onder mijn bed
zitten. MARINKA LAGERWEIJ
In het eerste spel is het de kunst het
verlies van twee klaverslagen te vermij
den. Dat kan als volgt: harten wordt ge
troefd, gevolgd door ruiten naar de vrouw
en nogmaals harten getroefd. Ru A en Ru
H worden geïncasseerd, oost harten weg,
en nu volgt een kleine schoppen. Noord is
aan slag en heeft geen veilige terugspeel-
kaart. Een zwarte kaart kost een slag;
ruiten na is ook niet goed, west troeft op
tafel en gooit zelf een klaveren af. Noord
speelde uiteindelijk KI A en klaveren na
en west gaf alleen nog een schoppen af.
9 8 4 3
geen
A 10 5 2
4. A H V B 7
A V B 10 5 2
H 4 3
H 3
4* 6 2
H 7
A V 10 8 2
V B 4
10 9 5
„Neen, ik wist niet dat Sosonko een
superspecialist van de Catalaanse ope
ning was”.
Aldus luidde op onze desbetreffende
vraag in vlekkeloos Nederlands het
antwoord van dr. Robert Hübner, de pas
30-jarige Keulse geleerde, schaakgroot
meester, talengenie en nog een hoffelijk
man ook.
Het gesprekje vond plaats tijdens het
Interpolistoemooi te Tilburg en wel in
la. Hotel Bosrand te Oisterwijk, waar alle
deelnemers, alsmede hun aanhang, de of-
ficials en de schaakjournalisten (onder
wie de Argentijnse grootmeester Oscar
Panno, speciaal overgekomen om het
toernooi te verslaan) waren gehuisvest.
Nu mag u ons geloven of niet, maar in
het hele hotel was niet één schaakbord te
vinden! De daar over geïnterpelleerde re
ceptioniste kondigde aan dat men voorne
mens was, bij de volgende gelegenheid de
tafeltjes om beurten wit en zwart te dek
ken. Voor het overige huldigde zij de
mening dat de in overvloed aanwezige
pingpongtafels, sjoelbakken, biljarts en
allerhande kleine speelapparaatjes met
ingebouwde belletjes en piepjes een ruim
schoots voldoende outillage vormden
voor de twaalf beste schakers ter wereld,
in haar etablissement ondergebracht.
Hübners antwoord verwonderde ons.
Een maand tevoren immers won hij boven
o.a. onze Jan Timman het interzonetoer-
nooi te Rio de Janeiro, waarmede hij een
van de potentiële uitdagers werd van we
reldkampioen Karpov. Hij is dus een insi
der bij uitstek. Zou hij dan niet weten wat
iedere schaakvakman weet? Namelijk dat
onze landgenoot Genna Sosonko „alles”
van die Catalaan kent en nooit iets anders
speelt als hij de kans krijgt? Maar goed,
het behoort tot het arsenaal van een groot
meester, nimmer het achterste van zijn
tong te laten zien. „Ik speel die variant
niet meer”, was het enige wat hij nog
wilde loslaten, toen wij voorzichtig infor
meerden wat hij als zijn beslissende fout
beschouwde in het partijtje dat hij de
vorige dag in zegge 18 zetjes ongekend
snel voor grootmeesters van de Amster
dammer had verloren.
Een paar staaltjes van Genna’s super-
specialisme.
Sosonko-Bouwmeester Leeuwarden
1974. 1. d2-d4 Pg8-f6, 2. c2-c4 e7-e6, 3. g2-g3
d7-d5, 4. L£l-g2 d5xc4. Aangenomen Cata
laans, object van ons onderzoek. 5. Pgl-f3
b7-b5. Hübner speelde hier 5a6,
waarover aanstonds. Een alternatief is
voorts 5Pbd7. 6. a2-a4! c7-c6. 7. Pf3-
e5! De juiste volgorde is van groot
belang; na 7. 0-0 Lb7, 8. Pe5 a6 kan zwart
zich voldoende verdedigen. 7Pf6-d5,
8. 0-0 Lc8-b7. Op 8f6 is 9. e4! zeer
sterk. 9. e2-e4 Pd5-f6, 10. Pbl-c3 Nu
dreigt slaan op b5. Enklaar probeerde
hier een jaar tevoren 10b4, doch
stond na 11. Pe2 c5, 12. Lg5 minder. Bouw
meester, die zijn openingen altijd minu
tieus voorbereidt, dacht een versterking te
hebben gevonden. 10. a7-a6, 11. d4-d5!
Le6xd5. Op 12cd5: kan wit reeds met
voordeel de pion terugwinnen, met 13.
Pc4:, terwijl 13. f4 vermoedelijk nog ster
ker is. 13. Ddl-g4! De winnende zet,
welke Tel dreigt (zelfs speelbaar na 13.
Lg2:) omdat Lf8 pion g7 moet blijven
dekken. 13h7-b5.
Wanhoop. Ziet u de weerlegging? 14.
Lg2xd5! De originele beslissing; op
14hg4: komt 15. Lf7:t Ke7, 16. Lg5t
enz. 14c6xd5. Niet 14Dd5: 15.
Dc8t Dd8, 16. Dd8:t 17. Pf7:, of 15
Ke7, 16. Db7t enz. 15. Dg4-f5 Ta8-a7, 16.
Tfl-el Dreigt o.a. Pc6t. 16Ta7-
e7, 17. Lcl-g5, g7-g6, 18. Lg5xe7 en Hübner
gaf het op.
Begrijpt u nu zijn antwoord: „Ik speel
die variant niet meer”?
E. SPANJAARD
O
O.
ASTRID, 2de klas
Ik lag eens in bed en toen zag ik een
spook.
Een heel eng spook.
En dat spook zei: „Wat doe je hier?”
En ik zei, een beetje bang: „Ik woon
hier”.
En toen zei hij boos: „Dat is niet
waar”.
En ik zei: „Dat is wel waar”.
En toen werd ik wakker en moest
naar school.
H.
F? M