Who concert
slachtoffers
Cincinnati
Geerdinks litho's een
felle kleurenexplosie
Pleidooi voor behoud
r.
uniek grafcomplex
Gestileerde dreiging
mooi maar te mager
TOT EN MET 5 JANUARI f29,50
komende
exposities
wij
ontvingen
*0
4
Gunderson en Clark met performances in Mickery
Eerste expositie Op de Bakstenen
Tadema’s bezochten opnieuw Egypte
Farao’s
Schilderijen Pissarro
en Monet geveild
Met „Ik probeer mijn pen
is getracht de geschiedenis
van onze letterkunde te schetseirOBI
van het eerste begin tot het jaar
waarin dit boek verschijnt
11
1979
DONDERDAG 6 DECEMBER
KUNST
'typ
an
a
AMSTERDAM. Voor de tweede maal dit seizoen zijn in Mickery
twee performances te zien die samen een geheel vormen. Drie weken
geleden toonde Theodora Skipitares haar jeugdherinneringen, eerst
voor een gele en later voor een dito blauwe wand. Nu is er het duo
Gunderson Clark met de performances Dagarune en Armeem.
Ze zijn opgebouwd uit ongeveer dezelfde materialen, kippegaas en
board, en beide bestaan uit een symmetrisch bouwsel aan weerszijden
van een spelonk.
„Ik probeer mijn pen” is een uniek
document over de Nederlandse letter
kunde. Prachtig geïllustreerd met foto’s
en originele handschriften. Een 272
pagina’s dik boek waarin uitzonderlijk
veel te lezen en te kijken valt
rgen
erna
r 3,50
f4,-
4,50
3,25
g
at
n-
gen ernst” toe: „Weetje het? ElineVere
is dood”. Zó levend was deze roman
figuur van Couperus geworden.
1
Was Jacob Cats een rijmelaar en een
kwezel, wiens populariteit „een nationale
ramp” is geweest?
Den Doolaart moest de kost verdienen
als rozenenter, dorser, druivenplukker,
dokwerker en straatfotograaf.
Waarschuwing van Jac. van Hattum:
„Moeder ga voor je kindje staan, daar
komt Van het Reve aan”.
Mensen fluisterden „elkander in hoo-
-
Kil II
bibliotheek
Litho van Herman Geerdink.
dt
LONDEN (AFP). Twee schilderijen
Daarna f 20,- duurder. (De aanbieding is geldig van 6 december t/m 5 januari 1980. Echter zolang de voorraad strekt.)
ïtiiinii'iiiiiiiiiHt
„Onze familie heeft gisteren een zwaar
verlies geleden, dit concert is voor hen”,
afgebeelde, een hommage aan de univer
sele Nederlandse jongen, moet men zich
bedwingen geen hap uit het kunstwerk te
nemen. De naam Jan lijkt wel geboetseerd
uit marsepijn of leverpastei.
De
kosten hiervoor waren door de leden
van de popgroep uit eigen zak betaald.
zo zeizanger Roger Daltrey tegen de
ruim 17.000 fans die in de concertzaal
waren verzameld.
I
Een van de organisatoren van het con
cert zei dat er op verzoek van de Who 240
extra suppoosten waren opgesteld.
Klein. De Deense kunstenares Marion
Askjaer Veld exposeert keramische beel
den in Galerie Klein Krocht 6 in Haarlem
van 7 december tot en met 9 januari. In
diezelfde periode stelt ook Michel van
Overbeeke gouches en grafiek, met als
hoofdthema het bijbelboek Job, daar ten
toon. Dinsdag tot en met vrijdag van 12 tot
17.30 uur, zaterdag van 12 tot 17 uur en
donderdagavond van 19 tot 21 uur.
Wagemaker. Tot en met 13 januari is in
de Vleeshal aan de Grote Markt in Haar
lem een overzichtstentoonstelling inge-
Voorstelling: Dagarune en Armeem
door Gunderson Clark. Uitvoerenden:
Robert Clark en Bruce Gunderson.
Tot en met 15 december in Mickery,
Amsterdam.
richt van de materieschilderijen die Jaap
Wagemaker vanaf 1956 tot aan zijn dood
in 1972 vervaardigde. Voor deze expositie
zijn 30 werken gekozen uit Nederlandse
en Duitse musea en veel particuliere ver-
Wat maakt de Vallei der Koningen zo
belangwekkend voor de in kunsthistorie
geïnteresseerde Egypte-ganger? Op een
relatief kleine oppervlakte kan hij hier
een groot aantal graven zien waar de
farao’s uit een aantal dynastieën met
veel pracht en praal zijn bijgezet. Die
farao’s, geprepareerd tot mummie, zijn
er niet meer, de graven zijn vaak leegge
haald en de voorwerpen die op de do-
zamelingen. Dagelijks geopend van 10 tot
17 uur, behalve op zondag wanneer ge
opend van 13 tot 17 uur.
i
.4-
dentocht door het hiernamaals meegin
gen, zijn naar elders verhuisd of dom
weg vernield, c.q. omgesmolten. Maar -
wat nog te zien is, is de architectuur en
de wandschilderingen.
Vooral dat laatste aspect is het belang
rijkste dat ons de kennis over de doden
cultuur heeft bijgebracht. Wat op bijna
elke tentoonstelling over Egypte steeds
weer ontbreekt, zijn die muurschilderin
gen met hun complete „strip”-verhalen.
Deze zijn het die bij hun ontcijfering de
geschiedenis van de overledene te vertel
len hebben. Juist vanwege het feit dat de
Egyptenaren vrijwel alles „noteerden”
in hun schrift ze waren uitstekende
boekhouders kunnen we hun dage
lijkse gang van zaken tot in details na
pluizen.
De Tadema’s (Bob voor de tekst, Auke
voor de illustraties) maken van al die
feiten een levendig gebruik door de oude
geschiedenis zo goed mogelijk te laten
herleven, maar ze vergeten niet wat er
met de grafschaften is gebeurd in tijden
die dichterbij liggen. Want zoals ze aan
tonen, rond die graven heeft altijd een
waas ’van romantiek gelegen dat menige
vuige grafschender heeft doen aantrek
ken. De meest kleurrijke figuren komen
ten tonele, van eenvoudige scharrelaars
tot onschendbare diplomaten die hun
status misbruikten om kunstschatten te
verpatsen. Maar zeer terzijde stipt de
schrijfster even de expeditie van Napo
leon naar Egypte in het begin van de
vorige eeuw aan en dat is eigenlijk wel
zo jammer want het is juist die tocht
geweest die zo’n groot effect heeft gehad
op de toen heersende mode, de Empire-
stjjl. De omvang van het boek' dat gezien
zijn prijs bijzonder veel te bieden heeft,
zal hier debet aan zijn. Om de schoon
heid van de Egyptische grafkunst eens
goed in het vizier te krijgen voldoet dit
boek verder aan alle eisen.
CEES STRAUS
„Vallei der koningen”, de graven der fara
o’s, door Auke A. Tadema en Bob Tadema
Sporry. Uitgegeven door Flbula-Van Dis-
hoeck te Haarlem, prijs 19,50 gulden.
Bakstenen. In de afdeling Moderne
Kunst van het Frans Halsmuseum in
Haarlem zijn tot en met 1 januari litho’s
van de Haarlemse kunstenaar Herman
Geerdink te zien. Deze expositie, Op de
Bakstenen I, maakt deel uit van een reeks
van zes kleine tentoonstellingen die het
museum heeft gewijd aan werk van Haar
lemse Kunstenaars. Dagelijks geopend
van 10-17 uur, op zon- en feestdagen van
13 tot 17 uur.
Wie uit bovenstaande de indruk heeft
gekregen dat het werk van Herman Geer
dink uitsluitend is opgebouwd uit banali
teiten en trivialia, gaat toch voorbij aan de
perfecte ambachtelijkheid, waarmee de
litho’s gedrukt zijn. En wie beweert dat
een portret van een lelijk persoon geen
mooi schilderij kan opleveren? Zoals ook
in de litho’s van Geerdink de vorm triom
feert over de inhoud, na een strijd die
soms wel tot 14 drukgangen kan uitlopen.
De tentoonstelling duurt tot 7 januari
1980. Tevens aanbevolen is de educatieve
expositie „Rondom Wagemakers” in de
nieuwe vleugel, een aanvulling op de grote
overzichtstentoonstelling van het werk
van Jaap Wagemakers in de Vleeshal.
ARTHUR BELMON
HAARLEM. Toepasselijker kan het haast niet: Marsepijn Suikergoed-kleurige
litho’s van Herman Geerdink sieren rond Sinterklaas de bakstenen wanden van de
ruimte die de verbinding vormt tussen hoofdgebouw en nieuwe vleugel van het Frans
Hals museum. Deze expositie van Geerdink, een 28-jarige Haarlemmer, is de eerste in
een serie van voorlopig zes. Het halfjaar durende experiment, genaamd „OP DE
BAKSTENEN”, is het antwoord van museumdirecteur Couvée op -kritiek uit Haar
lemse kunstenaarskringen dat er te weinig mogelijkheden zijn hun werk te tonen
buiten het commerciële Galerie-circuit om. Het publiek van het Frans Halsmuseum
komt ongetwijfeld in de eerste plaats voor de oude meesters, maar kan op deze plek en
passant een eigentijdser cultureel graantje meepikken.
De toestand van de vele graven in de Vallei der Koningen, een van de meest
indrukwekkende monument-complexen in Egypte, is zo slecht dat de vallei
onverwijld voor het toerisme zou moeten worden gesloten. Alleen langdurige
preservatie, begeleid door een veelzijdig gericht technisch onderzoek kan er toe
leiden dat de Egyptische graven bewaard kunnen worden in een toestand die beter
dient te zijn dan de huidige. Maar voor het zover is, zal de Egypische overheid zelf
paal en perk moeten stellen aan het bezoek aan de vallei. En gezien het hoge
bezoekersaantal (een miljoen toeristen per jaar) dat het land de vaak broodnodige
inkomsten levert, zal het voorlopig nog wel niet tot een definitieve sluiting komen.
Beeld uit de performance Dagarune, gemaakt door Gunderson en Clark in Mickery.
(Foto Bob van Dantzig).
garune is er een zelfde geschuif met glas,
maar ook stromend water (de zee?).
Gundersen en Clark verlieten negen
jaar geleden tegelijk de academie voor
beeldende kunsten in Chicago. Ze begon
nen performances te maken voor gale
rieën (toen nog happening geheten). Met
hun optreden in Mickery laten ze zich
voor het eerst in een theater zien. Ik vraag
me af of ze hier goed aan gedaan hebben.
Hun werk is mooi om te zien, de handelin
gen passen wel in de omgeving maar met
hun tweemaal twintig minuten komen ze
toch niet uit boven de status van een
redelijk schilderij, ook al omdat ze niet
meer uitdrukken dan „leed” of „dreiging”
in zijn algemeenheid. Als ik er in een
museum langs kwam zou ik best even
blijven staan (vooral bij Dagarune met
zijn spanning tussen schitterende kleuren
en zwarte duisternis), maar voor een thea
teravond is het wel erg mager.
ALMA POST.
BUFFALO (AFP). De Britse pop
groep the Who heeft dinsdag zijn con
cert in Buffalo, in de Amerikaanse staat
New York, opgedragen aan de 11 men
sen die bij hun concert een dag eerder in
Cincinnatti in het gedrang om het leven
kwamen.
Tot deze conclusie, al in 1977 vastge
legd in een rapport van het Museum van
Brooklyn in de Verenigde Staten, maar
nog steeds van een grote actualiteit, ko
men de bekende Egypte-kenners Auke
en Bob Tadema-Sporry uit Heemstede.
Hun opvattingen over het behoud van de
monumenten staan aan het slot van hun
nieuwste boek „Vallei der Koningen”
dat een waar pleidooi is om dit imposan
te complex in stand te houden. Een plei
dooi dat goed onderbouwd wordt met
een reeks van voorbeelden die duiden op
de grote kunsthistorische waarde van de
graven.
De Tadema’s doen dat weer op de hun
bekende wijze: een in feite nogal moeilij
ke en onoverzichtelijke materie vertalen
ze voor een breed publiek in gemakkelij
ke bewoordingen. In hun populair-we
tenschappelijke stijl hebben ze al veel
vaker over dit soort onderwerpen ge
schreven, waarbij je je iedere keer weer
kan verbazen over de manier waarop ze
culturen van landen en volkeren die ver
van je bed staan daar heel dichtbij kun
nen halen. Nu is Egypte door de recente
belangstelling van museale zijde (denk
aan Goden en farao’s in Rotterdam en
kortgeleden nog de Nubische kunst in
Den Haag) al wat dichterbij gekomen,
maar de Tadema’s zijn al een kwart
eeuw bezig over Egypte te berichten.
Ze hebben de fase van de algemeen-
oriënterende boeken achter de rug en
richten zich nu op meer gespecialiseerde
onderwerpen die toch een grote belang
stelling verdienen. Daarbij wordt ieder
onderwerp echter vanuit een breed ge
zichtsveld bekeken en wordt elk feit in
een samenhangend verband geplaatst.
Dat daarbij wel eens water in de wijn
moet worden gedaan om de leesbaar
heid van de stof te behouden, is voor de
leek niet zo opvallend. Wie echt diep op
de materie wil ingaan, vindt achterin het
boek een verwijzing naar andere boe-
kwerken.
Het is echter wel te betreuren dat op
het einde geen lijstje met verklaringen
van gehanteerde termen wordt gegeven.
Juist voor een breed publiek is zo iets
toch noodzakelijk. Ook mist het boek
een opgave van de illustraties. De overi
gens goede foto’s (heel veel in kleur en
gezien de moeilijke omstandigheden
waaronder gewerkt moest worden van
een uitstekend gehalte, goud is ook
werkelijk goud) staan los van de tekst,
sluiten er niet op aan. De tekst springt
vaak over een aanzienlijk aantal fotopa
gina’s heen die het dan weer zonder
verwijzingen moeten stellen.
In Dagarune (uit 1977) staat de spelink
met zijn ingang naar het publiek. Links en
rechts geven duizenden gekleurde draad
jes de indruk van bloeiende heuvels, bo
venop de spelonk pronkt een grote zwarte
aster, voor een rode achtergrond. Associa
ties met een grafheuvel en een crematori
um dringen zich op.
In Armeem (uit 1979) zit de opening van
boven, als bij een kuil. Erachter een vaal
gele heuvel begroeid met metalen punten,
gele schermen, blauwe achtergrond die
later rood wordt: loopgraaf in de duinen
zou ik zeggen.
De handelingen van Gunderson en
Clark in deze ruimtes lijken mensen leech
en wreedheden te willen tonen. Beide ke
ren beginnen ze met jammerklachten. Een
dierlijk gekakel voor Dagarune, mense
lijk huilen voor Armeem. In Dagarune
volgt daarna een scène waarin glas kapot
wordt gesmeten, waarna met een berg
glassplinters en metalen strips geschoven
wordt. Gunderson en Clark verschijnen
met een vossesnuit en veren op hun hoofd,
later als soldateske figuren, nog later in de
spelonk als mijnwerkers met lampen. Al
les bij elkaar lijkt het vooral om het geluid
van glas en metaal te gaan, dat een stile
ring van oorlogsgeluiden kan zijn. In Da-
HET BOEK
VAN DE MAAND
Een voorbeeld hoever het met aftakeling van sommige graven in de Vallei der Koningen
is gesteld: het diepste deel van het graf van Ramses III staat op instorten.
Het experiment is wat mij betreft van
start gegaan. Het werk van Geerdink
brengt de bezoeker, weggedroomd naar
vroeger eeuwen, met een' klap terug naar
de werkelijkheid van anno nu. De zeven
tien tentoongestelde litho’s zijn stuk voor
stuk explosies van felle, harde kleur.
Geerdink haalt' de onderwerpen voor zijn
stillevens, zoals hij ze noemt, dicht bij
huis. Hij is gefascineerd door de versier-
drift die praktisch alle mensen aangebo
ren dan wel aangeleerd is: De banketbak
ker die de roomspuit niet meer terzijde
kan leggen voor de taart .geheel aan het
zicht onttrokken is; de borreltafel waarop
men door de dipsausjes de jeneverfles
niet meer ziet; de crapaud die niet kan
leven zonder bijzettafel annex staande
schemerlamp. Kortom: Geen saté-stokje
zo volgeladen of er kan nog wel een schijf
je komkommer bij.
Geerdink isoleert’in zijn werk alle mo
gelijke attributen die het leven, vooral in
combinatie met elkaar, aankleden en ge
zellig maken. Vervolgens dikt hij ze gra
fisch zó in dat abstracte vormen ontstaan,
waar iedereen zich weer zijn eigen voor
stelling bij kan maken. Een litho, waarop
afgebeeld een open cylindrische vorm, is
op deze wijze voor de éen een opgerold
papiertje en voor de ander een meters-
f hoog reclamebord voor een nieuw, hart-
K verwarmend zoutje van de firma Smith’s,
van afstand gezien. Als achtergrond voor-
7 zijn objecten gebruikt Geerdink motieven
die, gedrukt op gordijnen en plastic tafel-
7. zeiltjes, in de jaren vijftig zoveel gezellig-
f’ heid brachten in het Hollands binnen-
I. huisje.
Toen Geerdink dit jaar samen met zijn
f kunstvriend Pieter Holstein een tentoon
stelling had in Enschede, vertrouwde een
vrouwelijke suppoost hem tegen het aflo
pen van de tentoonstelling toe: „Ik ben blij
dat die dingen weer weggehaald worden,
want ik liep voortdurend naar de snoep
winkel.”
Inderdaad, voor wie het er in wil zien
valt er genoeg te smikkelen: gebakjes,
roomhoorntjes, kleine vleessnacks, het
kan haast niet op. Ik zelf moest me na
bezichtiging van de tentoonstelling weg
sleuren bij de uitstelling van kersen- en
abrikozenvlaaitjes in het warenhuis
Vroom Dreesman, waar ik voor urgen
tere levensbehoeften was binnengewan
deld. Zelfs bij een werk als het hierbij
van de Franse impressionistische mees
ters Camille Pissaro en Claude Monet
hebben woensdag op een veiling bij So
ft theby in Londen respectievelijk 165.000
pond (circa ƒ700.000) en 130.000 pond
(ongeveer 550.000) opgebracht.
De twee doeken die door onbekenden
b werden gekocht, maakten deel uit van 80
l impressionistische en moderne schilde-
t; rijen die werden geveild. Het werk van
K Pisarro was getiteld Landschap in de om-
C geving van Louveciennes, terwijl het
schilderij van Monet de Londense Water-
loo-brug bij grijs weer voorstelde. De dag
tevoren had een ander doek van Monet,
7" De Brug van Charing Cross, 90.000 pond
■7 (circa 390.000) opgebracht bij het vei-
linghuis Christie.
„Democratisering van het bestuur
van non-profit instellingen” door mr. P.
J. M. van Wersch, uitgave Samson 55).
„Dokter, wat mag ik eten?”, recepten
voor maag en spijsvertering, door dr. F.
E. Vansteenhuyse’s, uitgave Helios
16,90).
„Handig met naald en draad” door
Renate Altmann-Pauly, uitgave Helios
16,90).
„Schoonheidsgids met meer dan 500
tips”, samengesteld door Anne Philip-
sen, uitgave Helios 16,90).
„Het kind en zijn seksualiteit”, sa
mengesteld door Piet Nijs en Monika
Vandenberghe-Devriendt, uitgave De
Nederlandsche Boekhandel 19).
A;
I