H> LhJ s ■ii WH*»1 OOK DE SEINSLEUTEL BESTAAT NOG al 8 9 i 1 I i 1 l t Él b Y '21/^ o "4 W: ^$0 O*# t door Leo van ’t Veld - Marconi Ook in Indië Bezetting Korte golf Telex Satellieten „Het bericht móet door!” Al zo lang de krijgsmacht in georganiseerde vorm opereert, is er behoefte geweest aan verbindingen tussen het hoofdkwartier en de troepen te velde of de vloot op zee. Op het land ging dat vanouds met koeriers, maar op zee lag dat wat moeilijker. Daar konden boodschappen alleen doorgegeven worden door elkaar ontmoetende schepen. Die boodschappen werden dan in volle zee uitgewisseld met behulp van vlaggenseinen. De uitvinding van de radio heeft in dat opzicht voor een omwenteling gezorgd. Het bleek mogelijk, berichten rechtstreeks door te geven van het hoofdkwartier naar het schip op zee! Sinds op 5 december 1904 de Dienst der draadloze telegrafie bij de Koninklijke Marine werd ingesteld, is er heel wat veranderd op het terrein van de verbindingen. De ontwikkelingen in de elektronica hebben een enorme vlucht genomen; het eenvoudige zendertje uit de beginjaren heeft plaats gemaakt voor geavanceerde en sterk geautomatiseerde apparatuur. De marine verbindingsdienst bestaat deze maand 75 jaar. Om precies te zijn: op 5 december 1904 werd bij ministeriële beschikking de eerste chef der draadloze telegrafie aangewezen, waarmee deze zelfstandige dienst een feit werd. De technische ontwikkelingen van deze eeuw hebben een belangrijke stempel gedrukt op de verbindingsdienst van de Koninklijke Marine. De techniek heeft ertoe bijgedragen dat de verbindingsmensen nog altijd hun wapenspreuk: „Scite et cito” (Ervaren en snel) kunnen waarmaken. z f k V- Br V\ rt,'/,''''' f. t an vlag tot computer bij narine-verbindingen d •n rige is in >e ;ale ist Og ?ns in it an m.” L ide mt le iw en iet ituut Het gebruik van elektromagnetische (radio)golven is zeker een van de belangrijkste uitvindingen uit de geschiedenis geweest. Onze moderne wereld zou ondenkbaar zijn zonder radio, i televisie en radar. Toch is het pas ruim driekwart eeuw geleden, dat Marconi zijn eerste punten en strepen draadloos overbracht. Hij zou de „stamvader” worden van de latere telegrafisten, of „marconisten”, zoals ze aan boord van koopvaardijschepen genoemd worden. Het seinen van strepen en punten in de Morse-codegebeurde (en gebeurt nog altijd) met behulp van een seinsleutel. Met die seinsleutel, een hefboom met twee contactpunten, schakelt men de elektrische stroom die de zender aan de antenne geeft, om beurten in en uit. Wordt de stroom kort ingeschakeld, dan resulteert dat in een punt; iets langer ingedrukt houden geeft een streep. Het zenden op zich is eigenlijk niets anders dan het overdragen van elektromagnetische energie van de zendantenne naar de ontvangstantenne. De Engels-Italiaanse markies Guglielmo Marconi zag het belang van zijn radio-experimenten goed in. Hij wist zelfs een monopolie te Er is vrijwel geen project bij de marine waar de verbindingsdienst niet bij betrokken is. Op de schepen, in de vliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst, maar ook l bij de mariniers die in de barre i koude van Noorwegen ten noorden van de Poolcirkel oefeningen houden, overal en altijd dienen er communicatiemiddelen aanwezig te zijn. De grotere schepen en patrouillevliegtuigen hebben I daarnaast ook nog apparatuur voor elektronische oorlogvoering: het storen van vijandelijke verbindingen en radar. verkrijgen op het radioverkeer met schepen. In 1900 richtte hij de Marconi Communications Company op. Marconi bouwde met steun van zakenlieden en bankiers een complete keten van kuststations op, die het berichtenverkeer met de schepen op zee moesten verzorgen. Ook de militaire autoriteiten zagen de waarde van radioverbindingen in. Al eerder hadden zij zich ontfermd over de verbindingen via telegraaf- en telefoonkabels. In Nederland kreeg de marine een stevige vinger in de pap bij het radioverkeer, nadat de minister van Marine in 1902 de Hr. Ms. Evertsen ter beschikking had gesteld voor proefnemingen met radio. Daartoe werd ook een walstation ingericht, op het Wilhelmina-wandelhoofd in Scheveningen. Al in 1899 was van het Lloyds Comité in Londen het verzoek gekomen om ten behoeve van de scheepvaart een Marconi-toestel te mogen plaatsen op het lichtschip „Maas”. De Nederlandse regering zag daar niet zoveel in, omdat het monopolie van Marconi de Nederlanders een doom in het oog was; zij wilden liever de radioverbindingen in eigen hand houden. Met dat oogmerk werden eerst proefnemingen gehouden tussen het lichtschip „Maas” en het directiegebouw van Rijkswaterstaat in Hoek van HoHand. In 1904 werd besloten tot de bouw van het kuststation Scheveningen Radio. Ook bij de marine zat men in datzelfde jaar niet stil. Nadat aanvankelijk bij Marconi apparatuur gehuurd was, besloot de marineleiding verder in zee te gaan met de Duitse fabrikant Telefunken. De toestellen van Telefunken waren goed afgewerkt en tussen de marine en de Duitse fabrikant ontstond een uitstekende samenwerking. In oktober 1904 waren diverse installaties ingericht op stations aan de wal maar ook aan boord van marineschepen, en op 9 november 1904 werd het eerste officiële telegram voor de koningin naar Het Loo overgeseind. De Hr. Ms. Hertog Hendrik vertrok, ook eind 1904, met radio apparatuur naar Oost-Indië. De bergen en de dichte begroeiing in de kolonie gaven de nodige problemen, ook al omdat nog uitsluitend de lange golven in gebruik waren, waarop veel storing ondervonden werd. Toch had men in 1905 in Nederlands-Indië al redelijke radioverbindingen. Bij de Boni- en Lombok-expeditie bewees de radio goede’diensten. Het zou echter nog vele jaren duren, voordat een verbinding met het moederland tot stand gebracht kon worden. Tot dan toe ging het bij de radioverbindingen nog steeds om telegrafie, het overseinen van morsetekens. De ontwikkeling van betere radiobuizen luidde in de jaren twintig de ontwikkeling van de radiotelefonie in. Om gesproken woord over te kunnen brengen, moest eerst de mogelijkheid om het zendsignaal te mpduleren ontdekt worden. Voor dat doel leende de zgn. triode, een radiobuis waarin tussen de anode en kathode een rooster geplaatst was, zich uitstekend. Met behulp van het zgn. stuurrooster kon immers de stroom Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog betekende een tijdelijk einde voor de Nederlandse marineverbindingsdienst. De laatste radioverbinding die vanuit Nederland door de marine opengehouden werd, was de geheime verbinding met de Britse admiraliteit. Via die verbinding werd de evacuatie van regering en Koninklijk Huis naar Engeland geregeld. Toen de Duitsers Den Haag binnenkwamen, werd ook deze laatste verbinding gesloten. Tijdens de oorlog vielen de Nederlandse schepen, voor wat de verbindingen betrof, onder de Britse organisatie. Aan boord van de Nederlandse marineschepen kwamen Engelse verbindingsofficieren. Wat Nederlands-Indië betreft, werd gedurende de Japanse bezetting uitgeweken naar Ceylon en Australië. Maar ook daar liepen de verbindingen grotendeels over Engelse en Amerikaanse posten. Dat duurde tot april 1944, toen vanuit Hollandia op Nieuw-Guinea het eerste Nederlandse station in bevrijd gebied in de lucht kwam. In 1945 en 1946 volgden de andere door de buis gevarieerd worden, waardoor ook het zendsignaal uiteindelijk van deze variaties (modulaties) kon worden voorzien. Dank zij de nieuwe radiobuizen konden de zenders en ontvangers sterk verbeterd worden. Ook ging men de hogere frequentiebanden benutten: de kortegolfverbindingen. Een belangrijk jaar in onze radiogeschiedenis is 1926, toen de eerste korte-golfuitzendingen tussen Soerabaja en Amsterdam plaatsvonden. Spoedig kon de hele wereld per radio bereikt worden. De eerste verbinding vanuit Nederland met een marineschip in de Oost kwam in 1927 tot stand tussen Hr. Ms. Sumatra, die bij Sjanghai lag, en Amsterdam. In de jaren dertig trad een zekere consolidering op bij de Marine- radiodienst. Bindende procedures werden opgesteld om het berichtenverkeer in goede banen te leiden. Er werd steeds meer aandacht besteed aan de beveiliging van het radioverkeer tegen afluisteren. Door de marinestaf werden voor het coderen van de berichten geheimschriften samengesteld. Wegens de oorlogsdreiging werd een beperking van het radioverkeer afgekondigd, en de optische seinmiddelen kwamen weer in de belangstelling. De slechte economische situatie had tot gevolg dat sterk op de uitgaven voor nieuwe apparatuur bezuinigd moest worden. In Nederland had vlak voor de oorlog de telex zijn intrede gedaan. Met dit verbindingsmiddel konden berichten kant en klaar op papier ontvangen worden. De telex betekende een belangrijke versnelling voor het berichtenverkeer, omdat niet elk bericht meer met de hand van station naar station geseind behoefde te worden. Aanvankelijk liepen de telexverbindingen nog alleen via kabels, maar in de jaren vijftig werd apparatuur aan boord van de marineschepen ingevoerd, waarmee het mogelijk was ook via de radio telexverbindingen tot stand te brengen. Tegenwoordig bestaat er wereldwijd een uitgebreid en stations in Nederlands-Indië. Met de liquidatie van de Koninklijke Marine in het zelfstandig wordende Indonesië kwam vanaf 1949 ook een eind aan de Nederlandse radiostations in de Indische archipel. Op 15 en 26 augustus 1951 sloten de laatste Nederlandse radiozenders in Soerabaja en Jakarta. Alleen het zendstation van Hollandia op het dan nog Nederlands Nieuw-Guinea bleef ten behoeve van de Nederlandse marine in de lucht, tot aan de overdracht van Nieuw- Guinea aan Indonesië in 1963. De schepen van de Koninklijke Marine zullen in het begin van de jaren tachtig worden uitgerust met sen rde iet aar. telexnetwerk, waardoor alle NAVO-marine-, maar ook land- en luchtmachtposten met elkaar verbonden zijn. Het telexverkeer, dat via kabels, straalzenders, radio en satellieten afgewikkeld wordt, is sterk geautomatiseerd. Heeft het hoofdkwartier in Den Haag bijvoorbeeld een bericht voor een marineschip in het Caraibische gebied, waarvan ook een afschrift moet worden afgeleverd bij het NAVO-commando in de Verenigde Staten, dan hoeft dat bericht maar één keer in Den Haag op het telexnet gezet te worden, en als de telexist boven het bericht de twee juiste codes heeft getypt, komt het automatisch op de beide bestemmingen aan. Door de aanschaf van rechtstreeks op de telexlijnen aangesloten, automatische vercijferapparatuur is sinds de jaren zestig het met de hand coderen van berichten steeds afgenomen. Er wordt naar gestreefd niet alleen alle telex- maar ook de telefoonverbindingen te voorzien van automatische apparatuur om afluisteren en storen te voorkomen. Hierdoor kon het met de hand ver- en ontcijferen door codeurs sterk verminderd worden. De automatisering heeft onrust teweeg gebracht onder het personeel bij de marine verbindingsdienst. De mensen zijn bang dat ze overbodig zullen worden. Volgens de chef van de verbindingsdienst, kapitein ter zee O. den Boeft, is die vrees ongegrond. „Het berichtenverkeer neemt elk jaar toe en we hebben nog steeds mensen te kort. We hebben al moeite genoeg om ondanks de toepassing van nieuwe technieken aan de steeds grotere behoefte aan snellere informatie te voldoen”. Omdat door de uitgebreidheid van systemen en materialen de oude indeling in dienstvakken onwerkbaar was geworden, is per 1 augustus dit jaar een nieuwe personeelsstructuur bij de marine ingevoerd. Gekozen is nu voor een indeling in zes dienstgroepen, gebaseerd op vergelijkbare activiteiten. Voor zover binnen deze groepen een logische samenhang van bepaalde werkzaamheden te onderscheiden valt, is er een onderverdeling in sub- dienstgroepen. Personeel dat niet ingepast kan worden in een van de dienstgroepen, komt in een aparte dienstgroep bijzondere diensten. Op deze manier kunnen schommelingen in het personeelsbestand en de personeelsbehoefte gemakkelijker worden opgevangen. satellietcommunicatie. Binnen de NAVO beschikken tot nu toe alleen nog de Verenigde Staten en Groot- Brittannië over middelen voor communicatie via de ruimte. Het is de bedoeling dat de andere NAVO- partners zullen volgen. De marine heeft in het verleden al enige ervaring opgedaan met de satellietcommunicatie, want in 1971 werd een proef gehouden met speciale apparatuur daarvoor aan boord van Hr. Ms. Evertsen. De marine haakt met deze ontwikkeling in op de trend in de niet-militaire maatschappij, waar satellietcommunicatie al gemeengoed is geworden. Een probleem bij militair gebruik van communicatie via satellieten is de beveiliging tegen spionage. Dat maakt de gebruikte systemen extra ingewikkeld en kostbaar. De satellieten brengen evenwel, net als voor burgerdoeleinden, een grote verbetering in de verbindingsmogelijkheden over lange afstand. Hetgeen overigens niet inhoudt dat de conventionele radioverbindingen binnen afzienbare tijd overbodig zullen worden. Die conventionele radioverbindingen worden nu al 26 jaar lang verzorgd door het radiostation NORA, dat zich in de duinen bij Noordwijk bevindt. Het station is een schakel tussen de communicatienetten op het vasteland en de marineschepen op zee. In continudienst worden 24 uur per etmaal berichten uitgewisseld tussen de schepen en de diverse instanties aan de wal. Het ontvangststation van NORA staat bij Noordwijk; de zenders echter staan bij Ouddorp op Goeree. Dat is om storingen in de eigen ontvangst door de sterke zendsignalen te vermijden. NORA staat voortdurend via telex en radio in verbinding met de hoofdkwartieren en de schepen, waar ook ter wereld. Ook bestaat er een deel van de dag een vaste verbinding met de Nederlandse Antillen. Voorts is NORA verbonden met de NAVO en andere marines. Bij alle activiteiten moet de Nederlandse marine steeds rekening houden met de inzetbaarheid in NAVO-verband. De schepen van de marine opereren samen met die van de bondgenoten. Dat houdt ook in dat de marine verbindingsdienst steeds sterker geïntegreerd zal worden in de NAVO-verbindingsdienst, het NATO Integrated Communications System (NICS). Ook worden verbindings- en wapensystemen meer en meer gecombineerd. Het is dan ook de vraag of de nu 75- jarige verbindingsdienst van de Koninklijke Marine bij deze ontwikkelingen het eeuwfeest nog als zelfstandige dienstgroep zal kunnen halen. len jor !e ie 1 en it 1; 23,5 j Toen ze 1 ■re ere d. nert n. ihet )en en. n is 15 te rs i te 957 ?ren s, c D F G H J T M W 8 M K Ja s Samuel F. B. Morse Nee Opgemerkt 4* '-Z W W I-:-:-:-:-::-::::-:-::-::-:-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 21