d
Kist hinderlijk
buitenspel
r
J
k
ruto
door Jan van der Nat
laats
aste
Niet au sérieux
lines
n 21
/al 2)
nog
?n op
De meeste basketballiefhebbers in Nederland kennen de
naam Rinus de Jong niet of nauwelijks. Als dat al het geval is
kennen zij hem als voorzitter van landskampioen EBBC Den
Bosch. Een handjevol insiders weet echter dat Rinus de Jong
veel meer is dan alleen maar praeses van de ploeg, die vorige
week de finalepoule haalde van het toernooi om de Europese
beker voor landskampioenen. De sportieve interesses van de
in België wonende Nederlander gaan namelijk veel verder dan
het basketbal in de Brabantse hoofdstad. In Rotterdam
bijvoorbeeld kan de plaatselijke eredivisieclub Rotterdam-
Zuid het hoofd nog net boven water houden, dank zij de
goedgevigheid van Rinus de Jong, die niet zou kunnen
aanzien dat het topbasketbal in zijn geboortestad zou
verdwijnen.
Wim Hakman, voorzitter van RZ: „Je kunt Rinus de Jong
gerust een weldoener voor het Nederlandse basketbal
noemen. Bij ons verricht hij wat hand- en spandiensten, die
Enige oplossing
voor de club zeer belangrijk zijn. Onze Amerikanen wonen in
een huis van hem in Papendrecht. Daarvoor betalen wij geen
huur. Als hun auto kapot is kan die worden gemaakt op
kosten van Rinus de Jong”.
Ook andere clubs kloppen maar zelden vergeefs aan bij De
Jong als het om wat financiële steun gaat. Hij betaalt dan
bijvoorbeeld extra voor een reclamebord van zijn (Belgische)
bedrijf. Waar anderen in hem een weldoener zien, beschouwt
Rinus de Jong zich zelf juist als een bedelaar. Voor zijn eigen
club probeert hij al geruime tijd een sponsor te vinden. Los
van het al dan niet slagen van die missie, stopt Rinus de Jong
er na het lopende seizoen radicaal mee. Voor zijn eigen club
zou hij dan nog wel iets willen blijven doen, maar de steun aan
anderen is voorbij. Het lijkt een sombere gedachte, maar
Rinus de Jong is een onverbeterlijk optimist. Hij is er zeker
van voor EBBC en mogelijk ook voor andere clubs een
sponsor te kunnen vinden.
Europees succes
"It II
ir,
Twee ton
imaal
"i.
?ns
n aan
fe,
;an
wil
lie.
Schoolvoorbeeld
Toen Rinus de Jong zo’n acht
jaar geleden naar België
verhuisde wilde hij helemaal
niets meer te maken hebben met
i basketbal. Die opdracht aan
zichzelf bleek voor de man, die
zijn leven voor een zeer
belangrijk deel in het teken stelde
- van die sport, te moeilijk. De
■vestiging in een ander land
leverde zoveel problemen op, dat
het basketbal er bij inschoot.
Rinus de Jong kon echter slechts
anderhalf jaar weerstand bieden
aan de bacil, die hem al op
jeugdige leeftijd besmette. De
Jong speelde in Rotterdam voor
de toenmalige eredivisieclub
Arrows, maakte vijf jaar lang deel
uit van het Nederlands team en
wilde na zijn verhuizing naar het
Brabantse Heusden in 1961op
27-jarige leeftijd, een punt achter
nings| zijn carrière zetten. Op verzoek
van eerste divisieclub EBBC ging
hij echter weer spelen. Hij hield
het nog bijna negen jaar vol. In
1970 gooide de bijna twee meter
lange Rinus de Jong (45 nu) de
laatste bal door de ring. België
leek aan alles een einde te
maken.
-
Privesponsor Rinus
de Jong haakt af
trekt
B.
I
I
Rinus de Jong
',4
T
soepel
STOPPER
ns de
ezen
md 1e
imaal
Rinus de Jong: „Het was de enige
oplossing. Met de ploeg uit de eerste
divisie waren we nergens geweest.
Als club wilden we niet weer aan de
rand van de afgrond komen en een
club heeft nu eenmaal sprekende
resultaten nodig van het eerste
team. Doordat onze recette van nul
naar iets steeg konden we één
Amerikaan aantrekken. Dat was
Steven Bravard, die vrij lang is
gebleven. We hadden in die tijd
goede contacten met Vandenbroek
van Antwerpse en die belde mij op
met de mededeling, dat hij een
tweede Amerikaan voor ons had.
Die hoefde maar 200 dollar per
maand te hebben. Maar zelfs
daarvoor hadden we geen geld. We
hebben toen Boot gevraagd af te
zien van zijn contractje als trainer.
Hij had toch al problemen met het
vele reizen van Amsterdam, waar
hij speelde en woonde, naar Den
Bosch”.
Als tweede Amerikaan kwam Vince
Fritz, die het evenals Bravard vele
hardheid waarmee in Nederland ge
speeld wordt, waarbij de verdediger
teveel ontzien wordt en de aanvaller
te weinig bescherming krijgt.
In het streven de eigen winkel
gezond te maken heeft de ploeg
Rinus de Jong niet in de steek
gelaten. EBBC plaatste zich vorige
week over de ruggen van UBSC
Wenen, Fresh Air Brussel en
Moderne Le Mans voor de
finalegroep van de Europa Cup 1 en
dat succes zal de onderhandelingen
met kandidaat-sponsors
ongetwijfeld vergemakkelijken.
Europees succes op clubniveau.
Rinus de Jong heeft er meer
vertrouwen in dan in resultaat
(bijvoorbeeld het plaatsen voor
Moskou) van het Nederlands team,
dat in de naaste toekomst de EBBC-
spelers Kees Akerboom en Jan
Dekker en mogelijk ook Leidens
Harry Kip zal moeten missen. De
Jong: „Dekker kan zich niet meer
vrijmaken, omdat hij al veel
vakantie moet opnemen voor de
Europa Cup. Akerboom zegt wel
dat hij niet meer onder Tom Quinn
wil spelen, maar ook bij hem telt z’n
werk mee. Ik zie, dat er straks
alleen nog maar Nederlandse
Amerikanen kunnen worden
gekozen, omdat de rest geen tijd
meer heeft”.
Dat heeft indirekt ook te maken
met de zeer drukke Nederlandse
competitie, waarvoor niet minder
dan veertig wedstrijden (exclusief
de play-offs) moeten worden
gespeeld. Rinus de Jong zou dan
ook liever een kortere competitie
zien. Bijvoorbeeld met acht
ploegen, die dan in kracht niet
zoveel uiteen zouden moeten liggen
als nu het geval is.
Hij: „Acht ploegen is het minimum.
Dan zou je bijvoorbeeld het aantal
Nederlandse Amerikanen moeten
beperken tot twee en de rest moeten
toeschuiven aan andere clubs,
zodat je meer evenwicht krijgt. Om
zoiets te bereiken moeten er meer
sponsors komen. Maar dat is
moeilijk. Enerzijds is er de
weerstand van de media om
sponsornamen te noemen, hetgeen
ook voor veel verwarring zorgt,
want er zijn bedrijven, die denken
dat ook in het basketbal
shirtreclame niet is toegestaan. Aan
de andere kant ligt de hele
economie een beetje op zijn
achterste. Het is gemakkelijk te
sponsoren uit een winstsituatie,
omdat er dan
vennootschapsbelasting betaald
moet worden en de fiscus de helft
van het sponsorbedrag betaalt.
Bovendien is voor de meeste
bedrijven het resultaat van
sponsoring als middel van reclame
moeilijk meetbaar”.
Ondanks alle problemen ziet Rinus
de Jong wel degelijk toekomst voor
het Nederlandse basketbal. „Maar
dan moeten er eerst nog de nodige
problemen worden opgelost. Er zal
met minder geld moeten worden
gewerkt. Ploegen als Punch en
Stars, die toch leuk meedraaien,
bewijzen dat het kan”.
vandt
n
jaren in Nederland zou uithouden.
Hij kreeg onmiddellijk
verdubbeling van salaris, „omdat”,
aldus De Jong, „die jongen tenslotte
moest eten en dat van 200 dollar
nauwelijks mogelijk was”.
Op dat moment begint de
successtory van EBBC. Jan
Janbroers, die intussen in het
Belgische Oud-Turnhout was gaan
wonen, wordt aangetrokken als
coach en in Remington wordt een
sponsor gevonden. De ploeg eindigt
als eerste in de dan nog bestaande
degradatiepoule. Het is het eerste
succesje voor Rinus de Jong, die
inmiddels tot voorzitter is
gebombardeerd.
Het afgelopen seizoen bereikte de
Eerste Bossche Basketbal Club
haar hoogtepunt. De ploeg haalde
de eindstrijd van de Europa Cup 2
en versloeg Parker/Leiden in de
finale om het Nederlands
kampioenschap. Dat gebeurde
echter allemaal ongesponsord,
want nadat Remington zijn
contract had uitgediend en de
volgende sponsor na één jaar
afhaakte, slaagde EBBC er niet in
een nieuwe geldschieter te vinden.
Voorzitter Rinus de Jong redde
echter in die fase de club voor de
tweede maal van een dreigende
ondergang. Zijn relaties en eigen
portefeuille zorgden ervoor dat
EBBC kon blijven bestaan en zelfs
aan de top kon blijven meedraaien.
Volkomen terecht kenmerkt De
Jong zijn rol in het geheel dan ook
als „ongelooflijk belangrijk”.
Rinus de Jong: „De elasticiteit is
echter nu verdwenen. Dit is geen
gezonde situatie. EBBC moet
gewoon een sponsor hebben. Ik ben
bijna dagelijks op de bedeltoer. Wij
zijn een paar keer bijna rond
geweest. Met McGregor
oijvooroeelcl waren we mondeling
al tot overeenstemming gekomen.
Wat langer geleden waren er
contacten met Parker, dat tenslotte
voor Leideh koos. Dat is trouwens
opvallend. Veel sponsors kiezen
voor de Randstad. Kennelijk heeft
men niet veel vertrouwen in
Brabanders. Ik kan dat makkelijk
zeggen, want ik ben geen
Brabander. Het moet echter nu
lukken. Is dat niet het geval, dan is
het volgend jaar absoluut voorbij
en heeft het Nederlands basketbal
er een tweede, of zoals je wilt derde
of vierde, Rotterdam-Zuid bij”.
Volgens zijn zeggen zijn de
onderhandelingen met een nieuwe
geldschieter reeds vergevorderd.
Rinus de Jong maakt er nauwelijks
een geheim van, hoeveel een bedrijf
moet afstaan, wil een
topbasketbalploeg kunnen draaien.
„De details geef ik liever niet prijs,
Tl,
Kees Akerboom van EBBC
(midden) in actie tegen Parker. Links
Harry Kip (15), rechts Jim Woudstra
(11).
coach. Het niveau werd mij te hoog,
omdat ik geen barst afweet van
systemen en zo”.
Het is dan inmiddels 1973 en bijna
alle eredivisieclubs beschikken
over twee Amerikanen. Om niet
opnieuw het verblijf in de hoogste
afdeling te beperken tot één
seizoen, moet EBBC meedoen aan
dat modeverschijnsel.
maar het eindbedrag van onze
begroting voor 1980/81 mag je
gerust zien. Exclusief de Europa
Cup komen wij uit op 360.000
gulden. Als we daar de inkomsten
via recette, reclameborden en
subsponsors vanaf trekken, blijft er
een bedrag over van een kleine twee
ton. Met dat bedrag kunnen we aan
de top blijven meedraaien. De
Europa Cup hoeft geen geld te
kosten. Dankzij de subsidie van de
NSF kwamen we vorig jaar. tot en
met de finale, slechts 5000 gulden te
kort en dat kwam, omdat er in de
voorronde een uitwedstrijd in Tel
Aviv bij was. Als je niet naar Israel
of de Sovjet Unie hoeft, kun je
middels recette en subsidie
rondkomen”. Behalve bij EBBC
probeert Rinusde Jong ook bij
Rotterdam-Zuid de zaak te redden.
„Ach, ik ben een basketbalfanaat.
Door wat voor zo'n club te doen,
hoop ik dat men een periode zonder
sponsor kan overbruggen. In het
verleden is dat aardig gelukt.
Rotterdam vond een sponsor, maar
nu zie ik het niet meer zitten. Eén
ding staat vast: ik stop er na dit jaar
mee”.
57 1
Ze dO /men mij voor die functie. Dat jaar
promoveerden we opnieuw naar de
eredivisie en voor m jj kwam toen
het moment om te stoppen als
Als dat duidelijk te zien was (en
inderdaad, dat was duidelijk te zien
op de tv, maar Jan Keizer zegt die
beelden niet gezien te hebben, waaruit
we mogen opmaken dat hij zijn vak
als scheidsrechter niet au sérieux
wenst te nemen), dan blijkt uit zijn
eigen woorden dat Kees Kist wel dege
lijk „aan het spel deelnam”, want wie
alles doet om de bal te ontwijken trekt
sowieso de aandacht van de keeper, en
dat is, zolang ik althans voetbal en
voetbal zie, voldoende voor strafbaar
buitenspel. Iemand die bovendien op-
zijspringt om de bal door te laten, doet
voor een keeper iets even fataals als
de speler die de bal nog even van
richting verandert.
AjaxFC Den Haag leverde daar
ook weer een schoolvoorbeeld van.
Tscheu La Ling, voortdurend voor de
voeten gelopen door Van Vliet die
overigens het compliment verdient
dat hij zich liever liet dollen dan naar
onbeschaamde grove middelen te grij
pen, passeerde Van Vliet een half me-
tertje binnen het strafschopgebied
met een schijnbeweging, waarna Van
Vliet hem van achteren ondubbelzin
nig onderuit haalde. De overigens
goed leidende Geurds gaf desondanks
geen strafschop, waarschijnlijk om
dat de overtreding zo „dicht bij de
rand van het strafschopgebied”
plaatsvond. Ja, verrek, die krijtlijnen
zijn er toch juist om aan te geven
waarbinnen het wel en waarbuiten
het geen strafschop is? Je fluit toch
ook niet af om in te laten gooien
omdat de bal weliswaar binnen de
Rinus de Jong had echter in negen
jaar EBBC zoveel clubliefde
J opgebouwd, dat hij het niet kon
aanzien dat EBBC op de rand van
I de afgrond balanceerde en in het
ravijn dreigde te tuimelen.
rRinus de Jong: „EBBC had
I inmiddels de eredivisie bereikt,
maar organisatorisch en financieel
^**7 waren er verschrikkelijk veel
/-* problemen. Het ging zelfs zo slecht
V Idat er werd voorgesteld de
1 I vereniging te ontbinden. Door de
Vergadering werd toen voorgesteld
nog één poging te ondernemen en
oud-leden te benaderen om de
problemen op te lossen. De club had
een schuld van 5 a 6000 gulden. Dat
is een bedrag, waarom nu gelachen
zou worden. Theo Leenders, Ton
Kwaks en ik werden benaderd en
via onze relaties was die schuld snel
weg. Er kwam een nieuw bestuur en
de club was weer gezond. EBBC
ende i?Pee^e na één seizoen eredivisie
hpf weer in een lagere afdeling. Er
n net wej een trajner (Ton Boot),
3 maar geen coach. Daarom vroeg
veelbesproken blunder beging: hij
kende het voordeel van de twijfel aan
de aanvallende partij toe, AZ’67. Toch
was er een verschil. Als ik geloven
mag wat Jan Keizer volgens De Tele
graaf over het cruciale moment ge
zegd heeft, dan moet gevreesd worden
dat hij de spelregels niet beheerst: „Er
is in het geval Kist sprake van buiten
spel wanneer hij ingrijpt in het spel
van de tegenstander, door daadwerke
lijk aan de actie deel te nemen om de
aandacht van dit geval FC Twente af
te leiden. Ik heb niets van dien aard
kunnen constateren, sterker nog, het
was duidelijk te zien dat Kist er van
alles aan deed om de bal te ont
wijken”.
„rises to the occasion”, dan voor de
man met het constante goede gemid
delde. Eén sportjournalist was zo kin
derachtig te schrijven dat Jan Keizer
bij buitenlandse wedstrijden altijd
zulke hoge cijfers krijgt van de waar
nemer, „althans volgens zijn eigen
zeggen”, maar ik heb datzelfde alweer
enkele jaren geleden niet van hemzelf
gehoord, maar van een ander die het
weten kon. Het is ongetwijfeld waar.
Trouwens, wie zag hoe hij Feyenoord-
Ajax floot, kon zich best voorstellen
hoe hij hete hangijzers als belangrijke
Europa-Cupwedstrijden soepel in
handen weet te houden.
Dat neemt allemaal niet weg dat hij
wel eens fouten maakt, en die ook mag
maken, en dat hij zelfs wel eens blun
dert. Dat doen andere scheidsrechters
ook, en dat wordt dan eveneens gena
deloos gesignaleerd. Denk aan Van
Ettekovens doelpunt voor FC Twente
tegen AZ'67, denk aan Bep Thomas
die de natrapbeweging van Stafleu
niet zag (evenmin als zijn grensrech
ter), denk aan Charles Carver die te
weinig deed tegen de keihardheid van
het spel bij Feyenoord-Go Ahead Eag
les. De voetbalverslaggevers, dat is
waar, zien de laatste tijd weinig meer
door de vingers, zijn minder bereid
dan vroeger de handel en wandel van
de arbiter op het veld te vergoeilijken,
maar dat heeft zijn reden. Ik krijg
meer en meer de indruk dat de ver
slaggevers, méér dan de voetballei-
ders en zelfs meer dan de scheidsrech
ters oog hebben voor de ontoelaatbare
Dit is tenminste de opvatting van
buitenspel die al vele jaren in zwang
is. Ik herinner me van een kwart eeuw
of daaromtrent geleden nog, dat een
spelregelkenner (ik weet niet meer
wie) in het vakblad „De Scheidsrech
ter” de stelling verdedigde, dat het
GEEN buitenspel was als de bal door
een aanvaller in het doel werd gescho
ten! Die medespeler „nam immers
geen deel aan het spel”. Om de waar
heid te zeggen heb ik altijd wel iets
voor die opvatting gevoeld, omdat het
weer iets afknabbelde van de nadelen
van de buitenspelregel voor de aan
valler, en van de voordelen van de
buitenspelregel voor de verdediger. Ik
erger me ook al jaren aan scheidsrech
ters die een onverwachte knal van
buiten het strafschopgebied in de bo
venhoek honoreren met een vrije
schop voor de verdedigende partij om
dat zij of hun grensrechter tien meter
bezijden het doel een door niemand
opgemerkte aanvaller buitenspel had
den zien staan.
Als Jan Keizer dat soort, tegen de
geest van het spel indruisende beslis
singen voorgoed de kop heeft in willen
drukken, dan moet hij juichend op de
schouders worden rondgedragen, al
leen. hij koos een hoogst ongelukkig
moment voor deze modelactie, omdat
Kist echt in de bulderbaan van het
schot liep, en ja, dan is het volgens
alle regelen van de scheidsrechters-
kunst toch heus hinderlijk buitenspel.
Is het juist om te zeggen dat scheids
rechter Jan Keizer uit Volendam in
opspraak is geraakt, na twee ongeluk
kige wedstrijden: FeyenoordFC
Utrecht en AZ’67FC Twente? Nee,
dat is onjuist. Dat zou je alleen mogen
zeggen als iedereen hem voor een
homereferee had uitgemaakt, omdat
hij in die twee wedstrijden de thuis
club een dubieus doelpunt toekende.
Dat is „opspraak”. Wordt er dan mis
schien een hetze tegen hem gevoerd,
zoals hij in De Telegraaf veronder
stelde? Ook dat lijkt me sterk
overdreven.
Bij een hetze dien je te denken aan
een stelselmatige campagne, waarbij
het met de feiten niet zo nauw wordt
genomen. Er is daarom niets anders
aan de hand dan dat de sportjourna
listen hebben gesignaleerd dat hij bei
de subtoppers niet al te best floot, en
dat hij daarbij ook een paar keer
falikant fout zat. Voor de betrokkene
kan het de indruk maken dat er van
een hetze sprake is omdat alle kran
ten op die zelfde kritische toon over
hem schreven, maar voor de onbevoor
oordeelde toeschouwer lijkt dit eerder
het bewijs dat er minder sprake is van
een hetze dan van een signalering van
rip fpitp-n.
Feit is, dat Jan Keizer in Nederland
bij spelers en sportjournalisten min
der hoog staat aangeschreven dan in
het buitenland. Ik zelf heb die beden
kingen tegen hem als scheidsrechter
nooit zo aangevoeld, misschien omdat
ik van nature meer sympathie koester
voor de man die. als het erop aankomt,
lijnen bleef, maar zo dicht bij de zij
lijn rolde? Als je zo wilt fluiten moet
je de KNVB vragen of ze het straf
schopgebied aan alle kanten een me-
tertje willen vergroten, eventueel met
een stippellijn, zodat je dan zonder
blozen geen penalty hoeft te geven als
een speler tussen de echte lijn en de
stippellijn wordt neergelegd.
De „blunder” die Jan Keizer bij
FeyenoordFC Utrecht maakte, na
melijk door aan Feyenoord een penal
ty te geven hoewel de geheel doorge
broken Petursson blijkens de tv-beel-
den nog juist voor het strafschopge
bied gehaakt werd, vergeef ik hem van
harte. On the spur of the moment was
het bijzonder moeilijk te zien, de bal
was al in liet strafschopgebied, Pe
tursson zeilde er meters ver in, boven
dien druiste de overtreding zo in tegen
de geest van het spel, dat ik een
scheidsrechter in geval van twijfel
dan graag het voordeel van de twijfel
aan de geslachtofferde partij zie
geven.
In feite deed Jan Keizer bij AZ'67
FC Twente hetzelfde, toen hij zijn
A -