De Appel ontroert met Op de Bodem van Gorki Zwakte hogere klasse in Home van Storey UK vervalt in bombastische taal Engelse avant-garde trekt de aandacht 'J 1 Vondels retoriek blijft moeilijk verstaanbaar toneel Uitgekiende hartverwarmende massascénes h I 9 KUNST MAANDAG 1 7 DECEMBER 1979 F Moderne composities in Amsterdams Concertgebouw ALMA POST JOHAN VAN KEMPEN Ag AMSTERDAM. Wie het Pu bliekstheater Vondels treurspel Lucifer ziet spelen, kan weinig anders dan tot de slotsom komen dat er met krakende hersenen over nagedacht is. Zowel door regisseur Hans Croiset, door dra maturg Guus Rekers, als door de spelers zelf, is op. vele punten die een Luciferopvoering bemoeilij ken, getracht een oplossing te vin den. Helaas is het Publieksthea ter daarin niet overal even goed geslaagd. Er zijn wel enkele heel aantrekkelijke vondsten, ook eni ge heel mooie scènes (daarbij denk ik aan Rafaël die Lucifer tot inkeer tracht te brengen), maar de voorstelling vertoont veel zwakke plekken en is zo nu en dan zelfs lachwekkend. Dat is jammer voor de enige Vondel- opvoering in het jaar dat men onze grote dichter extra wilde herdenken, omdat hij driehon derd jaar geleden stierf. Lucifer w e M s KO VAN LEEUWEN. ALMA POST Scène uit Lucifer bij Publiekstheater met sée Ruiter (Uriel) en Ton Lutz (Gabriel). De stukken van Vondel zijn lange tijd niet gespeeld. De Nederlandse Comedie heeft Lucifer in 1956 op het toneel ge bracht met Ko van Dijk als Belzebub, Johan Schmitz Lucifer en André van den Heuvel Gabriël. Daarna is er in de jaren zestig nog eens een televisie-uitvoering geweest en toen was het voorbij. Het is niet verbazingwekkend dat weinig gezel schappen vooraar staan als Vondelstuk ken worden uitgebeeld. De retoriek is lastig en moeilijk verstaanbaar te maken. Hoe fraai van vorm de alexandrijnen ook zijn en hoe melodieus ze ook kunnen klin ken, de taal blijft te literair om als toneel een hele avond te boeien. Het Publiekstheater heeft dat natuur lijk ook wel beseft. Guus Rekers heeft de tekst dan ook drastisch ingekort, op som mige plaatsen veranderd en soms van een samenvatting voorzien. Het vijfde bedrijf Hoop doet leven? Helaas. In een con certsituatie vervalt UK in dezelfde bom bastische taal als om het even welke sym fonische groep en zou ik Genesis en Yes verre prefereren vanwege het feit dat hun bandleden niet de kans krijgen om uit te pakken in minutenlange solistische esca pades. Juist die solizijn er bewijsen van dat ook uk weigert op het muzikale paard te gokken en liever glorieert in een soort heldenverering. Het publiek heeft nu een maal idolen nodig en waarom zouden wjj dat niet kunnen zijn; die gedachte. Als je Jobson zijn vioolsolo met keihard versterkte pizzicati en een overdosis echo ziet uitvoeren, dan begrijp je niet dat zelfs dat niet doorzichtig genoeg is om een zaal in vervoering te brengen. Bozzio’s drum solo is van hetzelfde laken een pak. Een schitterende roffeltechniek valt ten offer aan doodgewone percussiefiguren die met waanzinnige clusters worden bekroond. Eddie Jobson: doorzichtige solo op per- spexviool. (Foto Jan-Willem de Jong) En zo leek ook hier een begripsvolle vertolking gegarandeerd. Meteen herken de je de onconventionele manier van in strumenteren en de interessante klank kleur die Davies daarmee weet op te roe pen. Onaangenaam om dan op den duur te moeten ontdekken dat de componist steeds maar bezig is muzikale lijnen en klankflitsjes tegen elkaar uit te spelen zonder duidelijk richting, zonder ontwik keling en zonder suggestieve kracht. Afgezien van de schok die het een volk kan geven om zijn armen op het toneel te zien heeft Op de bodem geen duidelijke toon, ook via allerlei boeiende verwikke lingen terugkerend tot een enkele toon, wel met de nodige spanning weer te geven. Waltons Facade, dat op deze Engelse muziekmiddag na de pauze volgde, hoort eigenlijk niet op een programma van een C-concert. Het gaat bij dit „entertainment with poems bij Edith Powel” om een aan pak die enigszins verwant is aan die van Brecht-Weil, maar dan zonder de sociale strekking. Typisch muziek uit de jaren twintig overigens, waarvan de vlotlopende tek sten trefzeker de zaal in werden gebracht door Richard Baker en vooral door Doro thy Dorow, wier ritmisch rappe tong en muzikaliteit ook in dit cabaret-achtige werk de aandacht trok. Elgar Howarth en zijn Londense musici begeleidden geheel „in stijl”. problematiek. De belangrijkste gebeurte nis is de komst van de oude zwerver Louka, een man met profetische allures, die de mensen hoop probeert te geven, al is het meestal valse hoop. Het blijft twijfelachtig in hoeverre Louka oprecht is. Peter van der Linden speelde hem als een opportunist, met het uiterlijk van een met plaatjes behangen Alpenjager. Voor Gorki ging Op de bodem over de vraag of je mensen valse troost of de waarheid moet geven. Een vraag die vaag blijft zolang je hem niet aan één concreet geval ophangt. Dat geldt ook voor andere problemen in het stuk. Sommige mensen willen weg, een ander leven beginnen (Gorki is een duidelijke tijdgenoot van Tsjechow). Maar omdat de handeling be staat uit een groepsgebeuren kun je dit niet De problematiek noemen. e g u i- Dan was het daaraan in het programma voorafgaande Silsbury air van Davies’ land- en leeftijdgenoot Harrison Birtwist le door z’n inhoud heel wat belangwek kender. Daarbij was namelijk zeker wel sprake van een boeiende ontwikkeling, gevat in een al even weinig traditiegebon- den en minstens zo persoonlijke muziek taal. The London Sinfoniette wist de myste rieuze gang van zaken vanuit een enkele >n ei Zou UK met name niet in de fout verval len teveel te willen versieren en de aardige melodielijnen van hun songs tot in het oneindige te repeteren met toevoeging van een overdosis aan symfonisch-gelaag- de synthesizers, dan zou er een leuke, verfrissende groep overblijven. Helaas is het anders. The Sky’s clearing, Chasing the Rainbow en een idiote neonverlichting zijn er de illustratie van. JOHN OOMKES Toch is er weer wat reuring in de zaak. In Engeland opereren sinds anderhalf jaar de zusterformaties UK en Bruford. Laatstgenoemde band is opgebouwd rond slagwerker Bill Bruford, legt dwarsver bindingen met de geïmproviseerde mu ziek (Annete Peacock) en is dus bepaald niet uitsluitend symfonisch getint. UK daarentegen, dat door Bruford in samenwerking met Eddie Jobson (voor- heen Roxy Music en Zappa), John Wetton (voorheen Family, King Crimson en Uriah Heep) en Allan Holdsworth (voorheen Soft Machine en Gong), werd opgezet, kenmerkte zich vanaf het begin als een meer symfonisch gericht ensemble. Na het vertrek van Holdsworth en Bruford, welke laatste werd ingeruild tegen Zappa- drummer Bozzio, werd het orkestrale ele ment nog in sterkere mate doorgevoerd. Het succes van UK kent na het uitbren gen van het tweede album Danger Money en een in Japan opgenomen live-album (Night after Night) inmiddels nauwelijks grenzen meer. Ik kan daar wel begrip voor opbrengen. Juist omdat er sprake is van een beperkt aantal melodie-instru- menten klinkt het groepsgeluid op de plaat doorzichtiger dan van een doorsnee symfonische groep en worden melodielij nen nauwkeuriger afgewisseld. Boven dien neemt de ritmiek een sterkere plaats in dan bij de concurrentie en klinkt het basspel en de zang van Wetton verzorgd en beschaafd. Twee heren die samen aardig overweg kunnen op basis van een beleefde uitwis seling van gegevens ontmoeten twee volksvrouwen bij wie diezelfde basis in de sfeer van sexuele grappen ligt. De aan vankelijk enthousiaste ontmoeting loopt voor beide partijen op een teleurstelling uit. De manier waarop dat gaat is belang rijk. De vrouwen gaan met een houding van „tant pis” weer samen op stap, de is zelfs tot over de helft bekort. Onder leiding van regisseur Hans Croiset is er bij de spelers een spreekvorm ontstaan die helder en uitstekend verstaanbaar overkomt, maar die vaak ook ten koste gaat van het vers-ritme. Een compromis dat dikwijls met nadruk verkeerd uitpakt, behalve bij de acteurs die zeer goed in staat zijn verzen te zeggen. Ik noem Sim Vroom, Jan Retèl, Sigrid Koetse, Josée Ruiter. Carol Linssen en Ton Lutz. Lucifer, het drama van de hoogmoed The London Sinfonietta was voor de uitvoering, die een Amsterdamse premiè re betekende, verantwoordelijk. Niet Da vis Atherton, wiens naam al lang en on verbrekelijk verbonden is aan dit ensem ble, maar Elgar Howarth eveneens ge specialiseerd in hedendaagse muziek dirigeerde. Een zakelijke manier van doen, die met toepassing van een exacte slagtechniek, de weergave van moderne partituren ook meestal ten goede komt. Te veel zwakke plekken in ESTA speelde als gewoonlijk zonder verrassingen, maar uiterst talentvol. Vooral voor scholen is zo’n voorstelling zeker de moeite waard. DEN HAAG. Aan het einde van de jaren zeventig doet zich het opmerkelijke feit voor dat veel creativiteit verdwenen is uit de fusiegenres in de rockmuziek. Ga maar na. Genres als countyrock, funkrock, jazzrock, hardrock en symfonische rock, die tot voor een paar jaar het beeld bepaalden, zijn veel minder belangrijk geworden of leveren nauwelijks nog acceptabele muziek op. Op symfonisch gebied zijn Genesis en Yes tot de mammoeten van de scene geworden, muziek producerend die zich laat leiden door de ingevroren principes van weleer. v.l.n.r. Alexander van Heteren (Michael), Jo- (Foto Kors van Bennekom) HAARLEM. Al twee seizoenen brengt ESTA (English Speaking Theatre Amsterdam) in theaters en op scholen het moderne Engelse repertoire. Dit derde seizoen zijn ze begonnen met Home (1970) van David Storey. Storey schreef zijn stuk uitgaande van het beeld van een witte tafel op een grasveld. Hij schiep er twee dito stoelen bij, en crëeerde een tekst die de contactpogingen laat zien van vier ingezetenen van een psychiatri sche inrichting. mannen staan aan het eind als baby’s te huilen. Voorstelling: Home van David Sto rey. Groep: ESTA. Regie: Ian Bruce. Spelers: Ian Bruce, Alister Maclean, Neville Powis, Vera Roos, Jill Shand. Op 16 december in de stadsschouw burg in Haarlem. Concert: UK in Congresgebouw, Den Haag. Concertdebuut in Neder land; vanavond nog in Nijmegen. Be zetting: Eddie Jobson (keyboards, synthesizers, elektrische viool, koor zang), John Wetton (bas, zang) en Ter ry Bozzio (drums, zang). Den Haag, 16 december 1979. SCHEVENINGEN. Bij de wereldpremière (Moskou 1902) werd Op de bodem van Maxim Gorki een sensatie. Voor het eerst lag het uitschot van de Russische samenleving, getoond in een schamele slaapruimte, open en bloot op het toneel. Het stuk beleefde een hoge vlucht en werd in 1936 verfilmd door Jean Renoir In ons land werd het onder andere in 1972 gespeeld door De Haagse Comedie, onder de titel Nachtasiel. AMSTERDAM. Van de 45-jarige avant-gardist Peter Maxwell Davies zijn heel wat muziektheaterstukken alle voor kleine bezetting bekend die door hun dramtische effect van begin tot eind boeien. Des te opmerkelijker daarom, was dat .A mirror of whitening light”, een instrumentaal stuk van deze Engelse componist, een dergelijke spanning ten enenmale blijkt te missen. Voorstelling: Lucifer, treurspel van Joost van den Vondel. Gespeeld door Publiekstheater. Regie Hans Croiset. Dramaturgie en tekstbewerking Guus Re kers. Decor: Frank Raven, kostuums. Herman van Etteren. Muziek: Vespro della Beata Vergine van Claudio Monteverdi. Belangrijkste spelers: Jan Retèl, Mariëlle Fiolet, Siem Vroom, Ton Lutz, Wim van der Grijn, Alexander van Heteren, Sigrid Koetse, Josée Ruiter, Carol Linssen. Première 15 december 1979. die voor de val komt (Vondel spreekt van „staatszucht”), gaat over de „opstandige” engelenaanvoeder Lucifers, die niet zon der opgaaf van redenen wil aanvaarden dat God de mens boven de engelen stelt. Lucifer negeert Gods bevel tot gehoor zaamheid. Hij vraagt Gabriël, degene die Gods bedoelingen altijd begrijpelijk kan vertalen, om uitleg. Maar Gabriël moet ditmaal in gebreke blijven. Lucifer geeft zich niet gewonnen, hij tracht mogelijkhe den te vinden Gods bevel te negeren. Belzebub en Behal, twee oversten, bewer ken andere engelen en tenslotte volgt de strijd van Lucifer en de zijnen tegen Michael, Gods veldheer. Lucifer heeft tot het laatst benadrukt dat hij niet God be vecht, maar degene die hem dwingt tot blinde volgzaamheid van het gezag: Michael. In feite is Lucifer juist in onze tegen woordige tijd een persoonlijkheid die moet aanspreken. Hij is bereid tot trouw, maar wil weten waarom hij trouw is. Het wettig gezag is hem niet blindelings heilig. Lucifer staat ook het dichtst bij ons men sen, omdat hij twijfelen kan. In heel dit Wat je in hen ziet, en dat is volgens mij het boeiendste aspect van het stuk, is de zwakte van hogere kringen zodra ze hun maskers moeten afleggen. Tegen een ge stoorde jongen die hun stoelen wegpakt moeten de vrouwen hen verdedigen. Hun huilen toont ook het niet te omschrijven gevoel van onvrede, verlatenheid, misse lijkheid bijna van mensen die zich tegen hun zin zien meegesleept door anderen die vaster in het leven staan. Dat alles kan natuurlijk alleen binnen de sfeer van de inrichting waar de vrouwen handig van alles en iedereen op de hoogte zijn, terwijl de heren nooit verder thuis raakten dan de lunch en theetijden. Een doorslaand succes. Zo valt de culturele manifestatie ten behoeve van de noodlijdenden in Cambodja te karakteriseren, die met medewerking van tientallen Kennemer artiesten en culturele organisaties zondagmiddag in het Haarlems Concert gebouw plaatshad. De cultuur kwam in actie voor Cambodja en het had resultaat. Een kleine duizend betalende bezoekers kwamen even nippen aan het oneindig gevarieerde programma, boden mee bij een veiling waarbij een actionpainting (zie foto) van het Haarlems Kunstenaars Overleg veel geld opbracht en zo gewaardeerd werd door Dick Couvée van het Frans Hals Museum dat de marktscène een maand lang in het museum wordt geëxposeerd. De opbrengst van de aktiemiddag zal uiteindelijk rond de 6 mille liggen. Artiesten van klassiek tot modern, van poppenspelers tot straattheaterspelers en zo'n dertig medewerkers achter de schermen maakten er een gesmeerd lopende, levendige en sfeervolle manifestatie van. Vondeldrama is hij de enige die nadenkt en het is ook het enige personage waarbij sprake is van een karakter. Dat maakt de persoon van Lucifer boeiend. Een regisseur die Vondels Lucifer gaat spelen, heeft tot lastige opdracht gekre gen zoiets als de hemel te creëren. Geen sterveling heeft die hemel ooit gezien, en dat maakt het natuurlijk weer iets gemak kelijker. Niemand heeft ook Engelen ge zien, maar we kennen bijvoorbeeld via Rubens de mensengedaanten met reus achtige vleugels. Hans Croiset heeftzich in grote vrijheid opgesteld. Zijn engelen zijn bolhoedmannetjes geworden en ze dragen allemaal een rokkostuum of jacquet. Een hele verzameling wachters op Godot, en waarom ook niet. Alleen, deze uniform herinnert op geen enkele wijze aan de strenge, militaire hiërarchie waarvan bij deze engelen sprake is. Hans Croiset heeft voor de bewegingen van de spelers de hulp ingeroepen van Lyn Wolsely. Zij heeft gezorgd voor een merkwaardige choreografie. De engelen bewegen zich veelal in slow-motion en zetten daarbij een vergelukzaligd gezicht dat doet vermoeden dat ze nogal simpel van geest zijn. Dan hangen er van hoog uit de toneeltoren twee lange schommels, waarop de bolhoedengelen zich heen en weer bewegen als volièrevogels in hun kooi. Slechts een paar maal heb ik die trapezes zinvol zien gebruiken. Bijvoor beeld door Wim van der Grijn (Lucifer) als hij met een reuzezwaai rond en diago naal door de grote toneelruimte beweegt. En degenen die niet aan schommelen toe komen in deze voorstelling, bewegen zich veelal traag of zplotseling in versnelde pasjes. Bovenstaande maakt mijn teleurstelling over deze Vondelopvoering duidelijk. Het blijft jammer van de hoeveelheden zorg die er zonder twijfel mee gepaard gingen. Maar er is teveel tweeslachtigs aanwezig in dit Amsterdamse engelenparadijs. Zelfs in Frank Ravens decor, dat voorzien is van waarschuwingslampjes in de vorm van caféverlichting. Als er weer iemand van de Allerhoogste neerdaalt, beginnen ze te knipperen. Een merkwaardig science fiction-effect. Dan is er nog de monumen tale trap naar God, waarop de spelers zich nogal eens onzeker bewegen. Tussen de vele momenten waarop de acteurs en ac trices van het Publiekstheater Vondel in helderheid presenteren, zitten helaas te veel theatraal aangezette gedeelten. En nadat Ton Lutz als Gabriël tenslotte pa thetisch van Adams val heeft verteld, kan een zaal vol toeschouwers zich moeilijk goed houden als Carol Linssen (engelen aanvoerder) sussend uitroept: Och, och, och, och. Erik Vos heeft er dan ook verstandig aan gedaan niet via moeilijke kronkels te gaan zoeken naar een hedendaags equiva lent. Hij probeert alleen het stuk zo levend mogelijk weer te geven en het enige wat men hem kan verwijten is de stukkeuze. Ik heb daar niet zo de neiging toe, omdat de voorstelling als pure theaterervaring boeiend genoeg is. Het publiek kijkt van bovenaf in een kuil, die met golfplaten het nodige armoe dige aanzien heeft gekregen. Als het be gint zie je vage personen in dekens die langzaam tot leven komen. Wie ooit een groep heeft geleid kent het moment waar op een amorfe massa uiteenvalt in echte mensen. Bij Op de bodem gebeurt dat verrassend snel, al gauw zijn Nastja, Boebnov, Zatin en al die anderen niet uit te vlakken deeltjes van het geheel. Ik meen bij De Appel een tendens te bespeuren die de persoonlijkheid van de acteur meer vrijheid biedt. Een kokette ren met het eigen ik op zo’n manier dat de rol er wel bij vaart. Het Onafhankelijk Toneel doet dit in vrij extreme mate. Bij De Appel leidt het nu soms tot ongelijk vormigheid, maar waar het lukt ik denk aan Niek Pancras als de hoedenmaker Boebnov, aan Catherine ten Bruggencate als Kvasjnja staat er een in alle details boeiende figuur op het toneel. De voorstelling is tot tranen toe roerend in zijn massascénes. Erik Vos heeft hier als een meesterkok de ingrediënten senti ment, vrolijkheid en treurigheid toege voegd, zonder dat er een smakeloze overdaad van een of ander ontstaat, In Op de bodem komt een figuur voor die geen behoefte heeft om weg te gaan. Het is Zatin (Eric Schneider). „De mens”, zegt Zatin, „dat is niet jij of ik, dat zijn wij, jij, ik, de oude man, allemaal. Is het niet geweldig?”. Ieder zal een dergelijk gevoel wel kennen, het is een beetje vals, maar wel hartverwarmend. Precies dezelfde soort warmte weet Op de Bodem op te roepen. Scène uit Op de Bodem met van links naar rechts: Rein Edzard, Arthur Castillon en Niek Pancras. Abonnementsconcert C-serie van het Concertgebouworkest, Gasten- semble: The Londen Sinfonietta. Diri gent: Elgar Howarth. Solisten: Doro thy Dorow en Richard Baker, zang. Programma: Birtwistle, Davies, Wal ton. Concertgebouw Amsterdam, 16 december 1979. Voorstelling: Op de Bodem van Maxim Gorki. Groep: De Appel. Re gie: Erik Vos. Gebruikte vertaling: Henri Hartog. Toneelbeeld: Tom Schenk. Dramaturgie: Hent van der Horst. Met: Eric Schneider, Peter van der Linden, Geert de Jong, Cor van Rijn, Will van Kralingen, Catherine ten Bruggencate, Niek Pancras, Henk Votel, Rein Edzard en anderen. Pre mière: Appeltheater in Scheveningen, 15 december 1979.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 9