1 Drummer Vinnie Johnson smaakmaker jazzkwintet t Darryl F. Zanuck: de laatste der Mohicanen komende exposities JAAP FISCHER BRACHT MUZIKALE HULDE OP FEEST IN TONEELSCHUUR Filantroop Guggenheim overleden Michael Tilson Thomas dirigeert op VARA-matinee Gottmerprijs voor NCRV Literama Oprichter 20th Century Fox zondag overleden Gitarist John Thomas: romanticus, geen maestro i» MAANDAG 24 DECEMBER 9 1979 KUNST 8 Aan onze advertentierelaties. 'Sr’ 1 januari 1980 de advertentietarieven met 5% verhoogd. I HAARLEM. Met grootse geestdrift reageerde het publiek in de Stadsschouwburg zondagavond na de allerlaatste voorstelling van “'Neerlands Hoop Code. Zeven minuten duurde het gescandeerde applaus en toen het goudkleurige voorhang van het toneel resoluut gesloten was ten teken dat het nu echt definitief voorbij was, versche nen Freek, Bram en zanger-gitarist Jan de Hont nog tot driemaal toe om de niet aflatende publiekshulde in ontvangst te nemen. Daarna gingen de lichten voor Neerlands Hoop voorgoed uit en het laatste programma was uitgespeeld, in hetzelfde theater waar het destijds ook in première ging. t Groots afscheid Neerlands Hoop (Van onze kunstredactie) 1 JOHN THOMAS JOHN OOMKES Veelkleurig Stravinski-concert CHARLES BOOST (ADVERTENTIE) i al JOHAN VAN KEMPEN MICHAEL TILSON THOMAS AMSTERDAM. Een indrukwekkende en extatische uitvoering van Stravinski's Psalmensymfonie - die op het ogenblik allerwege in de belanstelling staat - betekende dit weekeinde het besluit en tevens hoogtepunt van de VARA-matinee. Toch vormde dit programma-onderdeel niet het belang van dit concert, omdat hier kennisgemaakt kon worden met zelden gespeeld werk van Stravinski. En, immers: met dit oogmerk is de betreffende serie ook opgezet. nieuwe door hem zelf geschreven liedjes horen. Messcherpe teksten van Fisscher, die vooral in het begin van zijn optreden zichtbaar nerveus was. Hij oogstte een ovationeel applaus voor zijn korte terug keer uit de vermeende vergetelheid en zijn harde cynische liedjesteksten, die op nieuw getuigden van het briljante talent van Miles Davis en Victor Feldman. Maar hinderlijker dan dat zou het geweest zijn indien Johnson zich bij het doorsnee-ni- veau van zijn collegae had neergelegd. Dan weet ik nog niet zo net of het resultaat wel even swingend en bij tijden spectacu lair zou zijn geweest. Thomas laat zich in zijn eigen composities als Devil Dance en Someday niet alleen als een romanticus kennen, maar ook als een componist die niet te ver van het fusion-stijlgenre af staat. In de ballads klinkt daar zo nu en dan iets van door. Autumn Leaves, een standaard die eigenlijk niet op het reper toire thuishoort, wemelt van de clichés en vormt eigenlijk de neerslag van impasse. Recapitulerend: leuk optreden, maar de „lifeforce” kwam te eenzijdig van Vinnie Johnson. Het is nu eenmaal eigenlijk altijd al een probleem bij Stravinski-uitvoeringen: al leen als een dirigent en zijn uitvoerend apparaat volkomen op elkaar ingespeeld, aan elkaar gewend zijn, klinkt het orkest- spel in zo’n interpretatie werkelijk „los”. Tilson Thomas was ook kennelijk niet tevreden met de kwaliteit van de weerga ve van de Variaties In memoriam Aldous Huxley, die hij bisseerde. Een merkwaar dig en weinig sfeervol herdenkingsstuk. van de bescheiden leraar, kregen ook tus sendoor een stormachtige bijval. Voor Neerlands Hoop zijn nu de bange dagen voorbij. Hun artistieke gevecht te gen Geld, God en Macht heeft een einde genomen, het Gevecht tegen de Bierkaai lijkt voorbij. Op het hoogtepunt van hun roem en succes zijn ze gestopt om elk hun eigen weg te gaan. Freek heeft diverse plannen, waaronder zijn televisiewerk en Bram zal binnen niet al te lange tijd terug zijn op de theaterplanken met zijn mu- ziektheaterprogramma. De toekomst gaat het helemaal maken. Daaraan zal ook Jan de Hont meewerken. Hierin is de jonge Stravinski nog voor een groot deel de spiegel van het verleden: dichte harmonieën, veel chromatiek. Een echt Russische geest, enigszins verwant aan Skriabin, waart er in rond. In het aansluitend gespeelde Elegiacal Chant in three parts, uit 1943, is de componist dan allang zichzelf. Op een manier die al ver scheidene keren, periodegewijs, binnen het eigen en herkenbare idioom gewijzigd is. Mevrouw Guggenheim van de schat rijke Amerikaanse mijnontginningsfami- L lie woonde sinds 30 jaar in Venetië. Zij 7 is overleden temidden van haar kunst schatten in het achttiende eeuwse Palazzo - Venier dei Leoni. Het was niet onmiddel lijk bekend wanneer de begrafenis zal plaatsvinden. Peggy Guggenheim vestigde zich na de tweede wereldoorlog permanent in Vene tië en was ereburgeres van de stad. Zij was vier maal gehuwd. Zij wordt overleefd door haar enige zoon Sinbad Vail, die werd geboren uit haar eerste huwelijk met de schilder Laurence Vail. De Venetiërs noemden haar liefkozend „Peggy la Pazza”, gekke Peggy. Zij bezat een van de meest indrukwek kende verzamelingen moderne kunst van de wereld, ondergebracht in haar huis in Venetië. De 266 stukken tellende collectie, die een waarde zou hebben van ruim 35 miljoen dollar, omvat werken van bijna honderd kunstenaars, onder wie Picasso, Chagall, Dali, Ernst, Pollock. Braque en De Chirico. Concert: John Thomas Lifeforce in de Haarlemse Jazz Club. Bezetting: John Thomas (gitaar), Andy Lumpp 'piano), Gunnar Plümmer (bas), Vin nie Johnson (drums) en Ponda O’Bry an (percussie). De AVRO-radio maak te opnamen van dit optreden die op zen later tijdstip zullen worden uitge zonden. Haarlem, 22 december 1979. Composities met meer volume in tijds duur waren Requiem Canticles (1966) en Canticum sacrum (1955), beide voor koor, orkesten vocale solisten. Ria Bollen, John Bröcheler en Kenneth Bowen waren deze solistische taken toebedeeld en hun voor name bijdragen vormden onder Tilson Thomas’ gedreven leiding een mooie een heid met de verrichtingen van de overige betrokkenen, waardoor bijzonder expres sieve vertolkingen tot stand kwamen. VENETIË» APReuterUPI). Peggy Guggenheim, de Amerikaanse filantroop en kunstverzamelaarster, is zondag in haar paleis aan het Canal Grande in Venetië op 81-jarige leeftijd overleden. Dit is bekendgemaakt door haar zoon Sinbad Vail. al bij bepaald in Zvezdoliki, een als Le Roi des Etoiles (vanuit het Russisch) in het Frans vertaalde cantate voor mannen koor en orkest, die uit 1911 dateert. VARA-matinee: derde concert Stra- vinski-serie. Uitvoerenden: Radio Fil harmonisch Orkest, Groot Omroep koor. Dirigent: Michael Tilson Tho mas. Vocale solisten: Ria Bollen, alt, Kenneth Bowen, tenor, John Bröche ler, bas. Concertgebouw Amsterdam, 22 december 1979. Het drietal van Neerlands Hoop had een voortreffelijke laatste voorstelling achter de rug. Vooral Freek de Jonge kon zich in zijn agressieve conférences vrijuit laten gaan. In het nummer Ja dat is waar nam hij alle vrijheid en het kwam voor deze gelegenheid zelfs tot een parafrase op Stille Nacht. Tijdens een intermezzo sprak Freek zich nog eens uit over het publiek: „Vanaf half twaalf ’s nachts heb ben ze in de rij gestaan voor deze voorstel ling. Ze lijken wel gek om hun gezondheid op het spel te zetten. En dat allemaal voor Bram en Fake!” Tilson Thomas toonde zich hier ook zeker wel het type van de geacheveerde dirigent, zoals die door zijn image-op- afstand al gesuggereerd werd. En zijn streven naar kleurrijke en genuanceerde expressiviteit werd ook in dit programma manifest. Maar de afwikkeling van zo’n technisch zwaar Stravinski-concert houdt onwillekeurig alle uitvoerenden dermate in hun partijen gevangen, dat de romanti sche uitdrukkingskracht van een dirigent als deze 35-jarige Amerikaan, niet volledig tot zijn recht kan komen. Afscheid van Neerlands Hoop door een ei-volle Stadsschouwburg. Minutenlang gescandeerd applaus voor v.l.n.r. Freek de Jonge, Jan de Hont en Bram Vermeulen. (Foto Pieter van Pareren) HAARLEM. Eigenlijk is het een samengeraapt zooitje, die Lifeforce van John Thomas. Deze Amerikaanse gitarist, die zijn naam nog niet onder de eerste garnituur mocht zien genoemd, maar wel een zekere mate van bekendheid te danken heeft aan zijn ervarigen bij Joe Henderson en Elvin Jones, heeft voor een korte Nederlandse tournee een kwintet mogen samenstellen. Daarin treffen we twee Duitse sessiemusici aan, een Amsterdamse percussionist en een formidabele Amerikaanse slagwerker. Zanuck werkte zich al schrijvend de film-business in, een uiteindelijk resultaat dat hij zich in zijn jeugd al tot ideaal gesteld had. Wetende dat in dit vak alleen de hoeveelheid telde, schreef hij verhalen onder drie pseudoniemen tot Warners hem in 1924 opmerkte en hem een vaste baan als scenarioschrijver aanbood, zij het in het begin voor Rin-Tin-Tin-films. Van 1924 tot ’29 schreef hij minstens veertig scenario’s die in films omgezet werden, waarbij regisseurs als Lewis Mi lestone, Mchael Curtiz, Archie Mayo en Lloyd Bacon betrokken waren, wat uitein delijk leidde tot zijn aanstelling tot pro- duktieleider van Qarner Brothers Picture Ine., de kwijnende familie-onderneming die het vege lijf redde door als eerste de geluidsfilm toe te passen. De verbintenis duurde tot 1933 en werd waarschijnlijk verbroken omdat Zanuck het niet eens was met Warners’ politiek door het maken van gangsterfilms de actualiteit in de bio scoop binnen te halen. De ontslagname was voor Zanuck een beslissende stap die ertoe leidde dat hij met geleend geld van de gebroeders Schenck een nieuwe maatschappij sticht te, de Twentieth Century die twee jaar later Fox opkocht waardoor Zanuck vice- president van de befaamde Twentieth Century Fox werd. De ambitieuze Zanuck stond toen aan het hoofd van een filmon- Stravinski was er ook al aan bezig voordat hij van Huxley’s dood hoorde. In haar verzameling zijn alle belang rijke stromingen uit de 20e-eeuwse kunst vertegenwoordigd. Zoals een criticus het ooit onder woorden bracht: „Zij heeft gedaan wat veel musea probeerden te doen, en beter”. Kort voor haar dood was een curator van het Guggenheimmuseum in New York, haar collectie aan het catalogiseren. Er zijn regelingen getroffen volgens welke deze nu door het museum wordt beheerd. Darryl Francis Zanuck, die zondag op 77-jarige leeftijd overleed in Califomië was een van de laatste grote filmproducenten in Hollywood wiens naam een klank had bij het bioscooppubliek en die bovendien door het oprichten van een eigen filmmaat schappij direct verantwoordelijk was voor een reeks belangrijke films in de jaren dertig en veertig. DAPPYL F. ZANUCK Archieffoto) hun kans kregen als Anna and the King of Siam (’46), Dragonwyck (’46) en Viva Za pata (Elia Kazan, ’52). Maar toen Spyros Skouras, een ander hoofd van de studio’s met het CinemaSco- pe-systeem mocht experimenteren en daar veel geld mee verloor, vertrok Za nuck naar Europa en begon onafhankelij ke producties te maken (Island in the Sun, The Sun also rises) die van weinig beteke nis waren. Zijn belangrijkste presentatie werd toen The longest Day, een gedetail leerde documentatie van D-day op de Franse kust, een miljoenenproject, waar in hij samenwerkte met drie continentale regisseurs (Andrew Marton, Ken Anna- kin, Bemhard Wicki). Waarna hij, als zijn grootste triomf, teruggeroepen werd naar Hollywood om orde te scheppen in de chaotische Cleopatra (Richard Burton, Elizabeth Taylor) waarvan hij een ver toonbare film wist te maken. Zanuck was de laatste der Mohicanen, eigenzinnig en dictatoriaal, de eeuwige sigaar tussen zijn dunne lippen, het type van de regisseur-producent met kennis van het vak en met smaak maar vooral met een bijna onfeilbaar inzicht in wat het publiek wilde. derneming, die naar omvang en betekenis te vergelijken was met Paramount, War ners of RKO. Op den duur werd de nieuwe maat schappij een te grote belangstelling voor sociale problemen verweten en een te gro te ernst in onderwerpen maar de zaak floreerde ook al bleek steeds duidelijker dat Zanuck een afkeer had van sex en geweld in zijn films en van ongeremde melodramatiek hoewel hij tijdelijk Shir ley Temple lanceerde en Betty Grable als sex-symbool tot lieveling van de geallieer de legers gedurende de tweede wereld oorlog maakte. En voor hem was Tyron- nen Power de Clark Gable van 20th Cen tury Fox. Niettemin gingen na de oorlog zijn am bities uit naar anti-discriminatiefilms als Pincky (over het negerprobleem) en Gent leman’s Agreement (over antisemitisme), beide van Elia Kazan, naar de films van John Ford (The Grapes of Wrath, How Green was my valley, Tobacco Road, The Prisoner of Shark Island) en naar het werk van de door hem geadoreerde regis seurs Henri King (Jesse James, Stanley and Livingstone), Clarence Brown (The Rains cames’s) en Joseph L. Mankiewicz (All about Eve). Het was het veilige genre van de middelmaat van het goed gemaak te, evenwichtige speelfilm-drama waarin toch ook enkele opmerkelijke produkties Hoewel Thomas per definitie dus de centrale, allesbepalende figuur in een for matie van eigen keuze zou moeten zijn, en hij een groot deel van het repertoire aanle vert, trekt hij binnen zijn kwintet beslist niet de meeste aandacht. Als gitarist is hij weliswaar niet onbegaafd en bovenal een romanticus, die er behagen in schept niet te freakerig de gang van zaken te bepalen, maar door mooie akkoordenschema’s en gerepeteerde accenten meer kleurend gi taarspel te produceren. Jammer is het dat Thomas er ook al door een gebrekkige versterker niet in slaagt tot een heldere toon te komen. Vooral de lage registers worden bena drukt, terwijl het er op lijkt dat er een hoeveelheid rumble de geluidsweergave voortdurend bemoeilijkt. Tegen een overmacht aan ritme-instrumenten zijn hij en de Duitse pianist Andreas Lumpp niet opgewassen, ook al omdat het materi aal hoofdzakelijk Latijns en Caraibisch getint is, dus sowieso al van percussie Een concurrerend belang vormde overi gens het feit dat deze matinee - gegeven door het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor - geleid werd door de Amerikaanse dirigent Michael Tilson Thomas wiens roem hem via artistiek schitterende grammofoon-opnamen naar ons continent vooruitgesneld is. De technische gecompliceerdheid ken merkt Stravinski’s werk al van begin af aan. Daar werd je op deze matinee meteen Galerie Pulchri Studio in Den Haag brengt van 29 december tot en met 17 januari acryl schilderijen van Roel Jon- ges. In de tuingalerie van Pulchri toont Annie Borst Pauwels in dezelfde periode penseeltekeningen. In het Allard Pierson Museum in Am sterdam wordt tot eind maart 1980 een tentoonstelling gehouden van oud-Egypti- sche weefsels. Er zijn gewaden en frag menten van kleren die kenmerkend zijn voor de zogenoemde Koptische bescha ving. De vroegste van deze kleurrijke stukken dateren uit het eind van de derde eeuw na Christus, de laatste uit de twaalf de eeuw. Het materiaal is linnen en wol. Naast museumbezit vallen ook enige be langrijke bruiklenen van vrienden van het Allard Pierson Museum op deze tentoon stelling te bezichtigen. Verder illustreren voorwerpen van ivoor, been, hout en en kele sculpturen de fascinerende wereld van deze Kopten. Na afloop van de feestelijke voorstelling in de Stadsschouwburg wachtte het Neer lands Hoop-drietal een spntane en infor mele ontvangst in het café van de Toneel schuur. Een grote schare van vrienden en bewonderaars was daar bijeen en zowel in de kleine benedenzaal als in het café zelf kwam het tot artistieke happenings. Bijna iedereen die in de twaalf achter- afhankelijk is. Lumpp toont zich in zijn breed-geakkordeerde spel bemvloed door McCoy Tyner, maar heeft eigenlijk te wei nig licks tot zijn beschikking om in zijn schaarse soli te kunnen overtuigen. Wie bepaald niet een te grote mate van schoolsheid kan worden verweten is slag werker Johnson. Op een geleend slag werk, waarvan hij de bekkens zo hoog boven het hoofd heeft aangebracht dat het lijkt op een gigantisch koperen aure ool, regeert hij en niet Thomas de bij deze muzieksoort wezenlijke elementen als tempo- en volumewisseling, frasering en dynamiek. Zijn stijl van drummen is rijk versierd, maar zijn begaafdheid treedt nimmer in de weg van de timing of de efficiëntie. Wel wil zijn voortdurende lavastroom van ritmiek de uitwerking van een toch al ongelukkig ingezet schema onmogelijk maken, zoals in Seven Steps to Heaven Door het opnemen van abonne mentsgeld voor dagbladen in het BTW-tarief en het stijgen van produktiekosten worden met ingang van Deze verhoging geldt ook voor de lopende kontrakten waarvan de expiratiedatum na 1 januari 1980 is. Voor vermelde prijsverhoging is toestemming verleend door het Ministerie van Economische Zaken. Haarlem, december 1979. Haarlems Dagblad, IJtnuider Courant, Beverwijkse Courant, afd. advertentieverkoop liggende jaren iets op artistiek gebied met Bram en Freek te maken heeft gehad zorgde voor een kort optreden. Liesbeth List, die tijdens de voorstelling in de Schouwburg had zitten schateren, trad er op, Carol van Herwijnen deed een schitte rende persiflage op Een kannibaal als jij en ik, de musical van Bram en Freek waarin hij ook een balangrijke rol speel de, en een gelegenheidsband - onder wie musici waarmee Bram Vermeulen een nieuw muziektheaterprogramma gaat maken - samen met nog enkele actrices - zorgde voor voortreffelijke muziek. Hoogtepunt van dit feestelijk afscheid vormde een wel zeer uitzonderlijk optre den op het kleine podium in het theaterca fé. Daar kwam niemand minder dan Joop Visscher, beter bekend onder de naam Jaap Fischer met een persoonlijke hulde aan zijn vrienden Freek de Jonge en Bram Vermeulen. Fischer zong drie num mers op tekst van Freek de Jonge en liet daarna zeer spontaan ook enkele fonkel- BLOEMENDAAL(ANP). De J. H. Gottmerprijs van de gelijknamige uitge verij in Bloemendaal is dit jaar toegekend aan het NCRV-radioprogramma Litera ma. Dat is gebeurd vanwege de grote inzet die het Literamateam al reeds vele jaren voor boeken en literatuur ontwikkelt en vooral de standvastigheid waarmee dat geschiedt, aldus heeft de uitgeverij vrij dag meegedeeld. De Gottmerprijs bestaat uit een geldbe drag van 3000 gulden plus een kunstwerk van een Haarlemse kunstenaar. De jury bestond uit: Dick Reumer, Max van Rooy en Joop Voogd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 9