[Film
Gezicht Alice Dona weerspiegelt gemoed
Filmhuizen: slapstick
festival en Polanski
'I
A
Landschapschilder Wim Steijn exposeert in Venloos Gemeentemuseum
Biografie
Nieuw tijdschrift
over monumenten
I
Filmacteur Lee
Bowman overleden
Schoolbestuur weert
film Turks Fruit
ge 1
f 11
FRANSE CHANSONNIÈRE MAAKT IN DRUK TIJDENS NEDERLANDS CONCERTDEBUUT
13
VRIJDAG 28 DECEMBER
1979
KUNST
BENTVELD/VENLO. Als men, door najaarswindvlagen omgeven, Wim Steijn,
de oerkracht ontstaat die hem drijft tot de gespannen werken die, al diegenen die zijn
j ka-
ijter.
I
I
I
bel
aubel-
linger
'allen
wat u
heeft
boei-
)t uit-
3 ver-
oede
nand
srten-
creet
bent
ndai-
onze
zaak
ma
Jongensachtig elan
opzoekt in zijn atelier op het achter een pallisade van nu kaal hout verborgen en bedreigde
landgoed Groot-Bentveld, zou men kunnen vermoeden dat storm en onweer het directe
gevolg zijn van zijn schilderende band. Het is alsof in de diepte van zijn rijk voorzien palet
de oerkracht ontstaat die hem drijft tot de gespannen werken die, al diegenen die zijn
■werken volgen, zo goed kennen.
Atelier
Adem aan de ruimte
Eric de Nie
;end i
023- I
I
I
■1
W
P’-J
EM
Wie luistert, hoort het bassin
van het doek langzaam vollopen
portret niet remmend werken op de hoge
j en
ilen/
ror's
van
nool
^voorbeeld voor de natuur laat zijn.
(Van onze kunstredactie)
ing)
ALICE DONA
In menig doek wisselen de seizoenen
•elkaar af. Beginnend aan een lente groeit
“dan langzaamaan de zomer bij hem bin-
•nen, overwoekert het najaar vlammend al
•voltooid doek even naar buiten, tussen de
•monumentale stammen en het hakhout
Jvan het Bentveldse buiten, kan ik dan
-ongestoord mijn atelierwerk toetsen aan
Kan hij in een laatste
•fase het onmisbaar stempel in de verf-
s een
Lid van Arti in Amsterdam en De Groep in
Haarlem e.a. Een van Steijn bekendste
leerlingen is Ariane Stam.
Wim Steijn werd op 28 januari 1914 in
Assendelft geboren. Hij werkte vanaf 1935
af aldaar, en later in Oostzaan, Jisp, Wor-
mer en Haarlem. Sinds 1948 woont en
werkt de kunstenaar in Bentveld. Steijn is
een leerling van Henk Gorter, Kees Ver-
weij en Henri Frederic Boot. Ontwikkelde
zich tot landschap- en stillevenschilder.
professioneel haar performance ook is.
En ook de gespeelde woede in haar werk
wil wel eens al te ontzet of te theatraal
overkomen. Nee, het is in de liedjes waar
in zelfbeklag of eenzaamheid centraal
Aangezien de Haarlemse en Am
sterdamse bioscopen tussen kerst en
oud en nieuw haast niet van pro
gramma zijn veranderd voor de ko
mende week, is er geen filmpagina
vandaag. De Haarlemse filmhuizen
zorgen wel voor enige veranderingen
en de details hiervan volgen hier
onder.
3 januari te zien in Una giornata Particu-
lare in het cultureel centrum ’t Oude
Slot aan de Ir. Lelylaan in Heemstede.
De regie is van Ettore Scola en Ruggero
Maccari. Aanvang 20.15 uur.
Concert: Alice Donna in Muziekcen
trum Vredenburg te Utrecht. Concert-
debuut in Nederland. Bezetting bege
leidingsband: Jean Pierre Dorsay (pi
ano), Roland Romanelli (accordeon,
synthesizer), José Pouc (Gitaar), Mar
cel Sabiani (slagwerk), Antoine Bon-
fils (bas) en Raymond Gimenes (gi
taar en leiding).
Utrecht, 26 december 1979.
Bowman heeft in de jaren dertig en
veertig in tenminste veertig films ge
speeld. Hij debuteerde in I met him in
Paris in 1937. De grootste successen
waren rollen in Cover Girl (met Rita
Hayworth in 1944), Smash up en A
Tale of Two Cities. De acteur speelde
in zijn latere jaren veel voor televisie
maatschappijen en kreeg bekendheid
als hoofdrolspeler in de detectivese
rie Ellery Queen.
(Van onze kunstredactie)
LOS ANGELES. De Amerikaan
se filmacteur Lee Bowman, die zijn
voornaamste bekendheid te danken
heeft aan het feit dat hij regelmatig
tegenspeler van Rita Hayworth en
Susan Hayward was, is gisteren op
64-jarige leeftijd aan de gevolgen
van een hartaanval in Los Angeles
overleden.
en
lusi-
Na een zwak, slecht geconcentreerd be
gin bouwt Alice Dona aan een concert dat
menigeen zal heugen. Hoogtepunten als
Le Piano Triste (waarin pianist Dorsay
illustrerend Für Elise verwerkt), Du ven
tre plat au ventre rond, Comme un petit
Soldat, het minachtende Le Strapontin en
niet te vergeten, Lama’s indrukwekkende
lied tegen de dictatuur (Au Chili comme
Prague), maken dit optreden tot een con
cert dat je naar meer doet verlangen.
JOHN OOMKES
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. De Russische film De Opgang, van cineast Larissa Shepitko, draait
dit weekeinde nog in de Filmschuur in de Smedestraat in Haarlem.
De Opgang gaat over twee partisanen in het Wit-Rusland van 1942 die door een
Duits detachement gevangen zijn genomen. De ene partizaan loopt over naar de
Duitsers, de ander verzet zich en groeit tot een soort martelaar. Zijn gedrag is
beschouwd als een getuigenis tegen de Duitsers en een voorbeeld van het verzet van
het Russische volk. De Opgang draait vrijdag- en zaterdagavond om 21 en 23 uur.
ongelukkig liefde - de liefde „mits” of de
liefde „ondanks” - wordt uitgemeten.
Alice Dona’s kracht ligt niet zozeer in
het opgewekte repertoire, hoe goed en
UTRECHT. Als Alice Dona na ge
scandeerd applaus terugkomt voor een
encore, is de afstandelijkheid die het
begin van haar eerste concert in ons land
zo verkilde, weggesmolten. „Eén van
mijn liederen”, zegt ze, „moet u beslist
kennen. Het is achtereenvolgens de Bel
gische en de Nederlandse grens gepas
seerd. Bij u wordt het gezongen door ene
Ramses Shaffy, klopt dat? Laat me, heet
het. Jaa?”. En dan zingt Alice haar origi
neel met een beeldende kracht die dit
Vivre tot één van de beste Franse chan
sons van de laatste jaren maakt.
Zaterdag 5 januari draait de Film-Inn
Zandvoort, in de Openbare Bibliotheek
aan de Prinsesseweg in Zandvoort, Le
Locataire van Roman Polanski. Polans
ki neemt ook de hoofdrol van de eenza
me kantoorbediende Treikovsky op
zich. Deze Treikovsky huurt een kamer
in eep volksbuurt in Parijs, die vrijgeko
men is na een zelfmoord poging van de
vorige bewoonster.
staan, dat zij de juiste intentie weet te
treffen. L’Homme aux bras fermés, La
Salope, Le premier qui passe, De la ten-
dresse of het bespiegelende A Rouquine;
het zijn fijnbesnaarde tekeningen van een
gemoedstoestand waarin je je als bezoe
ker kunt herkennen.
In de ondanks alles nooit echt behagelij
ke grote zaal van Vredenburg, waarin
twee telkens oplichtende kerstbomen fi
gureren als de spreekwoordelijke vlaggen
op een strontschuit, duurt het even voor
dat Alice Dona intimiteit met haar publiek
weet op te bouwen. Twee factoren hinde
ren haar daarbij in haar opzet. Ook nu
weer en dan met name voor de pauze, is de
manier waarop haar stem en de begelei
ding worden gemixt, volstrekt onvoldoen
de. Het is alsof de geluidsinstallatie-tech-
niek in het chanson-genre volstrekt is blij
ven stilstaan; als de hoeveelheid echo
maar duidelijk waarneembaar is, dan zit
het snor; die opvatting.
Verder moet me van het hart dat Dona’s
stem weinig karakteristieken vertoont.
Haar vokalen zijn stevig en van een jon
gensachtig elan, hoewel ze onzeker en dun
worden als ze te veel accent legt op de
voorhoofdsstem. Een zekere middelma
tigheid beperkt haar zang beslist. Dat
voorbehoud betreft niet de expressie
waarmee zij zingt. Die is zonder meer
formidabel, ook al omdat de bijpassende
mimiek voortdurend sfeertekenend
werkt. Het is alsof haar gezicht een steeds
wisselend schilderij is waarop de gemoed
stoestand wordt neergepenseeld. Heel in
drukwekkend.
BEST. Het schoolbestuur van de
Stichting RK-Onderwijs Wilhelmina-
dorp en Naastenbest heeft zich met
succes geweerd tegen de vertoning in
de Brabantse gemeente Best van de
firn Turks Fruit. De film naar het
gelijknamige boek van Jan Wolkers
had op tweede kerstdag gedraaid
moeten worden op initiatief van de
plaatselijke Stichting Jongerenwerk.
Het schoolbestuur zei zich er over
verbaasd te hebben waarom nu juist
deze film op tweede kerstdag zou
moeten worden vertoond.
Alice Dona is bij het grote publiek in
Nederland nog een onbekende - hoewel
dat na een voor maart gepland tv-optre-
den wel eens drastisch zou kunnen veran
deren -, terwijl ook menige francofiel in
zijn verknochtheid aan Barbara of Annie
Cordy nog niet door blijkt te hebben dat
Dona zich ontwikkeld heeft tot een van de,
zo niet dé grootste chansonnière van onze
dagen.
Als je haar biografie er bij pakt, dan
kun je niet nalaten je toch lichtelijk te
verwonderen. Hoe raar kan het niet lopen!
Bijna had Dona’s naam alleen in muziek-
kringen weerklank gekregen. Een voortij
dig debuut in 1965 leverde de jeugdige
componiste niets op en het was pas door
de aansporing van haar echtgenoot, die
een muziekuitgeverij dreef, dat zij tien
jaar terug weer begon te schrijven.
Samenwerking met tekstdichters als
Pierre Denalou en de toen volmaakt onbe
kende Serge Lama leverde de eerste er
kenning op. Laatstgenoemde drong aan
op een verdergaande coöperatie en kreeg
gelijk. Een stroom van goede chansons
bevorderde zijn carrière. Het duo leverde
echter zoveel liedjes af dat Lama ze nooit
allemaal zou kunnen opnemen in zijn re
pertoire. Na veel wikken en wegen besloot
Alice Dona zelf de bühne op te gaan om ze
te zingen. Ze introduceerde zichzelf op
sympathieke wijze; een album met de
veelbetekenende titel L'Antistar vormde
het visitekaartje.
Tezamen met tekstschrijvers van naam
als Lama, Claude Lemesle en Jean-Loup
Dabadie bouwde Alice een oeuvre aan
songs op dat haar karakter perfekt tekent.
Eigenlijk valt haar programma bij analy
se in drieën uiteen; er zijn chansons die
een olijk-grappige ondeugd uitstralen,
naast liederen die in tekst en bijpassende
toonzetting reflecterend of weemoedig ge
laden zijn. In de laatste categorie vallen
ook ontroerende werkstukjes waarin de
trillen. Een huivering die men ervaart als
men onverwacht en opeens in fel zonlicht
staat of andersom door duisternis wordt
overvallen.
De ziel van Steijns werk is zó sterk en
ook zo sterk aanwezig dat men het
gevoel heeft of de decimeters ruimte vóór
het doek, wezenlijk bij het werk horen.
Dat de lucht tegen de verfhuid een andere
is. Het met de ogen doordringen van deze
ruimte is als een eerste stap in zijn buiten
werk en het aanvoelen daarvan haast een
voorwaarde tot begrijpen.
Het sterkst naar mijn gevoel is een klein
aantal, virtuoos samengevatte bloemstil-
levens, een serie gouddoorschoten land
wegen en een klein maar zeer dramatisch
olieverf naar zijn echtgenote. Het is het
fluisterend, bulderend, ingetogen drieluik
van Wim Steijn, die met deze tentoonstel
ling een geheel eigen interpretatie van het
Noordhollandse licht in het Limburgse
land laat schijnen. En zo kan een enkel,
wat stroever geschilderd landschap of
kwaliteit van het totaal.
Integendeel, een enkele minder geluk
kig epreuve verschaft ons juist een brede
re kijk op het gehele oeuvre van de schil
der Wim Steijn.
Volgende week heeft een slapstickfes
tival plaats in de filmschuur onder de
titel Lupino Lane tevens de naam van
een acrobatischefilmkomediant en re
gisseur uit de vroege Hollywood filmja
ren. Lane’s carrière was voorbij met de
intrede van de geluidsfilm in 1929. In het
kader van dit programma worden de
films Be my King, Goodnight Nurse,
Made in Marocco, Oh what a tango en
The three Musketeers getoond. (Woens
dag 2 tot en met zaterdag 5 januari,
aanvang 21 uur; op vrijdag en zaterdag
ook om 23 uur).
Het nieuwe tijdschrift, dat periodiek zal
verschijnen, zal zich voornamelijk richten
op bezitters van monumenten en geïnte
resseerden in de zorg voor monumenten.
HAAREN. Op 4 januari zal in het
I Perscentrum Nieuwspoort te Den Haag
J het eerste exemplaar van Monumenten,
een nieuw tijdschrift dat door een gelijk-
I natnige stichting in samenwerking met
de Monumentenwacht wordt uitgegeven,
i worden aangeboden aan de staatssecreta
ris van CRM, de heer Wallis de Vries.
Op zijn atelier, als een soort brug op een
schip in een bruingroene branding
overziet hij de oogst van een jarenlange
reis. Een deel daarvan hangt in Venlo,
maar niet het minstgeslaagde is achterge
bleven. Uit het schemer van verre hoeken
maken zich de vele portretten van zijn
vrouw los. Een haast eindeloze reeks vari
aties op één thema. Vaak dromerig of
mysterieus tegen een oker-blauwe achter
grond, soms bezig in haar bedrijf; en een
enkele keer schiet er door de wijze-emst-
een olijkheid die je opschrikt.
In zijn grote reeks zelfportretten is de
nimmer ijdele maar steeds weer verbaasd
gestelde vraag te horen: „Wie is die
mens?” Een zelfonderzoek dat met pictu
rale middelen diepe en kleurrijke ant
woorden geeft op vaak zo simpel gestelde
vragen. In afmetingen en emoties steeds
zoekend naar een voor haar en hem com
pleet en ideaal beeld. Schuivend en elk
resultaat overwegend, werkt hij lang
zaamaan naar een vermoedelijk onbereik
baar moment toe. Een synthese waarin hij
zich volledig in dit gezicht uitgedrukt
denkt te hebben. Hetzelfde geldt voor zijn
boomstudies op vaak zeer hoge doeken
maar ook in de palm van zijn hand tracht
hij de ongenaakbare, zijn atelier en stee
omringende woudkeuzen, tot de zijne te
maken.
Dat gaat bij Wim Steijn nooit vlot of
luchtig en zoals een boom vele jaren nodig
heeft om te worden tot wat hij is, zo denkt
Steijn de tijd te moeten hebben om de
groei van stam, takken en bladeren te
kunnen volgen, eerbiedigen en vast
leggen.
Hij zegt: „De boom moet wel meewer
ken, ik probeer er zo lang mee bezig te
zijn. Als ik begin heb ik slechts een ver
moeden van wat het worden moet en soms
heb ik het gevoel, als het werk vordert, dat
ik heel dicht tegen het ideaalbeeld aan
zit”.
„Als ik tot een uiterste van mijn schil
derkundige dynamiek ben gegaan voel ik
dat ik mijzelf weer tot de orde moet dwin
gen, dat ik weer heel schools en gediscipli
neerd naar een stilleven moet werken
zodat ik weer wat orde in de chaos kan
brengen. In de kleine stukjes karton waar
op ik dan schilder beleef ik toch weer van
alles en af en toe schiet er wel eens een uit
naar de horizon. Dan moet ik soms weg en
pak een koffer vol spullen. Maar gek, als
ik dan in Zuid-Frankrijk een boom teken,
denk ik aan de stammen hier voor de deur
en bij thuiskomst blijken ze altijd nog
mooier te zijn dan ik ze in gedachten zag.
Mooier dan alle verre bomen ter wereld”.
Hij ziet zijn werk als een rivier die,
struikelend, bulderend of fluisterend door
het landschap van zijn leven gaat. Bergen
en dalen horen daarbij en soms een dam
die het water stopt maar het water blijkt
sterker en de rivier stroomt door tot je
wie-weet-waar uitmondt in zee. Steijn pro
beert niet een paar meter van die rivier te
schilderen maar zoekt naar een beeld van
het totaal. Wat hij wil een image van het
universele „de stroom”, „het landschap”,
de mens”.
„Ik ben ergens mee bezig, er komt een
geweldige dynamiek in de lucht, donder
en storm, het geheel ontaardt zich in een
hevige regen. Daarna volgt de stilte, de
bevrijding, de ontspanning. In al mijn
werk hoop ik iets te verwezenlijken van de
imponerende kracht van de schepping.
Als ik wat geschilderd heb moet de be
schouwer toch wat meeërvaren van mijn
gevoel.
Het is wonderlijk op dezelfde dag
Steijns werk in de heldere ruimte van het
gemeentemuseum van Bommel-van Dam
te zien. Aan de lichtgrijze betonwanden
sieren zijn weldoorploegde landschappen
adem aan de ruimte. Het is alsof de hori
zonten van zijn werk zich tot ver buiten
het doek uitstrekken en alsof ze onder en
boven die lijn verschillende orkesten mu
siceren die wonderwel samenklinken.
Tussen somber duister en juichend
goud-geel vindt men in het uit 98 nrs
samengesteld overzicht, vrijwel het gehele
scala van menselijke emoties terug die
Steijns werk nooit tot iets vrijblijvend
doch steeds zeer dwingends maken. Een
kracht die voorstspruit uit zijn vermogen
het wezen te raken van landschap of per
soon. Een ziel tot leven te wekken die door
de huid van het schilderij heen gloeit.
Soms offert hij de markante vorm der
dingen op aan een alles doordringend
Nog tot het eind van deze maand te zien
in Venlo waar in de ruime zalen van het
culturele centrum nog een schitterende
tentoonstelling van een Haarlems schilder
te zien is. Werken van Eric de Nie vullen
daar twee grote zalen. Evenals Steijn is De
Nie een schilder van het licht. Maar bij
hem is het een licht dat een schaduwbeeld
van lover en grassen trillend op een wit
vlak zet. Dat wit een kleur is die bij De Nie
dezelfde kracht krijgt als bij menig ander
het hele spectrum kan men gelukkig op
korte termijn gaan zien als deze Venlose
tentoonstelling 4 januari 1980 door Am
stelveen wordt overgenomen.
WILLEM SNITKER
Over zijn vaak lage horizonten buldert
het in de regel van ruimte. Het vlakke
laagland dat door zijn penseel tot diepe
’■verten wordt weggeschoven ligt huive-
rend onder het Noordhollandse licht, dat
veelal afkomstig is van een even naast het
centrum van het doek geplaatste bleke
zon.
Steijn voegt zich vermoedelijk al van
haf zijn eerste verfstreken zeer wel in de
“rijke traditie van het Hollandse of nog
•meer, Haarlemse landschapschilderen.
I Hij doet dat met zo’n indrukwekkend
^veelzijdig penseel dat hij of zij die ooit een
doek of penseel van hem zag zich Kenne-
merland nauwelijks kan voorstellen zon
der Steijns indringende visie daarop. Zo
als Vincent ons de schoonheid van het
heuvelachtige parklandschap van de Pro
vence heeft geopenbaard, zo dwingt Wim
Steijn ons mee te kijken naar onze zeer
directe naaste omgeving.
Ook als het klimaat soms nog zo bars,
Steijns landschappen nodigen uit voor
Z verre tochten te voet. Men voelt zich opge-
nomen en uitgedaagd de dialoog met dit
weidse landschap aan te gaan.
In zijn portretten en figuurstukken
Zkomt Steijns wereld echt overeind. Alsof
J-uit het liggend landschap de bomen zich
I personages oprichten. Om ons de hand
te rejken Al zijn portretten zijn als land-
-schappen. Men kan er dwalen door het
avontuurlijk heuvelland van een gezicht,
zich verliezen in de van diepe kleur door
drenkte kledingstukken en achtergron
den. En zo zijn zijn stillevens vaak als
•portretten. Een schilderen dat zich voor
naam voegt in de rij der eminente Haar
lemse collega’s.
Steijn beoordelen op de vorm van zijn
«•schilderijen is een levendige discussie
’waard. Hem volgen in zijn kleur is als een
•sprong uit een vliegtuig. Opgezogen te
Tworden in een duizelingwekkende diepte.
|*“Uit een soms sombere duister groeien
J-onvermoede heldekleden. Een fluisterend
j, beginnen dat aanzwelt tot een hartstoch-
-telijk bruisen een door een meester-
i"hand in toom gehouden overvloed. Soms
I “virtuoos als de in een ogenblik van genade
3 «geschilderde oesterschelpen die ik een
a'paar maal per jaar bij een vriend mag
I -zien.
I Vaak eindeloos krabbend, vegend,
I «dichtlopend en weer openbarstend bezig,
Zaan het laagover laag laten groeien en
J “gloeien van een huid, die tenslotte de
I Zrijkdom van een geduldig overwegen van
I •tientallen dromerige, vitale, slome en slu-
•we invallen laat zien.
En zo is zijn werk ook vaak na te lezen.
•Voor wie goed kijkt is blad voor blad te
^volgen. Bijna vanaf de eerste, maar nu
•onder vele andere verborgen, veeg op het
Jlege doek. Wie luisteren wil hoort het
jbassin van het doek langzaamaan vollo-
•pen. Hoort hem met beide handen en een
•lijf vol hartstocht bezig aan een uiterst
•spannende ontdekkingstocht, een steeds
;weer opnieuw onderzoeken van de door
*hem gewenste ruimte zo verschaft hij ons
"toegang tot dat land, dat gezicht of object.
sbe- I
cjp
ma- I
/oor
*9®" Zhet vorige om uiteindelijk te verstillen in
“een laatste uitspraak over de winter.
Z„Soms”, vertelt hij, „loop ik met een on-
een
I -viigesiuoru nujn a
I 'de werkelijkheid”.
“fase het onmisbaa.
I «drukken dat het doek uiteindelijk als
j Vnnrknnl z-1 wrxxxx*. «4-. Innl
issa
rt- Twee typerende
voorbeelden van
Steijns werk: land
schap en zelfpor
tret.
Deze geschiedenis heeft een paranoïde
uitwerking op Treikovsky die zich uit
eindelijk verbeeldt dat de buren, en ei
genlijk iedereen, hem in de situatie van
de vorige huurster willen dringen. Aan
vang 21 uur.
Het bekende film-duo Sophia Loren
en Marcello Mastroianni zijn donderdag
Pt
1
Tl
M