Kerken moeten zich niet blind staren op binnen-problemen w: In positie van vrouw nog weinig veranderd .:>aw DE WERELD IS DE z zi l£ „OPENHARTIG HEIDENS” GEWORDEN „MALLOTIGE MEIDEN” VAN WILLEM DREES SR I Weinig zichtbaars De basis H A It d Toekomst Wetgeving De Derde Wereld B 0 w w b A rr H o d N w zi door Koen Kappenburg Veel opgeleverd Als dr. Visser 't Hooft terugblikt op de jaren zeventig en heel voorzichtig enkele verwachtingen uitspreekt voor de komende tien jaar, dan blijkt dat hij niet bepaald gerust is. De oecumenische beweging kan zich al jarenlang niet meer beroemen op zichtbare successen. In de toenadering tussen de kerken is sprake van stilstand. Er is hier en daar zelfs sprake van verwijdering. Veel jongeren hebben in deze tijd, uit angst voor de toekomst, de neiging zich in hun eigen wereldje terug te trekken. Zich in hun kamer en binnen een bepaald groepje op te sluiten. De wereld buiten de kerken wordt een mondige wereld. Ze heeft de godsdienst steeds minder nodig. Ze kan het zelf wel. Tegelijk is er in de ogen van dr. Visser t Hooft sprake van een zielige wereld: onzeker, pessimistisch over de toekomst, vol spanningen. „Wat ik wens is dat de kerken eindelijk eens ophouden met zich blind te staren op wat ik zou willen noemen: binnen-problemen, onderlinge problemen. Ik zou willen dat ze zich heel spoedig samen gaan bezinnen op de rol die ze met name de komende jaren in Europa hebben te vervullen: die van een minderheid. Maar een minderheid met een belangrijke boodschap en een belangrijke functie." In de het It geko: huis optre door heeft verbl Aan haas bouw afgel Het elastiek Traditionele verenigingen Gezin Overheid Gelukkiger? door Nel van Bemmel I t nu gelukkiger. van De.kerken hebben In de jaren zeventig veel veranderingen te zien gegeven. Tien jaar geleden zette de hervormde synode een beweging „van boven naar beneden” in gang. Men wilde de basis meer bij belangrijke besluiten, het beleid, betrekken. Begonnen werd met een grote Algemene Kerkvergadering (AKV). Naderhand ging men meer en meer het systeem volgen van een bepaald geschrift, eerst algemeen te bespreken in de synode en het vervolgens aan de gemeenten aan te bieden voor een brede bespreking en voor commentaar, opdat het een uitspraak van de gemeenschap zou worden. In de Rooms-Katholieke kerk kwam in de jaren zeventig een beweging van beneden naar boven op gang. Tien jaar geleden nog bestond het Pastoraal Concilie met felle discussies over actuele zaken en duidelijke aanbevelingen aan bisschoppen en aan „Rome”. Paus Paulus VI reageerde geschrokken met een brief „dat bepaalde stellingen ons zeer versteld doen staan”, greep via het benoemingsbeleid In de kerkprovincie In en wist gedaan te krijgen dat het Pastoraal Concilie werd omgezet in een Landelijk Pastoraal Overleg dat intussen maar matig funktioneert. In de Gereformeerde Kerken begon men zich in het begin van de jaren zeventig meer en Toen zo’n tien jaar geleden de eerste vrouwen zich begonnen te roeren, was de vrouwenbeweging nog leuk. Dolle Mina, die brutale straatmeid op de hoek, bedacht ludieke acties en sterke slogans. „Baas in eigen buik” was al snel niet meer weg te denken. Leuk, en ver weg. Iets voor anderen. Iets wat ver buiten de glanzend geboende deur van het Nederlandse gezin bleef. De vrouwenbeweging rukt echter op. Deuren gaan wagenwijd open, of voorzichtig op een kier. Emancipatie komt dichterbij. Is een serieuze zaak geworden. Vrouwen bespreken waarom ze wel of geen baan willen, waarom ze „In de afgelopen tien jaar”, aldus dr. Visser ’t Hooft, „hebben we in de oecumenische beweging weinig zichtbaars beleefd. Ik leg de nadruk op zichtbaars. Geen grote successen, wel nieuwe problemen en spanningen. Wat een enorm probleem blijkt te zijn is de ordinatie van de vrouw. Vaticaans Concilie, dank zij het Secretariaat voor de Eenheid. In de tweede plaats: de grote Russische orthodoxe kerk trad uit haar isolement en kwam met vele andere orthodoxe kerken in haar kielzog naar C-enève. In de derde plaats: de kerken in de Derde Wereld werden zich hun zelfstandigheid bewust en praatten voluit mee.” „Dat alles gaf elan aan de oecumenische beweging. Je zag wat gebeuren. Je had verwachtingen. Men rekende op toetreding van Rome tot de Wereldraad zodat die in de wereld de stem van de gezamenlijke christenheid kon laten horen. Het liep in de jaren zeventig echter anders. Rome bleef toch afzijdig, zoals dat reeds het geval was bij de eerste grote oecumenische conferenties in de jaren twintig.” „Nu moet u niet denken dat ik momenteel éen totale zwartkijker ben”, zo geeft dr. Visser ’t Hooft een wending aan ons lange gesprek. „Ik zei aan het begin: er is de afgelopen tien jaar weinig zichtbaars gebeurd. Maar verheugend is wat onzichtbaar gebeurt. Dingen die je niet zo gemakkelijk te pakken krijgt, tenzij je er middenin zit en je ogen open houdt. Officiële kerken mogen het dan momenteel maar moeilijk met elkaar hebben, de leden van die kerken niet. Die gaan met een hartverwarmende vanzelfsprekendheid met elkaar om. Zoals nimmer tevoren. Die leren van elkaar, die ontmoeten elkaar en doen samen dingen, denk maar aan oecumenische vieringen, die van hun leiders officieel helemaal niet mogen.” „Let ook eens op de basisgroepen die overal cursussen, School. „Daarnaast”, vindt Hennie de ontstaan, op oecumenische gemeenten. Institutioneel zitten de zaken momenteel flink vast. Maar aan de basis gebeurt van alles. Daarom kan ik niet pessimistisch zijn. Zekere krachten die ons verzamelen, bijeen brengen, blijven heel sterk aan het werk. Je vraagt je echter wel af: als er zoveel relaties groeien aan de basis, op het vlak van kerkleden, maar niet aan de top, komt er dan niet een explosie? Het is geen goede situatie als de meest interessante initiatieven buiten de geinstitutioneerde kerken genomen worden.” „Er is echt veel meer openheid, ook over zaken als kinderopvang en de dubbele belasting bij een baan buitenshui?. Voor 1975 kreeg je dan altijd te horen: „Dan had je maar niet moeten trouwen”. Een vriendin van mij reageerde omstreeks 1975 met: „Ik weet het allemaal wel, en je hebt gelijk, maar ik wil er niet over pra ten, ik word er maar onrustig van”. Dat is nu anders, meent Suus Kroon. Adri Tissink: „Die angst voor onrust signaleer ik ook vaak bij onze leden, maar het wordt minder. Veel mensen zijn ook bang dat hun vrouw hen voorbij streeft; en die kans bestaat natuurlijk. Je moet proberen gelijke tred te houden”. Ook Hennie de Swaan merkt dit op: „Mannen zijn bang voor overvleugeling. De meeste vrouwen moeten een waanzin nige strijd leveren in hun gezin. Sommi gen zullen daardoor terugvallen, om hun huwelijk te behouden. Maar na een paar jaar moet dat wel vreselijke haatgevoe lens bij hen losmaken”. Kijkend naar de komende jaren zegt dr. Visser ’t Hooft lachend: „Ik heb in mijn leven wel afgeleerd om lijnen uit de ene periode door te trekken naar een volgende. Ik heb geleerd dat het juist de onverwachte dingen zijn die de loop der geschiedenis beïnvloeden. Kijk naar Iran, de oliestaten, de enorme toevloed van bijvoorbeeld moslims naar Nederland (er wonen in ons land nu al zo’n 200.000 moslims)”. Daarom is dr. Visser ’t Hooft van mening dat kerken het zich niet langer kunnen permitteren gescheiden te blijven optrekken. Ze moeten zich bewust worden, zeker in Europa en zeker ook in Nederland, dat ze in een minderheidspositie terecht zijn gekomen. Dat de wereld mondig is geworden. Openhartig heidens, zoals dr. Visser ’t Hooft het noemt. Aan het slot wil dr. Visser ’t Hooft nog een „bemoedigend woord” kwijt: „Huizinga heeft eens een pessimistisch boekje geschreven met op het schutblad iets van Bernard van Clerveaux: deze - wereld heeft z’n nachten en niet weinig. Ik zet daar een woord van Calvijn tegenover: de geschiedenis van de kerk is een geschiedenis van opstandingen. Er zijn nachten, maar er zijn ook opstandingen. Laten we niet moe worden te bidden: Veni creator spiritus. Kom Heilige Geest.” In de wet zijn intussen een paar belang rijke wijzigingen ingevoerd, maar door de krapte op de arbeidsmarkt, wordt het steeds moeilijker om van de verworven rechten gebruik te maken. Vrouwen heb ben nog steeds de mindere baantjes en worden nog steeds lager betaald dan mannen. In 1969 werd de wet op het minimum loon ook voor vrouwen van kracht (tenzij ze dertien uur of minder per week wer- In de jaren zeventig ontstond ook spanning binnen de Wereldraad. Namelijk tussen hen die, aldus dr. Visser ’t Hooft, de profetische en politieke rol van de Wereldraad willen onderstrepen en hen die bang zijn dat de kerken in de wereldse problemen verstrikt raken. Dat overlapt zekere spanningen tussen de kerken in het Westen en in de Derde Wereld. Die laatste vragen telkens duidelijke uitspraken over bevrjjding in de meest uitgebreide zin: racisme, neo-kolonialisme, autoritair bewind. Die kerken hebben momenteel in de wereld grote invloed, aldus Visser ’t Hooft. Waarom? „Ik denk omdat westerse kerken dikwijls een slecht De wi op. D afteg bover één v: ontsti van w een la Een a micro muur Niets verlet hoofc (With heeft realiti een e: nood: blijft. Want loopt result exem uit de vertel geen Toch eerst bewe Verh; Riddi Wille kleed inhel nogd realis bij of steed wel,t verve ging wist t ontst vand De at land buite („Als onmi creat voort uit”, bego: bleve gewc Het g Natu vorm moei ingei hoew de ac ideeë opge bij di noen zond het e werd Eén’ hetz afspe belai dergi Wille goed spull kom dat ji om d In zijn studeerkamer in z’n wat afgelegen woning aan de rand van Genève is dr. Visser 't Hooft graag bereid om te praten over wat hem na aan het hart ligt: het kerkelijk leven, in ons land, in Europa, in de wereld. „Als ik kijk naar de jaren zeventig en dan meteen terugdenk aan de jaren zestig kom ik tot de conclusie dat in de afgelopen tien jaar een geheel nieuwe situatie in de oecumenische beweging is ontstaan”, zegt hij bedachtzaam. Vorig jaar was dr. Visser ’t Hooft zeer ernstig ziek. Velen vreesden voor zijn leven. Maar hij herstelde. Sterk vermagerd staat hij weer midden in het kerkelijk leven en verscheidene dagen per week kan men hem weer vinderf in het oecumenische centrum in Genève. „In de jaren zestig was er sprake van een groot stuk dynamiek”, zegt hij. „Er waren drie grote bewegingen aan de gang. Ten eerste: de rooms katholieke kerk ging meepraten in de oecumenische beweging. Dank zij het tweede dat doen om straks beter kruiswoorpuz- zels op te kunnen lossen?”. Emancipatie hoeft echter niet persé sa men te gaan met een baan buitenshuis. Hennie de Swaan, een 70-jarige VOS („Vrouwen Oriënteren zich op de Samen leving) cursusleidster („De vrouwenbewe ging trekt vrouwen van alle leeftijden aan”, zegt ze) en activiste in Wij Vrouwen Eisen zegt: „Je moet echt niet denken dat alle vrouwen behoefte hebben aan be taald werk. Het is veel belangrijker dat je je als vrouw niet als aanhangsel van je man ziet, maar dat je zelfstandig functio neert; en dat kan heel goed als huisvrouw zijn. Je moet dan wel zaken als de finan ciën goed regelen, zodat je je niet afhanke lijk voelt, en je geen schuldgevoel krijgt als je een paar kousen koopt”. „Natuurlijk moeten vrouwen wel zelf hun keuze maken; dat gebeurt nog veel te weinig. Het onderwijs zou je daarbij moe ten helpen, je zelfvertrouwen moeten ver groten. Vrouwen moeten leren belangstel ling te tonen, een mening te hebben. De meeste vrouwen lijden aan zelfonder- schatting”, vindt Hennie de Swaan. Discussie-avonden, praatgroepen, vrou wencafés en vrouwenhuizen zijn gelegen heden bij uitstek waar de vrouwenbewe ging aan bewustwording werkt. Veelal nog niet toegankelijk voor mannen. Dit, om vrouwen de gelegenheid te geven hun eigen mening uit te leren spreken, zonder zich daarbij steeds af te vragen wat hun man of vriend ervan vindt. toen als een goede daad, als een vrouw een baan nam”, zegt Elske ter Veld van de FNV. „Ik herinner mij folders van ar beidsbureaus die getrouwde vrouwen er op wezen dat het immoreel was als je ophield met je baan”. Een baan buitenshuis betekende echter dubbele belasting; een aantal bedrijfscrè- ches en een enkele SRV-wagen aan de bedrijfspoort ten spijt. Een SER-advies uit 1966 bevestigde dat de overheid niet voor kinderopvang hoef de te zorgen, en van de vakbeweging viel ook niet veel te verwachten: het NKV was zelfs tegen crèches, „want moeders hoor den thuis”. Dit laatste durft nu niemand meer in het openbaar te zeggen, maar geld voor kinderopvang is er nog steeds veel te weinig. Er liggen nu zo’n 90 subsidieaan vragen voor kinderdagverblijven. Over een uitbreiding van zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt bij de overheid al woord gerept. Als emancipatie geld kost, doen we kalm aan. Volgens Hennie de Swaan heeft de vrouwenbeweging al heel wat opgeleverd: behalve de discussiebijeenkomsten, de mogelijkheid tot een medisch verantwoor de abortus, Blijf van m’n lijf-huizen, vrou wenkranten, -uitgeverijen, en -boekhan dels, de vrouwentelefoons, groepen voor vrouwen in de overgang (VIDO), VOS- Het begon allemaal in de late jaren zestig. Joke Smit, een van de oprichtsters van Man Vrouw Maatschappij (MVM), schrijft een artikel (maandblad) in De Gids: „Het onbehagen bij de vrouw Ruim een jaar later, in het najaar van 1968, komt MVM van de grond. De geboorte van Dolle Mina zal dan nog ruim een jaar op zich laten wachten. Bij de Maagdenhuisbezetting door Amsterdamse studenten in mei 1969 voelen vrouwelijke studenten zich weinig serieus genomen. Broodjes smeren en stencillen, akkoord, maar verder moest de rol van de vrouwen niet gaan, vond menig mannelijk activist. In januari 1970 gaan de vrouwen opnieuw aan het stencillen; maar nu hebben ze zelf voor de tekst gezorgd: Dolle Mina verschijnt op het toneel. geweten hebben. Een gevoel dat ze in het verleden te weinig kritisch gestaan hebben tegenover wat hun eigen landen gedaan hebben.” Hij stipt nog een andere ontwikkeling in de jaren zeventig aan. „Er is op mondiaal niveau sprake van theologische onzekerheid maar vooral ook van weinig creativiteit. Er zijn momenteel zo weinig theologische leiders.” Wat mijn gastheer ook verontrust, is dat met name veel jongeren zich momenteel terugtrekken op hun kamers. Worden ze te veel geconfronteerd met grote problemen als racisme, kernbewapening? „Als ik de literatuur van de laatste jaren overzie dan merk ik een grote mate van pessimisme”, aldus dr. Visser ’t Hooft. „Het is momenteel een verademing de literatuur uit Oost-Europa, en dan vooral van de dissidenten, te lezen. Het is trouwens opmerkelijk hoe de religiositeit in Oost-Europa groeiende is. We zullen de komende jaren volgens hem uit die hoek en uit China veel horen.” ken), en sinds het begin van de jaren zeventig is de man volgens het Burgerlijk Wetboek niet meer hoofd van het gezin. In 1975 kwam de wet op gelijk loon voor mannen en vrouwen, in 1976 het verbod op ontslag bij huwelijk en zwangerschap. Twee wetten liggen momenteel te wach ten op een behandeling in de Eerste Ka mer: de wet op gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeidssituaties (scholing, werving, ontslag, enz.) en de gelijkstelling van mannen en vrouwen voor de AAW (Algemene Arbeidsonge schiktheidswet). Elske ter Veld: „We hebben nu meer rechten, maar er ontstaat een sfeer, die zegt dat we die rechten eigenlijk niet mo gen gebruiken. Vraag maar eens aan een man, of hij arbeidstijd wil inleveren voor de vrouwen van zijn collega...”. Begin dit jaar stelden vakbondsbestuur ders Arie Groenevelt en Jan de Jong in een Volkskrant-interview laconiek „dat je de mentaliteit niet per cao kunt verande ren” en de vakbond dus weinig, invloed heeft op de verdeling van werk binnens huis en buitenshuis. Volgens Elske ter Veld voltrekt de emancipatie zich maar half: wel wettelijk, maar niet in de praktijk. „Bij de nieuwe alimentatiewet wordt ervan uitgegaan dat vrouwen zelfstandig zijn, maar ze krijgen niet de kans in hun eigen levensonder houd te voorzien. Daartoe gaat geen enke le impuls uit van de overheid. Vrouwen zijn nog steeds het elastiek in de econo mie. Staatssecretaris Kraaijeveld van emancipatiezaken zegt nu openlijk dat vrouwen die niet persé voor gezinsinkom- sten hoeven te werken, zelf voor kinderop vang moeten zorgen. Het overheidsbeleid is erop gericht dat de vrouw gelukkig moet zijn in het vrijwilligerswerk. Dat is dan meteen lekker goedkoop. Maar ze denkt toch zeker niet serieus dat al die vrouwen die nu de moeder-mavo volgen, meer zorgen te maken over bepaalde theologen en nieuwe opvattingen die gevaarlijk geacht werden. Opvallend is dat aan het eind van de jaren zeventig in de synode van de gereformeerden het geluid te horen valt dat ruimte moet worden gegeven aan een pluriforme kerk. In Genève woont een man die enerzijds gezien zijn leeftijd wat terzijde staat van het beleid binnen de kerkelijke wereld, anderzijds er èn door zijn persoonlijke belangstelling en vitaliteit èn door zijn functie van ere-presldent van de Wereldraad van Kerken (voor hem geen ere-baantje), een mogelijkheid heeft om vergaderingen bij te wonen, reizen te maken en contacten te onderhouden met tal van kerkelijke leiders In de gehele wereld. Die man Is dr. W. A. Visser 't Hooft (79 jaar), ere-burger van Zwitserland, drager van vele hoge onderscheidingen, met ere-doctoraten van vele universiteiten, stuwende kracht achter de oecumenische beweging die hij zijn hele leven in tal van internationale funkties heeft gediend. Hoe kijkt hij aan tegen de kerk in de jaren zeventg?. voor of tegen kinderopvang zijn. De vanzelfsprekendheid is zoek. De afwas punt van discussie. Maar we’s schoonmaken en deuren boenen blijft zonder pardon moeders taak. Wat is er de laatste tien jaar veranderd in het leven van een vrouw? Verslaggeefster Nel van Bemmel sprak hierover met Adri Tissink en Suus Kroon van de Nederlandse Christen Vrouwen Bond, met Joke Smit van Man-Vrouw- Maatschappij, met Henny de Swaan, begeleidster van VOS- cursussen, afkomstig uit Dolle Mina en actief in het abortuscomité Wij Vrouwen Eisen en Elske ter Veld van het vrouwensecretariaat FNV. algemeen aanvaard. Binnen de Anglicaanse kerken zijn de meningen verdeeld. Rome en de orthodoxie wijzen de ordinatie van de vrouw vierkant af. De zaak blijkt zo belangrijk te zijn dat ze verdere eenwording van de kerken momenteel geheel tegenhoudt.” Daar kwam een nieuw probleem bij. Er was een tijd dat er sprake was van toenadering tussen Rome en de orthodoxie. Denk maar aan ontmoetingen tussen paus en oecumenisch patriarch. Rome kijkt thans evenwel steeds mepr naar de zogenaamde uniaten, de orthodoxe kerken die zich onder de paus stellen. Een tijdlang werd over die driehoeksverhouding Rome-orthodoxie- uniaten heel diplomatiek gezwegen. Maar vooral de nieuwe paus heeft veel belangstelling voor de uniaten en dan worden de grote kerken van Rusland en Roemenië zenuwachtig. Een ontwikkeling die dr. Visser ’t Hooft zorgen baart. Maar ook bij de protestanten kan men niet zeggen dat er tegenwoordig erg veel nieuws gebeurt. Goed, er zijn interessante ontwikkelingen tussen hervormden, gereformeerden, luthersen, maar het gaat uitermate langzaam. Komen we tenslotte bij twee leden van een kleine afdeling van Nederlands grootste traditionele vrouwenvereniging: de NCVB in Houten. Adri Tissink was jaren lang penningmeesteresse in Houten, Suus Kroon zit in het hoofdbestuur. „Tot 1975, het Jaar van de Vrouw, ver anderde er weinig bij onze leden. Een gezamelijk bezoek aan de Emancipade, de emancipatietentoonstelling, trok weinig belangstelling”. Suus Kroon vertelt dat op de algemene landelijke vergadering van dat jaar een lesbische vrouw over zich zelf vertelde. „Negentig procent van onze leden pikte dat niet; ze vónden het wat! Maar dat is sindsdien radicaal veranderd. Nu vinden de meeste NCVB-leden het in elk geval goed dat erover gepraat wordt - ook al zullen ze lang niet allemaal homofilie ac cepteren”. moedermavo’s en de Open - -de Swaan, „zijn groepen als „Vrouwen tegen Intussen is in het gezin weinig veran derd. Steeds rrieer vrouwen hebben een baan, maar zorgen dat man en kinderen er weinig van merken. De kinderen wor den wat later geboren, maar zó bewust gekozen, dat moeder ze extra veel aan dacht geeft. Uit een in 1975 gehouden onderzoek blijkt ook al dat er voor mannen weinig verandert als vrouwen een baan zoeken: mannen van wie de vrouw niet buitens huis werkt, besteden 9,7 uur per week aan huishoudelijk en verzorgend werk. Als hun vrouw wel een baan heeft, is dit zelfs minder: 8,7 uur per week, „Ook al schept emancipatie onrust, en ook al geeft het in het begin zóveel twijfels dat je je er misschien wel eens ongelukkig van voelt, toch zijn de meeste vrouwen in de NCVB blij met de vrouwenbeweging”. len. „En waarschijnlijk brengt meer I rechtvaardigheid meer geluk met zich mee; maar dan niet geluk als .jezelf ver liezen in de romantiek”. Iets wat ondertus sen volop gebeurt, gezien het grote succes van kasteel- en doktersromans. verkrachting” en „Vrouwen tegen seksu eel geweld” er toch maar in geslaagd om duidelijk te maken dat vrouwen niet wil len toelaten dat „mannen zomaar over hen heenkruipen”. Joke Smit ziet de grootste verandering in mentaliteit bij de overheid: in 1968 was een overheidsemancipatiebeleid een bela chelijke zaak, nu hebben we een staatsse cretaris voor emancipatiezaken. „Maar”, voegt ze daar ontnuchterend aan toe: „in de positie van de vrouwen is weinig veran derd”. „Als we die nieuwe emancipatiegevoeli- ge mentaliteit willen doorvoeren in de praktijk, zullen we ingrijpende verande ringen moeten bevechten: alle taken en banen zullen gelijk over mannen en vrou wen verdeeld moeten worden; daarvoor zal een vijfurige werkdag nodig zijn, en er zullen even veel vrouwen als mannen op machtige posten moeten komen”. „Een goede organisatie van de vrouwen beweging is daarvoor vereist, zodat vrou wen samen politieke druk kunnen gaan uitoefenen. Dat moet kunnen. Het CDA- vrouwenberaad zit veel dichter bij de PvdA-vrouwen dan bij de CDA-mannen. Gezamenlijk optreden kost echter wel veel tijd em geld; de op te zetten emanci- patiebureaus kunnen misschien al wat van het gebrek aan vrouwkracht op vangen”. „Worden vrouwen vrouwbeweging?”, wordt nogal eens ge vraagd. „Ja”, zegt Hennie de Swaan, „want je zelfvertrouwen groeit”. Voor Jo ke Smit gaat het niet zozeer om geluk, als wel om rechtvaardigheid, om eerlijk de- De vrouwen maken naam; hun acties zijn goed voor een leuk kadertje in de krant. Bezetting van Nijenrode (het dure opleidingsinstituut alleen voor mannen), acties voor piasrecht (openbare toiletten) voor vrouwen, openbare corsetverbran- ding en een ontwerp voor het Werkende Wijven Plan, dat later in de Stichting Ombudsvrouw zou uitmonden. De serieu ze motieven voor deze acties, en voor de acties voor vrijheid van abortus, voor gelijk loon voor mannen en vrouwen, en voor meer crèches, kunnen niet verhinde ren dat Dolle Mina vooral aan het begin als „leuk'en gevaarloos” wordt gezien, en dat de oude heer Drees van een stelletje „mallotige meiden” spreekt. Dit alles ontstond in een tijd dat er volop werk was. Emancipatie was iets voor an- deren, maar een eigen baan werd voor j helemaal met geen steeds meer gehuwde vrouwen (18 pro- cent in 1970) een feit: dat was 12 procent meer dan in 1960. Een onderzoek van Margriet wees uit dat in 1965 een ruime meerderheid van de vrouwen vond dat een moeder thuis hoort; terwijl vorig jaar de helft van de ondervraagde vrouwen in een Margriet-enquête zei dat vrouwen - ook in tijden van werkeloosheid - evenveel recht* op werk hebben als mannen. Terug naar het begin van de jaren ze ventig. Door een tekort aan arbeidskrach ten worden gastarbeiders, hun vrouwen en gehuwde Nederlandse vrouwen naar de arbeidsmarkt getrokken. „Het gold W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 18