Kerken moeten zich niet blind
staren op binnen-problemen
w:
In positie van vrouw
nog weinig veranderd
.:>aw
DE WERELD IS
DE
z
zi
l£
„OPENHARTIG HEIDENS” GEWORDEN
„MALLOTIGE MEIDEN” VAN WILLEM DREES SR
I
Weinig zichtbaars
De basis
H
A
It
d
Toekomst
Wetgeving
De Derde Wereld
B
0
w
w
b
A
rr
H
o
d
N
w
zi
door Koen Kappenburg
Veel opgeleverd
Als dr. Visser 't Hooft terugblikt op de jaren zeventig en heel voorzichtig enkele verwachtingen
uitspreekt voor de komende tien jaar, dan blijkt dat hij niet bepaald gerust is. De oecumenische
beweging kan zich al jarenlang niet meer beroemen op zichtbare successen. In de toenadering
tussen de kerken is sprake van stilstand. Er is hier en daar zelfs sprake van verwijdering.
Veel jongeren hebben in deze tijd, uit angst voor de toekomst, de neiging zich in hun eigen
wereldje terug te trekken. Zich in hun kamer en binnen een bepaald groepje op te sluiten. De
wereld buiten de kerken wordt een mondige wereld. Ze heeft de godsdienst steeds minder nodig.
Ze kan het zelf wel. Tegelijk is er in de ogen van dr. Visser t Hooft sprake van een zielige wereld:
onzeker, pessimistisch over de toekomst, vol spanningen.
„Wat ik wens is dat de kerken eindelijk eens ophouden met zich blind te staren op wat ik zou willen
noemen: binnen-problemen, onderlinge problemen. Ik zou willen dat ze zich heel spoedig samen
gaan bezinnen op de rol die ze met name de komende jaren in Europa hebben te vervullen: die van
een minderheid. Maar een minderheid met een belangrijke boodschap en een belangrijke functie."
In de
het It
geko:
huis
optre
door
heeft
verbl
Aan
haas
bouw
afgel
Het elastiek
Traditionele verenigingen
Gezin
Overheid
Gelukkiger?
door Nel van Bemmel
I
t
nu gelukkiger. van
De.kerken hebben In de jaren zeventig veel veranderingen te zien gegeven. Tien jaar
geleden zette de hervormde synode een beweging „van boven naar beneden” in gang. Men
wilde de basis meer bij belangrijke besluiten, het beleid, betrekken. Begonnen werd met een
grote Algemene Kerkvergadering (AKV). Naderhand ging men meer en meer het systeem
volgen van een bepaald geschrift, eerst algemeen te bespreken in de synode en het
vervolgens aan de gemeenten aan te bieden voor een brede bespreking en voor
commentaar, opdat het een uitspraak van de gemeenschap zou worden.
In de Rooms-Katholieke kerk kwam in de jaren zeventig een beweging van beneden naar
boven op gang. Tien jaar geleden nog bestond het Pastoraal Concilie met felle discussies
over actuele zaken en duidelijke aanbevelingen aan bisschoppen en aan „Rome”. Paus
Paulus VI reageerde geschrokken met een brief „dat bepaalde stellingen ons zeer versteld
doen staan”, greep via het benoemingsbeleid In de kerkprovincie In en wist gedaan te
krijgen dat het Pastoraal Concilie werd omgezet in een Landelijk Pastoraal Overleg dat
intussen maar matig funktioneert.
In de Gereformeerde Kerken begon men zich in het begin van de jaren zeventig meer en
Toen zo’n tien jaar geleden de eerste vrouwen zich
begonnen te roeren, was de vrouwenbeweging nog leuk.
Dolle Mina, die brutale straatmeid op de hoek, bedacht
ludieke acties en sterke slogans. „Baas in eigen buik” was
al snel niet meer weg te denken. Leuk, en ver weg. Iets voor
anderen. Iets wat ver buiten de glanzend geboende deur van
het Nederlandse gezin bleef.
De vrouwenbeweging rukt echter op. Deuren gaan
wagenwijd open, of voorzichtig op een kier. Emancipatie
komt dichterbij. Is een serieuze zaak geworden. Vrouwen
bespreken waarom ze wel of geen baan willen, waarom ze
„In de afgelopen tien jaar”, aldus dr. Visser ’t
Hooft, „hebben we in de oecumenische beweging
weinig zichtbaars beleefd. Ik leg de nadruk op
zichtbaars. Geen grote successen, wel nieuwe
problemen en spanningen. Wat een enorm
probleem blijkt te zijn is de ordinatie van de vrouw.
Vaticaans Concilie, dank zij het Secretariaat voor
de Eenheid. In de tweede plaats: de grote Russische
orthodoxe kerk trad uit haar isolement en kwam
met vele andere orthodoxe kerken in haar kielzog
naar C-enève. In de derde plaats: de kerken in de
Derde Wereld werden zich hun zelfstandigheid
bewust en praatten voluit mee.”
„Dat alles gaf elan aan de oecumenische beweging.
Je zag wat gebeuren. Je had verwachtingen. Men
rekende op toetreding van Rome tot de Wereldraad
zodat die in de wereld de stem van de gezamenlijke
christenheid kon laten horen. Het liep in de jaren
zeventig echter anders. Rome bleef toch afzijdig,
zoals dat reeds het geval was bij de eerste grote
oecumenische conferenties in de jaren twintig.”
„Nu moet u niet denken dat ik momenteel éen totale
zwartkijker ben”, zo geeft dr. Visser ’t Hooft een
wending aan ons lange gesprek. „Ik zei aan het
begin: er is de afgelopen tien jaar weinig zichtbaars
gebeurd. Maar verheugend is wat onzichtbaar
gebeurt. Dingen die je niet zo gemakkelijk te
pakken krijgt, tenzij je er middenin zit en je ogen
open houdt. Officiële kerken mogen het dan
momenteel maar moeilijk met elkaar hebben, de
leden van die kerken niet. Die gaan met een
hartverwarmende vanzelfsprekendheid met elkaar
om. Zoals nimmer tevoren. Die leren van elkaar, die
ontmoeten elkaar en doen samen dingen, denk
maar aan oecumenische vieringen, die van hun
leiders officieel helemaal niet mogen.”
„Let ook eens op de basisgroepen die overal
cursussen,
School. „Daarnaast”, vindt Hennie de
ontstaan, op oecumenische gemeenten.
Institutioneel zitten de zaken momenteel flink vast.
Maar aan de basis gebeurt van alles. Daarom kan ik
niet pessimistisch zijn. Zekere krachten die ons
verzamelen, bijeen brengen, blijven heel sterk aan
het werk. Je vraagt je echter wel af: als er zoveel
relaties groeien aan de basis, op het vlak van
kerkleden, maar niet aan de top, komt er dan niet
een explosie? Het is geen goede situatie als de meest
interessante initiatieven buiten de
geinstitutioneerde kerken genomen worden.”
„Er is echt veel meer openheid, ook over
zaken als kinderopvang en de dubbele
belasting bij een baan buitenshui?. Voor
1975 kreeg je dan altijd te horen: „Dan
had je maar niet moeten trouwen”. Een
vriendin van mij reageerde omstreeks
1975 met: „Ik weet het allemaal wel, en je
hebt gelijk, maar ik wil er niet over pra
ten, ik word er maar onrustig van”. Dat is
nu anders, meent Suus Kroon.
Adri Tissink: „Die angst voor onrust
signaleer ik ook vaak bij onze leden, maar
het wordt minder. Veel mensen zijn ook
bang dat hun vrouw hen voorbij streeft;
en die kans bestaat natuurlijk. Je moet
proberen gelijke tred te houden”.
Ook Hennie de Swaan merkt dit op:
„Mannen zijn bang voor overvleugeling.
De meeste vrouwen moeten een waanzin
nige strijd leveren in hun gezin. Sommi
gen zullen daardoor terugvallen, om hun
huwelijk te behouden. Maar na een paar
jaar moet dat wel vreselijke haatgevoe
lens bij hen losmaken”.
Kijkend naar de komende jaren zegt dr. Visser ’t
Hooft lachend: „Ik heb in mijn leven wel afgeleerd
om lijnen uit de ene periode door te trekken naar
een volgende. Ik heb geleerd dat het juist de
onverwachte dingen zijn die de loop der
geschiedenis beïnvloeden. Kijk naar Iran, de
oliestaten, de enorme toevloed van bijvoorbeeld
moslims naar Nederland (er wonen in ons land nu
al zo’n 200.000 moslims)”.
Daarom is dr. Visser ’t Hooft van mening dat
kerken het zich niet langer kunnen permitteren
gescheiden te blijven optrekken. Ze moeten zich
bewust worden, zeker in Europa en zeker ook in
Nederland, dat ze in een minderheidspositie terecht
zijn gekomen. Dat de wereld mondig is geworden.
Openhartig heidens, zoals dr. Visser ’t Hooft het
noemt.
Aan het slot wil dr. Visser ’t Hooft nog een
„bemoedigend woord” kwijt: „Huizinga heeft eens
een pessimistisch boekje geschreven met op het
schutblad iets van Bernard van Clerveaux: deze -
wereld heeft z’n nachten en niet weinig. Ik zet daar
een woord van Calvijn tegenover: de geschiedenis
van de kerk is een geschiedenis van opstandingen.
Er zijn nachten, maar er zijn ook opstandingen.
Laten we niet moe worden te bidden: Veni creator
spiritus. Kom Heilige Geest.”
In de wet zijn intussen een paar belang
rijke wijzigingen ingevoerd, maar door de
krapte op de arbeidsmarkt, wordt het
steeds moeilijker om van de verworven
rechten gebruik te maken. Vrouwen heb
ben nog steeds de mindere baantjes en
worden nog steeds lager betaald dan
mannen.
In 1969 werd de wet op het minimum
loon ook voor vrouwen van kracht (tenzij
ze dertien uur of minder per week wer-
In de jaren zeventig ontstond ook spanning binnen
de Wereldraad. Namelijk tussen hen die, aldus dr.
Visser ’t Hooft, de profetische en politieke rol van
de Wereldraad willen onderstrepen en hen die bang
zijn dat de kerken in de wereldse problemen
verstrikt raken. Dat overlapt zekere spanningen
tussen de kerken in het Westen en in de Derde
Wereld. Die laatste vragen telkens duidelijke
uitspraken over bevrjjding in de meest uitgebreide
zin: racisme, neo-kolonialisme, autoritair bewind.
Die kerken hebben momenteel in de wereld grote
invloed, aldus Visser ’t Hooft. Waarom?
„Ik denk omdat westerse kerken dikwijls een slecht
De wi
op. D
afteg
bover
één v:
ontsti
van w
een la
Een a
micro
muur
Niets
verlet
hoofc
(With
heeft
realiti
een e:
nood:
blijft.
Want
loopt
result
exem
uit de
vertel
geen
Toch
eerst
bewe
Verh;
Riddi
Wille
kleed
inhel
nogd
realis
bij of
steed
wel,t
verve
ging
wist t
ontst
vand
De at
land
buite
(„Als
onmi
creat
voort
uit”,
bego:
bleve
gewc
Het g
Natu
vorm
moei
ingei
hoew
de ac
ideeë
opge
bij di
noen
zond
het e
werd
Eén’
hetz
afspe
belai
dergi
Wille
goed
spull
kom
dat ji
om d
In zijn studeerkamer in z’n wat afgelegen woning
aan de rand van Genève is dr. Visser 't Hooft graag
bereid om te praten over wat hem na aan het hart
ligt: het kerkelijk leven, in ons land, in Europa, in
de wereld.
„Als ik kijk naar de jaren zeventig en dan meteen
terugdenk aan de jaren zestig kom ik tot de
conclusie dat in de afgelopen tien jaar een geheel
nieuwe situatie in de oecumenische beweging is
ontstaan”, zegt hij bedachtzaam.
Vorig jaar was dr. Visser ’t Hooft zeer ernstig ziek.
Velen vreesden voor zijn leven. Maar hij herstelde.
Sterk vermagerd staat hij weer midden in het
kerkelijk leven en verscheidene dagen per week
kan men hem weer vinderf in het oecumenische
centrum in Genève.
„In de jaren zestig was er sprake van een groot stuk
dynamiek”, zegt hij. „Er waren drie grote
bewegingen aan de gang. Ten eerste: de rooms
katholieke kerk ging meepraten in de
oecumenische beweging. Dank zij het tweede
dat doen om straks beter kruiswoorpuz-
zels op te kunnen lossen?”.
Emancipatie hoeft echter niet persé sa
men te gaan met een baan buitenshuis.
Hennie de Swaan, een 70-jarige VOS
(„Vrouwen Oriënteren zich op de Samen
leving) cursusleidster („De vrouwenbewe
ging trekt vrouwen van alle leeftijden
aan”, zegt ze) en activiste in Wij Vrouwen
Eisen zegt: „Je moet echt niet denken dat
alle vrouwen behoefte hebben aan be
taald werk. Het is veel belangrijker dat je
je als vrouw niet als aanhangsel van je
man ziet, maar dat je zelfstandig functio
neert; en dat kan heel goed als huisvrouw
zijn. Je moet dan wel zaken als de finan
ciën goed regelen, zodat je je niet afhanke
lijk voelt, en je geen schuldgevoel krijgt
als je een paar kousen koopt”.
„Natuurlijk moeten vrouwen wel zelf
hun keuze maken; dat gebeurt nog veel te
weinig. Het onderwijs zou je daarbij moe
ten helpen, je zelfvertrouwen moeten ver
groten. Vrouwen moeten leren belangstel
ling te tonen, een mening te hebben. De
meeste vrouwen lijden aan zelfonder-
schatting”, vindt Hennie de Swaan.
Discussie-avonden, praatgroepen, vrou
wencafés en vrouwenhuizen zijn gelegen
heden bij uitstek waar de vrouwenbewe
ging aan bewustwording werkt. Veelal
nog niet toegankelijk voor mannen. Dit,
om vrouwen de gelegenheid te geven hun
eigen mening uit te leren spreken, zonder
zich daarbij steeds af te vragen wat hun
man of vriend ervan vindt.
toen als een goede daad, als een vrouw een
baan nam”, zegt Elske ter Veld van de
FNV. „Ik herinner mij folders van ar
beidsbureaus die getrouwde vrouwen er
op wezen dat het immoreel was als je
ophield met je baan”.
Een baan buitenshuis betekende echter
dubbele belasting; een aantal bedrijfscrè-
ches en een enkele SRV-wagen aan de
bedrijfspoort ten spijt.
Een SER-advies uit 1966 bevestigde dat
de overheid niet voor kinderopvang hoef
de te zorgen, en van de vakbeweging viel
ook niet veel te verwachten: het NKV was
zelfs tegen crèches, „want moeders hoor
den thuis”. Dit laatste durft nu niemand
meer in het openbaar te zeggen, maar geld
voor kinderopvang is er nog steeds veel te
weinig. Er liggen nu zo’n 90 subsidieaan
vragen voor kinderdagverblijven. Over
een uitbreiding van zwangerschaps- en
bevallingsverlof wordt bij de overheid al
woord gerept. Als
emancipatie geld kost, doen we kalm aan.
Volgens Hennie de Swaan heeft de
vrouwenbeweging al heel wat opgeleverd:
behalve de discussiebijeenkomsten, de
mogelijkheid tot een medisch verantwoor
de abortus, Blijf van m’n lijf-huizen, vrou
wenkranten, -uitgeverijen, en -boekhan
dels, de vrouwentelefoons, groepen voor
vrouwen in de overgang (VIDO), VOS-
Het begon allemaal in de late jaren zestig. Joke Smit, een van de oprichtsters van
Man Vrouw Maatschappij (MVM), schrijft een artikel (maandblad) in De Gids: „Het
onbehagen bij de vrouw Ruim een jaar later, in het najaar van 1968, komt MVM van
de grond.
De geboorte van Dolle Mina zal dan nog ruim een jaar op zich laten wachten. Bij de
Maagdenhuisbezetting door Amsterdamse studenten in mei 1969 voelen vrouwelijke
studenten zich weinig serieus genomen. Broodjes smeren en stencillen, akkoord,
maar verder moest de rol van de vrouwen niet gaan, vond menig mannelijk activist.
In januari 1970 gaan de vrouwen opnieuw aan het stencillen; maar nu hebben ze zelf
voor de tekst gezorgd: Dolle Mina verschijnt op het toneel.
geweten hebben. Een gevoel dat ze in het verleden
te weinig kritisch gestaan hebben tegenover wat
hun eigen landen gedaan hebben.”
Hij stipt nog een andere ontwikkeling in de jaren
zeventig aan. „Er is op mondiaal niveau sprake van
theologische onzekerheid maar vooral ook van
weinig creativiteit. Er zijn momenteel zo weinig
theologische leiders.”
Wat mijn gastheer ook verontrust, is dat met name
veel jongeren zich momenteel terugtrekken op hun
kamers. Worden ze te veel geconfronteerd met
grote problemen als racisme, kernbewapening?
„Als ik de literatuur van de laatste jaren overzie
dan merk ik een grote mate van pessimisme”, aldus
dr. Visser ’t Hooft. „Het is momenteel een
verademing de literatuur uit Oost-Europa, en dan
vooral van de dissidenten, te lezen. Het is trouwens
opmerkelijk hoe de religiositeit in Oost-Europa
groeiende is. We zullen de komende jaren volgens
hem uit die hoek en uit China veel horen.”
ken), en sinds het begin van de jaren
zeventig is de man volgens het Burgerlijk
Wetboek niet meer hoofd van het gezin. In
1975 kwam de wet op gelijk loon voor
mannen en vrouwen, in 1976 het verbod
op ontslag bij huwelijk en zwangerschap.
Twee wetten liggen momenteel te wach
ten op een behandeling in de Eerste Ka
mer: de wet op gelijke behandeling van
mannen en vrouwen in arbeidssituaties
(scholing, werving, ontslag, enz.) en de
gelijkstelling van mannen en vrouwen
voor de AAW (Algemene Arbeidsonge
schiktheidswet).
Elske ter Veld: „We hebben nu meer
rechten, maar er ontstaat een sfeer, die
zegt dat we die rechten eigenlijk niet mo
gen gebruiken. Vraag maar eens aan een
man, of hij arbeidstijd wil inleveren voor
de vrouwen van zijn collega...”.
Begin dit jaar stelden vakbondsbestuur
ders Arie Groenevelt en Jan de Jong in
een Volkskrant-interview laconiek „dat je
de mentaliteit niet per cao kunt verande
ren” en de vakbond dus weinig, invloed
heeft op de verdeling van werk binnens
huis en buitenshuis.
Volgens Elske ter Veld voltrekt de
emancipatie zich maar half: wel wettelijk,
maar niet in de praktijk. „Bij de nieuwe
alimentatiewet wordt ervan uitgegaan dat
vrouwen zelfstandig zijn, maar ze krijgen
niet de kans in hun eigen levensonder
houd te voorzien. Daartoe gaat geen enke
le impuls uit van de overheid. Vrouwen
zijn nog steeds het elastiek in de econo
mie. Staatssecretaris Kraaijeveld van
emancipatiezaken zegt nu openlijk dat
vrouwen die niet persé voor gezinsinkom-
sten hoeven te werken, zelf voor kinderop
vang moeten zorgen. Het overheidsbeleid
is erop gericht dat de vrouw gelukkig
moet zijn in het vrijwilligerswerk. Dat is
dan meteen lekker goedkoop. Maar ze
denkt toch zeker niet serieus dat al die
vrouwen die nu de moeder-mavo volgen,
meer zorgen te maken over bepaalde theologen en nieuwe opvattingen die gevaarlijk
geacht werden. Opvallend is dat aan het eind van de jaren zeventig in de synode van de
gereformeerden het geluid te horen valt dat ruimte moet worden gegeven aan een
pluriforme kerk.
In Genève woont een man die enerzijds gezien zijn leeftijd wat terzijde staat van het beleid
binnen de kerkelijke wereld, anderzijds er èn door zijn persoonlijke belangstelling en
vitaliteit èn door zijn functie van ere-presldent van de Wereldraad van Kerken (voor hem
geen ere-baantje), een mogelijkheid heeft om vergaderingen bij te wonen, reizen te maken
en contacten te onderhouden met tal van kerkelijke leiders In de gehele wereld. Die man Is
dr. W. A. Visser 't Hooft (79 jaar), ere-burger van Zwitserland, drager van vele hoge
onderscheidingen, met ere-doctoraten van vele universiteiten, stuwende kracht achter de
oecumenische beweging die hij zijn hele leven in tal van internationale funkties heeft
gediend.
Hoe kijkt hij aan tegen de kerk in de jaren zeventg?.
voor of tegen kinderopvang zijn. De vanzelfsprekendheid is
zoek. De afwas punt van discussie. Maar we’s schoonmaken
en deuren boenen blijft zonder pardon moeders taak. Wat is
er de laatste tien jaar veranderd in het leven van een vrouw?
Verslaggeefster Nel van Bemmel sprak hierover met Adri
Tissink en Suus Kroon van de Nederlandse Christen
Vrouwen Bond, met Joke Smit van Man-Vrouw-
Maatschappij, met Henny de Swaan, begeleidster van VOS-
cursussen, afkomstig uit Dolle Mina en actief in het
abortuscomité Wij Vrouwen Eisen en Elske ter Veld van het
vrouwensecretariaat FNV.
algemeen aanvaard. Binnen de Anglicaanse kerken
zijn de meningen verdeeld. Rome en de orthodoxie
wijzen de ordinatie van de vrouw vierkant af. De
zaak blijkt zo belangrijk te zijn dat ze verdere
eenwording van de kerken momenteel geheel
tegenhoudt.”
Daar kwam een nieuw probleem bij.
Er was een tijd dat er sprake was van toenadering
tussen Rome en de orthodoxie. Denk maar aan
ontmoetingen tussen paus en oecumenisch
patriarch. Rome kijkt thans evenwel steeds mepr
naar de zogenaamde uniaten, de orthodoxe kerken
die zich onder de paus stellen. Een tijdlang werd
over die driehoeksverhouding Rome-orthodoxie-
uniaten heel diplomatiek gezwegen. Maar vooral de
nieuwe paus heeft veel belangstelling voor de
uniaten en dan worden de grote kerken van
Rusland en Roemenië zenuwachtig. Een
ontwikkeling die dr. Visser ’t Hooft zorgen baart.
Maar ook bij de protestanten kan men niet zeggen
dat er tegenwoordig erg veel nieuws gebeurt. Goed,
er zijn interessante ontwikkelingen tussen
hervormden, gereformeerden, luthersen, maar het
gaat uitermate langzaam.
Komen we tenslotte bij twee leden van een
kleine afdeling van Nederlands grootste
traditionele vrouwenvereniging: de
NCVB in Houten. Adri Tissink was jaren
lang penningmeesteresse in Houten, Suus
Kroon zit in het hoofdbestuur.
„Tot 1975, het Jaar van de Vrouw, ver
anderde er weinig bij onze leden. Een
gezamelijk bezoek aan de Emancipade, de
emancipatietentoonstelling, trok weinig
belangstelling”.
Suus Kroon vertelt dat op de algemene
landelijke vergadering van dat jaar een
lesbische vrouw over zich zelf vertelde.
„Negentig procent van onze leden pikte
dat niet; ze vónden het wat! Maar dat is
sindsdien radicaal veranderd. Nu vinden
de meeste NCVB-leden het in elk geval
goed dat erover gepraat wordt - ook al
zullen ze lang niet allemaal homofilie ac
cepteren”.
moedermavo’s en de Open
- -de
Swaan, „zijn groepen als „Vrouwen tegen
Intussen is in het gezin weinig veran
derd. Steeds rrieer vrouwen hebben een
baan, maar zorgen dat man en kinderen
er weinig van merken. De kinderen wor
den wat later geboren, maar zó bewust
gekozen, dat moeder ze extra veel aan
dacht geeft.
Uit een in 1975 gehouden onderzoek
blijkt ook al dat er voor mannen weinig
verandert als vrouwen een baan zoeken:
mannen van wie de vrouw niet buitens
huis werkt, besteden 9,7 uur per week aan
huishoudelijk en verzorgend werk. Als
hun vrouw wel een baan heeft, is dit zelfs
minder: 8,7 uur per week,
„Ook al schept emancipatie onrust, en
ook al geeft het in het begin zóveel twijfels
dat je je er misschien wel eens ongelukkig
van voelt, toch zijn de meeste vrouwen in
de NCVB blij met de vrouwenbeweging”.
len. „En waarschijnlijk brengt meer I
rechtvaardigheid meer geluk met zich
mee; maar dan niet geluk als .jezelf ver
liezen in de romantiek”. Iets wat ondertus
sen volop gebeurt, gezien het grote succes
van kasteel- en doktersromans.
verkrachting” en „Vrouwen tegen seksu
eel geweld” er toch maar in geslaagd om
duidelijk te maken dat vrouwen niet wil
len toelaten dat „mannen zomaar over
hen heenkruipen”.
Joke Smit ziet de grootste verandering
in mentaliteit bij de overheid: in 1968 was
een overheidsemancipatiebeleid een bela
chelijke zaak, nu hebben we een staatsse
cretaris voor emancipatiezaken. „Maar”,
voegt ze daar ontnuchterend aan toe: „in
de positie van de vrouwen is weinig veran
derd”.
„Als we die nieuwe emancipatiegevoeli-
ge mentaliteit willen doorvoeren in de
praktijk, zullen we ingrijpende verande
ringen moeten bevechten: alle taken en
banen zullen gelijk over mannen en vrou
wen verdeeld moeten worden; daarvoor
zal een vijfurige werkdag nodig zijn, en er
zullen even veel vrouwen als mannen op
machtige posten moeten komen”.
„Een goede organisatie van de vrouwen
beweging is daarvoor vereist, zodat vrou
wen samen politieke druk kunnen gaan
uitoefenen. Dat moet kunnen. Het CDA-
vrouwenberaad zit veel dichter bij de
PvdA-vrouwen dan bij de CDA-mannen.
Gezamenlijk optreden kost echter wel
veel tijd em geld; de op te zetten emanci-
patiebureaus kunnen misschien al wat
van het gebrek aan vrouwkracht op
vangen”.
„Worden vrouwen
vrouwbeweging?”, wordt nogal eens ge
vraagd. „Ja”, zegt Hennie de Swaan,
„want je zelfvertrouwen groeit”. Voor Jo
ke Smit gaat het niet zozeer om geluk, als
wel om rechtvaardigheid, om eerlijk de-
De vrouwen maken naam; hun acties
zijn goed voor een leuk kadertje in de
krant. Bezetting van Nijenrode (het dure
opleidingsinstituut alleen voor mannen),
acties voor piasrecht (openbare toiletten)
voor vrouwen, openbare corsetverbran-
ding en een ontwerp voor het Werkende
Wijven Plan, dat later in de Stichting
Ombudsvrouw zou uitmonden. De serieu
ze motieven voor deze acties, en voor de
acties voor vrijheid van abortus, voor
gelijk loon voor mannen en vrouwen, en
voor meer crèches, kunnen niet verhinde
ren dat Dolle Mina vooral aan het begin
als „leuk'en gevaarloos” wordt gezien, en
dat de oude heer Drees van een stelletje
„mallotige meiden” spreekt.
Dit alles ontstond in een tijd dat er volop
werk was. Emancipatie was iets voor an-
deren, maar een eigen baan werd voor j helemaal met geen
steeds meer gehuwde vrouwen (18 pro-
cent in 1970) een feit: dat was 12 procent
meer dan in 1960. Een onderzoek van
Margriet wees uit dat in 1965 een ruime
meerderheid van de vrouwen vond dat
een moeder thuis hoort; terwijl vorig jaar
de helft van de ondervraagde vrouwen in
een Margriet-enquête zei dat vrouwen -
ook in tijden van werkeloosheid - evenveel
recht* op werk hebben als mannen.
Terug naar het begin van de jaren ze
ventig. Door een tekort aan arbeidskrach
ten worden gastarbeiders, hun vrouwen
en gehuwde Nederlandse vrouwen naar
de arbeidsmarkt getrokken. „Het gold
W