Uilechips
Voordat je het weet ben je geprogrammeerd”
'fru
9
ANIMALLITEITEN
W
O.
r -
•Z/'A
van de kijker impulsiever en waarschijnlijk ook agressiever wordt”.
door Han Mulder
Klootschieten
rig
Showgeweld
Wildgroei
Weinig rellen
De Nederlandse kijker is de afgelopen
tien jaar steeds minder voor zijn toestel
gaan zitten. De rellen rond het
elektronisch oog, in de jaren zestig aan
de orde van de dag, bleven het afgelopen
decennium beperkt en de zogenaamde
vertrossing sloeg genadeloos toe. Wel
werden verschillende taboes doorbroken
en het oorspronkelijke Nederlandstalig
televisiedrama kwam tot bloei. Kwissen
Jaloers
schoten als paddestoelen uit de grond,
de actualiteitenrubrieken leverden een
groot deel van hun kwaliteit in. Zie hier de
opmerkelijkste zaken van tien jaar
televisie. Han Mulder schetst een periode
waarin eigenlijk alles wezenlijk op z’n
plaats bleef. De komende tien jaar lijken
dan ook veel belangrijker te worden,
hetgeen vooral te danken is aan de
technische ontwikkelingen.
t
Bps*
Swk-:::::
3
i.
-
LÏ
z'
- 0
3
We zijn de afgelopen tien jaar minder televisie gaan kijken. Begin
1970 zaten gemiddeld per avond ruim vier miljoen Nederlanders voor
de buis. De cijfers over 1978 spreken van een kijkdichtheid van 2,8
miljoen mensen. Als een paar Australische gedragswetenschappers
gelijk hebben, dan is die teruggang in elk geval een bijdrage aan de
geestelijke volksgezondheid. Fred en Merrelyn Emergy van de
Nationale Universiteit van Australië hebben na een diepgravend
onderzoek namelijk vastgesteld dat geregeld kijken naar televisie een
sociale ineenstorting kan veroorzaken. Ook vervreemdt het individu
van zichzelf. Sterker nog, het echtpaar Emergy meent dat er zelfs een
toestand kan ontstaan die erop lijkt, of die trouwe kijker ernstig
hersenletsel heeft opgelopen.
Een aardig citaat uit hun meer dan 200 pagina’s tellend rapport: „Van
televisie wordt het meest gebruik gemaakt door mensen die hun
eigen psychologische problemen willen ontvluchten en die zich het
minst bezorgd maken over het gebeuren in de wereld. De kijker wordt
geïsoleerd van de werkelijke wereld. Een kijker kan zelfs nog enige
tijd nadat hij het toestel heeft afgezet geen voeling hebben met de
ware wereld. Een van de gevolgen op lange termijn is dat het gedrag
I
Vertrossing op tv
was onafwendbaar
ït
nd
in
teer
tde
I
d-
as
lij
L
at
a
a
V
van
n
De AVRO dan misschien? De
keurige volgelingen van de dan nog
levende Willem Vogt bieden veel
showgeweld rond Frank Sinatra,
Nana Mouskouri en Sammy Davis
jr. Op het Nederlandstalige
slagveld treffen we daar de
Mounties, Corry Brokken en
Willeke Alberti en niet te vergeten
Paul van Vliet elke maand. Gert en
Hermien stonden ook
geprogrammeerd. Dat is nu niet
Rellen rond de televisie heeft deze
afgelopen tiental jaren niet veel
geproduceerd. Maar komt dat door
de treurigheid van het gebodene in
Hilversum en Bussum, of komt het
door de treurigheid van het
buitengebeuren dat nauwelijks of
niet tot verontwaardiging, boosheid
of razernij inspireerde?
Er zijn maar een paar rellen van
allure geweest en al die keren vielen
de progressieve
omroepverenigingen in de prijzen.
De grootste betrof de tweede
Barend Servet-show van de VPRO
op 14 december 1972. In deze show
werd gesold met alle vermoeide
door het vele toepassen uitgeloogde
elementen waaruit tv-showtjes
worden gefrutseld. Hoofdpersoon
is de journalist Barend Servet, die
in een soort paleis een interview
heeft met een oude, spruitjes
toeters en vooral zijn decibellen
nam de plaats in.
Wij hebben trouwens nog veel meer,
wat mensen niet hebben, behalve die
wijsheid. Wij kunnen ons bijvoorbeeld
geruisloos voortbewegen. Nou, ik heb
nog nooit een mens gehoord, die dat
kan. Het is me een lawaai en een herrie,
als de koning der schepping (halloo)
met zijn laarzen door het bos banjert.
Horen en zien vergaan je. Dan spijt het
je wel eens, dat je zo'n goed gehoor hebt.
Je oren knallen uit elkaar van pijn.
De ogen van mijn makker hebben ze
ook goed bekeken. Hij heeft het me
allemaal verhaald. Hij kón dat naver
tellen, omdat hij kans zag te ontsnap
pen. Het was verleidelijk om te blijven,
zei-ie, want hij kreeg zijn natje en zijn
droogje op tijd. Maar hij vond het te
vernederend allemaal. Bravo.
Door de mensen ik vertel dit in
commissie: als mijn maat liegt lieg ik
ook worden wij, uilen, als heel wijs
beschouwd. Dat verbaast me niks, want
dat heb ik ook altijd gevonden. Een
eigenwijze opmerking? Ach, noem het
een gezond gevoel voor eigenwaarde.
Neem nou maar die lui hier onder mijn
boom. Opgewonden standjes zijn het.
Taboes werden veelvuldig
doorbroken. Dat wordt door de
vootjaar stond de politie op de
achterste benen toen in „Hoe
bestaat het” een grap werd
gemaakt over steekpenningen, die
Amsterdamse ooms agent gretig
zouden accepteren. In november
oogstte een liedje doorspekt met
vloeken in Sonja’s Goed Nieuws
Show veel verontwaardiging. En op
het einde van 1977 poogden
inwoners van het Veluwse dorpje
Putten te verhinderen dat er een
documentaire zou worden
uitgezonden, die handelde over de
deportatie van 600 Puftense
mannen naar Duitse
concentratiekampen als
represaillemaatregel voor een
gepleegde aanslag. De
documentaire werd overigens wél
uitgezonden en de qpwinding
verdween even snel als zij gekomen
was.
snell
der /dier moet tenslotte ook de kans
hebben om aan me te ontsnappen. Ande
re dieren in de natuur dan uilen hebben
ook recht op hun eigen bestaan.
Ik vang steeds maar een merkwaar
dig woord op: chips. Ik weet niet wat
het is, maar het bevalt me niet. Ze
roepen naar elkaar, dat de chip het
onderzoek misschien wel in een stroom-
ingst. Die zullen altijd uilen naar
blijven dragen. En die lui schel-
tlkaar uit voor uilskuikensIk
daar niet meer kwaad over.
zinsbegoocheling lijden. Ze zijn tot
alles bereid. De zoen van Willem
accentueert de volstrekte
onderwerping van de
deelneemsters. Een journalist die
ooit had deelgenomen, repte van de
zorg waarmee het op band
opgenomene, wordt gemonteerd.
Zo wordt consequent iedere
kwinkslag of snedige opmerking
van de kandidaten weggesneden,
alleen de grollen van Willem
blijven.
Oude, onaantastbare reputaties
sneuvelden in de jaren zeventig.
Vooral in de sfeer van de
actualiteitenrubrieken.
„Brandpunt” werd een soort
journalistiek apostolaat. „Achter
het Nieuws” bleef toen Wigbold
ging en werd een van de eerste
kibbelcolleges bij de VARA. Er
zouden er vele volgen. Daarentegen
zag men op gespecialiseerd
journalistiek terrein een paar
nieuwe voortreffelijke initiatieven.
„Den Haag Vandaag” ontwikkelde
zich tot een parlementaire
actualiteitenrubriek van zeer grote
klasse. De „Alles is anders”-show
van Aad van den Heuvel bleek een
gelukkig samengaan van
informatie en entertainment met de
media in de hoofdrol.
Het NOS-joumaal besteedt sinds de
komst van hoofdredacteur Ed van
Westerloo geen aandacht meer aan
het klootschieten in Weythuizen.
Maar een van de laatste
journalistieke stuiptrekkingen van
zijn voorganger betrof het onzalige
idee om allerlei juffrouwen en
meneren van buiten het journaal te
laten voorlezen. Eugenie Herlaar,
een van het dappere clubje, zei bij
die gelegenheid: „De kinderen, een
zoon van vijf jaar en een dochter
van zeven, zijn nu zo oud dat ik wel
tijd voor het journaal kan
vrijmaken”. Die vrije
tijdsbesteding duurde gelukkig niet
lang.
meer het geval. Maar dat is
waarschijnlijk aan henzelf en aan
hun bekering te wijten. De wegen
van het opperwezen zijn
ondoorgrondelijk. Samenstellers
van winterprogramma’s moeten er
rekening mee houden.
De VARA was inderdaad aan het
begin van het bijna verscheiden
decennium druk bezig met het
verheffen van de verworpenen der
aarde. Maar TROS-ayatollah Joop
Landré wierp als het ware zijn
schaduw al vooruit in hét kamp van
de bezorgde sociaal-democratie.
Het had in die dagen weinig
gescheeld of de VARA had
„Coronation Street”, het epos van
de uitzichtloze Engelse
alledaagsheid, ingeruild voor die
enge Lucy Ball. Als ene mevrouw
Spaan uit Zaandam niet in haar
eentje en compleet met spandoeken
voor „Coronation Street” was gaan
demonstreren, was het er nog
gekomen ook. Maar zie het
„primaat” van de leden overwon en
dan te bedenken dat André Kloos in
die dagen nog hoog en breed bij het
NW zat.
De maten van de vertrossing,
vervlakking, verveling zijn moeilijk
aan te leggen. Maar de vervoering
rondom het medium nam in de
jaren zeventig snel af. In
advertenties in de dagbladen komt
men in de eerste tijd nog wel eens
sporadisch aanbiedingen van een
„televisie”-meubel tegen. Als
meubeldiscounten in die tijd een
huiskamerinterieur afbeelden dan
is duidelijk dat alle lijnen uit alle
hoeken samenkomen in één punt.
En op dat punt staat het
televisietoestel. Op die plaatjes zie
je mensen nimmer naar elkaar
kijken. Zij kijken allen tevreden
naar het troostend elektronisch oog
in de hoek van de kamer. Om de
mond speelt een glimlach van
onthechting en tevredenheid.
Het televisiemeubel verdween
ongemerkt uit het Hollands
interieur en taaleigen. De
audiotoren met zijn knoppen, zijn
critici van de televisie in dit
decennium nog al eens vergeten.
Seksualiteit werd hierbij misschien
nog wel het meest van besmuikte
achterbaksigheid ontdaan. „Open
en Bloot”, de serie van de VARA,
durfde heel direct over sex en
sexbeleving te informeren, zonder
dat men verviel in een soort nieuwe
zakelijkheid, die geen ruimte zou
laten voor emoties. Wie zich
herinnert hoe presentator Joop van
Tijn zuinig en geaffecteerd het
gemeenzame woord voor de
geslachtsdaad uitsprak, realiseerde
zich opeens dat nette mensen een
dergelijke handeling ook
beoefenden. Al weer een reden om
de afdelingschef of de dominee wat
onbevangener tegemoet te treden,
dacht menigeen.
De Batavieren kwamen bij Lobith
ons land binnen en de
Luxemburgers bij Sluis. Maar wat
heerlijk voor Carel Enkelaar dat hij
straks niet meer met die KNVB
hoeft te onderhandelen, omdat
meester Dake dat misschien voor
hem doet.
En wat fijn dat de uit-knop op het
tv-toestel van de jaren tachtig in elk
geval niet van een sponsor
afhankelijk is.
en
ofd
drijf
e
n
i
d.
jn
Maar die ogen. Ik weet nou, dat wij
kokerogen hebben; dat andere dieren en
mensen hun ogen kunnen draaien in
hun kop. Lijkt me makkelijk. Ik moet
mijn nek alsmaar draaien. Kan ik weer
beter dan die andere, want wie kan zijn
kop naar links en naar rechts 180 gra
den draaien? Nou dan.
reinigende dame, die verdacht veel
op koningin Juliana lijkt.
In hun boekje „Aan die vuile
viezeriken van de VPRO” geven
Philip van Tijn en Ad Kooyman een
uitgebreide analyse van de rel die
volgde. Want een rel werd het,
onder aanvoering van De Telegraaf
en Van der Meyden als de schorre
stem des volks. Het kwam zelfs tot
een berisping door de toenmalige
minister van CRM, de heer Engels,
aan het adres van de VPRO, wegens
majesteitsschennis. Het is een van
de weinige opvallende daden,
waardoor deze bewindsman in de
herinnering zal voortleven. Een
zeer omstreden besluit bovendien,
omdat dit censurerende stuk
volmacht met terugwerkende
kracht niet, zo vonden velen, mocht
worden gehanteerd door een
minister.
Eigenlijk is er onder het kopje
„rellen” alleen over 1977 nog iets
opmerkelijks te melden. Het ging
om drie gevallen en allemaal betrof
het VARA-programma’s. In het
Ik zal ze eens effe wegjagen. Dit is
mijn domicilie tenslotte. Ik hoef het
tenslotte ook niet te wagen om in hun
woonkamer rond te sjouwen. En ik sta
toch ook niet in hun braaksel te roeren?
Welaan dan. Daar gaat-ie. Effe flink
mijn repertoire van schreeuwen, ijze
lijk lachen, snurken en fluiten aan
spreken.
Hoe-oe-oei. Kijk ze eens lopen. Ze la
ten mijn ballen uit hun handen vallen
van
Atht
den
won
De jaren zeventig waren nog
redelijk in kaart te brengen. Het
rommelde in het mediawereldje. Er
werd wat geschud en geshuffeld,
maar alles bleef wezenlijk op zijn
plaats. Maar de kabels gaan in de
grond en de satellieten in de lucht.
En dan is er nog regionale omroep
en viewdata en teletekst.
- s
co
K
8
7 O
3
g
-
beide pootjes tussen je braakballen in.
Je weet maar nooit.
Ik heb eens contact gehad met een
collega van me nou was dat een
concurrent, die moeilijk uit mijn gebied
kon blijven en zijn snavel niet thuis kon
houden, dus het was niet zo erg Nou
die collega dan hadden ze te pakken
gehad. Ze hebben hem bij wijze van
spreken helemaal binnenste buiten ge
keerd. En allemaal grappen met hem
uitgehaald. Moest hij in een donkere
kamer. Werkelijk stikdonker. Hadden
ze een muis in de bladeren op de grond
gezet. Mooi, dat mijn hiaat die muis snel
te pakken had. „Dat bewijst”, riepen de
heren even later, „dat de uil volslagen
op zijn gehoor zijn prooi vangt”. Nou
weet ik ook wel dat ik grote trommel-
versnelling kan brengen. Dat je met de
chips nog beter kan uitzoeken, wat ui
len doen en hoe ze het doen. De uilebal-
lenLaten ze me met rust laten. Ik
heb geen boodschap aan ze. Trouwens,
het wordt al donker en het is de hoogste
tijd om eens aan de hartige hap te
denken. Nu kan ik nog ongestoord een
muis opeten. Straks douwen die kerels
nog een chip in een muizemaag en voor
dat je het weet ben je geprogrammeerd.
In het verlengstuk van informatie
over toegepaste seksualiteit vielen
vele programma’s over homofilie,
pedofilie, abortus. De programma’s,
boekten hoge kijkcijfers en de
waardering ervan was navenant.
Hierbij deed zich overigens wel een
moeilijkheid voor. Praten over door
de samenleving niet aanvaarde
zaken vergt mensen die er over
willen praten. In een programma
van Koos Postema over pedofilie
was het nauwelijks mogelijk om
iemand te vinden die over zijn of
haar gerichtheid wilde praten.
De jaren zeventig waren de jaren
van de opkomst en bloei van het
Nederlandstalig
televisieprogramma. Niet iedereen
zal bij deze constatering staan
juichen en men zou er met enige
kwaadaardigheid ook best een
vorm van vertrossing in kunnen
zien. Er waren de
televisiebewerkingen van
bestaande literatuur („De klop op
de deur”, „De stille kracht”,
„Merijntje Gijzen”, „Een mens van
goede wil”, „Het dagboek van een
herdershond”) en er waren speicaal
geschreven series zoals
„Waaldrecht”. Bij veel produkties
speelden eigen beperkt regisserend
kunnen en het uiterst schaars
voorhanden zijnde Nederlands
acteurstalent de makers danig
parten. De Nederlandse
toneeltraditie springt altijd zo
voorzichtig met spelden om dat
men dichtbij of ver altijd luid een
woord kan horen vallen.
steeds praten over de vooruitgang van
de techniek ten dienste van het weten
schappelijk onderzoek. Vlieg ik er snel
ler door? Vang ik er meer muizen mee?
Ik ben jdoor moeder natuur uitgerust
met nufoie eigenschappen. Daar ben ik
tevrè^en mee. Ik hoef niet alles nog
'Ijr en geruislozer te doen. Een an-
/dier moet tenslotte ook de kans
De wildgroei van de kwissen
dragen we straks mee de tachtiger
jaren in. De Ronnen, de Miesen, de
Fredden en hun onderlinge
inwisselbaarheid. Model voor de
kwis van de jaren zeventig staat de
Willem Ruis-show. Het
basisgegeven is de totale
vernedering van de deelnemers
voor het kijkend publiek. Naarmate
de kwis vordert, gaan de
participanten aan een vorm van
Ik rekte me eens uit en dacht: ik ga
een mensje knappen, maar het kwam er
niet van, want die mannen maakten
zo’n toestand over die ballen van me.
Waar een mens zich al niet druk over
maakt. Ik hield me gedeinst, want voor
dat je het weet zit je of in een kooi, heb
je een ring om je poot, waar je je hele
leven mee verder sukkelt (of je daar last
van hebt vragen die vogelwichelaars
niet), een klein zendertje aan je nek
(want de techniek laat ons dieren ook
niet met rust) of lig je gestrekt met je
vliezen heb en een sluier van kleine
veertjes rond mijn oren, die je amper of
niet ziet. Ik weet ook wel dat ik een
prima gehoor heb. (Tussen haakjes: die
onderzoekers hebben geloof ik nog niet
uitgemaakt of wij soms ook een abso
luut gehoor hebben; dat komt dus ook
nog wel; maar ik hoef niet zo nodig).
De vlag mag dus voorzichtig uit,
want 2,8 miljoen is minder dan 4
milioen. Maar de vraag is
vervolgens gewettigd of we de vlag
maar liever niet halfstok moet
blijvén steken. Immers, het is de
TROS die dan weer de grootste
kijkdichtheid scoort, met Veronica
er pal achteraan als goede tweede.
De balans van tien jaar televisie
bevat een paar voorspelbare
posten. Het gevaar bestaat dat men
die posten voor zoete koek
aanneemt en ze niet even narekent.
Dat gebeurt wel meer met balansen.
Neem bijvoorbeeld dat begrip
„vertrossing”. Iedere media-
onderzoeker zal vertellen dat na
1970 alle „oude” omroepen steeds
meer vrijblijvende programma’s in
hun pakket gingen opnemen.
Zuurtjes, waarop het zonder
inspanning vrolijk sabbelen was.
Het is best mogelijk, maar het is
nuttig om tenminste een blik te
werpen op het programma-aanbod
van het seizoen 1970-1971, toen
volgens de overlevering
Hilversum nog niet zijn grote
waarden van vorming zag
aangetast. De KRO biedt in dat
seizoen Jos van der Valks topper
„Piste”, „Cabaretaria”, Tommy
Cooper, „Daktari”, „Advocaat
Judd” en uiteraard „de Wrekers”.
Het bevalt me ook helemaal niet, wat
ze tegen elkaar zeggen. Ik hoor ze maar
Laatst moest ik toch wel even in me zelf
lachen. Stonden er een paar grote ke
rels, gebogen over een partijtje braak
ballen, die ik onder mijn „stamboom”
had gedeponeerd. Stonden die mannen
te wroeten in wat ik als ballast voor
mijn maag aan de aarde had teruggege
ven. „Twee muizeschedeltjes”riep er
één opgewonden. „Eén hagedisse-
staart”, jubelde de ander. „Hier, kijk,
vogelpootjes. Maar wat voor vogeltje is
dat geweest?” monkelde een derde. Het
drietal boog zich over mijn hard gewor
den oprispingen (dat is andere koek
dan een menselijke boer) en grabbelde
en graaide er in. „Een roodborstje”.
„Nee, een kwikstaartje”. „Welnee, een
graspieper”Er ontstond fel gekrakeel.
Ik dacht: straks slaat die ene de bril
van die-andere-zijn-neus. En het was
nota bene een lokvogel geweest. Ik her
inner me nog heel goed hoe lekker dat
beestje smaakte. Net sappig genoeg.
Het water loopt me nog in de bek.
lijmt