h
Vinkeveen eeuwig verbonden met voetbal
I
J
i W
DE MOOISTE TUD
VAN NEDERLANDS VOETBAL
door Jan Mulder
S3
Cruijff
Cruijff
Cruijff
Cruijff
Cruijff
Cruijff
J
Der
let
litieke
in:
zijn
ende
/erd
in jaren’70
le
ets
■tuele I
t.
J
4
Cruijff als
rode draad
Finale WK-voetbal Nederiand-Argentinië 1-3
Dick Nanninga kopt Nederland naar 1-1.
gen
de
geen
dat
ijgen.
déze
n
ast.
a
zen
de
e
er
de
ijfd
groot
adat
an het
end,
of
een
it
rend
ihan
ken
ar
:n we
iten
ju ja,
dig.
uid
:ten
Begin
etjes,
an de
iting
et
been te stropen. Rensenbrink voldeed
vervolgens aan de eis van Michels: hij
bereikte de overkant van het veld. Hieruit
concludeerde de Generaal dat hij spelen
kon.
In de rust van de grote finale begreep hij
dat Nederland met 10 man speelde, en dat
Hoeness veel te snel voor Van Hanegem
was.
Michels heeft ook sterke kanten.
Toen hij van Ajax naar Barcelona ging
(vóór Cruijff) leerde hij in één maand zo
goed Spaans, dat hij de eerste training
afkon zonder tolk. „De groep” luisterde en
was geïmponeerd.
Zijn allersterkste kant is dat typerende
toneelspel waardoor iedereen denkt dat
hier een persoonlijkheid van jewelste aan
het woord is. Ik kijk er dwars doorheen.
U begrijpt het al: van de 24 spelers voor de
WK in Duitsland moesten er nog twee
afvallen en ik was er éen van.
Niet Cruijff, maar Dick Nanninga is het
symbool van de jongensboekdroom die
het Nederlandse voetbal in de zeventiger
jaren werd.
Dick Nanninga. Wie had dat gedacht toen
hij lang geleden begon in het Groningse
Oosterparkers? Dick Nanninga, daar zat
hij dan in de kleedkamer van het ruime
stadion, vlak voor de finale van het
wereldkampioenschap.
De vorige dag had het dappere team een
uitstapje in de stad gemaakt. Zij waren
onder de indruk geweest van de
eeuwenoude gebouwen waar de eeuwen
schuil gingen, waar eéïjs de zetels van de
macht, van beschaving, maar ook van
ondeugd en misdaad gevestigd waren
geweest. Doodmoe maar hoogst voldaan
over al het mooie dat ze hadden gezien,
kwamen ze weer in het hotel terug.
„Jongens”, zei meneer Wouterse, Jullie
bent geen kleine kinderen meer en
natuurlijk kunnen jullie de stad ingaan of
een tochtje in de omtrek maken, maar
beloof me één ding, ga niet bij avond de
wijk in. Daar kan het gevaarlijk zijn”.
De jongens beloofden het graag en Dick
ook. Tenslotte waren zij niet als gewone
trekkers, maar als afgezanten van het
vaderland in dit verre land. Na heel wat
avonturen die er toch beleefd werden, dan
de finale.
De opstelling van Nederland was: in doel
Van Druten, achter Barendse en
Groefbeek, midden Van Dam,
Vroegindewey en Rigters, voor Kingma,
De Boer, Groefsma, Baanders en
Versteeg. Reserves Bontebal en
Nanninga. Nederland schrok zich een
hoedje toen de opstelling bekend werd.
Wat was dat nu? Dick Nanninga speelde
niet mee! Verleden week schreven de
kranten nog dat hij volkomen hersteld
was, en nu dit!
Maar zoals wij inmiddels weten kwam
Dick er na de rust in en hij scoorde met
een machtige kopbal de gelijkmaker
tegen de Argentijnen. Oranje ging in de
verlenging eervol ten onder omdat de
furieuze Zuidamerikanen het
thuisvoordeel handig uitbuitten.
Dick kwam met prachtige verhalen thuis
en zijn vader schudde het hoofd: zo’n
jongen, Dick... En de oude man
herinnerde zich hoe Dick bij
Oosterparkers was begonnen. Nu had hij
de gelijkmaker in een finale om het
wereldkampioenschap gescoord. Dick
was midvoor van Oranje. Oranje was niet
te verslaan. Maar Dick Nanninga ook niet!
De kopstoot werd door Cruijff behoorlijk
in praktijk gebracht. Hij was dan wel niet
zo’n specialist als Kocsis en Nanninga,
maar hij scoorde er in belangrijke
wedstrijden doorslaggevende punten mee
zoals een tienkamper wiens beste
onderdelen het discuswerpen en de
loopnummers zijn, plotseling uithaalt bij
het hoogspringen.
De „andere” kopstoot begon zijn opmars
aan het begin van de zeventigerjaren. Hij
verdreef de knik van Henk Groot en
Rikkert Lacrois bijna in zijn geheel uit het
landschap. Aanvankelijk was het een
grappig curiosum, en al gauw mocht deze
nieuwe kopstoot-op-de-mens zich
verheugen in een grote populariteit.
omgeving. Goede, moderne
woonwijken, eeuwig verbonden met
voetbal, via Cruijff, Dick van Dijk, Pietje
Schrijvers en Hans Erkens. Vinkeveen
nam in de jaren zeventig dankzij
voetbal een vlucht. Zij was niet alleen
watersportoord meer, Vinkeveen stond
voortaan op één lijn met Heerenveen.
Ajax was zo bereidwillig, nadat ik er in
1972 een contract had getekend, mee
te helpen zoeken naar een geschikt
onderdak.
„Je moet ’s avonds toch je flesje
kunnen drinken”, zei Johan, en die zin
ben ik nog lang niet vergeten. Hij was
de enige Ajacied die zich met de
nieuwe aankoop bemoeide. In tijden
van grote blessurenood, wanneer de
nieuwe aankoop soms minder vrolijk
over straat ging, was hij de enige
Onzichtbaar snel verrichtten de daders
hun handeling en het enige dat de
scheidsrechter zag was het gevelde
slachtoffer.
Het werd een gevreesd wapen. Gevreesd
door gevers en ontvangers. De gevers
deden het soms in een reflex. Zonder dat
ze het beseften hadden ze ’m al weer
toegepast op het oog van een
tegenstander.
Specialist op de kopstoot werd Eddy
Achterberg, bijgenaamd de Keu, die zich
er tevens in had bekwaamd ongemeen
jammerend neer te gaan als hij zelf door
René op de korrel was genomen. Meteen is
specialist nummer 2 genoemd: René van
de Kerkhof. Deze twee eitjes tegen elkaar
te zien getikt, is voor de echte liefhebber
het summum van genot
Hugo Hovenkamp: zeer goed.
De scheidsrechter heeft een moeilijke
taak. Het is bijna onmogelijk de eerste
stoter aan te wijzen als de kemphanen al
met de voorhoofden tegen elkaar aan
stonden. Degene die na de actie nog
rechtop staat hoeft niet per se de dader te
zijn, want dat is de gouden regel van de
kopstoot: heb je gestoten, stort dan
onmiddellijk ter aarde alsof ze jou te
pakken hebben gehad.
In het seizoen 1975-’76 noteren wij de
beroemdste kopstoot.
Bij Feyenoord-PSV verstrekt speler
Bertus Quaars van PSV grensrechter de
heer Griek een klassieker. Quaars werd
uit het veld gestuurd, douchte zich,
kleedde zich aan en ging linea recta naar
het dichtstbijzijnde politiebureau. Daar
diende hij een aanklacht in tegen de heer
Griek wegens mishandeling.
Griek had de kopstoot gegeven.
Ajacied die opbelde om iets in de stad
te drinken, of een bioscoop te
bezoeken. Hij sleepte me ook naar de
heer Freek van der Meyden, kenner op
het gebied van huizen.
Op onze tocht langs leegstaande
panden kwamen we voortdurend in
Vinkeveen. Niet te betalen of een klein
huis in een mistroostig rijtje, in de trant
van de Cruijffen, die er zeer gelukkig
waren. Sommige steden (Tilburg)
hebben een slechte uitwerking op een
bepaalde persoon en Vinkeveen was
daar zonder twijfel voor mij één. In de
aanloop van dit seizoen werd ik er op
wrede wijze aan herinnerd. Grote
foto's van Henning Jensen, met zijn
vrouw en een Ajax-delegatie in
Vinkeveen, glurend door de ramen van
Hans Erkens, net naar RWDM in
Brussel afgereisd.
Penalty’s nemen is een vak apart. Johan
Cruijff was er een kruk in. Op de training
draaide hij ze er natuurlijk met alle
kanten van de voet in, hetgeen niks met
het strafschoppen nemen te maken heeft.
Bij Ajax werd dit verschrikkelijke karwei
meestal aan Gerrit Mühren overgelaten.
Jensen keek naar binnen met de
ongelovige houding van iemand die
denkt: waar willen ze me nou hebben?
Hij keek naar het huis als ware het een
echte bezienswaardigheid.
Met zekerheid kan worden vastgesteld
dat tot aan het einde der jaren zeventig
het woonbeleid van de Nederlandse
clubs povet gebleven is.
Behalve het feit dat ik naar Vinkeveen
zou moeten vooreen tienjarig
interview met Cruijff, betekent die
vroegere vriendschap met hem ook
een struikelblok. Een vriend interview
je niet. Een hele pagina Cruijff zou
teveel van uw dienaar vergen. Ik maak
mijn overzicht alleen. Van de hak op de
tak door de zeventiger jaren.
Finale WK-voetbal 1974
West-Duitsland-Nederland 2-1. Aanleiding tot
strafschop (1-1): Bernd Hölzenbein vliegt
door de lucht (achter hem: Johnny Rep).
Zestigduizend toeschouwers liepen na het
laatste fluitsignaal heel hard de stad in,
alsof het in het stadion plotseling spookte.
Ze begonnen bij de Marathon-tribune te
rennen en kwamen bij het
Concertgebouw pas tot stilstand. Anderen
vluchtten tot aan de Berlagebrug of IJ-
tunnel. Maanden later vroeg men zich nog
af: was er sabotage in het spel? Was het
nou echt nodig zestigduizend supporters
zo in de war te brehgen?
8-0 voor Bayem München.
Het afscheid van Jóhan Cruijff was op
7 november 1978.
nt de plek
met
erde uit
litaire
nnen
r
1. Bij
a hem
lie
e
wijze
leeft
nbij
dan
lat
irbij
ogt
irie
?teur
ten
Cruijff was op het middenveld minder
sterk dan voorin, maar hij speelde op het
wereldkampioenschap in Duitsland (de
„WK”) schitterend, op de Di-
Stefanomanier. Nederland veroverde de
persprijs en de tweede plaats. Dat was in
traditie van de Hongaren in 1954 die
toevallig ook van de Westduitsers
verloren. Hongarije en Nederland werden
door hun nederlaag een legende.
Puskas en Cruijff: meesters die op het
beslissende moment te gevoelig waren, of
iets dergelijks. In de geschiedenis van het
voetbal gaat Nederland hand in hand met
de magnifieke Magyaren. In augustus
1979 stierf een van die onvergetelijke
spelers in een ziekenhuis te Barcelona.
Sandor Kocsis koos voor een val uit het
raam van een der hoogste etages. Hij leed
aan kanker. Het kleine bericht in het
dagblad vermeldde dat een speler, Kocsis,
van het Hongaarse wonderteam dood
was.
Die berichten staan alle Nederlandse
spelers van die tweede plaats in Duitsland
te wachten als zij straks, over 25 j aar, uit
ramen springen, door bedden zakken,
door hun vrouw in de rug worden
aangevallen, wie weet welke krankzinnige
ongelukken zij krijgen.
Hun naam is onsterfelijk. Dankzij Johan
Cruijff.
f
977).
itie
iorm
s»»
s
oudt.
weg
lantisch
zhte
held
k,
I
te
ïns de
naar
iter
>n”.
Rensenbrink kon spelen. Hij had een
spierscheuring in zijn dij en daar staat
zelfs de langste bandage machteloos
tegen. Der Rinoes sleepte Robby naar het
oefenveldje om hem een verband om het
Finale WK-voetbal 1974.
West-Duitsland-Nederland 2-1. Strafschop Johan Neeskens.
Gerrit had zo’n zuivere traptechniek dat
hij inderdaad de beste keus was. Ik heb
hem ze dus zien nemen.
De mond ging zenuwachtig van links naar
rechts, aan zijn ogen merkte je dat Gerrit
buiten het doel absoluut niks meer in de
gaten had. Hem bereiken kon niet meer,
ook al had de scheidsrechter nog niet
gefloten. Hij was gehuld in een
ondoordringbare waas. De adamsappel
sprong op en neer, dan nam hij voor de
laatste maal diep adem... en schoot.
Meestal raak, maar Gerrit Mühren is geen
echte penaltyspecialist. En nu zijn we in
het overzicht van de zeventiger jaren
gekomen bij de mooiste trap uit de
voetbalgeschiedenis. Oók jaren zeventig.
Europa-Cup voor landenteams. Finale op
20 juni in Belgrado. Eindstand 2-2.
Verlenging. Strafschoppen: 1-OMasny, 1-1
Bonhof, 2-1 Nehoda, 2-2 Flohe, 3-2
Ondras, 3-3 Bongartz, 4-3 Jurkemin,
Hoeness gemist, 5-3 Panenka.
Deze gegevens stammen uit het
voetbaljaarboek van Samsom. 5-3
Panenka, dat is alles. Geen woord over het
kunstwerk dat er achter deze cijfertjes
schuil gaat. Dan deed KNVB-trainer Ron
Groenewoud van de TROS-penalty-
bokaal het nog beter in zijn lof voor de
succesvolle schutter: ,,’n Mooi penneltje,
m’njong”.
Antonin Panenka verschalkte Maier met
een lob. Hij schepte de bal zacht over de
snel naar de hoek gedoken keeper heen,
precies midden in het doel. Een kind had
’m kunnen vangen als hij was blijven
staan. Het is niet moeilijk, je hoeft er
alleen maar „guts” voor te hebben. En
gevoel voor humor. Lang leve Antonin
Panenka.
PSVers Van Beveren en Van der Kuylen
kregen na een interland, Polen-
Nederland, ruzie met Cruijff. Hoewel ze
gelijk hadden, trok Johan aan het langste
eind - hij kreeg uiteindelijk de publieke
opinie op de hand door een fantastische
return tegen de Polen in het Olympisch
Stadion.
Jan van Beveren en Willy van der Kuylen
besloten zich niet meer beschikbaar te
stellen. Dat gebeurde na ellenlange
vergaderingen met bondscoach Knobel,
Cruijff, Krol, Suurbier, Jansen, en de
PSVers zelf. Op een bepaald moment
moet Wim Suurbier toen het volgende
dialoogje met Willy van der Kuylen
hebben gevoerd: „Ja maar Willy, jij denkt
dat we jullie altijd in de maling nemen”.
„Jaeh...”, zei Willy.
„Nou, dat is ook zo”, antwoordde
Suurbier.
Ik bewonder Willy van der Kuylen, maar
het is een underdog.
Kees Rijvers, Jan van Beveren, René van
de Kerkhof: wereldklasse op het
voetbalveld. Ze lieten van 1974 tot
ongeveer 1977 de concurrentie alle hoeken
van het veld zien met flitsend voetbal. In
een overzicht, al is het van een decennium,
ben je ze vergeten voordat je er erg in
hebt
Dat is het verschil tussen Ajax en PSV.
Michels. Hij profiteerde op een wijze, de
autoriteit waardig. Knorrig doen,
voetballers graag als nummers zien, door
Cruijffs talent enorme salarissen vragend
en krijgend, steeds het gezicht zettend van
iemand die veel te verbergen heeft.
Hij kreeg de bijnaam „Sfinkx”, nog voor
die van „Generaal” - oh, wat ging er een
gêne door het land toen Lenny Kuhr dat
zong.
Hij dient in dit overzicht echter niet
vergeten te worden. Wie had hem graag
gemist op de dag tijdens het
wereldkampioenschap in Gelsenkirchen,
na de overwinning op Argentinië en hij
vol op de mond werd gekust door
assistent Fadrhonc. Michels (nog een
bijnaam: de Bul) versteende.
Michels heeft wereldberoemde blunders
op zijn naam. ’s Ochtends voor de finale in
München was het nog onzeker dat Robby
ft*#?
Daar ik geen gedegen opleiding in de
journalistiek heb genoten, maar in
tegenstelling daarvan voetballend in
actie was tot diep in het afgelopen
decennium, kan dit geen perfecte
reconstructie van de voetballende
jaren zeventig worden. Het voetbal is
er, het juiste overzicht ontbreekt. Ik zie
begin noch eind. Waar dient men zo n
serieuze zaak aan te pakken om een
veilig fundament vooreen „terugblik”
te krijgen. Hoe doen ze dat, zit ik me al
eventjes af te vragen.
Chronologisch, zoals bij de klassieke
jaaroverzichten van moord, doodslag
en sport? Wij vangen dan aan bij 1
januari 1970, de wedstrijd van de oud-
internationals tegen de Koninklijke
HFC. Daar kan ik, zonder het echt na te
trekken, bijvoorbeeld een leuk verhaal
over vertellen. Niet over die wedstrijd
Later, voor de tuchtcommissie, bleek dat
Quaars de waarheid had gesproken.
Feyenoord heeft nog geprobeerd om via
een omweg (Waregem, waar men struikelt
over de paleizen van schatrijke
tapijtkoningen, die Cruijff met plezier een
half jaar hadden gehuurd voor hun
zondagmiddag in het Regenboogstadion)
Johan Cruijff in te lijven.
Cruijff in een Feyenoord-shirtje, kan dat?
Gelukkig vond dat misverstand niet
plaats. Het gevolg was wel, dat in de
afgelopen tien jaar van een opvallende
teruggang in prestaties van de
Rotterdamse club sprake is geweest. Het
vorig seizoen bracht een opleving. Er
kwam meer publiek naar een
„enthousiaste jonge ploeg” kijken, maar
de dagen van Bouwmeester, Moulijn en
Willem van Hanegem leken verder weg
dan ooit.
Feyenoord was de eerste Nederlandse
club die de Europa-Cup won. De
Coolsingel was het begin van de rij bekers
en de tweede plaatsen (Nederlands elftal).
Na die prachtige dag op de Coolsingel was
het voor Feyenoord fini. Nee, toch niet,
het behaalde in 1974 de UEFA-Cup door
een overwinning en een gelijk spel tegen
Tottenham Hotspur. Ik herinner me dat
precies, omdat die tweede finalewedstrijd
in Londen gespeeld werd toen de
selectiegroep van Oranje al in het
trainingskamp van Zeist bijeen was voor
de aanstaande reis naar Hiltrupp, WK
Duitsland.
De stemming in Zeist was tot dat moment
matig. Allemaal doodmoe van de zware
conditietrainingen. Er werd met inzet
gekaart, dat dient gezegd; ook
tafeltennistafel en biljart waren
voortdurend bezet en Michels was in
goede buien. Je kon niet precies zeggen
wat, maar er ontbrak toch iets in het
geheel
Vrijdags om een uur of twaalf, de sfeer in
het dagverblijf weer niet om over naar
huis te schrijven, verscheen Willem van
Hanegem in de deuropening. Hij pakte
een tafeltennisbat en ging zonder een
woord te zeggen achter de tafel staan. Met
die beulen van hangende schouders en het
arme batje in zijn klauw scoorde hij een
flitsend punt, dwars door de verdediging
van Rensenbrink heen. Na die grijns kon
het trainingskamp beginnen.
„Waar was jij?” Ik was op de dag van de
finale op het eiland Ischia. Ze hadden de
televisie in de grote hal tussen de tuin en
het restaurant gezet.
Veel Duitsers en een enkele voorname
Italiaanse familie, een weekeinde uit
Napels overgekomen. Misschien vooreen
modderbad, net als ik. Berti Vogts,
tegenstander van Johan Cruijff, had me
dit oord aangeraden. Beckenbauer,
Heynckes en Netzer kwamen hier ook
vaak.
’s Middags was ik met het zere been naar
een stuk strand geweest waar het zand zo
heet was dat je er niet met de blote rug op
liggen kon. Het was erg geneeskrachtig
als je het doorstond. Achter me zat de
apothekersfamilie in de houding voor de
finale. Zij hadden ons die dag
gefotografeerd en wij hen.
„Gutentag”.
Scheidsrechter Taylor blies de aftrap.
Even later krijste de hele boel in de sjieke
hal van hotel Excelsior door elkaar heen:
Cruijff was gevloerd in het
strafschopgebied. Penalty.
i
Beschuldigend steken de spelers hun hand uit naar grensrechter Griek, die een kopstoot zou
hebben uitgedeeld. In eerste instantie werd Griek geloofd; pas later zou blijken dat de
grensrechter de kopstoot inderdaad had ultgedeeld.
De mooiste jaren van het Nederlandse voetbal, met Europa-Cups en FIFA-
finaleplaatsen bij de vleet, zijn samen te vatten in het woord „Cruijff”, plechtig
gezegd.
De grote tijd van Johan Cruijff lag voor 1970. Toen de 7 in het getal kwam, begon
hij „totaal” te voetballen, hetgeen betekende dat Johan Cruijff Di Stefano ging
imiteren, wat jammer was van Johan Cruijff, de grootste spitsspeler aller tijden.
Hij won de Europa-Cups, maar je zag hem ook over een afstand van vijftig meter
naar Ruud Krol wuiven dat hij er aan kwam. Krol had de bal voor zijn voeten
liggen, in de buurt van zijn eigen strafschopgebied. De eerste trap in die
omgeving was ten nauwste verbonden met de „opbouw” van de aanval: was die
trap dus niet zuiver, om het minst ernstige geval te nemen, dan steunde de
attaque op wankele palen. Om risico's te voorkomen, besloot Johan dit voortaan
zelf te doen, met een pass of een dribbel.
Hij overdreef de Di-Stefanorol.
van 1970, maar later, toen ik zelf onder
de hoede van organisatoren geestelijk
leider Joop Stoffelen kwam. Het elftal
van de oud-internationals ondernam in
het jaar 1978 zelfs een historische trip
naar Noord-lerland om de
betrekkingen tussen de katholieken en
protestanten te verbeteren. Wat niet
lukte. Oud-Oranje blijft niettemin een
dankbaar onderwerp. De degelijkheid
laat mij nu al in de steek, want is die
wedstrijd in 1970 toen niet afgelast?
Zo stuit ik op allerlei onzekerheden.
Interview Johan Cruijff, als overzicht
van tien jaar voetbal, meldden de
opdrachtgevers van deze pagina. Ik
mocht 'm in Los Angeles onder handen
nemen.
Cruijff zat op dat moment in
Vinkeveen. Vinkeveen. Mooie
Johan Cruijff,
Ajax-Bayern
München,
een drama i