Schaken
•I
Bridge
Dammen
l
Ï1 -
A.
o
o
o
o
o
o
o
o
o
De draak
De gemene
heks
HET VENUS-SPOOK
O
Mijn droom
SPOOK BARABAS
De heks
Drakula
BART
BAKT
:ie
t
4-
4-
N
W-j-O
z
N
W-;-()
z
N
w^-o
z
sen
ure
m-
ire
LIATROS
1
Ze waren niet meer arm.
NICKY BREEDIJK
JOLANDA DEKKERS
Toen ging hij maar weer naar bed.
MARCO H
WILBERT.
ng
2n,
en
5
m-
FRANK TEER
n-
4»
liesbaar:
7
4
ing
ms
tot
Dat
,an
ior
iet
ïi-
d,
i
Er was eens een heks en een jongen.
Die jongen ging slapen.
De heks zag dat en ging er op af.
Hij nam de jongen mee naar huis.
En gaf hem een vies drankje.
Daar ging je dood van.
Hoewel het meer dan een halve eeuw
geleden is herinner ik mij nog als de dag
van gisteren hoe een oudere student in de
letteren over schaken dacht. „Dat is mij
toch te simpel; alleen aan driedimensio
naal schaken zou ik mij wel willen wij
den”. (Daarbij worden acht borden boven
elkaar geplaatst, zodat bijvoorbeeld een
toren op al ook nog zeven zetten beneden
waarts kan doen).
Onnodig te zeggen, dat onze student
volstrekt niets begreep van ook maar de
allereerste beginselen van ons spel en in
iedere club laatste zou worden.
Toen kwam er een heks binnen.
Ze pakte de twee jongens en stopte
ze in een kist en zei: „Daar zijn jullie
mooi ingelopen. Jullie gaan in de
drank om mensen te doden".
A
A
A
A
4
4
Mam helpt.
Zij doet het deeg in het vet.
Dan komen er bollen uit.
Bart mag roeren van mam.
Hij roert heel lang.
Dan wordt het deeg glad.
Die lust Bart graag.
Hij eet er één op.
Dat mag van mam.
De bol is nog warm.
Dat is erg lekker.
7 6 5 2
H 6 2
B 6 3
H V 3
Ik droomde dat ik in een heel groot
bos liep.
Ope.ens hoorde ik „au” roepen.
Ik keek om mij heen, maar zag
niets.
Toen begon een boom tegen mij te
praten.
Ik schrok ervan.
Die boom zei tegen mij: „Kijk uit.
loop niet verder”.
Verder zei hij niets.
Ik dacht: „Nou ja” en liep door.
Toen werd ik gegrepen.
Een heks pakte mij en deed me in
een grote kuil.
Ik kwam er niet meer uit.
Toen schrok ik wakker.
’ijn
ige
or-
ille
jat
inl
iet
er-
Flipje is een jongetje uit Bagdad.
Op een dag was Flipje heel stout en
kreeg een harde klap en moest naar
bed.
Flipje wou weg en ging dan ook.
Hij nam een giftig drankje mee.
Hij ging naar de gevaarlijke grot
van Bagdad.
Daar woonde een draak.
De grot was in het bos, dus Flipje
ging richting bos.
Hij ging het bos in en stond ineens
voor de grot.
Flipje zag iets groens, hij sloop
zachtjes door de grot.
Hij ging naar een hoekje.
Net op tijd zat hij daar, want de
draak werd wakker en ging het bos
in om eten te zoeken.
De draak ging naar de waterplas.
Flipje ging ook eten zoeken.
Hij hep ook naar de waterplas en
gooide het flesje leeg.
De draak begon te drinken en viel
met een plof neer.
Toen was Flipje van de draak af.
PIERRE BERNAARDS
H B 9
V B 5 4
4 geen
4. geen
8 3
10 8
geen
B 9 8
in-
el-
lat
sa-
ifd-
er-
es-
en
In diagram 1 zien wij een randpion aan
het werk. Om redenen, welke wij vorige
week reeds schetsten, is die in het alge
meen het sterkst tegen een paard; goed
om te weten.
A. Wit aan zet wint gemakkelijk met 1.
Pe4-d6! Pc8-e7. Het paard mag niet geno
men worden en 1Pb6 faalt op 2. Kb7.
2. Kb8-b7 Vooral niet 2. a7? Pc6+ en
Pa7:. 2Pe7-c6, 3. Pd6-c4 Dreigt
Pe5t. 3. Pc6-d8t 4. Kb7-b6 Pd8-e6, 5.
a6-a7 Pe6-c7, 6. Kb6-b7 en zowel op Pa8
als op Kd8 wint 7. Pb6.
B. Zwart aan zet. Van de diverse varian
ten laten wij u er twee zien. In variant a.
komt het afsluitmotief aan de orde, speci
fiek voor de randpion. a. 1Pc8-b6, 2.
a6-a7 Nu is het paard blijvend gebon
den. 2Kd7-c6. Belet Kb7, 3. Pe4-f6
Pb6-a8! Gebaseerd op het afsluitmotief:
na 4. Ka8:? Kc7! kon wit met paard en
pion vóór niet meer winnen. Een paard
kan nl. nooit een tempo winnen, resp.
verliezen. Ook gegevens om te onthouden!
4. Pf6-d5! Nu kan het zwarte paard er
niet meer uit. Zwart moet met het opsluit-
motief blijven werken. 4. Kc6-d7, 5.
Kb8-b7 Kd7-d8. Probeert u eens zelf de
winnende zet te vinden! 6. Pd5-f4! Kd8-d7.
Of 6Pc7, 7. Pe6t enz. 7. Pf4-e6! en
wint, omdat zwart het opsluitingsmotief
moet prijsgeven, bijvoorbeeld 7Ke6:
Ka8: enz.
b. 1Pc8-e7. Belet 2. a7 Pc6t. 2. Pe4-
c5t Kd7-d6, 3. Pc5-b7t Kd6-d7. De zwarte
koning mag nooit naar c6 wegens a7. 4.
Het was een mooie dag.
De familie Barebas zat in het kasteel.
Spookje Barebas was jarig en ze vierden het tot de avond.
Spook Barebas wilde drinken, maar dat mocht niet, want hij moest naar
bed.
Toen hij in bed lag, dacht hij aan drinken en hij sloop naar de kelder.
Daar draaide hij de kraan om en Plats!
Spookje Barebas zat helemaal onder de wijn.
Hij ging naar zijn moeder, die was gelukkig niet kwaad.
911
ld
In de zevende ronde kwam Petra Pol
man toch in flinke moeilijkheden tegen de
ervaren Michailovskaja. Nadat onze land
genote een flankcentrumaanval van de
Russin had afgeslagen, ontstond de stand
van diagram 1, waarin door beiden de
juiste zetten werden gevonden en Petra
met wit nog net de weg naar remise vond.
Michailovskaja vervolgde met 40 7-
11! (na het sterk lijkende 9-14 om 38-32 te
verhinderen volgt 41. 35-30! 24x35. 42. 33-
29 en zwart moet wel 23-28 spelen met
uitstekende stand voor wit na 26-21 16x27
31x33). 41. 38-32 11-17, 42. 32-27 6-11 wit
lijkt in moeilijkheden maar redt zich (zo
als ze al enige zetten zag aankomen) door
43. 35-30 24x35, 44. 33-29 23-28, 45. 27-21
16x27, 46. 31x33 Michailovskaja maakt
echter duidelijk dat de problemen voor
wit nog niet voorbij zijn: 17-22, (verhindert
het sterke 33-28 39-33), 47. 36-31 13-18, 48.
31-27 22x31, 49. 26x37 18-22! 50. 37-32! 9-14,
51. 32-28! forceert fraai de remise door
deze weinig voor de hand liggende zet;
immers de hele witte linkervleugel ligt nu
open. 11-17,,52. 28-23! 19x28, 53. 29-24 28-
32, 54. 24-19! de zekerste weg omdat wit na
24-20 14-19, 55. 20-15 32-37, 56. 15-10 37-41
In de vijfde ronde won Petra combina-
tief van de Belgische Yvonne Hupez: 1. 32-
28 19-23, 2. 28x19 14x23, 3. 37-32 10-14,4.41-
37 5-10, 5. 34-30 14-19, 6. 30-25 10-14, 7. 33-28
16-21, 8. 31-27 21-26, 9. 37-31 26x37, 10.
42x31 20-24,11. 47-42 11-16,12. 27-22 18x27,
13. 31x11 6x17, 14. 39-33 17-21, 15. 44-39?
waarna toch wel enigszins verrassend
dam volgt door 21-27, 16. 32x21 23x32, 17.
38x27 14-20,18.25x2312-17,19.21x127x47.
In de volgende ronde verspeelde Mi
chailovskaja haar kansen door van Lenie
Geurts te verliezen na een sterk gespeelde
opening waarin ze de Nederlandse kampi
oene bijna overspeeld had. In de stand
van diagram 2 speelde ze 37-32, waarna
het venijnige 14-20, 25x23 24-30, 34x25 15-
20, 25x14 10x46 volgde.
Van 8 tot 20 december werd in Sneek
gedamd om de wereldtitel dammen voor
dames. Voor Nederland namen deel vijf
voudig kampioene van Nederland Barba
ra Graas, de kampioene van dit jaar Lenie
Geurts en de 16-jarige Petra Polman, die
de laatste tijd sterk naar voren komt en op
het moment dat deze rubriek geschreven
werd de eerste plaats in het WK-toernooi
bezette, tezamen met de Russin Sotsjnen-
ko. Eén punt voor op de pas 15-jarige
Russin Altsjoel. Tegenvallers' deze keer
zijn in de eerste plaats de Russin Elena
Michailovskaja. die tot nu toe in alle ge
houden toernooien de wereldtitel voor
zich opeiste (5 maal), maar nu plotseling
zelfs niet eens een plaats bij de eerste vier
bereikte. In de tweede plaats valt ook de
Zaandamse Barbara Graas tegen. De ke
ren dat zij tot nog toe aan het dames-WK
deelnam, bereikte ze steeds een plaats bij
Veel vreemder is, dat vaak ook ervaren,
goede schakers de complicaties' op het
schaakbord onderschatten. Een treffend
voorbeeld was het wonderlijke eindspel
van Timman tegen Velimirovic te Rio. Wit
(aan zet): Ke6, Tf3, pion a2. Zwart: Kg8,
I Lb2, pion a3. Enige tijd geleden reeds
zetten wij uiteen, dat deze stelling welis
waar voor wit gewonnen is, maar dat het
grote probleem was of wit wel kon ont-
I snappen aan de regel dat een partij remise
is als 50 zetten lang niets geslagen, resp.
geen pion verplaatst werd. Hoe vaak heb
ben wij toen niet het commentaar ge
hoord, dat de winstvoering vrij snel en
eenvoudig kon zijn. De „deskundigen”
zongen al en toontje lager toen zij hoorden
dat Chéron dit eindspel gebruikt als voor
beeld voor de noodzaak tot wijziging van
de 50-zetten-regel.
En thans heeft Timman zelf aan iedere
twijfel een eind gemaakt. In het jongste
„Schaak Bulletin” wijdt hij 8 pagina’s
analyses aan de kritieke stand. Zo „sim
pel” zal het dus wel niet zijn!
Een enkel interessant aspect uit zijn
betoog. Velimirovic dacht dat de stelling
remise was en stevende er dus blijkbaar
bewust op af. Chéron onderstreepte in
zijn eindspelhandboek de lengte der
winstvoering, terwijl Timman en zijn se
condant Andersson juist naar inkorting
daarvan op zoek moesten. Voor details zie
S.B. 144. I
En thans de „études” voor het verkrij
gen van een beter inzicht in de praktische
behandeling van paardeindspelen, reeds
vorige week kort vermeld.
Diagram 1. Wit aan zet wint gemakke
lijk. Met zwart aan zet is het veel moei-
lijker.
Diagram 2. Zwart aan zet forceert remi
se; wit aan zet wint.
Het is duidelijk dat vakkennis terzake
zeer belangrijk is voor de praktische par
tij. Het probleem voor de speler met de
pluspion is steeds dat de andere zijn
paard offert tegen de laatste pion. Al
spelend dient men te kunnen beoordelen
of vele zetten later de ondersteunende
Pluspion al dan niet wint.
mochten hebben.
Snel renden ze naar boven.
Ze zagen een oud huisje en gingen
naar binnen.
Maar er waren geen cadeaus.
Maar de.jongens hadden een mes en
sneden het slot open en pakten haar
toverstok.
Er was eens een oud kasteel. Daar
woonde een man, die heette drakula'.
Hij at bloed en niemand durfde in
het kasteel te komen.
En als je erin ging, kwam je er nooit
meer uit, want hij at je op.
Hij sliep in een doodskist, maar dan
niet ’s nachts maar overdag.
’s Nachts ging hij op een keer naar
een bos, want daar was veel wild.
En op die zelfde nacht ging ook een
jongen het kasteel in.
Maar op dat moment zag hij
Drakula en ging hem volgen.
De poort was open toen de jongen
naar binnen ging.
De jongen had een spuit bij zich.
Drakula had niets in de gaten, de
jongen stond om een hoek.
Toen Drakula eraan kwam, spoot
hij hem in zijn arm en toen werd
Drakula weer normaal.
PIETER JANSEN
Ze toverden haar weg en ze kregen
een prijs van honderd gulden en
kochten mooie kerstcadeaus.
de eerste vier. Nu kwam ze niet verder
dan 8 uit 8.
Opvallend in dit toernooi is naast de
Russin Elena Altsjoel onze landgenote Pe
tra Polman. Petra was eigenlijk reserve
en zou alleen bij een oneven aantal deelne
mers meedoen (volgens de reglementen
van de we.elddambond).
Toen bij “het begin van het toernooi
bleek dat slechts 8 van de verwachte 11
speelsters aanwezig waren, werd ze niet
als deelneemster geaccepteerd. Hierop
volgden felle protesten van de Huissense
aanhang, waarop het organisatiecomité
de aanvechtbare beslissing nam Petra
toch tot de wereldtitelstrijd toe te laten.
De voornaamste reden voor het protest
was dat de organisatoren de fout hadden
gemaakt in alle officiële publikaties die
aan dit toernooi voorafgingen Petra Dol
man als deelneemster op te voeren, en
nergens melding te maken van het feit dat
ze eigenlijk slechts reserve was, zodat bij
iedereen, Petra incluis, op het laatst de
mening heerste dat ze meedeed. Een te
recht protest dus. Maar nu over naar het
dammen.
niet direct aam kan halen door 41-47. 54.
14x23, 55. 33-28 22x33, 56. 39x19 32-37,
57. 19-13 37-41, 58. 13-9 41-46, 59. 9-3 17-22,
60. 3-9 22-28, 61. 9-18 met remise.
*H B 9
V B
10 4
4. 10 5 2
Mag ik er nog één, mam?
Nee Bart.
10 9 8 7 6
V B 10 5
geen
4. H B 10
A V 10
V A 9 7 2
4 A H V 9 8 7
4. geen
ê=:V<
7 6 5 2
V H 6 2
4 geen
4. geen
Het Venus-spook werd zo genoemd omdat het even groot als Venus was.
Vier jaar geleden is hij gestorven in India, hij was 599 jaar oud.
Het is het grootste en oudste spook van alle spoken geweest.
Een keer heeft hij een hele grote ramp gebracht.
Hij kon net zo hard lachen als de wind.
Nu je wilt waarschijnlijk wel weten hoe die ramp was.
Op een nacht dacht hij: ik heb zin om eens een hele tijd hard te gaan blazen.
En ja hoor, daar begon het al.
Hij blies zo hard dat de rivieren overliepen.
De dijken konden het niet meer houden en hraken door.
De volgende ochtend stond alles blank.
Zo heeft dat een hele tijd geduurd.
Vooral in’Zeeland was er een grote ramp.
Vele mensen zijn toen verdronken.
Toen het water begon te zakken, werden er een heleboel lijken gevonden.
Na die ramp heeft het Venus-spook zich in een grot in India
teruggetrokken.
83
10 8
52
4. A B 9 8 7 64
B 2
9 3
H V B 10 8 6 2
2
Gooit west schoppen af, dan volgt Sch A
en V, waarna op tafel twee vrije schop
pens overblijven. Zou west harten afgooi
en dan volgt drie maal harten; west aan
slag, die vervolgens in de schoppenvork
moet spelen. En opnieuw de vraag: zou
men niet twijfelen als men een dergelijke
score genoteerd zou zien staan?
T. SCHIPPERHEYN
Pb7-a5 Pe7-c8. Gedwongen, nu wit veld c6
dekt. 5. Pa5-c4 Kd7-d8. En niet 5Pe7,
6. Pe5t en 7. a7. 6. Kb8-b7 Kd8-d7, 7. Pc4-
b6+ en wint: Pb6: 8. Kb6: en 9. a7. Wij
vermeldden verscheidene vertakkingen
niet. Het is echt niet zo eenvoudig.
Ad diagram 2
a. Zwart aan zet maakt remise met 1.
Pe5, 2. d8D Pc6+ enz.
b. Wit aan zet. 1. Ke7-e6 Haalt de
remisewending er uit en streeft naar c7,
waar de witte koning beter staat. Wit moet
voorts zijn paard naderbij brengen. We
noemen slechts één van zwarts beste vari
anten. 1Pf7-d8+ 2. Ke6-d6 Kg7-f6.
Beter dan 2Pb7t 3. Ke7! Vooral niet
3. Kc7? Pc5 en we hebben het spiegelbeeld
van de zojuist vermelde remisewending. 3.
Phl-f2 Pd8-b7+ 4. Kd6-c7 Nu wel
mogelijk omdat na 4Pc5 de pion met
schaak promoveert. 4Kf6-e7, 5. Pf2-
d3 Hierna heeft zwart nog steeds één
zet, omdat 5Ke6 faalt op 6. Pc5+. 5.
Pb7-d8, 6. Pd3-e5 Pd8-e6+ Weer het
enige. 7. Kc7-c8 - Registreer dat deze
positie (drie diagonale velden e6-d7-c8)
haast altijd de beste is voor de aanvallen
de koning, omdat het verdedigende paard
niet spoedig schaak kan geven. 7
Ke7-d6. En niet 7Pd8, 8. Pg6t. Ook
niet 7Kf6 of f8. 8. Pc6 en 9. Pd4! 8.
Pe5-g6 Kd6-c6, 9. Pg6-f4 en wint. Steeds
weer het motief dat het verdedigende
paard uiteindelijk zijn laatste verdedi-
gingsbastion moet verlaten.
Het is niet nodig, zettenreeksen uit het
hoofd te leren en ook niet zinvol, omdat er
eindeloze variaties zijn. Belangrijker zijn
de principes en- de wetenschap dat er met
geduldig en subtiel manoeuvreren vaak
zelfs met nog slechts één pion gewonnen
kan worden.
Maar het allerbelangrijkste is het besef,
hoe moeilijk het schijnbaar eenvoudige
kan Zijn' E. SPANJAARD
vredesnaam mogelïjk zoveel
gaan? Het contract lijkt inderdaad
Nakaarten heeft als regel weinig zin.
Degenen die het doen leren er niets van,
degenen die er naar luisteren nog minder.
Heel gevaarlijk is het nakaarten aan de
hand van het resultaat. Het is nl. onmoge
lijk conclusies te trekken zonder dan men
spel- en biedverloop kent. Hoe is het in
down te
onver-
H 3
H
9 7 5
8 6 5
V 5
8 7 6 4 2
4 3
V 9 4 3
O-W waren beland in 7 SA na een bied
verloop dat niet in aanmerking komt voor
een schoonheidsprijs. Maar west was een
speler van wereldformaat en het contract
lijkt van schokbeton. Op de noordstoel zat
evenwel ook een kampioen en die gooide
uitkomst Ru H voor het aas onder
Sch A zonder enige aarzeling de boer.
West incasseerde Ha A H en stond nu voor
een pijnlijke beslissing. Zou zuid van huis
uit Sch V x x hebben gehad dan is die
vrouw er uit te snijden, maar daartoe zijn
twee entrees op tafel nodig, één om de vrij
schoppen te incasseren. West besloot de
gok te wagen, speelde een kleine klaveren
naar de boer en ging7 down.
Veronderstel nu eens dat een dergelijke
score voorkomt op een scorestaat; zou
men dan niet twijfelen of de kaarten wel
goed in het board zijn gestopt?
En zie dan ter vergelijking dit spel:
Oost opende (N-Z kwetsbaar) met 4 KI,
een preëmptief bod om het de tegenpartij
lastig te maken. Zuid bood 5 KI (sterk),
noord 5 SA (partner, ik heb wel iets, kies
je beste kleur maar op zes-niveau) en zuid
tenslotte 6 Ru.
De klaverstart was voor heer en aas en
getroefd. Twee ronden troef werden ge
volgd door KI V (zuid schoppen wegT en
een klaveren getroefd. Nu volgden de res
terende troeven en op de laatste moest
west afgooien in deze voor hem vervelen
de situatie:
A V
A 9 7 2
V
4. geen
a
mag jij nog een bol.
Het was Kerstmis.
Bart eet na het eten
een olie-bol.
En dan nog één
en nog één.
Lekker he, Bart?
Op de dag voor kerst zaten ze te
huilen.
't Spuigat is een rubriek die
wordt volgeschreven en -getekend
door kinderen van ongeveer tien
tot vijftien jaar. Iedere week worden
één of twee onderwerpen
behandeld, maar je kunt natuurlijk
ook zómaar eens een verhaaltje,
een gedicht of een tekening sturen.
Denk er wel aan, dat tekeningen
met zwarte Inkt of viltstift moeten
worden gemaakt, anders blijft er in
de krant niets van over. Stuur je
reacties naar 't Spuigat, Damiate
Pers, Postbus 507,2003 PA
Haarlem. i
Er waren twee jongetjes van acht
jaar.
Ze waren arm en ze konden geen
kerstcadeaus betalen.
i M!
Toen kwam er een lief olid vrouwtje
naar hen toe.
Ze vroeg waarom ze zo huilden en
de jongens vertelden het.
Toen zei ze d^t op de berg naast het
beukenbos een schuur vol cadeaus
stond en dat zij die allemaal
In de pan gaat meel
en nog wat.