r.T® H H I 3h L.irfO 5 4 MAANDAG 31 IJMOND DECEMBER 1979 )Ot ilÉMWt lit -* A As door Eli Vlessing Verantwoordelijkheid :ch jort oor hte dig zijn nen ■ing ten- eer ing Onwaardig Hulp Huurprijs Sloopstop Coördinator In het begin van de zeventiger jaren stak een groep bewoners van oud-IJmuiden de koppen bij elkaar. Verontrust over de ge ruchten dat het gemeentebestuur van Velsen het voornemen had de wijk te laten bebouwen met flats. Een hoogbouwplan was door de gemeenteraad unaniem aan vaard. De verontruste bewoners lieten zich met raad en daad ter zijde staan door deskundigen. Het wijkcomité oud-IJmuiden was geboren. Het vond in wet houder Carel Ockeloen een taaie tegenstrever die echter over vol doende buigzaamheid bleek te beschikken om zich door de visie van de buurt te laten overtuigen. Het gemeentelijke beleid werd omgebogen; de onheil van de hoogbouw was nog net op tijd gekeerd. - Nieuw-IJmuiden Tussen 9ud~' en Hoe oud-IJmuiden worstelde en niet meer boven kwam !iuii!i.iit!i.i;. .lila Het nieuwe IJmuiden verrijst tegen de achtergrond van een wijk waarvan de bewoners met geen woord mochten meepraten over de toekomst van „hun" woongebied. bestuursverantwoordelijkheid Simone IJben (Stisa) Wethouder C. Ockeloen. Een paar punten uit het program van het college. Plichten die met betrekking tot Oud- IJmuiden niet werden nagekomen. ille ing vat Dat verslag „mijn persoonlijke visie aan de hand van de door mij opgedane ervaringen in oud-IJmuiden” ver dwijnt bij Meijer in de prullemand. (,4e kunt natuurlijk niet alles gaan bewaren. Dan krijg je een stapel...”). Het enige wat Ummels publiekelijk nog wel kwijt wil is dat naar zijn mening wethouder Meijer is overgeleverd aan zijn topambtenaren. „Dat zijn Bodegraven, Kortstee, Steen hoek en Van Wetter. Die komen om de beurt met dit en met dat. Zo blijven dingen liggen”, aldus Ummels in een vraaggesprek met een redactrice van de ze krant. Verwacht mag worden dat in de loop der tachtiger jaren de wijk Oud-IJmuiden zal zijn volgebouwd met nieuwe woningen. Woningen die voor het merendeel niet bewoond zullen worden door autochtone Oud-IJmuidenaren terwijl juist dat uit gangspunt centraal heeft gestaan bij de mensen die deze volkswijk bewoonden en de gemeentelijke overheid daarover heel erg duidelijke toezeggingen heeft gedaan. Het is trouwens niet de enige toezegging, van diezelfde gemeentelijke overheid die, naarmate de tijd vorderde, snel verbleekte. De achterdocht en het gebrek aan vertrouwen in het gemeentelijk apparaat groeiden bij de wijkbewoners. Ze werden gestimuleerd door vergaande beslissingen over de toekomst van de wijk die werden lijke werkgroep in het leven worden ge roepen. Ir. H. A. J. Kortstee, directeur van de dienst Openbare Werken zal als voorzit ter van dat adviesorgaan fungeren. Zijn eerste advies komt al in de publiciteit voordat de werkgroep is geïnstalleerd. „Renoveren is weggegooid geld”, schrijft hij in een brief aan zijn collega van Volkshuisvesting, betreffenden een veel besproken renovatie-proefobjekt van vijf woningen aan de Bloemstraat. genomen zonder de wijkbewoners bij de voorbereiding te betrekken. Suggesties en ideeën vanuit de wijk werden genegeerd. Vragen werden niet of slechts vaag beantwoord. Het Wijkcomité werd een machteloos lichaam tegenover het veel sterker uitgerus te „andersdenkende” gemeentelijke apparaat. Tot de laatste dag van 1979 heeft dat apparaat bij het voorbereiden en uitvoeren van plannen met betrekking tot Oud- IJmuiden volhard in zijn gedragslijn. Een nieuwe donderslag bij heldere he mel is het bericht van de HID (Hoofd- inspecteur-directeur van de provinciale dienst Volkshuisvesting) dat het renova- bouwd. De huurprijs van de woningen daalt tot 435 gulden per maand. Nog éénmaal heeft de stem van het wijkcomité een duidelijke uitwerking. Maar het is wel de laatste keer dat het gemeentebestuur naar die stem zal luiste ren. „Ik weet het en ik weet het voor iedereen”. Meer dan enige andere daad in de daar opvolgende roerige zeventiger jaren, heeft deze beleidsbijstelling het bewijs geleverd dat een evenwichtig samenspel van overheid, burgers en ter zake deskun- JDS veer ook niet aan n te ran >m- ;en en- ran op ele 3U- >de r Y-. kordate wijze van aanpakken verdient het gemeentebestuur een pluim. De neiging om die te geven wordt beduidend minder wanneer men het verloop van de gebeurtenissen rond de renovatie/nieuwbouwproblematiek van Oud-IJmuiden de revue nog eens laat passeren. dige instanties, de garantie vormt voor een resultaat waar alle betrokken partij en zich in kunnen schikken. Dat ver schijnsel kreeg als het begrip „inspraak” een belangrijke plaats in menig overleg- patroon. Helaas niet in de verdere ont wikkelingsfase van oud-IJmuiden. Het verdween met Ockeloen uit de denkwe reld van de gemeentelijke overheid van Velsen. Een eerste „openbaar” gesprek tussen college en wijkcomité vindt plaats op woensdag 18 oktober. Een basis voor een betere samenwerking lijkt geschapen. Het is een manoeuvre van het college die die basis al direct teniet doet. Zonder het wijkcomité daarover te informeren heeft het college een bouwplan ontwik keld voor 116 woningen voor een reeds jarenlang bestaand kaalslaggebied. Het plan is al in het bezit van vijf aannemers. De aanbesteding zal op zeer korte termijn plaats vinden. De ongerustheid van het wijkcomité be treft vooral de te verwachten huurprijs van de 116 te bouwen woningen. Die blij ken te schommelen tussen de 500 en 800 gulden per maand. Met behulp van het LOS (Landelijk Ombudsteam Stadsver nieuwing) wordt wethouder K. W. Bijl die de „job” intussen van Meijer heeft overgenomen onder druk gezet. In de gemeenteraad worden vragen gesteld over de gang van zaken. Plotseling blijkt er toch goedkoper te kunnen worden ge- Die commissie vergadert donderdag 13 december 1979. Moeten de bewoners van het gebied tussen Oranjestraat en President Krugerstraat gehoord worden over de door hen gewenste inspraak bij de vernieuwbouw van hun woonwijk? De commissieleden zijn unaniem van oordeel dat zulks dient te gebeuren. Min of meer tevreden met het eenslui dende oordeel van de commissieleden verlaat een deputatie wijkbewoners rond het middernachtelijk uur van die der tiende december het gemeentehuis. De commissieleden blijven achter. Op dat moment verklaart wethouder Bijl de ver gadering voor gesloten en komt voor de ogen van de verbaasde commissieleden op tafel met... de uitgewerkte vernieuw- bouwplannen voor het gebied tussen Oranjestraat en President Krugerstraat. Raadslid Dirk Kuijper van Progressief Velsen en Elies Maes van D’66 herhalen hun eerder verwoorde eensluidende standpunt. „Een manier van doen een gemeentebestuur onwaardig!” Deze gang van zaken betekent de nekslag voor het Wijkcomité en de werkgroep die zich met de voorbereiding van de wijkbewoners heeft belast. De leden van het Wijkcomité zijn perplex, gedesillusioneerd, beledigd, gekwetst.... verslagen! met het nemen van indivi- tie-proefj>rojekt geen haalbare kaart is. Hij volgt het advies van de directeur van Openbare Werken en adviseert de wonin gen te slopen en voegt daar aan toe dat ook te doen met kwalitatief gelijkwaar dige woningen in de naast omgeving. Het college is al bezig met het voorbereiden van nleuwbouwplannen voor het betref fende gebied als de bewoners over het standpunt van de HID nog niet eens zijn ingelicht. De toezegging van wethouder Bijl be treffende de subsidiemogelijkheid Goed en Goedkoop wordt niet gehonoreerd. Een laatste poging van de welhaast moe gestreden wijkbewoners om enige in spraak te krijgen is een door henzelf op papier gezette nota die als richtlijn zou moeten dienen bij de onderhandelingen waaraan het college nog steeds gehouden is door de uitspraak van de gemeenteraad van 29 juni. De nota wordt door het colle ge niet geaccepteerd. „Aantasting van on ze in het staatsrecht verankerde verant woordelijkheid”, zo luidt ongeveer het ar gument bij de afwijzing. Ds gemeenteraad neemt met de gang van zaken geen genoe gen en vraagt advies aan de commissie V olkshuisvesting. Het Wijkcomité Oud-IJmuiden bestaat voornamelijk uit goedwillende burgers. Op het gebied van de problematiek waar mee ze zich bezig houden beschikken ze over onvoldoende kennis van zaken. Om die reden laten ze zich voorlichten en adviseren door het Landelijk Ombuds team Satdsvemieuwing (LOS). Aanvan kelijk leek het gemeentebestuur van Vel sen nog wel onder de indruk van het inzicht van deze gespecialiseerde instan tie. Maar het respect was van korte duur. Het LOS werd met de Stisa (Stichting Samenlevingsopbouw Velsen) op één lijn gezet met de buurtbewoners. Van in spraak en overleg was nauwelijks sprake. Het ontlokte Adré Thomsen (LOS) op 29 november 1978 de uitspraak aan het adres van het college: „Uw beleid is dan wel niet middeleeuws, maar wel van ver voor de oorlog!” De bemoeiingen van de Stisa liepen in 1977 stuk op het beleid dat opbouwwerker Henk van der Linde van het Wijkcomité eiste. Van der Linde doorzag de strategie van het gemeentebestuur en waarschuw de de leden van het Wijkcomité zich niet te laten „inpakken”. Van der Linde’s opvolger Simone IJben wordt begin 1978 door het wijkcomité gevraagd het herstel van de relatie met het gemeentebestuur te begeleiden. Twee jaar heeft zij zich naar beste kunnen van die taak gekweten. Simone IJben is boos. „Ik vind het een grof schandaal,’, zegt zij, „dat er op het ogenblik hardop wordt gezegd dat het wijkcomité zich zou bedienen van „de terreur van de inspraak”. Zo’n kreet doet iets veronderstellen. Het Wijkcomité oud-IJmuiden heeft zich op geen enkele wijze schuldig ge maakt aan boosaardige of kwaadwillen de acties. Integendeel. Gebruik makend van de duidelijke opdracht die het heeft is altijd getracht door overleg uit de problemen te komen. Wat dit Wijkcomité heeft gedaan, daar neem ik m’n petje voor af. Stapels werk naast een normale dagtaak. Ambtenaren zouden er meer tijd voor nodig hebben gehad. In één jaar tijd zijn in de gemeente Velsen twee Wijkcomités de grond in geboord. Lees punt 10.3 in het collegeprogram. Daar staat toch heel erg duidelijk welke op dracht het college heeft. Voor mij per soonlijk is dat wat hier vertoond is frus trerend. Je gaat je afvragen hoe je andere mensen nog enige hoop kunt geven. Hoe je nog geloofwaardig als opbouwwerk- ster kunt overkomen. Nadat definitief vast stond dat het wijk comité geen schijn van kans meer had om enige invloed uit te oefenen bij de beleids bepaling in de wijk was mijn eerste reac tie... laat ik ergens anders in Nederland maar opnieuw beginnen. We hebben in tern de zaak uitvoerig doorgesproken en ons met moeite op het standpunt gesteld dat we uit deze ervaring maar lering moe ten trekken”. Burgemeester P. J. Molendijk, opvolger van de naar Haarlem vertrokken Ree horst, duikt hoogst persoonlijk in de pro blematiek van oud-IJmuiden. Op 30 juni 1978 brengt hij een bezoek aan de wijk. Hij stelt zich voor dat het college zich „hoogst persoonlijk” met oud-IJmuiden gaat bemoeien. De ambtenaren mogen slechts adviseren. Daartoe zal een ambte- Het aan alle burgers bieden van passende rechtsbescherming en het trachten sociale gerechtigheid tot stand te brengen, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan achtergebleven groepen. Het beleid moet er op gericht zijn de burgers te inspireren daadwerkelijk aan de beleidsvorming deel te nemen. Het beleid dient doorzichtig te zijn. De gemeente betrekt, door inspraakmogelijkheden optimaal te benutten, zoveel mogelijk burgers bij ontwerpen en voorstellen m.b.t. het welzijn van woon- en leefgemeenschap. ggggj?* De gemeenteraad wil duidelijke uitspra ken van het college en even duidelijke plannen. Het college komt met een zoge noemde Voortgangsnota. Volgens het wijkcomité een stuk dat de zo lang gewen ste duidt lijkht id nit t vt rschaft. Wethouder Bijl wordt door een sper vuur van vrage n van raadsle de n ove rrom- peld. Hij weigert in te gaan op de naar zijn mening te detaillistische vragen. Het is dan 29 juni 1979. De raad stemt in met hetgeen in de voortgangsnota wordt be pleit onder voorwaarde dat het college nu eerst met het wijkcomité aan tafel gaat zitten en het resultaat van dat onderhoud ter goedkeuring aan de raad wordt voor gelegd. Wethouder Bijl zegt geen moeite te hebben met het toezeggen van de door de bewoners gewenste subsidieregeling „Goed en Goedkoop” voor al de nog te bouwen woningen na het projekt van „116” waar er intussen „21” zijn aange breid. De afsluiting der zeventiger jaren lijkt een passende gelegenheid om een moment stil te staan bij de loop der gebeurtenissen. Tussen de eerste vergaderingen van het Wijkcomité Oud-IJmuiden die druk werden bezocht en de laatste waarvoor de belangstelling daalde tot nihil. Van wethouder C. Ockeloen tot en met wethouder K. W. Bijl, waarvan laatstgenoemde datgene tot zijn devies maakte wat eerstgenoemde openlijk veroordeelde; „Ik weet het en ik weet het voor iedereen”. en spreken hun voorkeur uit voor een onafhankelijke functionaris op die post. Het wordt een stadhuisambtenaar. Zijn naam is Bert Ummels. Binnen een jaar blijkt dat de man inderdaad onvoldoende ruimte heeft om vrijuit te kunnen functio neren. Duidelijk teleurgesteld stapt hij op. Aanvaardt een betrekking in Waalwijk. Over zijn bevindingen brengt hij schrifte lijk verslag uit aan wethouder J. W. Meijer. Het pleit voor Carel Ockeloen dat hij het oor leende aan degenen die protesteerden tegen zijn beleid. Hij wist zich bij de uitvoering van zijn beleid gesteund door de reeds genoemde unanieme raadsuit- spraak. Het wijkcomité oud-IJmuiden slaagde er echter in voldoende argumen ten op tafel te brengen die hem overtuig den van het heilloze resultaat van dat beleid. Op 10 mei 1973 werd de nota „Bestem mingsplan Sluiswijk IJmuiden” aan colle ge en raad aangeboden. Meer dan twee honderd bewoners namen deel aan een door het wijkcomité georganiseerde en quête. Ruim de helft liet weten in de buurt te willen blijven wonen. Uit een bulletin van de werkgroep Sanering en Renovatie Noord-Holland bleek dat geen enkele wo ning in oud-IJmuiden dusdanige gebre ken vertoonde dat op grond van een an dersluidende veronderstelling door kon worden gegaan met afbraak. Burgemees ter J. Reehorst kondigde een sloopstop af. Wethouder Carel Ockeloen accepteerde in 1974 de uitnodiging om in Galerie ’t Hart in oud-IJmuiden de tentoonstelling „Wat gebeurt er met oud-IJmuiden?” te openen. Bij die gelegenheid merkte hij op: „Discussie is een uitwisseling van gedach ten. Het is geen wedstrijd in machtver- toon, geen wedstrijd in intimidatie waar bij hij probeert te winnen die het hardste schreeuwt. Behalve praten veronderstelt discussie ook de bereidheid tot luisteren. Zo’n discussie moet leiden tot een verant woorde besluitvorming. Zij, die de verant woording dragen moeten een besluit dur ven nemen en moeten bereid zijn in het openbaar verantwoording af te leggen, want het gaat om grote belangen van een grote groep medeburgers. Wij kunnen het in deze tijd niet accepteren dat iemand, of dat nou een lid is van het gemeentebe stuur of een leider van een actiegroep, kan zeggen: „Ik weet het en ik weet het voor» iedereen”. Ondanks deze openhartige verklaring bleef het wijkcomité „op zijn hoede”. Het bestemmingsplan dat voorzag in hoog bouw was dan wel „stopgezet” maar de in het vooruitzicht gestelde aanpassing aan de wensen van de wijkbewoners bleef uit. Die wijkbewoners zaten te wachten op initiatieven van het gemeentebestuur. Een protestbrief vanuit de wijk geschreven naar aanleiding van de onaangekondigde sloop van een woning had een wel zeer verrassend effect. Ockeloen verklaarde dat de gemeente al geruime tijd een nieu we opzet voor bebouwing van de wijk gereed had. De wethouder suggereerde dat gemeente en wijkcomité langs elkaar hadden gewerkt. Omdat de gemeentelijke ontboezeming wat opvallend snel achter de protestbrief kwam nam het wijkcomité een wantrouwende houding aan. Kort daarna ging Ockeloen als burgemeester naar Temeuzen. Het wantrouwen bleef. Opmerkelijk in de ontwikkelingen van de daarop volgende jaren is dat er van de zijde van de gemeente geen lering is ge trokken uit het zojuist geschetste voorval. In de relatie met het wijkcomité ging het college te vaak „op zijn strepen staan”. De buurtbewoners werden van tijd tot tijd verrast door planontwikkelingen die al in een dermate vergevorderd stadium waren dat over „inspraak” nauwelijks nog viel te denken. Het door Ockeloen verfoeide „Ik weet het en ik weet het voor iedereen” werd in de ogen van de wijkbewoners Initiatieven vanuit wijken en buurten om tot oprichting van wijk— of buurt— commissies te komen worden aangemoedigd. Bij nieuw- en vernieuwbouw van woningen en bedrijfsruimten geldt: a. de gemeente de burgers zo veel mogelijk met technisch advies terzijde staat, opdat een zo goed mogelijke kwaliteit wordt bereikt; b. er wordt gezorgd voor voldoende informatie op het terrein van bestaande subsidies, verordeningen en regelingen; )OK jaar ifge- ■ing- •wijl naar ie is che- r te mor naar fini- roor it in pan ing- nen- ;iefs naai irui- feit Bij het overschrijden van de drempel van de zeventiger naar de tachtiger jaren, neemt Velsen afscheid van „Oud-IJmuiden”. Alle vraagtekens die er met betrekking tot de toekomst van deze kaalslag-renovatiewijk rond het begin der zeventiger jaren bestonden zijn nagenoeg verdwenen. Momenteel wordt het kaalslaggebied tussen Kanaalstraat en Oranjestraat gevuld met „114+21” woningen. Als die bouw is voltooid wordt „in aansluiting” een begin gemaakt met de bouw van 37 soortgelijke huizen in het middengebied tussen President Krugerstraat en Oranjestraat. Over de laatste fase renovatie/nieuwbouw tussen Wilhelminakade en Oranjestraat is officieel nog niets bekend. Er is alle reden om te veronderstellen dat het gemeentebestuur van Velsen bij de voltooiing van de rehabilitatie van de wijk dezelfde voortvarendheid aan de dag zal leggen als die welke gedurende de afgelopen jaren is ten toon gespreid. Een voortvarendheid die in schrille tegenstelling staat tot het al te trage tempo waarmee die rehabilitatie aan het begin van de zeventiger jaren van start ging. Voor de en niet in die van hen alleen een wapen spreuk waarmee het college in oud-IJmui den „ten strijde trok”. Dit blad, dat de ontwikkelingen in de wijk van meet af aan nauwlettend heeft gevolgd signaleert op 15 april 1976: „Er zit schot in de plannen voor oud-IJmuiden. In goede harmonie hebben de bewoners, de gemeente en het architektenbureau Peters en Boogers, vier schetsplannen op gesteld die de handleiding zullen gaan vormen voor het uiteindelijke schetsplan. En als het aan wethouder Carel Ockeloen ligt, gaat nog voor het eind van het jaar de schop in de grond om het uniek tot stand gekomen plan voor oud-IJmuiden te ver wezenlijken”. Nog geen jaar later, 21 januari 1977: „De gemeente Velsen en het Wijkcomité oud- IJmuiden gaan samen nieuwe spelregels opstellen om tot een goede samenwerking te komen bij de inspraak. Dat is het resul taat van een gesprek tussen Ockeloen’s opvolger wethouder J. W. Meijer en het Wijkcomité. Bij deze laatste groep heerste enige wrevel, omdat men vond dat de eigen inbreng in de plannen voor oud- IJmuiden niet voldoende naar voren kwam. „In de werkbesprekingen zitten we als drie of vier mensen van het wijkcomité tegenover veertien, vijftien ambtenaren. We verdrinken er gewoon in”, aldus secre taresse mevrouw Groen. Een maand later is de benoeming van een coördinator voor de wijk een nieuwe bron van ongenoegen. De gemeente acht dat een baantje voor een stadhuisambte naar. De leden van het wijkcomité zien daarin een verlengstuk van de wethouder Waar de betrokkenheid in het mede dragen van t vorm krijgt kan o.a. worden gedacht aan art. 61-cies. De gemeente voert een actief voorlichtingsbeleid. Op eigen initiatief wordt de nodige informatie verschaft. In stadsvernieuwingswijken wordt vroegtijdig gestart initiatieven ten aanzien van wijk en/of buurtvertegenwoordiging, duele begeleiding en deskundige voorlichting. 3.5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 5