Nieuwe stad dient zich aan Na afbraak in de jaren zeventig J I i TT 7 IJMOND MAANDAG 31 DECEMBER 1979 (DOOR HINKE JONGEBLOED) ALS VANOUDS STIMULANS ZELFBEWUST NIEUWE STAD UITDAGING 6 ANDERS KEERPUNT Hef beeld van de zeventiger /aren: afbraak en kaalslag Beverwijk zelfbewust naar de jaren tachtig :rtig- jmst een n en ven. and. nis □e- lis- BEVERWIJK. Op de grens van de zeventiger naar de tachtiger jaren manifes teert zich vooral in Beverwijk een duidelijke kentering. Niet dat zich van de ene dag op de andere opzienbarende ontwikkelingen voordoen, maar over een ruimer tijdsbestek bekeken valt er een opvallende mentaliteitsverandering waar te nemen. Een gaaf voorbeeld van een stedebouw- kundig geslaagde renovatie: de driesprong bij de Grote Houtweg. Sloop, verval, verpaupering waren de wachtwoorden in de zeventiger jaren. van de eerste al zijn betrokken. Einde lijk die nieuwe „Lichtboei” en op de grens van Beverwijk zit de buurgemeen te Heemskerk ook niet stil. Tweehon- derdvierendertig flats voor kleine of in complete gezinnen in aanbouw bij het station, een paar honderd woningen in aanbouw, deels al bewoond, in Meeres- tein; samen met Beverwijk grotendeels al gerealiseerd de nieuwe wijk Wester- tuinen; op Heemskerks grondgebied, maar op de uiterste grens over enkele dagen de ingebruikneming van het nieu we belastingkantoor; naast de nieuwe scholengemeenschap „De Blinkert” in In tegenstelling tot de flats op de achter grond, komt bij de Beneluxlaan een modern complex woningen tot stand in een levendi ge, gevarieerde bouwstijl met veel verschil lende woningtypen in één, twee en meerde re bouwlagen. ■ir Spectaculaire bouw in Wijk aan Zee: zestien appartementen, tegen de sterk hel lende duinen op. aanbouw het grote scholencomplex van het Berlingh College. volle luister kunnen tonen, de parallel wegen geheel gereconstrueerd tot voet gangersgebied, bestemd voor „recrea tief winkelen”. De belangrijkste zijstra ten zijn door al die ontwikkelingen ook tot „nieuw leven” gewekt. Wat in de zeventiger jaren nog een advertentiekreet leek, namelijk Bever wijk als regionaal koopcentrum, lijkt in de tachtiger jaren een nieuwe werkelijk heid te worden. De gemeenteraad is in die zeventiger jaren geheel teruggekomen op de aan vankelijke ideeën van grootschalige winkel- en kantoorbebouwing. AUes is nu gericht op „de menselijke maat”, leefbaar wonen in de stad, woonerven, hofjes, huiselijk gezegd op „knus wo nen”, op loopafstand van een aantrek kelijk centrum. Als we zo globaal bezien, wat er in die zeventiger jaren kon gebeuren, dan kan er in de komende tachtiger jaren veel van al die ideeën gerealiseerd zijn, want in Beverwijk lijkt men geen moeite meer te hebben met de nieuwigheden van de zeventiger jaren, zoals verplichte in spraakprocedures. Dat wordt in die ge meente niet meer beschouwd als „een noodzakelijk kwaad”. Druk is het weer geworden in die van oudsher zo bekende, maar in de zeventi ger jaren wat tanende Breestraat Hal verwege 1980 al zal die Breestraat zich in In dit volstrekt willekeurige en niet complete overzicht hebben we het ook alleen nog maar over bouwaktiviteiten. Op sociaal, cultureel en maatschappe lijk terrein lijkt er ook van een „ople ving” sprake te zijn. De ene ontwikke ling stimuleert de andere. In de bouw sector is dat overal aantoonbaar. Waar in de omgeving iets tot stand is gekomen wordt een soort „uitstraling” merkbaar. In de omgeving van nieuwbouw of reno vatie gaan mensen particulier hun hui zen verbouwen en opknappen, de tuinen krijgen weer aandacht. Men krijgt weer plezier in z’n omgeving. Geen uitdaging lijkt echter op het ogenblik in Beverwijk te groot en dat brengt ons terug op het uitgangspunt van dit verhaal: het verschil tussen het begin van de zeventiger jaren en het begin van de tachtiger jaren in Bever wijk. Het lijkt een mentaliteitsverschil te zijn. De Beverwijker zag het rond 1970 niet meer zo zitten. Elk plan leek de mist in te gaan. Het verval was erbarmelijk, het gekanker vierde hoogtij, nostalgisch werd er naar het verleden gekeken, „hui lend” werden iepen aan de Breestraat gekapt, honend werd er met de vinger naar het gemeentebestuur gewezen. Werd in de zeventiger jaren, naar het scheen, alles tegelijk afgebroken en ge sloopt, thans, aan het begin van de tachtiger jaren, is de opbouw van een nieuwe stad in volle gang. Voor een groot deel van de opgesomde aktiviteiten in de tachtiger jaren liggen de plannen al klaar. De grote uitdagin gen zitten nog in de complexe stadsver nieuwing in het centrum, maar dat is een kwestie van nader uitwerken. Wat voor lopig nog een grote puzzel zal blijven is hoe men in Beverwijk een goede verbin ding tot stand moet brengen tussen de „meubelboulevard” aan de ene zijde van station en spoorlijn en het Stationsplein en het stadscentrum aan de andere zijde. Voor de Parallelweg bestaan nog plan nen voor een hotel en een handelscen- trum Hoe krijg je nu dat grote kopende publiek van de meubelzaken naar de Breestraat en omgeving? Op langere termijn dient de bebou wing ten oosten van de Rijksweg 9 zich nog aan met ook al die verbindingspro- blematiek. eden ■oort- eder- goed 1 op- :vrije ikere drie rzor- maat e zo- izen- iren. toe- Op het nippertje nog in 1979 is immers het bouwplan voor 92 woningwetwonin gen aan de Munnikenweg „gered”. Die woningen waren veel te duur om in aanmerking te komen voor een goedkeu ring door het ministerie. Maar wat zei men in Den Haag? „Die inspraak is daar zo goed gegaan, dat we de mensen die bij die inspraak betrokken waren nu na al die jaren niet meer kunnen teleurstellen. Bouw maar, Beverwijk, maar loop ons nooit meer met zo’n projekt voor de voeten.” s die j dis ken. zijn inkt naar noe- i het en i de leef- van Het- dri- hij ?ola che ta- isla- Zes Een de 'iet- lam ge- □jn «ft en en de in ran de eci- net les ion, iili- ten net en. ren tal. dt, Uj- ?er de Even terug naar het begin van de zeventiger jaren: het gemeentebestuur strooide kwistig met folders, boekjes en brochures, die titels kregen als „Stad in steigers”, „Stad in opbouw”. Onder de dreigende druk van de samen te voegen IJmondgemeenten werd gezwaaid met indrukwekkende plannen voor stadsver nieuwing met torenhoge kantorenflats die de Wijkertoren in het centrum naar de spits zouden steken. Hoe anders gaat Beverwijk de tachti ger jaren in! We doen zo hier en daar maar een greep: binnen afzienbare tijd een nieuw politiebureau aan de Laan der Nederlanden. Net in gebruik geno men een nieuw bioscoopcomplex aan de Breestraat, de totale stadsvernieuwing in het centrum, honderd woningen in aanbouw langs de Beneluxlaan, waar- Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Hoogovens heeft de bouw aangekondigd van driehonderd woningen langs de Spoorsingel. Laten we even in Wijk aan Zee gaan kijken. Op een zeer merkwaar dige wijze worden daar tegen de hellen de duinen zestien koop-appartementen gebouwd. Als in de nog te ontwikkelen wijk van Heemskerk „De Waterakkers” het nieuwe verpleegtehuis „Heemswijk” gereed is gekomen kan tegenover de kerk in Wijk aan Zee het oude „Zee- vanc” worden gesloopt. Voor de tachti ger jaren liggen de plannen klaar voor een nieuw woonwijkje bij die kerk. Naast Zeevanc is nu de „nieuwe hoek” in aanbouw op de plaats van de groten deels verbrande bistro. Nieuwbouw is er in de tachtiger jaren te verwachten op de plaats van het totaal afgebrande hotel Trio. Terug naar Beverwijk. We hebben het nog niet gehad over de invulling van het recreatieplan „Overbos”, dat een verbin ding zal moeten leggen tussen de nieuwe wijken en het stadscentrum. En nu? Een rechtgeaarde Beverwij ker blijft kankeren. Maar hij gelooft weer in zijn stad die weer toekomst heeft; die weer gezellig wordt; waar weer te wonen valt; waar we straks weer „even een Breestraatje doen” en waar die oude Wijkertoren niet meer zal uitrijzen boven de puinhopen en de af braakpanden van een vervallen stad, maar die zich weer fier zal verheffen boven het nieuwe Beverwijk dat van daag zelfbewust de tachtiger jaren Ingaat. Als we nu de tunnel uitkomen knalt het oranje van het eerste meubelpaleis ons in het oog en dan volgt met veel vlagvertoon zover het oog reikt nog een reeks meubelgiganten, die de „meubel boulevard” en daarmee Beverwijk al een landelijke reputatie hebben opgele verd. Meteen rechts is het tamelijk onher bergzame land rond haven en veiling veranderd in een industrieterrein van allure, met aan het einde een sport- en recreatiecomplex dat er wezen mag en dat wellicht nog in de tachtiger jaren een overloop zal krijgen in het Aagtenbos, op de plaats van de inmiddels gesloten vuilnisstortplaats. Linksaf het tunneltje door is in verge lijking met het begin van de zeventiger jaren tegenover het station ook zo onge veer alles veranderd. Daar verrezen de hoge flatgebouwen Wjjckermolen en Wijckerstaete. Was men verder langs de spoorlijn gereden dan staat daar het pas in gebruik genomen flatcomplex aan de Koude Hom en vanaf dat punt krijgt men al een goed zicht op de in de zeventi ger jaren verrezen Beverhof, het overdekte winkelcomplex met de witte daken: oogverblindend, zij het in de ne gatieve betekenis. Maar het gaf wel een nieuwe impuls aan het Breestraat-win- kelgebeuren. Terug nog even naar het Stationsplein, waar hotel Ter Burg en Bellevue als oude vertrouwde pleisterplaatsen ver dwenen en nu bank- en flatgebouwen het nieuwe gezicht van Beverwijk en de entree van de Breestraat bepalen. Daar bij het nieuwe bejaardencomplex „Nieuw Akerendam”. In de Breestraat zagen na de komst van de Beverhof grote bedrijven met een regionale aantrekkingskracht als Hema en Peek Cloppenburg weer brood en die gaven op zich weer een nieuwe im puls aan de gezeten middenstand, die verbouwde en vernieuwde. Alle wapengekletter vermocht de be volking nauwelijks te beroeren, want het papier is geduldig, maar de burger niet Opvallend in die zeventiger jaren was, dat een Beverwijker niet meer trots was op z’n stad. „Afbraak, puinhoop, krot ten”, waren zijn trefwoorden. Overal verpaupering, braakliggende terreinen, stedebouwkundige vergissingen. De Breestraat teerde op oude glorie. Van vernieuwing was geen sprake. Ja, op papier... De HEMA moest in die jaren kiezen tussen LJmuiden of Beverwijk. De keuze viel op LJmuiden, want Beverwijk bood geen toekomst, zo luidde de uitkomst van een marktonderzoek. Nog onlangs, bij de viering van het vijfentwintigjarig bestaan van het Pius X College, konden we lezen dat die eer ste middelbare school vooral werd ge sticht omdat Beverwijk behoefte had aan middenkader. In de zeventiger jaren trok veel van dat middenkader weg, naar Heemskerk, Driehuis, Santpoort, Castricum. De Velsertunnel uitkomend richting Beverwijk was het land ter weerszijden van de weg leeg. Links was er alleen het Alpha-moteL dat later moest sluiten. Wat had Beverwijk nog voor aantrekkings kracht? Een stad om voorbij te rijden. Het ontmoetingcentrum „De Nieuwe Slof' in 1970 nog een wensdroom in in 1980 al weer aan uitbreiding toe. De daarnaast verrezen centrale openbare bibliotheek is een voorziening van de eerste orde. In dezelfde omgeving aan de Peperstraat is het gloednieuwe verzorgingstehuis voor bejaarden met een aantal bejaardenhuisjes in aan bouw. Woningbouwplannen bestaan er verder nog voor die Peperstraat. In de omgeving van de Wijkertoren wordt een geheel nieuw stadsplan gerealiseerd. De renovatie van bestaande panden heeft al tot verrassende effekten geleid. Binnen het stadsuitbreidingsgebied bevinden zich ook de uitgestrekte terreinen van de Pedagogische Akademie, de voormalige bisschoppelijke kweekschool, die daar niet gevestigd blijft. De ruimte kan wor den benut voor de stadsuitbreiding.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1979 | | pagina 7