Ard Schenk
blijft knokker
L
H
1
m GOUDEN COACH VAN VERENIGDE STATEN
door Ad van Kaam
laam
>eiers
r
vraag
er,
e van
en
lega's
ding
n-
Discipline
Hing
funk-
.EAO-
alseen
d.
istra-
jaar is
vi-
en
Midden in het hart van Londen, pal gelegen aan de belangrijkste winkelstraat Oxford Street en schuin
tegenover het British Museum, verheft zich een betonblok van meer dan twintig verdiepingen. Het
opschrift van deze gigantische klomp van steen en glas geeft aan dat het hier om een hotel gaat. Het Y-
hotel lichten de reflecterende neonletters toe. In de hal neemt een stenen kop je van top tot teen op. Het
blijkt een afgietsel te zijn van de oprichter van de Young Man’s Christian Association, de YMCA. Een
Amerikaan in Londen. Hij is al bijna een eeuw dood.
Goud in Montreal
Fameuze profs
B van basketbal-sterren
(Curacao
coach van UNC staat bekend als een defensiespecialist.
36-
de
19e
momenteel
op
Ard Schenk
(Yonagor) een dunk zo hard door de
ring, dat deze naar beneden komt,
een gapend gat in het bord
achterlatend. Het wordt muisstil
rondom de bleek geworden
„boosdoener”, hoewel de situatie
ronduit komisch is en in een vol
stadion ongetwijfeld een
oorverdovend applaus Yonagors
deel zou zijn geweest. Iedereen kijkt
om naar Smith, wat doet de grote
man? Hij grijnstDan is het in
orde, er mag gelachen worden.
Maar dan snel weer over tot de orde
van de dag.
Discipline, daar draait het om. Dat
is één van de pijlers onder het
succes van Smith én
vanzelfsprekend North Carolina
waar hij al achttien jaar de scepter
zwaait. Waar hij, op Chapel Hill met
zijn 20.000 studenten, is uitgegroeid
tot één van de toonaangevende
coaches in Amerika, het land dat
aan de wieg stond van het basketbal
en waar deze sport zich mag
verheugen in de belangstelling van
vele miljoenen actieve en passieve
beoefenaars. De meeste interesse
gaat uit naar het collegebasketbal.
Het enthousiasme in dit
„voorgeborchte” van de profs is
veel groter dan in het wereldje van
de supersterren zelf, die het al
helemaal gemaakt hebben en alleen
nog maar voor het grote geld hun
kunsten vertonen. Kaartjes voor de
competitiewedstrijden van North
want het gat tussen de grote
colleges van Amerika en het
Nederlandse topbasketbal werd
nog o zo groot geacht, net zo snel te
zijn als de Carolina-verdediging en
tegen de zone van de Leidse
semiprofs schiet UNC tekort. Een
nimmer ingecalculeerde nederlaag
is het gevolg. De zwaar
gedesillusioneerde Smith heeft
geen passende verklaring voor
handen. „Het ging gewoon niet,
that’s all”.
plaats, maar toen werden de eerste
drie plaatsen nog ingenomen door
Hans van Helden (1), Piet Kleine (2) en
Ard Schenk (3). Toen stelden we nog
wat voor! Er kan in de schaatssport
veel veranderen, in een paar jaar.
Bij de dames stellen we helemaal
niets meer voor. Sijtje van der Lende
staat op de 30e plaats, Haitske Valen-
tijn-Pijlman op de 37e, Annie Bore-
kink op de 46e, terwijl Atje Keulen-
Deelstra en Stien Baas-Kaiser niet
eens meer tot het walhalla van de 90
beste rijdsters aller tijden zijn toege
laten. Vorig jaar stonden de beide
krasse oudjes nog op de 71e en 82e
plaats, maar zelfs zo’n benedenmaat-
se klassering is hun niet meer ver
gund. „Ach Atje-lief, waer bestu ble
ven? Mi land na di, gheselle mijn
STOPPER
Tenslotte gaat Dean Smith, voor hij
zich weer op de vloer begeeft, nog
even in op de uitstapjes die UNC
eens in de vier jaar maakt. „Vaker
is niet toegestaan. Ik zou wel willen,
want ik vind dat dit bij de
opvoeding van de jongens hoort. Ze
moeten ook kennis nemen van wat
er aan de overkant van de plas
gebeurt. Tevens proberen we
natuurlijk het basketbal te
promoten. Daarom spelen we
telkens ergens anders. Bij ons is
basketbal één van de belangrijkste
sporten, in Europa nog niet. Ik wil
er aan meewerken dat dat straks
wél het geval is”.
De tijd is om, Smith ontfermt zich
weer over zijn pupillen. Van vier
hoog is het aardig om te zien hoe
strak hij de touwtjes in handen
heeft. Een klein mannetje in de
middencirkel, een fluitsignaal en
iedereen'-staat binnen drie seconden
weer om hem heen. Hij wijst naar
de kant, de vermoeide en bezwete
brigade mag zich laven met
gekleurd water. Als blije kinderen
huppelen ze naar de bank.
Europa haalt in, daar zijn we ons
van bewust. Al geloof ik aan de
andere kant dat ons potentieel zo
groot is, dat als we acht teams
sturen, dat die ook allemaal bij de
eerste twaalf eindigen”.
Een pittig uitspraakje van de man,
die overigens nog lang niet van
ophouden wil weten. Niet
begrijpend kijkt hij op als de VUT
ter sprake komt. „Dat ik het zo lang
bij één school heb uitgehouden is
een goed teken, hè. De meeste
coaches worden er na een paar jaar
uitgegooid. Nee, ik voel me nog
sterk, kom nog steeds nieuwe
dingen tegen. Ik vind basketbal nog
steeds „fun” en zolang dat het geval
is ga ik door. Bij North Carolina,
want daar hoor ik thuis”.
5
Ik heb de mogelijkheden om de
jongens méér bij te brengen dan
basketbal alleen. Een
mentaliteitskwestie. Je moet in deze
je verantwoordelijkheid kennen.
Lang niet allemaal halen ze de
profs. Maar ook die afvallers
moeten wèl klaar zijn voor de
maatschappij”, filosofeert Smith.
Bij de University of North Carolina
zijn ze ongetwijfeld zeer in hun
nopjes met deze man die zegt
verder te kijken dan zijn neus lang
is. En die bovendien in staat is om
jaarlijks weer lauweren toe te
voegen aan de toch al imposante
prestatielijst. Amerika is gek op
statistieken, records en lijstjes.
North Carolina scoort, sedert Smith
achttien jaar geleden van de Air
Force Academy zijn overstap
maakte, altijd hoog. Men heeft weer
hoge verwachtingen van de Tar
Heels, die in de Atlantic Coast
Conference (het collegebasketbal in
Amerika is min of meer lokaal
ingedeeld in zo’n twintig divisies
plus daarnaast nog een aantal
zogenaamde onafhankelijken) niet
bij de eerste twee zijn weg te
denken. Wat is het geheim van
Smith, de coach die in Amerika al
tien jaar achtereen kan bogen op
het hoogste percentage fieldgoals?
„Snelheid”, onthult hij, „gebaseerd
op teamwork. Het tempo zó hoog
houden, dat de tegenstander geen
vrije man kan creëren; moet gaan
forceren en vervolgens de draad
kwijtraakt. Daarop toeslaan om te
proberen zelf een gemakkelijke
kans te pakken. Heel beknopt is dat
de wijze waarop wij willen spelen”.
Dat willen wel degelijk verschilt
van kunnen blijkt een dag later
wanneer UNC in de halve finale
van het Kersttoernooi in Crystal
Palace moet aantreden tegen
Parker. De Leidse aanval blijkt,
geheel tegen de verwachting in,
si Dean Smith geeft aan welke verdediging er gespeeld moet worden. De
coach van UNC staat bekend als een defensiespecialist.
eerste plaats inneemt), Hans van
Helden dus moest maar één plaats
prijsgeven en staat momenteel op de
10e plaats die Eric Heiden vorig jaar
innam. Dat belooft dus nog wat
Ook Piet Kleine moest wat terrein
prijsgeven, hij zakte van de 12e naar
de 14e plaats. We hebben dus nog maar
twee man bij de eerste twintig, ik
geneer me kapot. Na Ard Schenk op de
21e plaats, komt een hele tijd niets,
dan komt Klaas Vriend op de 39e
plaats (vorig jaar 34e) en Hilbert van
der Duim op de 42e (vorig jaar 55e,
progressie!!). En Kees Verkerk, waar
staat die nu nog, zult u willen weten?
Vorig jaar stond hij nog op de 40e
plaats, dit jaar op de 45e, waar Jan
Bols vorig jaar nog stond. Maar die is
nu afgezakt naar de 52e plaats. In het
geheel is plaats ingeruimd voor 105
rijders op die „Adelskalenderen”. Be
halve de reeds genoemden, treffen we
er nog aan: Wim Pol (76), Yep Kramer
(83), Jan Derksen (87), Eddy Verheyen
(90), en Joop Pasman (103). Nederlan
ders die er vorig jaar nog op stonden,
maar nu geheel in het moeras van de
vergetelheid (blub-blub-blub) dreigen
weg te zinken, zijn: Harm Kuipers,
Peter Nottet, Jappie van Dijk, Jan A.
de Vries, Ronnie Nooitgedacht, Jan
BoereAch ja, zo gaat het in het
leven. Zes jaar geleden stond Peter
Nottet, met hetzelfde puntenaantal,
nog op de 12e plaats van de wereld
ranglijst aller tijden, en nu is hij al
helemaal weggevaagd. Drie jaar gele
den stond hij er nog mee op de 52e
Dean Smith, in 1976 coach van de
Amerikaanse Olympische ploeg, kijkt
bezorgd toe, hoe Phil Ford de Joe
goslavische spelverdeler Zoran Slav-
nic van zich af probeert te houden.
landse ranglijsten aller tijden van zo
wel de heren als de dames, alsook de
wereldranglijsten aller tijden van de
dames en de heren.
In de verantwoording wordt erop
gewezen dat „Schaatsseizoen ’78-’79”
vergeleken met vorig jaar met 64 bla
den, dat is 33,3 percent, is uitgebreid.
Als reden worden opgegeven: de uit
zonderlijke winter van vorig jaar, die
niet altijd „schaatsbaar” ijs oplever
de, maar waarin toch zoveel gebeurde,
dat het het registreren in dit schaats-
jaarboek alleszins waard was. Verder
het naderen van het olympische sei
zoen, met alle uitwassen vandien: ver
melding olympische records, medail
lewinnaars uit het verleden, enz. En
ten slotte de behoefte van tijd tot tijd
een onderwerp wat grondiger uit te
diepen, waarvoor dit jaar het hoofd
stuk „Ontwikkeling van de wereldre
cords” is gekozen.
Wie de vorige jaargangen kent, be
grijpt waarom een zo uitgebreide re
dactie van zeven man, over het hele
land verspreid wonend (Steenwijk,
Beneden-Leeuwen, Renkum, Berken-
woude, Haarlem, Spaamdam, Val-
kenswaard), nodig is om al die cijfers,
al die uitslagen, van heinde en ver te
verzamelen en te verwerken. Daarbij
wordt kennelijk ook een dankbaar ge
bruik gemaakt van vrijwillige hulp
uit het buitenland, gezien deze alinea
in de „Verantwoording”:
„Alle helpers in binnen- en buiten
land worden ook weer bedankt voor
hun onmisbare bijdragen. Wij consta-
teren slechts, dat de communicatie
met de Sovjet-Unie enigszins stroef
verliep. Vele uitslagen kwamen pas
hartje-zomer (en nog later...!) bin
nen, waarbij volledigheid nog maar de
vraag is”.
Reacties zijn zeer welkom op het
redactieadres Postbus 89 8330 AB
Steenwijk, zo luidt de slotregel van de
Verantwoording. Laat ik daarom be
ginnen met iets te citeren uit een ka
dertje op pagina 121:
weet dat Ard Schenk, op het
toppunt van zijn roem toen hij onbe
twist de beste schaatser aller tijden
was, eens heeft gezegd, dat hij ook de
afbouw van zijn prestaties, de teloor
gang van zijn talent bewust wilde
meemaken. Hij dacht toen nog dat hij
daarvoor moest blijven schaatsen, ook
als hij al over zijn hoogtepunt heen
was, terwijl het voldoende zou zijn
geweest als hij elk jaar „Schaatssei
zoen” had aangeschaft. Op de rang
lijst van beste rijders aller tijden
BDean Smith leverancier
staat hij
plaats
Dit citaat blijkt te zijn van Nico
Scheepmaker in „Vrij Nederland” van
20 januari 1979. We zijn nu een jaar
verder. Ik sla in „Schaatsseizoen ’78-
’79” opnieuw de wereldranglijst aller
tijden bij de heren op, en kijk of Ard
Schenk zich op de 19e plaats heeft
weten te handhaven, zij het zonder
stip. Nee, op de 19e plaats staat nu de
Rus Valery Atlaskin, een naam die
mij, om de waarheid te zeggen, als
nieuw in de oren klinkt. Toch vind ik
dat Ard Schenk zich heel aardig heeft
weten te handhaven. Hij is een echte
vechter, dat blijkt wel, want hij heeft
in dat ene hele jaar maar twee plaats
jes hoeven prijsgeven: hij staat op de
21e plaats, met 166.242 punten!
Hans van Helden, die vorig jaar nog
op de negende plaats stond op deze
zogeheten „Adelskalenderen” (één
plaats boven Eric Heiden die op
het ogenblik met 162.431 punten de
Het twintig man tellende
basketbalteam van de University of
North Carolina plus zijn
supportersschare van rond de 300
mannen en vrouwen heeft hier zijn
intrek genomen. Eens in de vier
jaar waagt UNC, één der
toonaangevende colleges van de
Verenigde Staten, de oversteek om
van zijn superioriteit ook in de
Oude Wereld gewag te maken.
Madrid werd al eerder aangedaan,
evenals Belgrado. Engeland, in veel
gevallen het land van herkomst, is
i nu aan de beurt. Het is een prettige
bijkomstigheid dat je in het YMCA
niet alleen midden in het
shoppingcentrum van deze
vreemde wereldstad zit, maar datje
je als Amerikaan tevens zoiets als
„thuisvoelt”. Want knauwen en
kauwen doen ze hier ook achter de
receptie en het restaurant verstrekt
Amerikaans ontbijt en hamburgers.
Het sfeertje dat er hangt is weinig
Brits.
„Eng”, zo valt de ambiance die er
heerst het best te omschrijven. De
enorme ruimte beneden herbergt
een zwembad, squash-, badminton-
en tafeltenniszalen, kracht- en
denksportruimten en een grote hal,
geschikt voor basket- en volleybal.
Links is de kapel waar twee
kaarsen branden. Eén voor de
helderheid van geest, de ander voor
de properheid van het lichaam. Op
vertoon van je kaart mag je van alle
faciliteiten gebruik maken. Alcohol
is uiteraard taboe, roken mag je
alleen buiten. Maar dat spreekt
vanzelf in het YMCA.
Dean Smith, de wereldvermaarde
basketbalcoach van de University
of North Carolina, trekt zich
overigens van al die dingen weinig
aan. Hij is niet het type dat zich
conformeert aan de
padvindersmentaliteit van deze
club. Voorgegaan naar de sportzaal
accepteert hij met een dankbaar
gebaar de fles Bols en steekt hij
alvast maar een filtertje op. De
eerste in een reeks van velen. Als
even later iemand met een
misdienaarsgezicht hem verzoekt
niet met de schoenen de houten
j vloer te betreden, kijkt hij de vrager
zo lang doordringend aan, dat deze
zich ijlings uit de voeten maakt.
1 Smith is hier gekomen om te
basketballen, niet om preken aan te
horen. „Dit hotel biedt alle
trainingsmogelijkheden en daarom
r zitten we hier”, verklaart hij nader.
E „En nergens anders voor”.
De training van de Tar Heels, onder
welke bijnaam de ploeg in Amerika
—waar men behalve gek van
basketbal ook verzot is op
„nicknames” door het leven gaat,
begint. Drie assistentcoaches
stellen zich, gewapend met een fluit,
tactisch op; Dean Smith wandelt
naar het midden. Een krachtig
signaal en iedereen snelt in
draftempo toe, verzorgers en scout
incluis. Staande in de cirkel
ontvouwt Smith zijn plannen voor
vandaag, niemand zegt wat,
iedereen luistert aandachtig toe.
'Gedurende tweeëneenhalf uur
loopt het zaakje daarna even
gesmeerd als een geoliede machine.
Slechts onderbroken door een
Hein, maar zéér typerend incident.
Bij een aanval beukt één der spelers
Vanwege zijn grote kennis van het
spel (Smith is in zijn land al jaren
lang lid van de
Reglementscommissie) en
uiteraard op grond van klinkende
prestaties die zijn Carolina leverde
viel hem in ’76 de eer te beurt om in
Montreal het Amerikaans
Olympisch team te coachen. Het
voetstuk waarop hij al stond, werd
daarna in de States met een laagje
goud omkleed, want met de hoogste
eer zakte hij met zijn ploeg weer af
naar het zuiden. In Moskou zal hij
de dienst niet uitmaken. „Ik heb
geen tijd meer”, verklaart hij, „ben
wel gevraagd. Als voorzitter van het
selectiecomité ben ik nog wel bij de
Spelen betrokken. OnmiddeHijk na
afloop van de NCAA-finale gaan de
uitverkorenen in een
trainingskamp. We zullen ons beter
voorbereiden dan ooit. Natuurlijk
zijn we er in Amerika zeer happig
op om juist in Moskou te laten zien
dat we nog steeds de besten zijn.
Carolina zijn vóór aanvang van het
seizoen uitverkocht. Er kunnen
8000 toeschouwers in het stadion.
UNC is één van de topcolleges in
Amerika en ieder jongetje met
talent droomt ervan om via deze
„leerschool” door te stoten naar het
hoogst haalbare: de professionals.
Succes in de sport is in Amerika
inherent aan een maatschappelijke
status op hoog niveau en daar gaat
het tenslotte om in een land waar
klasse en respect alleen maar af te
dwingen zijn met geld. De
Amerikaanse universiteiten, tuk om
via de sport hun prestige op te
vijzelen, spelen een belangrijke rol
in dit systeem. Ze kunnen kiezen,
het aanbod is enorm, want de straat
loopt over van talent. Speciale
scouts zijn dag en nacht in touw om
de beste jonge bailers te recruteren.
Of je weet hoeveel maanden een
jaar telt is vaak van secundair
belang. Dat je een vlekkeloze
techniek hebt en toevallig ook nog
twee meter bent staat primair.
UNC-coach Dean Smith weet van
deze praktijken, maar zegt zich
hiervan te distantiëren. Gevraagd
naar de hoogtepunten uit zijn
carrière begint hij niet met de
Olympische medaille, die de
Amerikaanse ploeg onder zijn
leiding in Montreal veroverde of
met de ACC-titels, die hij met North
Carolina behaalde, maar noemt hij
als eerste het feit dat al zijn spelers
in de achttien jaar dat hij op Chapel
Hill de baas is ook daadwerkelijk
zijn afgestudeerd. „Dat is voor mij
verreweg het belangrijkste. Wij
kijken niet alleen of een toekomstig
Tar Heel een goed baller is, maar
tevens of hij op University-niveau
kan meekomen. Zo niet, dan is hij
voor mij niet interessant. North
Carolina is niet alleen befaamd om
zijn goede basketbalteam, maar
tevens om zijn uitstekende school.
Mijn spelers moeten veel aandacht
aan hun studie geven. Dat is
onderdeel van de discipline”.
Met de handen in de zakken kijkt
Smith, die ook in Europa al een
aantal „clinics” heeft gegeven, toe
hoe zijn pupillen zich in het
voorgeschreven razende tempo uit
de naad werken. De 48-jarige coach
straalt een enorme autoriteit uit,
maar behandelt zijn jongens
desalniettemin zeer
kameraadschappelijk. Voor
iedereen heeft hij een goed woord
over. Trots wijst hij naar All-
American Mike O’Koren. „Dat
wordt een grote”, voorspelt hij.
North Carolina leverde fameuze
profs af als Charlie Scott en Bob
McAdoo. Vorig jaar nog Dudley
Bradley. „Dat was pech voor
juHie” Randy Wiel”, zegt Dean
Smith over de Antüliaan, die
momenteel furore maakt bij
Amstelveen. „Hij is een fijne speler,
maar had de pech Bradley voor zich
te hebben. Hij doet het zeker goed
in HoHand?” Een bevestigend
antwoord levert een tevreden blik
op.
Dean Smith zweert overigens bij
collegebasketbal. Heeft nimmer in
zijn loopbaan ambities getoond om
sommige van zijn spelers te volgen
naar de profs. Hoewel hij toch kon
en kan kiezen uit tal van zéér
aantrekkelijke aanbiedingen.
Lachend maakt hij een
vergelijking: „Ik denk dat veel
profcoaches graag met mij zouden
wiHen ruilen”. En dan serieus:
„Andersom is daar absoluut geen
sprake van. Mijn job is een
combinatie van basketbal doceren
en opvoeden. Zo zie ik het en zo
vind ik het ideaal. Bij de profs
draait het uitsluitend om het geld.
Dikker dan ooit is „Schaatsseizoen
’78-’79”, statistische terugblik, samen
stellers Hedman Bijlsma, Ton Dek
kers, Arie van Erk, Hans Niezen, Alex
Dumas, Gé du Maine en Karei Ver
beek. Niet minder dan 256 bladzijden
telt deze zevende jaargang, een vol
waardig boekwerk dus, dat kan wor
den besteld door overschrijving van
f 18,50 op girorekening 1338275 ten na
me van H. Bijlsma, Postbus 89, 8330
AB Steenwijk.
Wat krijg je daarvoor? De complete
uitslagen van de Nederlandse en in
ternationale kampioenschappen van
het afgelopen seizoen. Volledige infor
matie over de eerste competitie om de
officieuze wereldbeker. De nationale
kampioenschappen in vele landen,
verlucht met fotoportretjes. De gewes
telijke en de baankampioenen, de kor-
tebaan en de short track. Het mara-
thonschaatsen. Alles over records: we
reldrecords, Nederlandse records,
laaglandbanenrecords, baanrecords
etcetera. Foto’s van bekende banen in
de schaatswereld.
De ontwikkeling van de wereldre
cords: 18 bladen cijfers en nadere in
formatie. Een olympische vooruitblik,
waarbij ook de winnaars van de olym
pische medailles in het verleden. En
ten slotte, op frambooskleurig papier
gedrukt, 127 pagina’s statistische in
formatie over de Nederlandse heren in
het seizoen 1978-1979, de Nederlandse
dames in hetzelfde seizoen, de inter
nationale seizoenranglijsten, zowel
van de heren als de dames, de Neder-