Ar BI a f Vi m l\ DE OLYMPISCHE SPELEN V X ie door Jan van der Nat Hebben de Olympische Spelen nog toekomst? Dat is de grote vraag, die nu in 1980 gesteld kan worden. Niet voor de eerste, maar mogelijk wel voor de laatste keer. De inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan en de verbanning van Andrei Sacharov lijken de druppels, die de boordevolle emmer doen overlopen. Een emmer die eigenlijk altijd al behoorlijk gevuld is geweest. Telkens echter bleken er toch nog een paar druppels bij te kunnen, zonder dat het water eruit gutste. Druppels als de gruwelijke moordpartij van München, waarbij 17 doden vielen, en de boycot door de meeste Afrikaanse landen van de Spelen in Montreal, bleken nog niet voldoende om „Olympia” ten grave te dragen. Maar de grens van het toelaatbare was wel bereikt. De Sovjet-Unie heeft die grens nu overschreden en de wereld komt In opstand. Jimmy Carter gaat voorop in de protestmars. In politieke kringen vindt hij veel steun voor zijn boycotideeën. In sportieve kringen ligt de zaak echter anders. De meeste sportleiders sluiten dan er sprake kunnen zijn van „echte” Olympische Spelen. Daarover is het evenement nu al te zeer bezoedeld en dat kan in de resterende vijf maanden alleen maar erger worden. De Olympische vlam in het Lenin- stadion zal slechts een zwak schijnsel uitstralen. De vlag met de vijf ringen, die de broederschap symboliseren, zal in feite half stok wapperen. „Olympia” wankelt op zijn sokkel. Meer dan ooit tevoren. Geen reactie 59 oen,, en in- mr. mr. ir.), itie jla- verschijnselen is onmogelijk en is er in feite ook nooit geweest. Tal van sportevenementen hebben de ineenstrengeling van sport en politiek aan den lijve ondervonden. De Sovjet-Unie heeft daarbij altijd voorop gelopen. Vorig jaar nog mocht het Nederlands dames-basketbalteam naar het wereldkampioenschap in Zuid-Korea. Men had zich, via de normale weg, niet kunnen kwalificeren, maar mocht meedoen, toen de Russen en met hen natuurlijk de andere Oosteuropese landen, besloten weg te blijven. Het is slechts één van de vele voorbeelden. Wereldkampioenschappen in wat voor sport dan ookvoetbal uitgezonderd krijgen echter een beperkte publiciteit en daardoor ontgaat een groot deel van de wereld dergelijke prikacties van de Sovjet-Unie. Montreal 1976 N Nog altijd zijn er zeer veei mensen, die met het idee rondlopen dat sport en politiek los van elkaar gezien kunnen worden; niets met elkaar te maken hebben. Die mensen lopen natuurlijk met een enorm bord voor de kop. Zij geloven in een droom, die door een aantal vooraanstaande sportleiders ais een ideaal wordt gezien. Een scheiding van de twee maatschappelijke 1 MONi^rwJ Berlijn 1936 tegenwoordig niet langer de ogen voor politiek, maar vinden het wel onjuist dat de sport als speerpunt wordt gebruikt. Een begrijpelijke reactie, want tenslotte vertegenwoordigen zij de belangen van de atleten, die zich vier jaar of langer intensief hebben voorbereid op het „Grote Gebeuren” van Moskou. Ómdat in het vrije westen de sportbonden autonoom zijn en dus het laatste woord hebben, kunnen alleen zij beslissen over een eventuele boycot. Er zal, deze zomer vanaf 17 juli, zonder twijfel een sportmanifestatie plaatsvinden in Moskou. Misschien zal een aantal landen verstek laten gaan, misschien Is iedereen er I De doodgravers staan klaar De olympische gastheren in 1936 of 4979 O'15 j BERLIJN 1936 j ROME I960' i «MOSKOU 1980 Ook uit de andere landen komt geen enkele reactie. erw.) onk., iche- Bin- Tjjdens Olympische Spelen echter is het oog van de wereld geheel gericht op die ene plek op de wereldkaart. De Olympische Spelen zijn derhalve een uitgelezen moment om aandacht te vragen voor een probleem; reclame te maken voor een politiek. Vier jaar later ging het echter volkomen mis. In München drongen Palestijnse terroristen het Olympische Dorp binnen en vermoordden twee In Tokio (1964) vonden echter de laatste probleemloze Spelen plaats. Vanaf Mexico in 1968 is het eigenlijk voortdurend misgegaan. In Mexico stak Black Power de vuist op en ontstonden er studentenrellen, maar dat kon nog door de beugel. „De moord van München is tegelijkertijd een zege voor het terrorisme en mogelijk het einde van een instituut. Hoe kunnen 8000 sportmensen tegelijkertijd bewaakt en in vrijheid gelaten worden?”, vroeg het Franse dagblad Le Figaro zich af. „Zijn medailles en commerciële verdragen belangrijker dan mensenlevens? De lichamen van Israeli’s en namen een aantal in gijzeling. Ingrijpen van de Westduitse politie leverde in de vroege ochtenduren van 6 september een waar bloedbad op. Vijf Arabieren werden neergeschoten, maar zagen kans eerst hun gijzelaars om het leven te brengen. Ook een politieman sneuvelde. De trieste balans: 17 doden. Op verzoek van Israel gingen de Spelen echter door. Met een van tranen verstikte stem verkondigde IOC-voorzitter Avery Brundage, dat de Spelen, na een dag van rouw, voortgezet zouden worden en dat de Olympische gedachte nooit ten prooi zou mogen vallen aan de politiek. Maar dat was natuurlijk inmiddels wel gebeurd. Lo* van alle politieke beslommeringen van nu kan men zich afvragen of de Olympische Spelen de elf Israëli’s waren nog niet begraven, toen de Spelen verder gingen”, schreef de New York Times. Tot zover een stuk geschiedenis, waaruit moge blijken dat de Olympische beweging het al vaak erg moeilijk heeft gehad. De problemen van nu zijn echter veel groter dan ooit tevoren. De boycot van Nederland, Noorwegen en Marokko in 1956 was mondiaal gezien een lachertje, die van Afrika vier jaar geleden overkomelijk. Het eventuele wegblijven van de Verenigde Staten en wanneer dat gebeurt een groot aantal, andere landen zal echter het einde inluiden van de Olympische Spelen. Zo ver is het natuurlijk nog niet, maar Los Angeles zou er verstandig aan doen om de organisatiebeslommeringen van de Spelen in 1984 voorlopig even in de ijskast te leggen. De Sovjet- Unie heeft dan wel haastig verklaard dat evenement niet te zullen boycotten, wanneer Amerika niet naar Moskou zou komen, maar een dergelijke toezegging slaat nergens op. Het is zeer waarschijnlijk dat bij een gedeeltelijke boycot nu de Spelen van 1984 van de kalender kunnen worden geschrapt. Nederlandse schaatsers moeten aantreden tegen de Russen en de ijshockeyploeg ontmoet in zijn groep de Sovjet-Unie. Acties in Lake Placid zouden voor Moskou misschien een vingerwijzing zijn, dat de boycotplannen voor de Spelen van deze zomer serieus moeten worden genomen. Voor de reactie van Jimmy Carter kan natuurlijk begrip worden opgebracht. Velen zijn het met hem eens dat de Sovjet-Unie gestraft dient te worden voor het optreden in Afghanistan. Maar door zich volledig te richten op Moskou 1980 bewijst de Amerikaanse president zijn sluwheid. Met geen woord repte hij over de Olympische Winterspelen van Lake Placid, die over tien dagen beginnen. Het zal Carter, die tenslotte nog graag vier jaar in het Witte Huis wil blijven zitten, wel beter uitkomen om daarover te zwijgen. Tenslotte heeft commercieel Amerika zich al op het nietige wintersportoord gestort en hebben de Verenigde Staten een slordige 200 miljoen gulden in het gebeuren geïnvesteerd. Dat in Lake Placid zeer vaak het volkslied van de Sovjet-Unie zal klinken en de Russen met een wagonlading medailles zullen afreizen, neemt Carter kennelijk op de koop toe. Die Winterspelen vormen trouwens een hoofdstuk apart in de Olympische geschiedenis. Het professionalisme en de commercie vieren hoogtij, vooral bij de skiërs. Die twee verschijnselen, overigens niet alleen van toepassing op de Winterspelen, zijn altijd een doom in het oog geweest van de Olympische baasjes. De Coubertin V.v. icht. laar- ir t. an- en ra- m. cr- I, basisgedachte van De Coubertin („Een nieuwe krachtige ondersteuning van de vrede”) Is allang achterhaald. Het tegendeel Is nu waar. De Sovjet- Unie beschouwt een groter aantal medailles als een bewijs van een juiste politiek, een juiste aanpak van de sport in eigen land. Bovendien zijn de Olympische Spelen niet langer nodig om de sterkste ter wereld aan te wijzen. Vroeger was dat wel zo, maar vrijwel alle sporten kennen sinds vele jaren eigen wereldkampioenschappen. Belangrijk argument om de Spelen te handhaven was altijd, dat het de enige mogelijkheid was voor met name de wereldzwem- en atletlektop om elkaar te ontmoeten. Dat echter Is (bijna) verleden tijd. De zwemwereid kent sinds 1973 regelmatig wereldkampioenschappen en de Internationale zwemfederatle heeft na de derde wereldtitelstrijd In West-Berlljn gezegd, dat zulke kampioenschappen de beste manier zijn om de zwemsport verder te populariseren. De atleten kennen sinds een paar jaar de zogenoemde Wereldspelen. Daar komen de sterkste landenploegen en selecties uit de diverse werelddelen. Vanaf 1983 zullen ook zij echterals laatste In de rij van Olympische sporten hun eigen wereldkampioenschappen hebben. o,%* 54^ STOCKHOLM 1912'-’ ^HELSINKI 1952| sportlef gezien nog enig nut hebben. Do mJ Vandaar dat de Spelen altijd al hebben geworsteld met politieke problemen. Eigenlijk al vanaf de allereerste keer. De oorlog onderbrak daarna de Olympische Spelen, maar in 1948 in Londen was iedereen weer present. Daarna bleef het vrij rustig. De Korea- oorlog had nauwelijks invloed in Helsinki en in 1956 werd slechts summier gereageerd op de Russische inval in Hongarije. Alleen Nederland, Noorwegen en Marokko trokken zich terug uit Melbourne. De Zwitsers waren het ook van plan, maar bleven, omdat er geen vliegreis georganiseerd kon worden om de ploeg terug te brengen naar het thuisland. Er werden tijdens de Spelen zelfs dingen bereikt, die politiek onmogelijk waren. In 1956,1960 en 1964 stuurden West- en Oost-Duitsland één gezamenlijke ploeg. De Olympische Spelen waren een echt sportfeest. De wereld was aan het nadenken gezet, maar Brundage en zijn vrienden sloten opnieuw de ogen. Vier jaar later was het weer raak. De Afrikaanse landen vertrokken uit Montreal, omdat zij Nieuw- Zeeland, dat sportieve banden onderhield met Zuid-Afrika, niet als deelnemer wensten te accepteren. De Olympische Spelen kregen een forse dreun. Maar het betrof sportief gezien tamelijk onbelangrijke landen (de atletiek uitgezonderd) en dus kwamen de Spelen niet echt in gevaar. Ook het feit dat de Canadese regering visa weigerde aan de ploeg uit Taiwan om het handelsverdrag met de Volksrepubliek China niet in gevaar te brengen, woog niet zwaar genoeg om de poten onder de Olympische stoel door te zagen. had al een grote af keer van alles wat met commercie te maken had („Je moet kiezen tussen een marktplaats en een tempel. Tussen commercie en eerlijke sport. Allebei kan niet”.) En Brundage, de man die pas op 85-jarige leeftijd het voorzitterschap afstond, heeft de Winterspelen altijd vervloekt Na Grenoble zou hij onder meer zeggen, dat de Winterspelen een grote fout zijn geweest. In 1972 (Sapporo) zei hij hoofdzakelijk doodsgerochel te hebben gehoord. „In Denver 1976 (toen nog kandidaat) hoop ik op een eervolle begrafenis”. Waar politiek steeds de Zomerspelen heeft bedreigd, leverde commercie steeds een gevaar op voor het winterse gebeuren. Reclame en sponsoring zijn nu net zo met de sport verweven als politiek. Maar de oude, wijze mannen van het IOC hebben altijd gestreden tegen die invloed. In zijn „memoires” schrijft Avery Brundage onder meer het volgende: „In 1964 weigerde de winnaar van de afdaling, de Oostenrijker Egon Zimmermann, op de foto te gaan. Pas toen hij zijn ski’s met reclame naast zijn wang mocht houden gaf hij toestemming”. In 1968 wilde het IOC dat de opvallend groot opgeschilderde merknamen van de ski’s zouden worden afgehaald. Brundage: „Ik kreeg een briefte onder de deur van mijn hotelkamer doorgeschoven, waarop stond, dat die merknamen er niet afkonden. Anders zou de balans van de ski’s worden aangetast”. Reclame en de daarmee samenhangende betaling van sporters tijdens de Spelen is, evenals de politiek, een grote bedreiging van het Olympische gebeuren. Als het aan Brundage had gelegen zouden de Winterspelen al niet meer bestaan. Tien jaar geleden zei hij al, dat de Winterspelen niet meer waren dan een aaneenschakeling van wereldkampioenschappen in diverse takken van sport en dat Olympische Spelen meer dienden te zftn. Avery Brundage mag dan merkwaardige uitspraken hebben gedaan, de hoogbejaarde baas was niet helemaal blind voor de gevaren die de Olympische Spelen bedreigen. Dat bewijst zijn voorwoord in een Duits Olympisch boek, dat na Mexico verscheen. „Zonder leger en zonder politie, ja zonder geld en slechts gedragen door de hoge moraal van haar principes heeft de Olympische beweging altijd bewezen sterker te zijn dan vele andere krachten in de wereld die ons bedreigen. Dat zijn politieke krachten, die de sport gebruiken om het internationale prestige te verbeteren. Dat zijn wetenschappelijke krachten, die de sport misbruiken om er winst uit te halen. Beide kunnen gemakkelijk tot verwoesting van de Olympische beweging leiden als we niet opletten”. De Olympische beweging hééft niet opgelet. Door de Spelen van 1980 aan Moskou toe te wijzen, groef ze haar eigen graf. Olympische Spelen toewijzen aan een land met een zeer omstreden politiek, dat bovendien zelf in het recente verleden tal van sportevenementen boycotte uit puur politieke overwegingen was vrégen om moeilijkheden. De kuil ligt open; de doodgravers staan klaar. ATHENE 18961 TOKIO 1964! krachtige hand in Duitsland en Berlijn moest dat jaar de tiende Olympische Spelen organiseren. Der Führer kreeg een kans voor open doel om propaganda te maken voor zijn afschuwelijke politieke ideeën. Hij miste niet. Merkwaardig genoeg was er nauwelijks protest hoorbaar. Een recordaantal deelnemers en landen (4069/49) paradeerden langs de ereloge en brachten, bijna zonder uitzondering, de Hitlergroet. Men kan zich natuurlijk afvragen, waarom er geen protest kwam. Wel, de Olympische Spelen golden toen zeker als een heilig goed, het Nazisme was niet verboden, de gevolgen ervan nog niet in te schatten en het politieke bewustwordingsproces van de gewone man zou pas vele jaren later op gang komen. ,70 MELBOURNE 19561 23 Juni 1894 mag officieel worden aangehouden als geboortedatum van de Moderne Olympische Spelen. Op die datum zei Pierre baron de Coubertin j in Parijs: „We moeten roeiers, lopers en schermers i over onze grenzen sturen. Dat is de vrije handel van de toekomst. En eens, wanneer dit gebruik zijn vaste plaats zal hebben gevonden, zal de zaak van de vrede een nieuwe, krachtige ondersteuning hebben gekregen”. De Coubertin wees Griekenland, uit historisch oogpunt, aan als eerste plaats van handeling. Op dat moment ontstonden al de eerste politieke problemen. De Griekse regering zag het helemaal niet zitten en weigerde elke medewerking. De Fransman heeft heel wat moeite moeten doen om de gezagsdragers in Athene, die na het succes opeens de Spelen voor altijd opeisten, te kunnen overtuigen. Vier jaar later, toen de Spelen in Parijs werden gehouden, moest De Coubertin hoogstpersoonlijk naar Duitsland en Engeland om de veiligheid van de deelnemers te garanderen. In Parijs werden namelijk demonstraties verwacht tegen de buitenlandse politiek van die twee landen. Het waren in vergelijking met nu echter problemen, die nauwelijks die naam mochten -- I hebben. De jaren na Parijs bleef het tamelijk rustig ^-^-^<yyMSTEHDAM 1928!Ly ■”r L0NDENê1908 1948 ijl'' [ST.L0UIS 1904J ANTWERPEN LOS ANGELES 1932Ï984L- -K7- V. PARIJS 1900 1924j'-/- [MEXICO 1968 rond Olympia. De Russen en Habsburgers maakten in 1912 weliswaar problemen over de vlaggen van Finland, Bohemen en Hongarije, maar het geesteskind van De Coubertin was volledig geaccepteerd en het aantal deelnemers steeg met forse sprongen. Los Angeles, in 1932, gaf weliswaar een terugval te zien (van 3015 in Amsterdam tot 1408), maar Amerika was toen nog niet zo gemakkelijk te bereiken als nu. Dan is het echter 1936. Adolf Hitler regeerde al met ®L T Va 7»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 21