I Synode trekt politiek hier meer naar rechts ff I 1 II ^4 VRIJZINNIGHEID TABOE OP DE ROMEINSE SYNODE GE 'IÉ z tl do JAN RUIJTER VERWACHT GROTE GROEI BASISBEWEGING liii O Modern christendom door Th. J. Koeckhoven Rechtzinnig geloof 9? door Hans Rombouts Dordrecht en Rome De ruk naar rechts in de Nederlandse rooms-katholieke kerkprovincie, die door Rome tijdens de synode is opgedrongen, zal ook van grote invloed worden op de maatschappelijke en politieke verhoudingen in ons land. Dat is de mening van Jan Ruijter, priester en voorman in de basisbeweging en tot gisteren pastor van de Kritische Gemeente IJmond Septuagint. Ruijter ver wacht zeker implicaties op een breder terrein dan op die van de rooms katholieke kerkgemeenschap. „Het CDA zal zeker meer naar rechts gedrongen worden. Dat de partij van de orthodox-katholieke Klaas Beuker veel veld zal gaan winnen zie ik niet”. Slech „Weg neutre ontsla al lani Hij ha vrees verse! overlc W :-'W' v'?&' - Albert Schweitzer heeft in 1949 eens geschreven dat wij aan het Evangelie verplicht zijn op de bres te staan voor het vrijzinnig christendom. Twee vrijzinnige theologen hebben deze uitspraak als motto genomen voor een boek waarvan de titel luidt „Op de bres, waarheidsdienst is godsdienst. De theologen in kwestie, dr. J. Buitkamp en dr. P. D. van Roijen, hebben hun boek opgedragen aan ds. H. van Lunzen bij gelegenheid van diens zeventigste verjaardag op 8 november 1967 wegens zijn grote verdiensten voor het vrijzinnig protestantisme in Nederland. Het vrijzinnig protestantisme beweegt zich naast andere - ook streng rechtzinnige - stromingen binnen het geheel van de Nederlands Hervormde kerk. Dit geeft dus al aan dat er binnen de hervormde kerk nogal wat gelovigen zijn die onderling sterk afwijkende opvattingen hebben omtrent de waarheden van het geloof. In het vrijzinnige boek (Boom, Meppel 1967), dat nog een hoge actualiteitswaarde bezit, wordt onder meer verwezen naar de nieuwe kerkorde van de hervormde kerk. I „Carré sterk willen zien staan in de branding van Officie de tijd, door vastheid van overtuiging en officie) zijn aa: groot a over h< het zie' l van dit De red 7 p ■KM Juist aan ketters heeft de kerk veel te danken 40 Albert Schweitzer Prof. dr. E. F. C. A. Schillebeeckx Copernicus Artistoteles Hans Kung mgr. Bluyssen Als wij vandaag lezen over de leerregels van de synode van Dordrecht en over met name het protest van de vrijzinnige Zwingli-bond tegen de kerkorde van 1951, gaan de gedachten spontaan naar de synode van de Nederlandse rooms katholieke bisschoppen in Rome en naar het verschijnsel dat zich ook binnen de r.k. kerk verschillende denkrichtingen hebben ontwikkeld, vooral na 1967, het jaar waarin Op de bres werd geschreven. In dat jaar kwamen de uiteenlopende opvattingen in de r.k. kerk nog niet zo naar buiten als heel kort daarop al zou gebeuren. De kerk van Rome was immers één en onverdeeld en de r.k. kerk wordt geacht de gemeenschap te zijn van alle gedoopten die in gehoorzaamheid aan de paus van Rome de ware leer van Christus belijden. En ook de r.k. kerk erkent ten volle de apostolische geloofsbelijdenis van Nicea. Omdat de Nederlandse r.k. geloofsgemeenschap tot en met haar bisschoppen als opvolgers der apostelen steeds meer gebrek aan eenheid vertoonde, is het idee ontstaan van de synode van Rome. Wat daar voor conclusies uitkomen is minder belangrijk dan het gegeven dat de Nederlandse bisschoppen in Rome onder leiding van de paus zelf samen nadenken over de manier hoe een gelukkige combinatie te vinden van eenheid en gescheidenheid, van een eenheid in gescheidenheid derhalve. Het vrijzinnige deel der Nederlandse Het kerkorde-artikel betreffende het belijden stelt de Heilige Schrift centraal. Letterlijk staat er: „In dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als de bron der prediking en enige regel des geloofs doet de gehele kerk, ook in haar ambtelijke vergaderingen, in gemeenschap met de belijdenis der vaderen en in het besef van haar verantwoordelijkheid voor het heden, zich strekkende naar de toekomst van Jezus Christus, belijdenis van de zelfopenbaring van de Drieënige God.” Het artikel geeft verder aan dat de belijdenis der vaderen is vervat in de apostolische geloofsbelijdenis van Nicea, de geloofsbelijdenis van Athanasius, de Heidelbergse katechismus, die van Genève en de Nederlandse geloofsbelijdenis met de Dordtse leerregels. De kerk heeft de roeping naar de regel van het Woord Gods toezicht uit te oefenen over haar leden, in het bijzonder over de verkondiging, de katechese en de opleiding en vorming van de dienaren des Woords. „De Kerk weert al wat haar belijden weerspreekt”, aldus de kerkorde van de Nederlands Hervormde kerk van 1951. Jan Ruijter is zeer somber gestemd, vooral ten aanzien van de pastorale werkers en de priesteropleidingen. „De kerk zet de pastorale werkers in de kou. Wat moeten die mensen? Ze hebben mo menteel hun bestaan, hun living, in de officiële kerk. De 35 pastorale werkers in het bisdom Rotterdam hebben de uit slag van de synode goed ingeschat. Zij voorspelden al dat de bisschoppen met Jan Ruijter, die vanaf heden gaat wer ken in het vormingscoördinatiecentrum niets uit Rome zouden terugkeren. Om dat zij direct al bij het begin van de synode op het punt van het celibaat gezwicht zijn voor louter en alleen het gezagselement. Daar is niet eens over gediscussieerd. Toen dat gebeurd was wat de paus zei werd zonder meer aan vaard kon verder niets positiefs meer bereikt worden. Al wat daarna gebeurde was een logisch voortvloeisel van dat snelle door de knieën gaan”. Als ik de vrijzinnige protestanten goed begrijp, willen zij modern zijn en tegelijk het wezen van het christendom vasthouden. De orthodoxie vindt zoiets onmogelijk en ziet hierin een vrijbrief voor „ketters” die maar ongehinderd hun gang kunnen gaan. Orthodoxie duldt immers geen vrijzinnigheid. En zo krijgen we de strijd der richtingen die sedert 1867 de hervormde kerk heeft verscheurd en honderd jaar later de rooms-katholieke kerk in Nederland en elders. Zo’n richtingenstrijd roept om een leertucht. Rome was (en is?) berucht of befaamd om haar leertucht. Denken we maar aan de inquisitie en de vervolging van modernisten in deze eeuw. Christenen, rooms of ketters, zijn gelukkig wel zo ver gevorderd, dat zij geen ketters meer verbranden. Küng en Schillebeeckx lopen in dit opzicht geen enkel gevaar. In ieder geval kreeg de hervormde kerk haar eerste echte leertucht op 1 mei 1961. Niemand zal geloven dat de hervormden nu verder onder een onbewolkte hemel zouden leven. Leertucht lost de wezenlijke verschillen niet op. Inderdaad, de kerk weert al wat haar belijden weerspreekt. De zwarte schapen worden uit de gewillige kudde gezet en de rest graast rustig voort alsof er niets aan de hand was. Die zwarten, die vrijzinnigen, die ketters moeten maar zien. De zwarte schapen denken er echter anders over. Zij vinden dat in 1961 de geestelijke vrijheid in de N.H. Kerk om hals is gebracht. Echte vrijzinnigheid is geen vrijbuiterij. De meeste vrijzinnigen nemen het geloof volstrekt ernstig, wat rechtzinnigen natuurlijk ook doen. Maar vrijzinnigheid zoekt een verzoening tussen geloof en wetenschap, tussen leertucht en persoonlijk geweten, tussen algemene leeruitspraken en persoonlijke verantwoordelijkheid voor zichzelf en de gemeenschap van kerk en wereld. Vrijzinnigen ijveren voor een levend geloof, waarin Jezus Christus vandaag een levend appel kan doen op de persoonlijke keuze voor vrijheid en recht van deze gelovige in deze tijd in deze situatie. Dat is derhalve het verhaal van een levende Jezus van Schillebeeckx. Deze gelovigen, vooral jonge mensen, dienen wel degelijk te weten wat „de vaderen” bedoelden met hun geloofsbelijdenissen van Nicea, Constantinopel, Trente, Dordrecht, Heidelberg, Genève of Nijmegen. De vaderen spraken echter voor rryensen van hun tijd in hun eigen omstandigheden, in hun eigen traditie. De strijd van vrijzinnige katholieken omstreeks 1980 is dezelfde strijd als van protestantse vrijzinnigen in 1877, toen de eerste Vrije Gemeente tot stand kwam. Voorganger P. H. Hugenholtz jr. sprak toen ook voor 1980 hoogst actuele woorden. In zijn eerste toespraak op 3 februari 1878 sprak hij tot de leden der Vrije Gemeente over de kerk „die wij eenmaal liefhadden, maar die de eisen van den tijd en de rechten van een goed deel harer zonen heeft miskend.” Hij sprak over „de God die boven lucht en wolken troont, die zijnen Zoon uit den hemel op de aarde nederzond, die door was, zo gaarne zien als de kerk ook van wie na ons zullen komen”. Hier wordt dus geschreven over een kerk met toekomst, een kerk waarin ook jonge mensen kunnen geloven. En de meesten van hen hebben moeite met een orthodoxie die een kerkelijke eenheid tot stand wil brengen ten koste van vrijheid en waarheid. Spreekt hieruit niet een zeer rechtzinnig Godsgeloof uit? Een Godsgeloof dat wil bevrijden van de klassieke hellenistische cultuur die volstrekt de onze niet meer is. Godsopenbaring ligt immers niet exclusief besloten in de bijbel en evenmin in Nicea of Heidelberg. Daarom juist zoeken vrijzinnigen steeds opnieuw naar het Woord Gods dat tot ieder van ons spreekt, zoeken zij naar de oorspronkelijke woorden van Jezus uit het Evangelie. Wie volgens de vrijzinnigen de historische geloofsbelijdenissen aanvaardt als de ene en eeuwige waarheid, aanvaardt wel de opvattingen van een hellenistische rijkskerk, waarin de r.k. godsdienst lot staatsgodsdienst kon worden. Maar hij wijkt op essentiële punten af van het oorspronkelijk christendom. Het vrijzinnige bezwaar tegen uitspraken van „orthodoxe synoden” is dus allereerst een pleidooi voor de zuiverheid van het oorspronkelijke Evangelie voorzover de engelen en hemelstemmen tot de mensen spreekt en in het wonder bovenal zijn heerlijkheid openbaart.die God is niet langer onze God.Wij eisen voor elk het recht om zijn geloof te uiten, gelijk ’t hart hem ingeeft, met de meest onbelemmerde vrijheid van inkleding en formulering; hebben wij niet de oude kerk verlaten, omdat zij die vrijheid aan banden leggen wou? Even vast als ons geloof in God moet wezen, even onuitsprekelijk is ons Godsbegrip. Heel de bijbel der mensheid ligt hier voor ons open.” De orthodoxie beroept zich op het verleden en baseert daarop haar toekomst. De modernistische stroming wordt gezien als een nieuwe toonzetting van het christendom voor vandaag en morgen. Zij stelt zich op de solide basis van het geloof in de enige God. Het kan de vrijzinnigen weinig deren, als de leertucht van welke kerk ook hen tot ketters maakt; voor hen is de belijdenis zelf geen objectieve christelijke waarheid. Ook de instantie die het oordeel uitspreekt is naar protestants beginsel nooit onfeilbaar. In een vrijzinnige brochure uit 1938 vinden we „dat door procesmatige leertucht maar al te gemakkelijk protestants- kerkelijke en persoonlijke moraliteit wordt geschaad door mogelijkheden van leerdwang enerzijds en van serviliteit (slaafsheid) anderzijds. Het is natuurlijk mogelijk dat er dan mensen blijven die eigenlijk niet in de kerk thuishoren, maar erger is dat met meerderheid van stemmen iemand zou worden uitgebannen die juist van Godswege een taak in die kerk te vervullen had. Gods wegen met de mens zijn nu eenmaal lang niet altijd duidelijk. Voor de vernieuwing der Kerk heeft God altijd weer juist de ketters gebruikt. Juist aan de ketters heeft de kerk veel te danken. Met de strenge procesmatige leertucht kunnen en zullen er huichelaars blijven. Wij vragen ons af, wat de Kerk het meeste schaadt: een geestelijk voorbehoud of een eerlijk uitspreken van een van de meerderheid afwijkend inzicht.” moderne mens nog in staat is deze te ontdekken onder het stof van een verouderd wereldbeeld uit de dagen van Paulus of keizer Constantijn. trouw aan de godsdienstige en christelijke waarheid die zij belijdt en die zij te dienen heeft. Zij nemen van harte deel aan het noodzakelijke waarheidsonderzoek van de overgeleverde geloofsinhouden, aan de arbeid van het doordenken en formuleren van het geloof. Maar zij verwerpen het streven om belijdenissen, al of niet in kerkelijk verband vastgesteld, als bindend en alleen geldig op te leggen. God en het Evangelie van Jezus Christus zijn voor hen de basis van de eenheid en op deze basis willen zij de protestantse of katholieke geloofsvrijheid handhaven tegen alle willekeur. Óm met een vrijzinnig woord uit 1941 te spreken zijn zij ervan overtuigd dat „de duurzame beginselen van de christelijke religie en het critische onderzoek van de overgeleverde vormen en inhouden daarvan, gehandhaafd behooren te worden om den wil der waarheid en om den wil der Kerk en hare hooge roeping in de wereld.” Volgens hen moet een waarlijk christelijke kerk ruimte bieden aan allen wier geloofsleven wortelt in het Evangelie van Jezus Christus. Van een grote en wijde eenheid der christenen zal nooit iets terecht komen, als zelfs niet binnen één kerk grotere verschillen kunnen worden verdragen. Waar de Geest des Heren is, daar is de vrijheid.” Vrijzinnigen verwerpen het verouderde wereldbeeld van Aristoteles, het wereldbeeld van vóór Copernicus, de Griekse omschrijving van het Godsbegrip, de onkritische bijbelbeschouwing en een onhoudbaar kerkbegrip. Het is nu de vraag of paus en bisschoppen in Rome meer hebben gedaan dan op de bres te staan voor zo’n kerkbegrip. Was de paus verder een echte voorzitter of medebisschop van zijn Nederlandse ambtsgenoten? Voor het laatste pleit dat Johannes Paulus II niet tot maar met de bisschoppen heeft gesproken. Immers, als bisschoppen hebben zij een eigen niet van de paus afgeleide verantwoordelijkheid voor hun eigen diocees. Zo verklaarde mgr. Bluyssen van Den Bosch dat hij in Rome alleen maar vruchtbaar kon werken als hij dat zou doen vanuit de eigen Bossche geloofsgemeenschap. Ook de gelovigen van Den Bosch zijn toegerust met de gaven van de Geest. Hun bisschop verstaat de vermaning van Petrus (1 Petrus 5: 1-4) „Weest geen dwingelanden over het u toevertrouwde deel.” Uit bovenstaande mag blijken dat vrijzinnigen zeer nauwgezet met God en godsdienst bezig zijn. Dat zij de hervormde kerk of de kerk van Rome Rechtzinnigen menen dat nieuwe denkbeelden die de bijbelse1 boodschap proberen aan te passen, het Evangelie niet dichter bij de moderne mens brengen. Zij vinden dat de blijde boodschap wel voor de mens, maar niet naar de mens is. Ook dit is een visie op de waarheid. Na dit alles wil ik mij niet beroepen op een particuliere waarheid. Ik weet alleen dat er maar één weg is: Jezus, de weg, de waarheid en het leven. Voor het overige ben ik van mening dat niet alle wegen naar Rome leiden. En evenmin naar Mekka, Moskou of Washington. Gods wegen echter zijn onnaspeurlijk. d v o g o S1 o O N a' w O H IV K v ii c< n ir g d k E n u rt VI w rr VI ir R Jan Ruijter municatief gebied, slaat alles. Er mocht niets naar buiten komen. Journalisten hebben tweeeneenhalve week „in het donker” gezeten. En toen er dan na de synode een persconferentie kwam, werd men na een uur al aan de kant gezet. Terwijl men natuurlijk wel een dag lang had kunnen praten. Vragen werden slecht of niet beantwoord. Dat is toch allemaal ongehoord in deze tijd”. Het is duidelijk, dat de bisschoppen een weinig vrolijke thuiskomst hebben. Jan Ruijter: „Wat er in Rome is gebeurd, ook op het intermenselijke vlak, op com- De ang voor zi IBi l steeds Vinden bijstan I meer c proble de con werklc De disi bewap krijgsr gefilos rooms-katholieken kan wellicht steun vinden bij hun christelijke geestverwanten in de N.H. Kerk. Dezen menen namelijk dat het belijdenisartikel van de N.H. Kerk is gebaseerd op een antiek denkpatroon dat zijn grote waarde had in een vroegere tijd. Onze tijd echter eist andere formuleringen en andere methoden. De vakbonden hanteren ook geen gilderegels meer. ’’Iedere tijd heeft zijn eigen denkvormen, die als goede instrumenten gebruikt dienen te worden voor de interpretatie en verkondiging van het Evangelie. Geen enkele denkvorm mag echter met uitwendig gezag worden opgelegd, om tot uitdrukking te brengen hoe de inhoud van het Evangelie wordt verstaan en begrepen. Dit is een zaak van persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid.” Hier klinkt een duidelijk geluid van de Zwingli-bond waarmee rechtzinnigen in de leer zeer zeker niet kunnen instemmen. Vrijzinnigen uit de hervormde of katholieke kerk zal het geen moeite kostën in te stemmen met een uitspraak van Allard Pierson, een der voormannen van de Moderne Richting binnen de N.H. Kerk. Pierson schreef namelijk over de gelovigen „die haar (de N.H. Kerk), die drie eeuwen lang de kerk onzer vaderen de brie duidel J Eénsti krijgsr bondgi gedekt daarva al zijn; vrijwil beroep opstell atoom] weg op i stromi stap m geschc „Je mag verwachten, dat het gewicht van de ontstane druk pas in de komende maanden voor iedereen voelbaar zal worden. De priesteropleidingen zal de wacht worden aangezegd. Subsidies zul len worden gestopt. Het moeilijkst zal de Agogisch-theologische opleiding in Utrecht het krijgen, schat ik. Wat moe ten de getrouwde priester-docenten aan de hogescholen?” Jan Ruijter verwacht een grote toe loop naar de basisbeweging, een groei van het aantal kritische gemeenten. „Veertien dekens uit het bisdom Haar lem hadden laten weten, al voor het begin van de synode, dat ze zich vrijer zouden opstellen als de resultaten teleur stellend zouden zijn”. „De tweede golf in de rooms-katholie ke kerk van kritische geloofsbelevenis gaat beginnen. I verwacht dat er meer kritische gemeenten zullen komen, meer actieve groeperingen. De bisschoppen hebben door hun houding in Rome het gevaar opgeroepen, dat er twee soorten katholieke kerken in Nederland zullen komen”. Gezien het beleid en de tactiek van Rome verwacht Jan Ruijter overigens wel, dat bisschop Gijsen over een poosje uit Roermond zal verdwijnen. „Nu kan dat natuurlijk niet. Als de rust wat is weergekeerd zal hij wel naar elders ver trekken. Overigens: de opvolging van bisschop Zwartkruis van Haarlem wordt de eerste testcase. We zullen zien, wat Rome dan doet”. Mozeshuis in Amsterdam, gelooft, dat de pastorale werkers zich nauwer aaneen zullen sluiten. Er was al een organisatie in het bisdom Utrecht, in Haarlem zal men de pogingen daartoe hernieuwen. „Ik weet dat er wordt overwogen om een landelijke vereniging van pastorale werkers op te richten. Ze moeten wel”. Donderdag hebben de pastorale werk ers van „het eerste uur” met de Landelij ke Beweging van Basisgroepen en Kriti sche Gemeenten in Nederland verga derd. Daar waren o.a. Jan Ruijter, Joost Reuten van Septuagint, de dominicaan Carl Derksen van de leefgroep Utrecht, de dominicaan Jan Ernst, voorzitter van de basisbeweging, Fred Keesen van de Calamagroep in Rotterdam, Herman Verbeek, voorzitter van de PPR en anderen. 1 onlang zodat c globaa Volger het del tegelijl -.A.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 22